Gezamenlijke industrie-, bouw- en installatiesector pleit voor centrale gebouwendatabase
Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 123 seconden
Meer veiligheid voor medewerkers, eenvoudiger handhaven, veel minder kosten en veel meer energiebesparing. Dat zijn enkele van de voordelen van een centrale gebouwendatabase waarvoor de gezamenlijke industrie-, bouw- en installatiesector, FME, Bouwend Nederland en Uneto-VNI pleiten bij minister Blok van Wonen en Rijksdienst. In de door de overheid beheerde database moeten alle wettelijk verplichte keuringen, controles, inspecties en registraties in één keer inzichtelijk worden gemaakt. Daarmee moet een einde komen aan de gebrekkige naleving en handhaving van wettelijke regels. Volgens het rapport NMC Bouw innovatie van bureau Deerns uit 2012 levert efficiënter handelen een kostenbesparing voor de handhaving op van EUR 286 miljoen op jaarbasis.
Voor bestaande gebouwen in Nederland geldt een groot aantal wettelijk verplichte, periodieke keuringen. Die keuringen worden vanuit verschillende beleidsterreinen uitgevoerd: veiligheid, gezondheid, milieu en energie. De verantwoordelijkheid ligt bij vier ministeries en bij de uitvoering is een waaier van instanties betrokken, zoals Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, diverse inspecties en regionale en lokale handhavingsdiensten. “Als we dat efficiënter inrichten, worden bedrijven verlost van veel bureaucratie en ontstaat er direct een forse verlaging van de administratieve lasten”, aldus Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van FME.
Binnen de ‘Uitvoeringsagenda innovatie in de bouw’, die momenteel wordt uitgewerkt staat de gebouwendatabase wel geagendeerd, maar het gaat volgens de sectoren te langzaam. “Snelle en duidelijke politieke actie is noodzaak”, aldus Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. “Van onderlinge afstemming is geen sprake en controles vallen regelmatig tussen wal en schip. Omdat inzicht in naleving en resultaten ontbreekt, kan er niet correct gerapporteerd worden als het gaat om de doelstellingen van het Energieakkoord.”
In een brief aan minister Blok noemen de sectoren een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk. Grote gasketels moeten wettelijk periodiek worden geïnspecteerd op emissie, energieprestaties en veilig functioneren. “Daar zijn drie aparte regelingen, drie aparte keuringsregimes en vier verschillende instanties bij betrokken”, aldus Titia Siertsema, voorzitter van Uneto-VNI. “Wettelijke handhaving is ook noodzakelijk vanwege de veiligheid, want jaarlijks vallen bijvoorbeeld vijf à tien dodelijke slachtoffers en enkele honderden gewonden door blootstelling aan een verhoogde concentratie koolmonoxide.”
De invoering van de gebouwendatabase zal ook leiden tot een kwaliteitsverbetering in de installatiesector, omdat deze alleen toegankelijk is voor uitvoerende partijen met een aantoonbaar kwaliteitsniveau. De sectoren roepen de betrokken ministeries en uitvoerende instanties op om met de sectoren een aanvang te maken met de opzet van de centrale gebouwendatabase.
[related_post themes=”text”]