Building Holland 2016: “Meer meet- en regeltechniek maar nul innovatie”

Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 278 seconden

bh16Voor productinnovaties moest je niet naar de Building Holland komen. Ook niet als je haast had; de beursvloer was in de woorden van een bezoeker: “een doolhof”. En jammer genoeg speelde de organisator wederom geen open kaart over de bezoekers- en exposantenaantallen. Het lijkt een trend te zijn geworden. Waar vroeger beurzenorganisatoren dagverslagen aanleverden, compleet met grafieken, beperken ze zich tegenwoordig liever tot uitgebreide lofredes aan eigen adres, met hier en daar wat meer gedetailleerde informatie.Toch leverde de beurs nog een zekere oogst op. Langdurige trends werden treffend inzichtelijk gemaakt en de kwaliteit van de bezoekers was hoog, volgens exposanten.

Berichtgeving
De officiële terugblik op de Building Holland editie van 2015 gaf al te denken. Geen cijfers over bezoekersaantallen en exposanten. Ook de berichtgeving in de media was opmerkelijk; Cobouw, het dagblad van de bouwwereld wijdde vorige jaar geen enkel artikel aan de beurs. Zelf hadden we als redactie van Installatienet.nl voor het laatst in 2010 Building Holland bezocht. Destijds leek de beurs vooral te zijn toegespitst op de bouwkundige disciplines in de bouwkolom. Dit jaar besloten we, mede getriggerd door het programma en de veelvuldige aanwezigheid van de installatiebranche, om maar weer eens een kijkje te gaan nemen.

Integraal bouwen
De beurs maakte vooral lange termijnontwikkelingen inzichtelijk. Zo schuiven Bouwkunde en Installatietechniek naar elkaar toe. Waar anno 2010 Building Holland vooral exposanten trok die bouwkundige producten en oplossingen toonden, was er deze editie een zeer gemengd gezelschap aanwezig. Van ketelfabrikanten, ventilatiespecialisten, warmtepompleveranciers, gb-deskundigen en installatieadviseurs tot ontwikkelaars van woonconcepten, raam- en kozijnfabrikanten en brancheverenigingen. En waar in 2010 nog voortdurend gehamerd werd op het belang van integrale samenwerking, liet deze beurs zien dat de marktpartijen inmiddels elkaar weten te vinden en gezamenlijk concepten ontwikkelen of op z’n minst aan elkaar snuffelen.

Hobbels
Het flankerend programma van lezingen en de Conceptareas onderstreepte deze langdurige ontwikkelingen. Het thema van de Beurs was: ‘Rebuilding the Future’. In de Conceptareas: ‘Gezonde gebouwen’, ‘Renovatie en Transformatie’, ‘Smart Buildings’, ‘Duurzame Woningbouw’, ‘Zorgvastgoed’ en ‘Duurzame scholen’, lieten marktpartijen uit uiteenlopende disciplines gezamenlijk zien welke oplossingen ze hebben om hun doelen te realiseren. Dat de samenwerking in de praktijk niet altijd van het leien dakje gaat, bleek wel tijdens de lezingen. Zo zijn er nog fikse hobbels te nemen in de ontwerpfase, als bijvoorbeeld architecten en installateurs in een BIM informatie moeten uitwisselen, omdat softwarepakketten niet goed op elkaar aansluiten.

Meer meet- en regeltechniek
Een andere belangrijke trend is het groeiend belang van meet- en regeltechniek in gebouwen. Zo waren op de beursvloer onder andere BlR-Controls, Woonconnect en One Smart Control aanwezig. Verduurzamen van gebouwen beperkt zich niet tot de installatie van bijvoorbeeld een warmtepomp, de aanleg van een LTV-vloerverwarming en een dak volleggen met zonnepanelen, ook door systeemintegratie en verdere finetuning aan de hand van monitoringsdata kunnen fikse slagen worden gemaakt.

Totaalconcepten
Daarbij verschuift de rol van de leverancier/fabrikant, signaleert Erwin Bonis van Alklima. Het bedrijf ontwikkelt niet alleen meer producten en oplossingen, maar ook (eventueel gezamenlijk met anderen) totaalconcepten voor de gehele levensduur van een gebouw.

“Nul, komma nul innovatie”
Hoewel de beurs treffend de algemene trends goed wist te benoemen en in beeld te brengen, viel de oogst op productniveau tegen. In de woorden van een teleurgestelde bezoeker: “nul, komma nul innovatie”. Een (duurzame) grafiet-zeezout batterij voor de opslag van zonne-energie klinkt interessant, totdat je je realiseert dat Aquion al een paar jaar dit product op de markt brengt. Een stand van een Tech company als Cisco wekt misschien bevreemding op, maar branchegenoten Apple en Google ontwikkelen ook al een tijdje producten voor de installatiesector (zoals de slimme meter). En het ‘Smart Tiny House’ van ‘Mil Home’ kon weliswaar rekenen op een voortdurende aanloop; de installatietechniek met infaroodverwarming, WTW en balansventilatie is inmiddels gesneden koek. Het zijn dus vooral de productcombinaties die innovatief zijn, met name als er technische oplossingen worden toegepast met een Internet of Things achtig karakter. De ontwikkeling richting ‘slimme steden’ zal doorzetten, zoveel maakt een beurs als Building Holland wel duidelijk.

“Bezoekers komen met vlagen”
Het compenseerde enigszins de onduidelijkheid die op andere vlakken te bespeuren viel. Zoals wederom op het gebied van bezoekers- en exposantenaantallen. Na het nodige getel kwamen wij uit op circa 200 standhouders. Dat is 100 minder dan in 2010, wellicht brengt de beurs liever deze lange termijn ontwikkeling niet in beeld en is ze daarom zo weinig scheutig met het verstrekken van cijfers? Wat betreft de bezoekers; na twee dagen signaleerde Dennis Weenink, technisch adviseur van Klimaatgroep Holland, “dat ze met vlagen komen. Er zijn rustige momenten en je moet bijvoorbeeld meer moeite doen om mensen naar je stand te lokken dan tijdens een VSK. Ik zou het persoonlijk een pré vinden als de organisatie iedere dag cijfers zou verschaffen over het aantal en het soort bezoekers, dan kan ik ook eventueel makkelijker mijn benadering tijdens de beurs bijsturen.” Toch wilde Weenink niet klagen. “Ik kom hier met meer beslissers in aanraking dan tijdens een VSK.”

Onoverzichtelijk
De technisch adviseur was ook te spreken over de thematische insteek van de beurs, de uitwerking daarentegen vond hij minder geslaagd. “De Conceptareas zijn wat onoverzichtelijk. Ze maken niet duidelijk wat je bijvoorbeeld allemaal nodig hebt om een duurzame school te realiseren.” Ook de overzichtelijkheid van de beursvloer liet wat te wensen over, bleek wel uit zijn woorden. “Het zijn kleine stands, je moet echt zoeken om de stand te vinden waar je moet zijn.” Maar, dat zijn ongemakken waarmee te leven valt, want volgend jaar staat hij er zeker weer. De reden spreekt voor zich: “Er komen hier wel veel bezoekers die interessant zijn.”