Roermond wil gebruik gaan maken van restwarmte papierproducent
Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 85 seconden
Roermond wil in 2050 klimaatneutraal zijn. Lokale en regionale partijen onderzoeken daarvoor de haalbaarheid van het ontwikkelen van een slim energienet in de gebouwde omgeving. Dit net moet gaan voorzien in de warmte- en koudebehoefte voor woningen, bedrijven en instellingen in de gemeente. Alle betrokkenen hebben vandaag een intentieverklaring ondertekend hebben om dit energienet te realiseren. Het haalbaarheidsonderzoek wordt op 1 maart 2018 afgerond.
Slim Energienet Roermond (SER) maakt gebruik van de restwarmte van Smurfit Kappa Roermond Papier, producent van papier voor de golfkartonindustrie. Hiermee kan zo’n 4,5 miljoen kilogram CO2 per jaar worden bespaard. Dat staat gelijk aan de CO2-uitstoot die vrijkomt bij het gasverbruik van ongeveer 1.500 huishouders per jaar. Door deze besparing wordt 12,5% van de duurzaamheidsopgave van de gemeente Roermond ingevuld en levert SER een bijdrage aan het verduurzamen van de gebouwde omgeving. Uiteindelijk moet dit energienet een open en flexibele structuur krijgen waardoor in de toekomst meerdere aanbieders en afnemers kunnen worden gekoppeld.
Verantwoordelijkheid oppakken
Daan Prevoo, gedeputeerde Energie en Duurzaamheid provincie Limburg: “Ons klimaat verandert snel en het wordt tijd dat we met z’n allen dat tempo eens gaan bijbenen. Samen met de Limburgse samenleving wil ik daarom verantwoordelijkheid oppakken om voor een 100% duurzaam Limburg te gaan. De intentie om in Roermond dit energienet te gaan realiseren is een schoolvoorbeeld van nieuw en innovatief denken over energie en hergebruik van rest- of afvalstoffen. Ik hoop en verwacht dat dit voorbeeld tot veel meer van zulke creatieve initiatieven zal leiden.”
Raja Fick, wethouder Roermond: “Dit slimme energienet is een mooi voorbeeld hoe overheid en de markt de handen ineenslaan om gezamenlijk concrete stappen te zetten voor een verdere verduurzaming van onze gemeente en het bereiken van de doelstellingen in onze duurzaamheidsvisie.”