Exposanten VSK verwachten versnelling in overstap naar duurzame geïntegreerde klimaatsystemen
Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 298 seconden
Installateurs van klimaat- en koudetechniek hebben dikwijls last van koudwatervrees als het om nieuwe technologie gaat. Daarnaast speelt in de Nederlandse markt vaak de prijs een dominante rol in het beslissingstraject. Jammer, constateren belangrijke marktpartijen aan de vooravond van vakbeurs VSK 2016. Want daardoor blijven innovaties die én kosten kunnen besparen én bijdragen aan een lagere milieubelasting onbenut.
Ook op VSK 2016 (van 2 tot en met 5 februari 2016 in de Jaarbeurs in Utrecht) zal duidelijk worden dat de strikte scheiding tussen verwarmingstechniek en klimaatbeheersing minder wordt. De twee lopen in elkaar over. Het thema wordt steeds meer integraal benaderd. De innovaties dringen echter nog niet in alle deelmarkten in eenzelfde tempo door, merkt Huibert Baak, accountmanager watersystemen bij Coolmark, een van de exposanten op VSK 2016.
“Klimaattechnische installaties in het middensegment kantoren, bij hotels et cetera worden vaak nog opgebouwd met traditionele techniek, ondanks dat we weten dat de traditionele koudemiddelen binnen 7 tot 9 jaar grotendeels afgebouwd moeten zijn.” Ook de keuze voor een aparte koel- en verwarmingsinstallatie is een achterhaalde keuze, vindt Baak. Immers, een moderne warmtepomp is een veel groenere oplossing. “Met deze nieuwste techniek is het mogelijk restwarmte te hergebruiken, energie intern op te slaan en daardoor energiestromen te optimaliseren.”
Peter Bos, directeur van Air Trade Centre (onderdeel van SIG Air Handling), vindt dat eindgebruikers en installateurs vooral op prijs sturen. “Niet zelden zijn innovatieve systemen duurder. In de crisis is men heel erg het laatste dubbeltje gaan omdraaien. Als het nog conventioneel kan, blijft men dat doen.” Eindgebruikers zowel als installateurs hebben oogkleppen op, want als de F-gassen over enkele jaren helemaal verboden worden, kan een goedkope investering nu tegen die tijd duur uitpakken.
Peter Bos wijt het allemaal aan de lange crisis waar de sector zich doorheen sleept. Het vet is van de botten verdwenen. “De euro die men vandaag bespaart, is belangrijker dan de euro’s die de gebruiker op termijn kan besparen.” Want zowel Bos als Baak is er heel stellig in: innovatieve klimaat- en koudetechniek spaart niet alleen het milieu, maar ook de portemonnee van de eindgebruiker. De gebruikerskosten van een moderne installatie liggen lager. Daarvoor moet je bereid zijn naar total cost of ownership (TCO) te kijken.
“Dan blijkt de investering in een modern systeem helemaal niet duurder te zijn. De hogere investeringskosten verdien je binnen 3 tot 5 jaar terug.” Huibert Baak ziet overigens niet alleen de prijs als een van de oorzaken. Hij denkt dat er ook koudwatervrees is doordat installateurs en aannemers eerder voor zekerheid en veiligheid kiezen dan voor innovatie en duurzaamheid. “Dat laatste vergt meer tijd en energie in de voorbereiding.”
Met de huidige techniek kun je kostenbesparende en duurzame systemen realiseren. Coolmark heeft de eerste projecten uitgevoerd met het Triple Aqua system, het nieuwe klimaatsysteem. Hierin kunnen andere systemen, zoals zonnecollectoren, bodemopslag, PV-installaties, stadsverwarming en warmtekracht koppeling geïntegreerd worden op gebouwniveau. Huibert Baak: “We zien steeds meer smart buildings komen. Energiestromen worden aan elkaar gekoppeld. Dat gaat komende jaren een grote vlucht nemen.” Want door de energiestromen aan elkaar te koppelen, door regeltechniek en meetsystemen voor het klimaat in het gebouw te integreren, kan het gebouwklimaat verbeterd worden en het energieverbruik gereduceerd worden.
Bij Coolmark gaat men zelfs nog een stap verder door meerdere gebouwen in één buurt aan elkaar te koppelen. Huibert Baak denkt dat je op dat niveau een duurzaamheidsslag kan en moet gaan maken. “Niet het gebouw op zichzelf verduurzamen, maar een aantal gebouwen bij elkaar.” Triple Aqua is al voorbereid op deze integratie.
Ook Peter Bos van SIG Air Handling ziet grote veranderingen komen. Hij doelt dan onder andere op de verdere integratie van IT-technologie in de klimaatsystemen voor gebouwen. “Daardoor kunnen we bestaande systemen steeds beter en efficiënter laten draaien.”
Ook hij ziet de koppeling tussen klimaat-, koude- en verwarmings- en ventilatiesystemen met gebouwbeheersystemen de komende jaren vaker toegepast gaan worden. Hybridesystemen, zoals warmtepompen gekoppeld aan CV-installaties, zetten door. Internet of Things gaat eveneens een rol spelen. Niet alleen de gebruiker kan via zijn smartphone installaties bedienen; ook gebouwbeheerders krijgen via smartphone of tablet nieuwe beheermogelijkheden aangereikt. HC Regeltechniek heeft met het Smart Building concept op deze manier bijgedragen aan de Breeam Outstanding score van The Edge in Amsterdam, dat daarmee het meest duurzame kantoorgebouw ter wereld is.
Bos denkt dat door de IT systemen er nieuwe verdienmodellen ontstaan die op termijn wel eens tot een circulaire economie kunnen leiden, waarin installaties niet meer verkocht worden, maar geleast inclusief onderhoud. “We gaan de kant van de circulaire economie op. Dat vergt voor installateurs een andere manier van denken en rekenen”, zegt Peter Bos. Bedrijfszekerheid van een installatie wordt belangrijker dan ooit voor de installateur. Die moet meer op de langere termijn gaan denken en niet meer acteren op basis van de winstinschatting voor komend jaar.
Installateurs zullen ook meer disciplines in huis moeten halen of slim samenwerken met anderen, omdat het lastiger wordt het hele pakket te behappen. Dat schept nieuwe kansen, maar Bos is zich er eveneens van bewust dat de overgangsperiode lastig zal worden omdat er financiële gaten ontstaan als je plots je winst moet uitsmeren over meerdere jaren. De nieuw gevormde groep speelt hier eigenlijk al op in door zich als één geheel te presenteren. “De bedrijven blijven voorlopig onder eigen naam opereren, maar samen zijn we sterker. Intern kunnen we een efficiencyslag maken. En we kunnen de hele keten van ontwerper tot installateur bedienen.”
Er staan dus veranderingen op til. De vraag is echter: hoe kan de sector deze afdwingen als vernieuwing tot nog toe erg langzaam gaat? Huibert Baak denkt dat voor een deel de markt hier zijn werking doet. “We zien de aanvragen van toonaangevende partijen in rap tempo toenemen. Ik verwacht dat de omslag versneld gaat gebeuren, als partijen zien dat een duurzaam gebouw sneller verhuurd wordt dan een traditioneel gebouw.” Hij denkt dat de omslag vooral vanuit de vastgoedinvesteerders, gebouweigenaren en de gebruikers moet komen. “Deze marktpartijen kunnen harder op tafel slaan.”
Voor meer informatie: www.vsk.nl