Corona bestendig ventileren in de praktijk
Ontmoetingscentrum Huis Madelief zat met de handen in het haar. In een flatgebouw in het Rotterdamse Hoogvliet huurt de stichting een ruimte van de woningbouw. Die bestaat uit twee afzonderlijke kamers met een oppervlakte van respectievelijk 55 en 48 m2. Ze worden met elkaar verbonden door een halletje. Deze recreatieruimte is bestemd voor ouderen uit de nabije omgeving. Vanwege de coronaperikelen vroeg de stichting zich af welke voorschriften er hier geval gelden voor de ventilatie. Een telefoontje naar het RIVM leverde alleen een verwijzing op naar de website. En op een mail reageerde de overheidsinstantie wederom met een verwijzing naar de website plus de opmerking “dat er geen passend advies wordt gegeven”.
Toen installateur Noya Mahn op verzoek van het ontmoetingscentrum polshoogte kwam nemen, was de conclusie al snel dat de aanwezige ventilatievoorzieningen schromelijk tekort schieten. “Er is alleen een kiepraampje en de deuren kunnen open. Maar ja, ouderen krijgen snel last van tochtklachten, dus die deuren kunnen niet open blijven staan.”
Nieuwe ventilatieconcepten
Van de RIVM-website werd hij niet veel wijzer. “Het is ondoenlijk om daar voor jouw specifieke geval een oplossing te vinden.” Vandaar dat de installateur zelf maar bij diverse fabrikanten advies inwon. Daar zijn twee ventilatieconcepten uit komen rollen. “Of er komt een centrale afzuiging met toevoerroosters of we installeren een lokale wtw-box en brengen kanaalwerk aan. Wat het gaat worden, weten we nog niet. Dat moeten we eerst nog uitdokteren met de woningcorporatie. We hopen binnen enkele weken een oplossing te realiseren.”
Behoefte
Volgens Noya Mahn dringt de tijd dat het RIVM haar zaakjes op orde brengt. “Als installateur wil je gericht advies krijgen. Dus, cases met C-ventilatie- en D-ventilatiesystemen en de juiste oplossing.”