- augustus 6, 2025
- 165 views
Komende vijf jaar 121.000 nieuwe vakmensen nodig
De Nederlandse technieksector staat voor een grote uitdaging. Uit de Arbeidsmarktprognose 2025-2029 van opleidingsfonds Wij Techniek blijkt dat de sector de komende vijf jaar maar liefst 121.000 nieuwe werknemers nodig heeft. Deze instroom is noodzakelijk om de verwachte groei te realiseren en de uitstroom van circa 118.000 medewerkers op te vangen. Vooral zij-instromers zijn van cruciaal belang: 70% van de nieuwe vakmensen moet uit deze groep komen.
Na een verwachte daling in 2025, groeit de werkgelegenheid in de branche vanaf volgend jaar met ongeveer 0,5% per jaar. Het aantal zelfstandigen groeit sneller, waarschijnlijk met zo’n 1,5% per jaar. Er is vooral veel vraag naar werkvoorbereiders, monteurs en gespecialiseerde technici.
70% zij-instromers
Ondanks de daling van het aantal jongeren en de teruglopende studentenaantallen, wordt er voor de technieksector geen afname van de instroom vanuit het beroepsonderwijs verwacht. Toch blijft de zij-instroom de belangrijkste bron van nieuwe instroom in deze sector. Maar liefst 70% van de instroom in de techniek komt van zij-instromers: mensen die een carrièreswitch maken en vanuit andere sectoren kiezen voor een loopbaan in de techniek.
Digitale vaardigheden steeds belangrijker
De toenemende complexiteit van installatieprojecten maakt digitale vaardigheden onmisbaar. Bedrijven die investeren in scholing en digitale kennis hebben volgens het rapport een aanzienlijk voordeel bij het aantrekken én behouden van personeel.
“Ook de productiviteit moet omhoog”
Voorzitter Mark Harbers van Techniek Nederland ziet de oplossing niet alleen in het aantrekken van nieuwe mensen: “We moeten het technisch beroepsonderwijs aantrekkelijker maken, zij-instroom stimuleren én onze mensen voor de sector behouden. Maar daarmee alleen redden we het niet. Verhoging van de arbeidsproductiviteit is cruciaal. Door AI, robotisering, digitalisering en industrieel produceren kunnen we méér werk verzetten met hetzelfde aantal mensen. Innovatie biedt enorme kansen om de technieksector uit te laten groeien tot koploper van de Nederlandse economie.”
(beeld_ Jan Reinier van der Vliet)
- juli 22, 2025
- 204 views
“Werkgevers moeten technische vakmensen zien te behouden”
Terwijl de techniekbranche heel veel extra mensen nodig heeft, is de uitstroom hoog. Vooral jonge mensen en vrouwen verlaten de branche vaak al na een paar jaar. Werkgevers in de techniek moeten er daarom alles aan doen om mensen te behouden, vindt Martha van den Hengel, directeur van Mensen Maken de Transitie.
“Het helpt om mensen bewust te maken van alle ontwikkel- en groeimogelijkheden die de branche biedt”, begint Van den Hengel. “Er zijn eindeloos veel mogelijkheden om in te stromen, over te stappen en door te groeien. Zowel binnen als tussen de sectoren in techniek, bouw en energie. Zo kan iedereen een eigen pad lopen en kan het werk echt heel afwisselend zijn. Onlangs zijn de ontwikkelpaden bouw, techniek en energie met dit doel door de branches opgeleverd.”
Modern werkgeverschap
“Ook modern werkgeverschap is belangrijk, geeft Mark Harbers, voorzitter van Techniek Nederland, terecht aan. Zeggenschap over roosters, mogelijkheden om parttime te werken, opdrachten zonder lange reistijden, dat helpt allemaal om mensen te binden. Werken in de techniek moet voor iedereen, ook mensen met een jong gezin, goed te doen zijn. En wellicht het allerbelangrijkst: het werk van monteurs, installateurs en andere technici zelf moet aantrekkelijk blijven. Mooi werk, dat je makkelijk en digitaal ondersteund kunt uitvoeren. Laat monteurs meedenken over handige werkprocessen en los de knelpunten op die ze ervaren. Zij weten hoe het sneller, beter en veilig kan. Ook kunstmatige intelligentie (AI) kan daarbij helpen, zodat technici zich volledig kunnen richten op waar zij goed in zijn.”
Terugkomen na een uitstapje
Overal zijn technici nodig, besluit Van den Hengel, “dus het is logisch dat zij soms een uitstapje maken buiten de techniekbranche. Maar het zou mooi zijn als ze ook weer terugkomen, omdat het werk leuk, aantrekkelijk en belangrijk is. Technische vakmensen bouwen het Nederland van de toekomst.”
- juli 10, 2025
- 209 views
Installatievolume neemt weer toe
Het productievolume van de installatiebranche neemt dit jaar toe. Na een kortstondige daling in 2024 mag de sector voor het lopende jaar rekenen op een groei van 2%. Dat blijkt uit het rapport Economische vooruitzichten 2026 en verder, opgesteld door Bouwkennis in opdracht van brancheorganisatie Techniek Nederland. Op grond van de cijfers in het rapport kan de branche in 2026 en 2027 een gematigde groei verwachten van respectievelijk 1,5% en 0,9%.
Volgens Mark Harbers, voorzitter van Techniek Nederland, onderstrepen de cijfers dat het belang van techniek in de gebouwde omgeving steeds groter wordt. Harbers: “We zien een productiestijging in de nieuwbouw van woningen en een bescheiden herstel in de utiliteitsbouw. Omdat de rol van installaties in woningen en gebouwen belangrijker wordt, vertalen die groeicijfers zich onmiddellijk in een positieve ontwikkeling voor de technieksector.”
Uitdagingen
Harbers is positief over de groeicijfers, maar wijst ook op de uitdagingen waar de sector mee te maken heeft. “De komende jaren komt er veel werk op ons af. Dat vraagt om méér mensen en een verhoging van de productiviteit. Overheid, onderwijs én de sector zelf zullen moeten investeren in de instroom vanuit de technische vakopleidingen, maar ook in zij-instromers. Tegelijkertijd moeten we inzetten op AI, robotisering en digitalisering.”
Toename nieuwbouwprojecten
Het installatievolume in de woningbouw laat met afstand de sterkste stijging zien. Voor 2025 wordt een groei van 4,3% verwacht, gevolgd door 2,1% in 2026 en 1,8% in 2027. De stijging is het resultaat van een toename in nieuwbouwprojecten. Het productievolume in renovatie en verduurzaming is in 2025 stabiel.
Krimp budgetsector
De utiliteitsbouw blijft iets achter met een groei van 0,8% in 2025, 1,2% in 2026 en 0,2% in 2027. De installatievolumes staan vooral onder druk door een krimp in de budgetsector, waaronder overheidsgebouwen, zorginstellingen en scholen.
Installatiequote verdubbeld
Techniek neemt een steeds groter aandeel in de totale bouwkosten in. In de woningbouw is de installatiequote in relatief korte tijd verdubbeld; van 10% in 2012 naar 20% in 2024. In de utiliteitsbouw is het aandeel techniek in de bouwkosten al langere tijd hoog. Daar ligt de installatiequote in nieuwbouw, renovatie en onderhoud gemiddeld tussen 40% en 45%.
- juli 2, 2025
- 245 views
“Gasketelwet moet effectiever”
“Er moet méér gebeuren om de veiligheid in Nederlandse woningen te vergroten en het aantal ongevallen met koolmonoxide terug te dringen.” Net als de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) vindt Techniek Nederland dat de uitvoering van het CO-stelsel (de ‘Gasketelwet’) beter en effectiever kan. Mark Harbers, voorzitter van Techniek Nederland, wil daarover snel in gesprek met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de TloKB. Harbers: “Het is goed dat de Gasketelwet er nu is, maar de effectiviteit schiet nog tekort. Het ontbreekt onder meer aan bekendheid, kennis en aan handhaving. Er zijn aanvullende maatregelen nodig om het stelsel écht te laten werken.”
Techniek Nederland en de TloKB willen de bestaande publiekscampagne grootschalig en voor meerdere jaren intensiveren. Harbers: “Alleen een gecertificeerd bedrijf mag aan een cv-ketel werken en zo’n bedrijf herken je aan het CO-vrij-logo. Die informatie is belangrijk voor je veiligheid, maar voor veel consumenten is het totaal onbekend. De inhoud van de wet moet breed onder de aandacht komen, te beginnen bij de start van het komende stookseizoen.”
Verplicht periodiek onderhoud
Net als de TloKB pleit Techniek Nederland voor verplicht periodiek onderhoud. In minstens 3,5 miljoen woningen krijgt de cv-ketel níét het noodzakelijke tweejaarlijkse onderhoud. Harbers: “Als je cv-ketel regelmatig wordt nagekeken en onderhouden door een gecertificeerd monteur, is de installatie veiliger en energiezuiniger. In omringende landen is periodiek onderhoud verplicht. Dat zou in Nederland ook zo moeten zijn.”
Handhaving schiet tekort
De taak om de Gasketelwet te handhaven ligt bij de gemeenten. TloKB en Techniek Nederland constateren dat die handhaving momenteel tekortschiet. Meldingen van misstanden blijven vaak liggen, waardoor onveilige situaties blijven bestaan. Bovendien vallen niet alle onveilige situaties onder de meldingsplicht. Techniek Nederland vindt dat gemeenten de middelen moeten krijgen om echt werk te maken van handhaving. Dat beschermt consumenten én het maakt onfrisse praktijken van niet-gecertificeerde aanbieders een stuk moeilijker. Uit het jaarverslag van TLoKB blijkt dat de helft van de ongevallen met koolmonoxide plaatsvindt buiten de verantwoordelijkheid van installatiebedrijven, bijvoorbeeld tijdens (ver)bouwwerkzaamheden door een aannemer.
Meldpunt
Om gevaarlijke situaties snel en eenvoudig te melden, heeft Techniek Nederland het platform meldpuntonveiligeinstallaties.nl ontwikkeld. De brancheorganisatie wil dit meldpunt beschikbaar stellen aan gecertificeerde installatiebedrijven, certificerende instellingen en gemeenten. Daarvoor moet wel voldaan worden aan een aantal randvoorwaarden, waaronder financiering. Samen met digiGO en VNG wordt hieraan gewerkt.
Extra maatregelen
Om de effectiviteit van het CO-stelsel te vergroten, zijn extra maatregelen nodig. Als het aan Techniek Nederland ligt, mag alleen een gecertificeerde installateur een cv-ketel aanschaffen. Directe verkoop aan consumenten zou beperkt moeten worden tot situaties waarin een gecertificeerd bedrijf de installatie verzorgt. Bij de aanschaf en installatie van airconditioningsystemen is dit al de standaardprocedure.
Koepelcertificering
Techniek Nederland vindt dat CO-certificering haalbaar en betaalbaar moet zijn voor álle installateurs. Daarom blijft de brancheorganisatie pleiten voor een vorm van koepelcertificering. Daarmee dalen de kosten en wordt het certificeringsproces eenvoudiger, aldus Techniek Nederland.
Positieve effecten
Techniek Nederland benadrukt dat de Gasketelwet veel positieve effecten heeft gehad. Sinds de aankondiging en invoering is het aantal gecertificeerde bedrijven en vakbekwame monteurs sterk gegroeid. Inmiddels zijn 3.136 installatiebedrijven CO-gecertificeerd en werken er 25.000 vakbekwame monteurs onder het CO-stelsel. Zij hebben in 2024 samen 2,2 miljoen inbedrijfstellingen van cv-ketels uitgevoerd. Certificerende instellingen constateren dat gecertificeerde bedrijven over het algemeen goed werk leveren en vertrouwd raken met het stelsel. In 2024 werden 99 (bijna-)ongevallen met koolmonoxide gemeld – een daling van 6 ten opzichte van 2023.
- juni 24, 2025
- 180 views
Handboek Bouw & Installatietechniek
Deel 4 van het ISSO-handboek Bouw & Installatietechniek is beschikbaar gekomen op kennisplatform BouwZo. Dit handboek bevat praktische kennis voor het ontwerpen en installeren van werktuigkundige installaties in de utiliteitsbouw. De kennis is in lijn gebracht met actuele ontwikkelingen in de sector en met wijzigingen in de wetgeving.
Het geactualiseerde handboek is onderdeel van de vervanging van het verouderde Handboek Installatietechniek. Ook in dit voormalige handboek kwam het thema werktuigkundige installaties al ruim aan bod. De kennisontwikkelaars van ISSO gingen aan de slag om de verouderde kennis te vertalen naar actuele kennis. Het was belangrijk om deze af te stemmen op de nieuwste ontwikkelingen in de bouw- en installatietechniek. Ook recente wijzigingen en voorschriften in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), Europese normen en praktijkervaringen zijn hierin meegenomen.
Niet alleen techniek
Professionals die werken aan werktuigkundige installaties, kunnen dit deel van het handboek raadplegen. Hier vinden ze theorie, rekenvoorbeelden, ontwerpgegevens en verwijzingen naar relevante ISSO-producten. Centrale thema’s zijn het opwekken, distribueren, afgeven en regelen van warmte en koude. De nadruk ligt daarbij niet alleen op techniek, maar ook bij het effect van de installaties op comfort en energiegebruik.
Volledige keten
De publicatie behandelt diverse soorten werktuigkundige installaties in de volledige keten: van warmte- en koudeopwekking tot distributie en van afgifte tot regeling. Daarbij is aandacht voor zowel conventionele ketelsystemen zoals warmwater-, stoom- en heetwaterketels maar ook technieken als warmtepompen en andere laagtemperatuursystemen. Verder komen onderwerpen als luchtverwarmingssystemen, luchtbehandeling, gebouwautomatisering en koeling aan bod.
- juni 23, 2025
- 127 views
Kwart van de woningen heeft een airco
Er is een groeiende interesse in airco’s, zo signaleert duurzaamheidsplatform Slimster. Uit een onderzoek van de site onder 1054 Nederlanders blijkt dat al bijna een kwart van de woningen over een airco beschikt. Met name in Limburg en Drenthe zijn ze flink in trek, terwijl er in de kustprovincies een stuk minder behoefte aan is.
Eigenaar Marco Schuurman van Slimster verwacht dat vooral huishoudens met zonnepanelen de komende jaren vaker gaan kiezen voor een airco. “Als we straks niet meer mogen salderen, is het gros van je zonnestroom in de zomer vrijwel niets waard, omdat je het teruglevert aan het net. Dan kun je het beter zelf gebruiken om je huis te koelen.” Dat lijken veel panelenbezitters ook te beseffen: 36 procent van de koopwoningen met zonnepanelen heeft een airco, tegen 16 procent van de koophuizen zonder panelen.
Duidelijk toenemende interesse
Sinds de zomer van 2018 is er sprake van een duidelijk toenemende interesse in airco’s, zo laat Google Trends zien. Vooral in het binnenland kan het ‘s zomers inmiddels flink warm worden en dat is ook terug te zien in het onderzoek van Slimster. Zo heeft meer dan vier op de tien woningen in Limburg een airco en loopt het percentage ook in Drenthe, Flevoland (met veel nieuwe, goed geïsoleerde woningen die warmte vasthouden) en Overijssel flink op. In Friesland is daarentegen duidelijk de verkoelende impact van de Waddenzee en het IJsselmeer terug te zien: hier heeft slechts een op de negen huizen een airco.
Vooral woningeigenaren
Niet geheel verrassend zijn het vooral woningeigenaren die ervoor kiezen te investeren in een airco. Maar desondanks profiteert inmiddels ook een op de zeven huurders van koele lucht in de warme maanden. Met name in Drenthe, Flevoland en Overijssel hebben veel verhuurders hun woningen voorzien van een airco. In Gelderland, Groningen en Friesland ligt dit percentage aanzienlijk lager.
Ook koelen
Slimster-eigenaar Schuurman merkt op dat het aantal airco-aanvragen op zijn platform jaarlijks piekt tussen juni en augustus. “Maar airco’s kunnen in de koude maanden juist fungeren als lucht/lucht-warmtepomp, waarmee je drie à vier keer zo efficiënt kunt verwarmen als met een cv-ketel. Zeker in kleinere woningen, waar je maar een of enkele ruimten hoeft te verwarmen, kan dit een hoop geld schelen.”
Aanzienlijk minder gasverbruik
Als een airco je gasverbruik met 80 procent vermindert, scheelt dat een doorsnee gezin bij de huidige energietarieven ongeveer 430 euro per jaar. Bijna een op de vijf airco-eigenaren gebruikt hun airco(’s) dan ook als voornaamste verwarmingsbron, zo blijkt uit het onderzoek van Slimster.
- mei 20, 2025
- 94 views
“Geen nieuwe kennis zolang monteurs cv-ketels blijven installeren”
Na jaren van toename is de verkoop van nieuwe warmtepompen voor het eerst gedaald, blijkt uit cijfers van het CBS. In 2024 zijn 14 procent minder warmtepompen verkocht dan in 2023. Die daling is zonde, want dat betekent dat monteurs weer steeds vaker cv-ketels installeren. “Daarmee gaat kostbare kennis en ervaring verloren”, zegt Martha van den Hengel van Mensen Maken de Transitie. “Hoe vaker monteurs juist nieuwe warmtepompen kunnen installeren, hoe deskundiger zij worden en hoe efficiënter zij kunnen werken.”
“De branche heeft veel geïnvesteerd om de juiste mensen aan te trekken, hen op te leiden en werkprocessen te verbeteren. Maar het kabinet heeft een streep gezet door de verplichting om een warmtepomp te nemen als de cv-ketel moet worden vervangen. Het zou ‘betuttelend’ zijn”, aldus Van den Hengel.
Meer efficiëntie nodig
Het schrappen van die maatregel is nu al terug te zien in de cijfers. En dat heeft effect op de snelheid waarmee Nederland de energietransitie kan maken. Van den Hengel: “Want elke slag in efficiëntie, alle extra ervaring en alle goed opgeleide mensen zijn hard nodig. Datzelfde geldt ook in de bouw. Nu de huren niet omhoog mogen, krijgen woningbouwcorporaties hun financiering niet rond. Bouwers kunnen niet aan het werk en lopen weg, terwijl ze klaar stonden om het werk te doen. Dat helpt niet om de krapte aan technische uitvoerders op te lossen.
Om te bouwen aan de toekomst van Nederland zijn alle technische uitvoerders hard nodig. Zij moeten hun beste werk kunnen doen, gericht op vooruitgang. Als zij aan de kant staan, weglopen of ‘oud’ werk moeten doen, snijden we onszelf echt in de vingers.”
- mei 16, 2025
- 62 views
Steeds minder verpakkingen in de installatiebranche
De technieksector maakt grote stappen op het gebied van verduurzaming. Sinds 2021 is het kartongebruik met 18% gedaald. De doelstelling van het Brancheplan Verpakkingen (20% reductie in 2025) is daarmee binnen handbereik. Inmiddels wordt ook 98% van het gebruikte karton gerecycled, terwijl 81% van het nieuw gebruikte karton een FSC- of PEFC-keurmerk heeft. Het Brancheplan Verpakkingen is een initiatief van Techniek Nederland, FEDET en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
Het Brancheplan Verpakkingen had niet alleen maar positieve berichten. Zo steeg het gebruik van plastic in 2024 met bijna 20%. Tegelijkertijd daalde de hoeveelheid plastic die voor recycling of hergebruik werd ingezameld – van 81% in 2023 naar 66% in 2024. Wel stappen steeds meer bedrijven over op milieuvriendelijke alternatieven voor etiketten op verpakkingen.
Stevige eindsprint nodig
Het Brancheplan Verpakkingen eindigt in 2025. Volgens Laurens de Vrijer, Hoofd Werkgevers- en Ondernemerschap bij Techniek Nederland moet er in het laatste jaar nog heel wat gebeuren. “De resultaten van het Brancheplan over 2024 laten zien dat een breed gedragen ketenaanpak werkt. Maar om de ambities van het Brancheplan te halen, is in 2025 nog een stevige eindsprint nodig.” Ook Sebastiaan Scheers, projectmanager bij FEDET, roept de sector op tot extra inzet: “De resultaten zijn wisselend, maar de richting is goed. In 2025 gaan we grote stappen zetten om de doelstellingen van het Brancheplan te halen. We moeten fundamenteel anders omgaan met verpakkingen.”
Beweging is onomkeerbaar
Het laatste jaar van het Brancheplan Verpakkingen betekent niet dat de installatiebranche daarna achterover gaat leunen. De Vrijer: “Met het Brancheplan hebben we een beweging in gang gezet die onomkeerbaar is. Volgend jaar maken we de eindresultaten bekend en bundelen we de opgedane ervaringen in een Successenboek. Daar profiteert straks de hele branche van.”
Europese regels voor verpakkingen
Vermindering en verduurzaming van verpakkingen wordt volgend jaar verplicht op basis van Europese regels. Scheers: “Met het Brancheplan nemen we daar al een voorschot op. Dat maakt het een stuk eenvoudiger om straks aan de wetgeving te voldoen.”
75 deelnemers
Het Brancheplan Verpakkingen werd in maart 2022 gelanceerd door de technieksector. Het plan heeft als doel om in 2025 ten minste 20% minder plastic en karton te gebruiken. Daarnaast moeten straks alle verpakkingen volledig recyclebaar zijn. Techniek Nederland en FEDET voeren het Brancheplan uit in samenwerking met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Inmiddels nemen 95 installatiebedrijven, groothandels en fabrikanten actief deel aan het initiatief.
- mei 9, 2025
- 54 views
Minister Agema neemt Manifest Gezond Binnen in ontvangst
Minister Fleur Agema van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft vandaag kennisgemaakt met een delegatie van Binnenklimaat Nederland en Stichting Gezond Binnen. Tijdens de ontmoeting overhandigde Remi Hompe, voorzitter van Stichting Gezond Binnen, samen met Dorien Terpstra, voorzitter van Binnenklimaat Nederland, het manifest “Ieder mens heeft recht op een gezond binnenklimaat!”. Het manifest benadrukt het belang van structureel beleid voor gezonde binnenlucht in zorginstellingen, scholen en andere publieke gebouwen.
“Een gezond binnenklimaat is geen luxe, maar een randvoorwaarde voor volksgezondheid en maatschappelijke weerbaarheid,” aldus Remi Hompe. “Met dit manifest pleiten we voor beleid dat binnenluchtkwaliteit structureel verankert in preventie, ruimtelijke ordening én pandemische paraatheid.”
“Ventilatie en luchtkwaliteit zijn cruciale schakels in het voorkomen van ziekte-uitbraken en het beschermen van vitale sectoren,” stelt Dorien Terpstra. “De zorg verdient daarbij heldere richtlijnen en structurele ondersteuning, zodat gezonde lucht een vast onderdeel wordt van duurzame zorg.”
Bewustwording en overheidsregie
Recent consumentenonderzoek van Stichting Gezond Binnen onderstreept de urgentie: slechts 13% van de Nederlanders beschouwt een gezond binnenklimaat als belangrijk voor hun gezondheid, terwijl het merendeel wél inzet op gezonde voeding, beweging en slaap. Tegelijkertijd ervaart bijna de helft van de ondervraagden klachten als hoofdpijn, vermoeidheid of ademhalingsproblemen die mogelijk samenhangen met een ongezond binnenklimaat. Deze inzichten benadrukken het belang van bewustwording en overheidsregie op dit thema.
Kernthema’s
Het manifest is een initiatief Stichting Gezond Binnen waarin Binnenklimaat Nederland, Heijmans, Nationale-Nederlanden, Velux, en andere partners zich inzetten voor een gezonder binnenklimaat. Het richt zich op vijf kernthema’s: het opnemen van binnenluchtkwaliteit in het preventiebeleid, het vergroten van bewustwording, het versterken van pandemische paraatheid, het stimuleren van private standaarden voor gezonde binnenlucht en het organiseren van interdepartementale regie op luchtkwaliteit.
Meer regie
Minister Fleur Agema liet tijdens de kennismaking weten de inzet van de sector te waarderen en open te staan voor verdere samenwerking: “Schone lucht, in bijvoorbeeld klaslokalen, woningen en zorginstellingen, is essentieel voor de gezondheid. Ik deel dat huidig beleid met betrekking tot de gezonde leefomgeving bij verschillende ministeries ligt en dat er behoefte is aan meer regie op dit thema. Het ministerie kijkt dan ook graag samen met de sector hoe en door wie zo’n regierol vorm kan krijgen”.
Binnenklimaat Nederland zal de komende tijd actief in gesprek blijven met VWS en andere departementen over een gezonde en toekomstbestendige binnenleefomgeving voor iedereen.
Luchtkwaliteitsmeter
Naast het manifest overhandigde Walid Atmar, manager Kennisontwikkeling en Techniek bij Binnenklimaat Nederland, een luchtkwaliteitsmeter aan de minister. Binnenklimaat Nederland pleit onder andere voor het meten en transparant maken van luchtkwaliteit in publieke gebouwen zoals zorginstellingen en overheidsgebouwen, naar het voorbeeld van scholen.
Het manifest is mede gebaseerd op de position paper van TNO “Goede binnenluchtkwaliteit voor onze gezondheid”. Dit wetenschappelijk onderbouwde document vormt de inhoudelijke basis voor de beleidsaanbevelingen van Gezond Binnen en onderstreept de urgentie om structurele maatregelen te treffen op het gebied van binnenluchtkwaliteit.
- mei 2, 2025
- 47 views
Monteurs zien warmtepompen als mooie uitdaging
'Monteurs staan niet te springen om warmtepomp', kopte het AD deze week. Maar monteurs die warmtepompen installeren zijn juist enthousiast over hun bijdrage aan de verduurzaming van Nederland. Ze waarderen het hoge rendement en de milieuwinst van warmtepompen en zien het als een mooie uitdaging om hun kennis uit te breiden voor deze innovatieve technologie. Dat blijkt uit het onderzoek van TNO onder zestien monteurs van zeven grote installatiebedrijven waar ook het AD over schrijft.
Uit het onderzoek komt naar voren dat monteurs bij de installatie van warmtepompen tegen praktische knelpunten aanlopen. Zo zijn bepaalde modellen, met name monoblock-warmtepompen, erg zwaar. Het samenwerkingsprogramma TDI500, waarvoor het TNO-onderzoek is uitgevoerd, heeft dit probleem aangekaart bij de vijftien grootste leveranciers van warmtepompen. Inmiddels werken zij aan lichtere, modulaire modellen die eenvoudiger naar zolders te tillen zijn en door één monteur kunnen worden geplaatst.
Digitale oplossingen
Ook op het gebied van digitalisering zien monteurs zowel voordelen als uitdagingen. Kleine storingen kunnen op afstand worden opgelost, wat veel reistijd bespaart. Tegelijkertijd zorgt de wildgroei aan merk-specifieke apps en uiteenlopende werkinstructies voor verwarring en extra werk. Dit is met leveranciers besproken en heeft geleid tot concrete oplossingen, zoals een uniforme datastekker. Daarmee kunnen monteurs alle warmtepompen, ongeacht het merk, op dezelfde manier uitlezen.
Slimme samenwerking versnelt transitie
“Door goed te luisteren naar monteurs maken installatiebedrijven en fabrikanten het werk eenvoudiger én aantrekkelijker”, legt Martha van den Hengel van Mensen Maken de Transitie uit. “Zo is de installatietijd van een hybride warmtepomp dankzij de samenwerking in drie jaar tijd teruggebracht van 32 naar 14,7 uur. Genoeg redenen dus om het TNO-onderzoek juist positief onder de aandacht te brengen. Dat helpt niet alleen de waardering voor monteurs te vergroten, maar versnelt ook de energietransitie.”