Aanbestedingswet werkt boven verwachting goed

Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 218 seconden

Eén jaar na het ingaan van de Aanbestedingswet maakt Aanbestedingsinstituut de balans op. De nieuwe, meer eenduidige regelgeving blijkt boven verwachting goed te werken. Op 1 april 2013 werd de nieuwe Aanbestedingswet van kracht. In deze wet werden nieuwe, eenduidige regels omtrent aanbestedingen geïntroduceerd, die onder meer moesten zorgen voor eerlijkere en transparantere aanbestedingen.

De Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw en Infra van brancheorganisatie Bouwend Nederland presenteert harde cijfers over de ervaringen met één jaar Aanbestedingswet en Gids Proportionaliteit voor de bouw en infrasector. De cijfers zijn gebaseerd op een analyse van alle openbaar aangekondigde werken.

Volgens Bouwend Nederland zijn er bij aanbestedingen drie trendbreuken op komt: 1. een verschuiving van openbaar naar onderhands aanbesteden, 2. kwaliteit als gunningcriterium wordt gemeengoed en 3. een sterke verbetering van de kwaliteit van aanbestedingscriteria.

Het aantal openbaar aangekondigde aanbestedingen halveerde, van ruim 3000 in 2009 naar minder dan 1500 vorig jaar. De grenzen voor onderhands aanbesteden zijn vooral bij de decentrale overheden flink verhoogd onder invloed van de Gids Proportionaliteit. Dit zorgt voor minder inschrijvers en dus voor een efficiënter en goedkoper aanbestedingsproces. Daar komt bij dat kwaliteit gemakkelijker beloond kan worden, namelijk door goed presterende partijen bij een volgende onderhandse procedure weer uit te nodigen.

 

Het aantal EMVI-aanbestedingen, oftewel gunningen op basis van de beste prijs-kwaliteitverhouding, explodeerde. Het percentage aanbestedingen met dit criterium nam toe van ongeveer 20% in 2012 naar ruim 70% vorig jaar. Dit heeft alles te maken met het uitgangspunt ‘EMVI, tenzij…’, dat een wettelijke basis heeft gekregen. Het gebruik van EMVI als gunningcriterium is volgens Bouwend Nederland een voorwaarde voor een gezonde marktwerking: eentje waarbij prijsduiken niet beloond wordt en waarbij vechtcontracten tot het verleden behoren. De cijfers van Aanbestedingsinstituut zeggen overigens niets over de manier waarop aan de EMVI-criteria vorm is gegeven.

 

De toepassing van de Gids Proportionaliteit zorgt voor eenduidige, reële eisen en selectiecriteria. Zo schrijft de Gids Proportionaliteit voor dat per kerncompetentie nog maar één referentie is toegestaan. Slechts in 8% van de gevallen wordt van deze regel afgeweken. Ook dat is een sterke verbetering ten opzichte van de voorgaande jaren, waarvan met name het mkb profiteert.

 

“We zijn blij verrast met de resultaten na één jaar Aanbestedingswet”, zegt Joost Fijneman, manager van het Aanbestedingsinstituut van Bouwend Nederland. “We strijden al jaren voor de drie ontwikkelingen die we nu zien. We zien nu dat het gebruik van een eenduidig en voorgeschreven kader zijn vruchten afwerpt.”

 Wel benadrukt Aanbestedingsinstituut dat de sector moet oppassen dat de Aanbestedingswet niet aan zijn eigen succes ten onder gaat. “De kosten voor het deelnemen – maar ook voor het beoordelen – aan EMVI-aanbestedingen zijn fors hoger dan de laagste prijsaanbiedingen. Dat betekent dat een EMVI-aanbesteding goed in elkaar moet zitten. We merken dat dat vaak niet het geval is”, aldus Fijneman. De inspanning die gevraagd wordt staat dan niet in verhouding tot de kosten die gemaakt worden. En de kwaliteitsscores zijn niet onderscheidend genoeg. “Als alle inschrijvers een dik plan moeten produceren, waarvoor iedereen vervolgens hetzelfde rapportcijfer krijgt, wordt er toch weer op laagste prijs gegund. Maar dan is er wel een veelvoud aan kosten gemaakt. Dat steekt.” Bouwend Nederland zet daarom de mogelijkheden voor eenvoudige EMVI’s bij kleinere projecten op een rij en laat EIB onderzoek doen naar de werkelijke kosten/baten van EMVI-aanbestedingen.

 

Een ander aandachtspunt is het dreigend gebrek aan transparantie bij onderhandse aanbestedingen. Geconstateerd is dat de helft van de 403 Nederlandse gemeenten in een vol jaar geen enkele openbare aanbesteding meer heeft gedaan. “We zijn groot voorstander van onderhandse aanbestedingen, maar we moeten ervoor waken dat er een volledig oncontroleerbare praktijk ontstaat. Ook onderhandse aanbestedingen moeten dus zodanig transparant zijn, dat voor buitenstaanders in grote lijnen duidelijk is wat en hoe er aanbesteed wordt”, zegt Fijneman. Aanbestedingsinstituut wil graag afspraken maken met opdrachtgevers om ook in geval van onderhandse aanbestedingen een oogje in het zeil te houden.

 

De Stichting Aanbestedingsinstituut Bouw & Infra, kortweg het Aanbestedingsinstituut, is een onafhankelijk instituut in het leven geroepen door de grootste bedrijfstakorganisatie in de Bouw & Infra, dat de kwaliteit van aanbestedingen van werken bewaakt. Het doel is door constructief overleg het aantal (juridische) problemen bij aanbestedingen te verminderen. Het Aanbestedingsinstituut analyseert alle aankondigingen van aanbestedingen in de Bouw & Infra en is een initiatief van Bouwend Nederland.

Voor meer informatie: www.bouwendnederland.nl en www.aanbestedingsinstituut.nl