Toekomstbestendig
Door de klimaatverandering neemt het aantal hete zomers toe. Daardoor groeit de vraag naar koelingsoplossingen. Consumenten blijken massaal airco’s aan te schaffen. Maar volgens onderzoekster Lenneke Kuijer van de TU/E zijn er betere alternatieven.
Kuijer onderzocht het gedrag van Nederlandse huishoudens tijdens de hittegolf van 2020. Uit haar onderzoek kwam naar voren dat eindgebruikers bij temperaturen “hoog in de twintig tot 35 graden hun koelsysteem gemiddeld op 20-21 graden instellen.” En dat is funest.
Klap
Waarom? “Als het temperatuurverschil tussen binnen en buiten zo groot is, hebben mensen minder snel de neiging om naar buiten te gaan, want hun lichaam krijgt een enorme klap. En wagen ze zich wel buitenshuis, dan zijn ze eerder geneigd de auto te nemen dan de fiets.”
Geleidelijk wennen
Het temperatuurverschil is dus te groot voor het menselijk lichaam. Volgens de richtlijnen van de NVKL mag er maar maximaal 8 graden verschil zitten tussen de binnen- en buitentemperatuur. “Dan kunnen we namelijk geleidelijk aan wennen aan de warmte. Ons lichaam is namelijk in staat om zich aan te passen aan hoge en lage temperaturen. Maar we moeten het wel de kans geven. Wanneer je zorgt dat je niet constant in de verkoeling zit en ook naar buiten gaat, geef je je lichaam de kans om de interne natuurlijke processen aan te passen.”
Run op airco’s
Uit cijfers van de NVKL blijkt er echt een enorme run te zijn geweest op airco’s de afgelopen jaren. Waar er in 2016 nog 75.000 airco’s verkocht werden, waren dat er in augustus 2020 al 185.000. Zonder actief in te grijpen zal die trend zich onherroepelijk voortzetten. “We zouden met onze ambitie om de uitstoot van CO2 terug te brengen minder energie moeten gebruiken, maar doordat er steeds meer airconditioners zijn, wordt de energievraag juist groter. Bovendien verergeren ze zelfs het hitteprobleem in steden door het zogenaamde ‘Heat Island effect’.”
Heat Island effect
Daarmee doelen deskundigen op het feit dat al die aircosystemen de hitte naar buiten verplaatsen, wat weer effect heeft op de directe omgeving. In steden waar veel airco’s zijn, zie je namelijk dat de temperatuur meer oploopt.
Trias Energetica
Met een overstap op groene energie, bijvoorbeeld in de vorm van PV-panelen die de airco voeden, wordt dit Heat Island probleem niet opgelost. Daarnaast doe je de principes van de Trias Energetica geweld aan, omdat je niet zoekt naar kansen om de energievraag te beperken. “Met name de mobiele AC-systemen scoren minder goed qua energie-efficiëntie. Daar zit bovendien veel tweedehands handel in, waarbij de kans net iets groter is dat het systeem niet meer het oorspronkelijke rendement behaalt.” Tot slot zijn dergelijke mobiele airco’s erg gevoelig voor interferentie; open een raam en het rendement vliegt omlaag.
Richtlijnen NVKL
Hoe beperk je dan wel de energievraag? Een minder groot verschil tussen de binnen- en buitentemperatuur levert al winst op. Maar houdt je de richtlijnen van de NVKL aan, dan zou je bij een buitentemperatuur van 35 graden dus de AC op maximaal 27 graden mogen instellen. Dat is toch onhoudbaar? “Nee, dit is een cultureel probleem. In landen waar men gewend is aan hoge temperaturen, zoals Japan en Griekenland wordt een binnentemperatuur van 27 graden als comfortabel ervaren. Het lichaam kan het dus wel aan.”
Bouwkundige maatregelen
“Bovendien hebben dergelijke landen hun bouwstijl aangepast aan de klimatologische omstandigheden. Bijvoorbeeld door te bouwen met fikse overstekken, veel groen in de omgeving te planten, wat zorgt voor extra beschaduwing en een goed zonweringssysteem aan te brengen. Ook hebben huizen vaak ruime kelders, waarin je zelfs kan slapen of zijn ze zodanig geconstrueerd dat ze van onderen frisse lucht kunnen aanzuigen.”
Haalbaarheid
Dat klinkt allemaal mooi, maar in hoeverre is het mogelijk om één op één dergelijke maatregelen over te nemen in Nederland? Zeker in de bestaande bouw. Stel je maar voor dat je in een monumentaal pand woont, waar je niks aan het gevelbeeld mag veranderen (geen buitenzonwering dus, wat het meest efficiënt is). Of tien hoog in de Bijlmer.
Herbezinning
“Er is inderdaad geen ‘one size fits all’ oplossing”, zegt Kuijer. “Zo is buitenzonwering beter dan binnenzonwering, maar met een monumentaal pand ligt de keuze vaak aan banden. Misschien is er in zo’n geval een herbezinning nodig over onze perceptie wat een fraai gevelbeeld inhoudt. Daarnaast heeft de markt een enorme behoefte aan innovatieve oplossingen en dan vooral oplossingen die betaalbaar zijn voor consumenten.”
Installaties
Het is onontkoombaar. Naast bouwkundige maatregelen blijven installaties noodzakelijk om een aangenaam binnenklimaat te garanderen. Kuijer pleit ook hier voor duurzame oplossingen. Zo ziet zij meer heil in grondwarmtepompen dan traditionele split-units.
“Dit is een efficiënte oplossing, omdat deze systemen warmte opslaan. Het verkoelen van je huis is dus eigenlijk een bijeffect van wat ze doen. De opgeslagen warmte kan daarnaast in de winter gebruikt worden om het huis weer op te warmen.” Helaas is niet iedere woning geschikt om een grondwarmtepomp te plaatsen. Zo kan de grondsamenstelling niet aan de vereiste voorwaarden voldoen of gelden er soms wettelijke beperkingen.
Verdere suggesties
Andere duurzame oplossingen die bijdragen aan een beter binnenklimaat in de hete maanden zijn fans, zomernachtventilatie, de bypassregeling activeren van de WTW-unit van een gebalanceerd ventilatiesysteem of stralingskoeling toepassen. Bijvoorbeeld in de vorm van vloerkoeling.
Conclusie
“Adviseer altijd om de NVKL-richtlijnen aan te houden”, zegt Kuijer tegen installateurs. “Dus maximaal 8 graden verschil tussen de binnen- en buitentemperatuur. Ben je betrokken bij een omvangrijk renovatietraject of nieuwbouw van woningen, zet dan in op een integrale samenwerking met de architect, eventuele installatieadviseur, bouwkundige aannemer en andere relevante partijen. Probeer, als het kan een geïntegreerde offerte uit te brengen waarin je zomercomfort aanbiedt, in plaats van koeling. Zo werk je ook mee aan de cultuuromslag waar ik het al eerder over had en kan je met je bouwpartners afstemmen over het verdienmodel.”
Toelichting onderzoek
Het onderzoek bestond uit diepgaande interviews bij 21 Nederlandse huishoudens, uitgevoerd tijdens de hittegolf van augustus 2020. Deze huishoudens vertegenwoordigden met zorg geselecteerde categorieën – variërend in type woning en installaties, bouwjaar, locatie en soort huishouden. Samen geven deze interviews een kwalitatief overzicht van hoe Nederlandse huishoudens omgaan met heet weer. Dit overzicht is getoetst in interviews met experts werkzaam op het gebied van installatietechniek, architectuur, overheidsbeleid en fysiologie (wetenschap van temperatuurhuishouding van het menselijk lichaam). In samenwerking met partners uit een breed scala aan sectoren, waaronder de HVAC-branche, wordt op basis van dit onderzoek gewerkt aan nieuwe, integrale manieren voor het bereiken van gezond en efficiënt zomercomfort in Nederlandse huishoudens. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door ervaren onderzoekers van de afdeling Industrial Design van de TU Eindhoven, en is gefinancierd door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Het loopt nog tot juni 2023.