Streven naar duurzaamheid is mooi, nu nog rendabel zien te realiseren
Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 198 seconden
Het wordt steeds meer duurzaamheid dat de klok slaat. Lees de nieuwsberichten op Installatienet van de afgelopen week er maar op na. ‘Grote technisch dienstverleners binnen Uneto-VNI nemen voortouw bij energietransitie’. ‘Minister Kamp ondertekent Green Deal aardgasvrije wijken’. En ga zo maar door. Maar vooral het bericht ‘Hoge mate van isolatie én warmtepomp niet rendabel in bestaande bouw’ trok veel aandacht en leverde ook diverse reacties op. Logisch, want zeggen dat je voornemens bent om iets te gaan doen, is niet zo moeilijk. De praktijk blijkt vaak weerbarstiger. Want hoe gaat de installatiebranche dit allemaal (rendabel) realiseren?
Eerst nog even kort terugblikken. Het blijkt dus nog niet rendabel voor huiseigenaren (bestaande bouw) om te investeren in zowel een hoge mate van isolatie als een warmtepomp. De hoge kosten van vergaande isolatiemaatregelen en een relatief lage efficiëntie van de warmtepompen zijn hieraan debet, zo bleek uit onderzoek waarop Saskia Thies afstudeerde aan de Universiteit Utrecht. ‘Een warmtepomp is niet altijd duurzamer dan een cv-ketel. Vergaand isoleren blijft nodig.’
De onderzoekster keek naar zowel de lucht-warmtepomp, grond-warmtepomp als hybride warmtepomp. Alleen de hybride warmtepomp blijkt direct bij te kunnen dragen aan de flexibiliteit van het elektriciteitsnet. Een dergelijke warmtepomp kan switchen tussen fossiele brandstof (bijvoorbeeld aardgas) en elektriciteit om warmte te produceren. Bij piekvraag kan bijvoorbeeld de hr-cv-ketel worden ingeschakeld. Is er voldoende elektriciteit beschikbaar dan neemt de warmtepomp het over. De warmtepomp kan dus draaien als het buiten niet te koud is en is daardoor veel efficiënter.
“Logisch,” reageerde Bert Bos sr. Van Bos service en installatie uit Diemen, “in de meeste van dit soort situaties moet je ook bijna altijd gaan werken met hybride systemen; het omslagpunt van WP naar gas ligt dan meestal om en nabij het vriespunt.”
Michael Beelen, eigenaar en directeur van loodgietersbedrijf Beelen, meldde kort en krachtig dat je “een oud huis gebouwd in 1930 echt niet kan verwarmen met 35 graden en oude radiatoren.”
Rody Hitzerd, servicemonteur bij v.d. Heijden klimaattechniek, ziet dat er bij het installeren van een warmtepomp vooral nog veel te veel fouten worden gemaakt. “Alles moet goed doordacht zijn: wel of geen naregelingen, wel of geen buffertank, bypass etc. Er komt zo bizar veel bij kijken om een warmtepomp goed te laten draaien. En een warmtepomp op een oude cv installeren is nog niet echt efficiënt gezien het feit dat de warmtepomp op hogere temperaturen meer gebruikt. De nieuwere warmtepompen doen dit al beter door te moduleren met de pompen. Ik ben ook niet weg van alle elektrische rommel die er in zit i.v.m. kosten bij defect raken etc.”
Riccardo Ruggiero, eigenaar van het gelijknamige installatie- en montagebedrijf, stelt tot zijn spijt vast dat “de investeringskosten om de woning te isoleren, van balansventilatie te voorzien en een laagtemperatuursysteem te installeren zeker nog niet opwegen tegen de besparingskosten. Dit geldt in ieder geval voor particuliere installaties. Bij grootschalige renovatie ligt het misschien anders. Ook het geluidsniveau van buitenunits en de uitblaasmogelijkheden ervan zijn een knelpunt. Ik zie met enige regelmaat buitenunits die hun lucht niet goed kwijt kunnen. Bij de Enviline Monoblock (Nefit, red) is de vrije uitblaas voor 6m zijkanten 2m en de luchtinlaat 40cm vanaf de muur. Bij welke rijtjeswoning haal je dat? Er zijn zat installaties die niet goed zijn geïnstalleerd en dat komt het imago van de warmtepomp niet ten goede.”
‘De installateur gaat als energieregisseur optreden’, meldde branchevereniging Uneto-VNI onlangs. ‘Hij zorgt voor duurzame energieoplossingen, installeert slimme energiemanagementsystemen, kortom staat aan de wieg van gebouwen die zo min mogelijk energie gebruiken. Een aantal grote installateurs hebben zich deze werkwijze al eigen gemaakt. Ook middelgrote en kleinere installateurs kunnen hierin een rol van betekenis spelen of doen dat al.’
Een mooie uitdaging voor het vakgebied, maar nogmaals: zeggen dat je voornemens bent om iets te gaan doen, is niet zo moeilijk. De praktijk blijkt vaak weerbarstiger. Voor menig installateur en installatie-adviseur is er een hoop werk aan de winkel.
[related_post themes=”text”]