Karel heeft het circulair installeren ontdekt. Of nou ja, hij heeft erover gehoord. In een vlaag van ‘milieubewustzijnsverbijstering’ besloot hij zijn nieuwste klus aan te pakken met een innovatief tintje: een radiator aansluiten op circulaire wijze. Wat dat precies inhield? Ach, details zijn voor theoretici.
Met een mix van flexibele leidingen en een arsenaal aan koppelstukken bouwde Karel een technisch raadsel dat elke vakman hoofdpijn zou bezorgen. De aanvoer en retour? Die moesten natuurlijk perfect in balans zijn; dus Karel legde de leidingen in een prachtige lus. Water dat rondgaat, is toch circulair? En als het eenmaal rondgaat, dan blijft het vanzelf circuleren, redeneerde Karel. Pomp? Overbodig. De zwaartekracht regelt dat wel.
Met gepaste trots keek Karel naar zijn werk. De radiator hing keurig waterpas (na drie keer opnieuw ophangen), de leidingen waren op hun eigen, chaotische manier bevestigd en er zaten vier afsluiters in het systeem. Waarom? Omdat afsluiters professioneel ogen, en wie wil nou níét professioneel overkomen?
Dat het systeem voor geen meter werkte, was bijzaak. De radiator bleef koud, de leidingen trilden als een aftandse wasmachine, en ergens in het circuit hoorde je een mysterieus geslurp. Maar Karel? Die voelde zich voldaan. Hij had de volgende stap in zijn carrière gezet. Vanaf vandaag kon hij zich met trots een circulair installateur noemen.