‘Installatiebedrijven moeten kunnen kiezen tussen certificatie of erkenning’
Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 83 seconden
Sterkin wil dat installatiebedrijven zelf kunnen kiezen tussen een certificatie of een erkenning. ‘Met een ‘zware’ erkenningsregeling kan hetzelfde veiligheidsniveau worden bereikt als met certificatie’, betoogt de keuringsinstantie in een brief aan minister Ollongren. ‘Zo’n erkenningsregeling brengt echter minder kosten en administratieve lasten met zich mee voor de (kleine) bedrijven. Als uitsluitend wordt gekozen voor certificatie zal dit leiden tot krapte in gekwalificeerde installateurs en en tevens tot het verdwijnen van een groot aantal kleine installatiebedrijven.’
Sterkin vindt dat kennis en vakmanschap van de mensen die het werk uitvoeren en controleren zeker gesteld moet zijn, ongeacht of de installateur kiest voor certificatie of erkenning. Daarnaast moet zeker worden gesteld dat zowel bij aanleg en renovatie als bij onderhoud alle veiligheidsrelevante zaken daadwerkelijk kritisch worden gecontroleerd. Zowel bij certificatie als bij erkenning zal hier passend toezicht op moeten worden gehouden. Regelingen die dit niet voldoende waarborgen, dienen niet te worden geaccepteerd.
Lees hier de brief aan de minister
De minister wil dat alle installatiebedrijven en monteurs die zich bezighouden met het installeren en onderhouden van cv-installaties voldoen aan een wettelijke erkenning en daarmee aan minimale eisen voor vakbekwaamheid en (bij)scholing. Hiervoor is nu een wetswijziging in de maak die niet eerder dan in het tweede kwartaal van 2018 aan de Tweede Kamer zal worden toegezonden. Mocht het wetsvoorstel vervolgens door beide Kamers worden aangenomen, dan zal de wetswijziging pas vanaf de tweede helft van 2019 gefaseerd in werking kunnen treden.
Installatiebedrijven zullen op basis van de nieuwe wetgeving hun bedrijfsvoering zo nodig moeten aanpassen en personeel eventueel laten bijscholen om te voldoen aan de eisen. Naar schatting van de installatiesector zelf, hebben tussen de 1.400 en 2.300 monteurs aanvullende scholing nodig.