• november 23, 2018
  • 146 views
WKO Duurzaamheid Award voor Thijs Meulen

De WKO Duurzaamheid Award 2018 is gewonnen door Thijs Meulen, energiecoördinator en beleidsmedewerker duurzaamheid bij de TU Eindhoven. Meulen kreeg de prijs voor zijn inspanningen om de bodembronnen en Europa’s grootste ringleidingsysteem voor warmte en koude bij de TU/e verder te optimaliseren. Vanuit zijn rol als energiecoördinator en beleidsmedewerker duurzaamheid zorgde hij ervoor dat duurzaam gebouwbeheer onderdeel werd van het huisvestings- en energiebeleid op de TU/e.

Meulen ontving de prijs uit handen van Richard Tieskens, directeur vastgoedbeheer bij het Rijksvastgoedbedrijf, tijdens het Nationaal Symposium Gebruikersplatform Bodemenergie. De jury zegt in haar toelichting dat “het wko-systeem van de TU/e dankzij de ambitieuze visie van Thijs Meulen kon uitgroeien tot een collectief ‘gebieds-wko’ waarop 32 bronnen en 19 panden zijn aangesloten”. In het juryrapport loven zij de voortvarende aanpak van Meulen op het gebied van energiebesparing via energieprestatiecontracten. “Hij staat open voor nieuwe ideeën om de wko-prestatie te verbeteren en deelt zijn kennis graag op bescheiden wijze met interne en externe collega’s.”

Nog vier genomineerden
De jury bestond dit jaar uit Rinske de Jong, Wouter Wienk en Roger Ravelli van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en Dick Westgeest, voorzitter van het Gebruikersplatform Bodemenergie. Uit de vijftien kandidaten die marktpartijen eerder dit jaar voordroegen, nomineerden zij vijf eindgebruikers voor de jaarlijkse WKO Duurzaamheid Award. Naast Thijs Meulen waren de andere genomineerden: Wim Verdonk, hoofd technische dienst bij NIOO-KNAW, Fred Ekhart & Nardie Kemp, gebouwbeheerder en technisch projectspecialist bij de Rabobank, Bart van Meurs en Leen van Leeuwen, productontwikkelaar en beheerder bij Koppert-Cress en Henk van der Steen, coördinator technische zaken bij de Hogeschool Leiden.

Rijksvastgoedbedrijf richting EnergieNeutraal
De uitreiking van de WKO Duurzaamheid Award vond plaats tijdens het Nationaal Symposium Gebruikersplatform Bodemenergie. Dit jaar was de organisatie in handen van het Gebruikersplatform Bodemenergie en de NVDO. Samen willen zij het belang van duurzame en goed presterende bodemenergiesystemen onder de aandacht brengen. Het evenement vond plaats in het duurzame hoofdkantoor van verzekeraar a.s.r. in Utrecht. Tijdens de bijeenkomst gaven experts als Nicole Hardon van Rijkswaterstaat en Jan Mimpen van het Rijksvastgoedbedrijf hun visie op het beschermen en benutten van de bodem. Ook kwam de belangrijke rol van bodemenergie bij de verduurzaming van de panden van het Rijksvastgoedbedrijf aan de orde. Verder was er aandacht voor enkele ervaringsdeskundigen die de laatste innovaties en ontwikkelingen op het gebied van bodemenergie presenteerden.

Eerste Ambassadeurs van Bodemenergie
Omdat het Gebruikersplatform Bodemenergie dit jaar haar eerste lustrum viert, pakte zij ook de gelegenheid aan om twee mensen officieel tot Ambassadeur van Bodemenergie te benoemen.

Jan Mimpen van het Rijksvastgoedbedrijf en Björn Kouwenhoven van NS Stations hebben de afgelopen jaren het Gebruikersplatform vertegenwoordigt in verschillende organisaties en op uiteenlopende bijeenkomsten. Bovendien zijn het sterk, drijvende krachten achter de implementatie van bodemenergie in hun organisaties.

  • november 23, 2018
  • 140 views
Installatiebranche groeit als kool

Het aandeel van installatietechniek in woningbouw, utiliteitsbouw, infratechniek en industrie wordt steeds groter. De installatiebranche is nu een van de snelst groeiende sectoren van de Nederlandse economie en het einde van de groei is voorlopig nog niet in zicht. Dit meldt het rapport Economische vooruitzichten installatiebranche 2019 en verder. Doekle Terpstra, voorzitter van Uneto-VNI, leverde deze week het eerste exemplaar van het rapport af bij staatssecretaris Mona Keijzer van Economische Zaken en Klimaat.

Staatssecretaris Mona Keijzer noemde de toekomst van de installatiebranche in Nederland veelbelovend: “Het vakgebied wordt breder, digitaler en veelzijdiger. Of het nu gaat om de zorg of om onze energievoorziening, we moeten grote stappen gaan zetten. De installatiebranche is daarbij onmisbaar en neemt in toenemende mate het voortouw.”

Installatiequote boven 50%
Het aantrekken van de bouwproductie is gunstig voor de hoeveelheid installatiewerk, maar tegelijkertijd wordt het belang van de branche zelf steeds groter. Installatietechniek heeft een groeiend aandeel in woningbouw, utiliteitsbouw, infratechniek en industrie. Deze ‘installatiequote’ neemt al jaren toe en ligt inmiddels in veel gevallen boven de 50%.

Meer banen
Installatiebedrijven in de utiliteitsbouw kunnen volgend jaar een volumestijging van 4% tegemoetzien en in de infrastructuur groeit het installatievolume zelfs met 6%. Technisch dienstverleners in de woningbouw zien hun marktvolume komend jaar met 3% toenemen. Ook de werkgelegenheid ontwikkelt zich gunstig; tot en met 2023 groeit het aantal banen in de sector jaarlijks met 1,5%. Doekle Terpstra: “Dat zijn mooie cijfers, maar het betekent ook een enorme uitdaging. Ons werknemersbestand vergrijst in rap tempo terwijl we er in de sector veel banen bij krijgen. We hebben steeds meer technici nodig met digitale vaardigheden én kennis van duurzame technieken voor de energietransitie. Op vmbo- en mbo-niveau, maar in toenemende mate ook op hbo- en wo-niveau.”

Energietransitie stuwt groei
De installatiebranche is nu een van de snelst groeiende sectoren van de Nederlandse economie en het einde van de groei is voorlopig nog niet in zicht. Dit jaar komt het installatievolume op 20,2 miljard euro, volgend jaar groeit de markt naar ruim 21 miljard euro en in 2023 overschrijdt de omzet de 23 miljard euro. Terpstra: “De energietransitie is de grootste naoorlogse verbouwing van ons land en brengt veel werk voor installateurs met zich mee. Ook voor de ontwikkeling naar smart buildings, de versterking van onze digitale infrastructuur en innovatieve oplossingen voor de zorg zijn onze leden onmisbaar.”

  • november 23, 2018
  • 144 views
“Soms krijg ik het idee dat het bouwvolume bewust niet hoog wordt opgeschroefd”

Wie nu in de installatiebranche aan de slag gaat, kan goud verdienen. Zo vertelden recruiters eerder dit jaar aan Installatienet dat een beginnend installateur al snel hetzelfde loon krijgt als een beginnend advocaat. Van alle kanten in de branche worden initiatieven op poten gezet om het probleem de wereld uit te helpen. Tegelijkertijd moet er ook meer gebouwd worden. Maar op dat gebied valt er soms een zekere dubbelzinnigheid te bespeuren, zegt Chris Heerius, directeur van Jaga Konvektco. “Soms krijg ik het idee dat het bouwvolume bewust niet wordt opgeschroefd.”

Chris Heerius staat bekend als een eigenzinnige directeur. Samen met mede directeur Bert Kriekels liet hij Jaga Konvecto uitgroeien tot een internationaal opererend bedrijf, dat onder andere betrokken is bij projecten in de VS, China en Canada. Waar Jaga vroeger vooral bekendheid genoot als specialist op het gebied van verwarmingstechniek, is het palet aan diensten de afgelopen jaren danig uitgebreid. Tegenwoordig levert Jaga ook oplossingen voor koeling en ventilatie. Zo werd recentelijk nog de Strada Hybrid gelanceerd (zie links), een radiator die zowel energiezuinig kan verwarmen, koelen als ventileren.

Oplossingen van Jaga zijn zowel in de woningbouw als utiliteit terug te vinden. Zo is onder andere het duurzaamste kantoor ter wereld, The Edge in Amsterdam, voorzien van hun radiatoren. Door zijn betrokkenheid bij de meest uiteenlopende projecten, heeft Heerius door de jaren heen een groot netwerk opgebouwd in de installatiebranche. De laatste tijd hoort hij keer op keer dezelfde geluiden: ‘We willen Nederland in rap tempo verduurzamen, maar waar halen we de vakmensen vandaan?’.

“Je hoort het van alle kanten; er is een schreeuwend gebrek aan goed opgeleid personeel. Ouders zijn terughoudend om hun kinderen naar het technisch onderwijs te sturen. Ik denk dat er meer grootscheepse campagnes nodig zijn om te laten zien dat er volop mogelijkheden zijn in de installatiebranche. Daarnaast moet het beroep beter gewaardeerd worden. Er zijn al initiatieven opgestart om de instroom weer op peil te krijgen, zoals het opleiden van vluchtelingen, prima idee, maar er is meer nodig.”

“En dan het bouwvolume, misschien is de markt ook wel gebaat bij een zekere schaarste, want dan gaan de prijzen omhoog. Ik ben ervan overtuigd dat als we het echt willen, we het bouwvolume wel kunnen opschroeven. Bijvoorbeeld door meer te gaan prefabben, Plug & Play oplossingen te leveren en uiteraard door robotisering.”  

Jaga zelf probeert in ieder geval al haar steentje bij te dragen aan het behalen van de duurzaamheidsdoelstellingen en het opvangen van het tekort aan vakmensen. Onder andere door duurzame systemen op de markt te brengen en continu aandacht te besteden aan installatiegemak. “We zetten vol in op Plug & Play oplossingen om de montagetijd te verkorten. Daarnaast laten we altijd een eigen specialist meegaan als een installateur voor de eerste keer een Jaga-systeem installeert. Zo voorkom je fouten en kostbaar tijdsverlies.”

  • november 23, 2018
  • 138 views
Woningcorporaties investeren honderden miljoenen in verduurzaming

Door forse investeringen in woningverbetering zijn woningcorporaties hard op weg om gemiddeld energielabel B in 2021 te bereiken. Dat blijkt uit het benchmarkonderzoek van branchevereniging Aedes. Investeringen specifiek gericht op het verminderen van energieverbruik zijn gestegen met 268 miljoen euro naar 720 miljoen euro in totaal. Daarbovenop verbeterden corporaties ook de duurzaamheid van woningen bij planmatig onderhoud.

Woningcorporaties plaatsten zonnepanelen op 36.000 woningen, vergelijkbaar met het oppervlak van 50 voetbalvelden. En sloten 26.000 huizen aan op warmtenetten. De zogeheten Energie-Index daalde dankzij dit soort maatregelen opnieuw, naar 1,65. De ambitie uit de Aedes-Woonagenda, om in 2021 sectorbreed uit te komen op gemiddeld energielabel B (Energie-Index 1,40), ligt daarmee binnen handbereik.

Het is de vijfde keer dat Aedes dit jaarlijkse benchmarkonderzoek doet. Maar liefst 90 procent van de woningcorporaties (291) deed mee. Zij vertegenwoordigen 98 procent van alle corporatiewoningen.

  • november 21, 2018
  • 144 views
Installateur koopt steeds vaker rechtstreeks bij fabrikant

Het inkoopgedrag van installateurs in Europa is langzamerhand aan het veranderen. De gespecialiseerde groothandel is nog steeds dominant, maar het 3-staps distributiemodel (fabrikant - groothandelaar - installateur) staat onder druk. Dit komt niet zozeer door de opkomst van online aanbieders, maar juist fabrikanten lijken hun slag te slaan. In sommige landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, besteden de installateurs al 17% van hun portemonnee aan producten die rechtstreeks bij fabrikanten vandaan komen.

Dit kan nog steeds betekenen dat facturering en levering via de groothandel plaatsvinden (om kanaalconflicten te voorkomen en een soepel bezorg- en betalingsproces te garanderen), maar het belangrijkste is dat installateurs in direct contact staan met de fabrikanten. Ongeveer de helft van de Europese installateurs bestelt rechtstreeks bij fabrikanten. In België gebeurt dit het meest en in Frankrijk het minst.

Dit alles blijkt uit marktonderzoek van USP Marketing Consultancy onder installateurs in zes Europese landen, waaronder Nederland.

  • november 20, 2018
  • 150 views
TNO: ‘Geen verhoogd risico bij Nefit Topline cv-ketels’

Bij cv-ketels van het type Nefit Topline die zijn voorzien van een nieuwe brander is geen sprake van een verhoogd koolmonoxiderisico. Ook is er geen verhoogd risico op brand. Dit zijn de belangrijkste conclusies van TNO na maandenlang onderzoek op tientallen gebruikte Topline cv-ketels. Aanleiding voor het onderzoek was het feit dat de veiligheid van de Topline toestellen uit 2006 tot en met 2009 in twijfel werd getrokken. Bij de bewuste serie zou een doorgebogen warmtewisselaar kunnen leiden tot brand of het vrijkomen van koolmonoxide (CO).  

Het TNO-onderzoek toont aan dat er geen verhoogd risico is ten aanzien van koolmonoxide. Ook is de brandveiligheid niet in het geding, mits de originele brander van het toestel is vervangen en het toestel periodiek wordt onderhouden.

‘’Wij zijn blij dat het onderzoek van TNO duidelijkheid biedt. Als de brander is vervangen hoeven gebruikers zich geen zorgen te maken over de veiligheid van hun toestel,’’ zegt Jan Rijnen, commercieel directeur Nefit. ’’We hopen dat hiermee de ontstane onrust wordt weggenomen.’’ De terugroepactie voor de originele brander zal naar verwachting eind dit jaar zijn afgerond.

Over de terugroepactie van 128.000 toestellen vat Nefit nog het volgende samen: ‘We weten niet waar ze allemaal hangen. Zo’n 30.000 toestellen moeten nog achterhaald worden. Het is ook onduidelijk in hoeverre branders al zijn vervangen. Tussen 2006 en nu zijn er 17 gevallen van brandschade bekend, die allemaal zijn terug te voeren op originele brander. Er zijn ons geen gevallen bekend van CO-vergiftiging. In geen enkel geval zijn er slachtoffer gevallen.’

Wat Nefit betreft is het nu case closed. ‘We staan voor veel grotere uitdagingen om Nederland te verduurzamen. We blijven extra inspanningen doen om ketels waarvan de brander niet is vervangen nog te achterhalen, door installateurs en geregistreerde gebruikers aan te schrijven.’

Door dit debacle zegt Nefit dit jaar tot nu toe 6.000 ketels minder te hebben verkocht ten opzichte van vorig jaar (90.000 ketels). Er is naar schatting 1,5% marktaandeel verloren gegaan.

Direct na het ontstaan van twijfels over de veiligheid van de gemodificeerde Topline-toestellen uit de bewuste serie heeft Nefit TNO benaderd voor waarheidsvinding en uitsluitsel. Het onderzoek is tussen eind februari en begin november 2018 onafhankelijk door TNO uitgevoerd.

Lees hier de samenvatting van het TNO rapport

Lees hier het hele TNO rapport

Lees ook:

 

  • november 20, 2018
  • 164 views
Veel openbare toiletten zijn niet schoon

Onderzoekers van vakmagazine Service Management en groothandel in hygiëne Facility Trade Group hebben steekproeven genomen bij 150 toiletten in openbare gelegenheden, zoals winkels, ziekenhuizen en horecazaken. De grootste kans op schoon toilet heeft men in de horeca. Bijna vijftig procent van de twee wc’s is op orde. Ziekenhuizen volgen op plek twee met 42 procent. Daarna komt de categorie ‘openbare gebouwen’ (o.a. stadhuis, bioscopen en bibliotheken) met 36 procent. Ook winkels en warenhuizen eindigen op dat percentage.

In totaliteit is iets meer dan 40 procent van de bezochte toiletten schoon. Dat is dat het hoogste percentage in vijf jaar tijd. In 2013 waren nog geen 3 op de 10 toiletten schoon en twee jaar terug was dit 38 procent.

 

  • november 19, 2018
  • 147 views
Vijf manieren om verschil te maken op Wereldtoiletdag

Lixil, fabrikant van water- en woningbouwproducten en moederbedrijf van sanitairfabrikant Grohe, kondigt ter gelegenheid van Wereldtoiletdag vijf initiatieven aan om de wereldwijde hygiëne te verbeteren en tegelijkertijd bij te dragen aan de ontwikkeling van de sanitaire economie. De initiatieven variëren van bewustmaking tot veldonderzoek en samenwerkingen op het gebied van innovatieve technologieën.

Van douchetoiletten tot ‘ademende’ wandtegels die allergenen helpen bestrijden, heeft Lixil zich vanaf het begin af aan gericht op innovaties die de hygiënische basisbehoeften van de consument verbeteren. De aandacht van het bedrijf is vandaag de dag niet alleen gericht op bestaande consumenten; het bedrijf gelooft dat het creëren van oplossingen voor de 2,3 miljard mensen die nog steeds geen toegang hebben tot sanitaire basisvoorzieningen een kans is om een van 's werelds grootste sociale uitdagingen op te lossen. Het bedrijf wil dit op duurzame wijze doen en daarmee bijdragen aan de ontwikkeling van een toekomstige markt.

"We innoveren en ontwerpen voor mensen, of dit nu gaat om het ontwerpen van de meest luxueuze of juist de meest functionele toiletten”, zegt Jin Song Montesano, Chief Public Affairs Officer bij Lixil. “Mensen staan centraal in onze oplossingen. Wij geloven dat door producten te creëren voor de 2,3 miljard mensen die vandaag de dag geen toegang hebben tot sanitaire basisvoorzieningen.”

Lixil heeft dit soort producten al op de markt gebracht. Montesano: “Miljoenen mensen, worden blootgesteld aan geuren en ziektes omdat ze genoodzaakt zijn te ontlasten in de open lucht, in een open kuil of boven een ongeschikte latrine. Onze SATO-producten hebben weinig water nodig om afval weg te spoelen in vergelijking met conventionele toiletten, en kunnen afgesloten worden om geuren en vliegende insecten, die ziekten kunnen verspreiden, buiten te houden.

Lixil breidt nu haar wereldwijde SATO-activiteiten uit en streeft ernaar om met vijf nieuwe initiatieven een nog groter verschil te maken:

De introductie van het initiatief Make a Splash! met Unicef
Lixil en Unicef kondigden eerder dit jaar een internationaal partnership aan om de uitdaging van sanitaire voorzieningen voor iedereen aan te gaan, genaamd Make a Splash! Toilets for all. Dit initiatief moet bijdragen aan de wereldwijde inspanningen om tegen 2021, 250 miljoen mensen toegang te geven tot een behoorlijk toilet. Op Wereldtoiletdag introduceert Lixil een online donatie als onderdeel van haar fondsenwervingsactiviteiten om andere geïnteresseerden in staat te stellen deel te nemen. De fondsen die online worden opgehaald zullen de initiatieven van het partnership op het gebied van marktontwikkeling en belangenbehartiging ondersteunen.

Veldonderzoek naar draagbare toiletsystemen in Indonesië
Lixil's Portable Toilet System zal worden getoetst in Palembang City in Indonesië. Het Portable Toilet System is een sanitaire oplossing voor thuis ontworpen voor steden waar geen goede sanitaire infrastructuur aanwezig is. Momenteel wordt de ontwikkeling in het veld getest door huishoudens een betaalbaar en eenvoudig te installeren toilet te bieden, waar menselijk afval hygiënisch en efficiënt kan worden verzameld en verwerkt.

Samenwerking om de Tiger Toilet Digester in India uit te breiden
Lixil heeft een intentieverklaring ondertekend om samen te werken met TBF Environmental Solutions. Er zal een toilet worden ontworpen met een compartiment van tijgerwormen die helpen het afval te verteren - ook wel bekend als de Tiger Toilet Digester. Als deel van de samenwerking zal Lixil zorgen voor de marketing rondom het project.

Co-hosting van de wereldtop voor toiletten in India
Dit jaar zal Lixil samen met de World Toilet Organisation de 18e editie van de World Toilet Summit in Mumbai organiseren als hoofdsponsor. De wereldtop dit jaar zal een relevante vraag stellen aan alle sprekers en deelnemende partijen: kan de wereld tegen 2030 vrij zijn van ontlasting in het openbaar? Jin Montesano zal de keynote spreker zijn op het evenement samen met andere panelleden en delegaties. De top bestaat uit deelnemers uit de publieke en private sector en vertegenwoordigers van Lixil zullen deelnemen aan een aantal discussies over de industrie en zullen een workshop organiseren over innovaties binnen de water en sanitaire hygiëne sector (WASH).

Samenwerking met Unko Sensei (‘professor poep’) in Japan
Lixil zal ook aanwezig zijn op Icho Matsuri, een festival in Tokio (16 - 19 november) om, samen met het populaire kinderfiguur Unko Sensei, kinderen voor te lichten over het belang van toegang tot veilige sanitaire voorzieningen. Er zal ook een doorzichtig toilet worden geïnstalleerd, zodat bezoekers de emotionele impact van een stoelgang in het openbaar kunnen ervaren.

  • november 19, 2018
  • 133 views
Vandaag is het Wereldtoiletdag

Rond de 2,4 miljard mensen op deze aardbol hebben geen toegang tot sanitaire voorzieningen. Door gebrek aan toiletten in Afrika en Azië doen mensen hun behoefte vaak in struiken of in de buurt van riviertjes. Deze raken vervuild en besmet waardoor infecties zich snel verspreiden. Mensen kunnen ook hun handen niet wassen wat de situatie verergert. Zo sterven er jaarlijks ongeveer 800.000 jonge kinderen aan diarree, vaak veroorzaakt door het drinken van vervuild drinkwater.

Om dit probleem breed onder de aandacht te brengen lanceerde de VN in 2008 de ‘World Toilet Day’. In 2014 introduceerde groothandelaar 123Toilet.nl dit initiatief in Nederland onder de naam ‘Wereldtoiletdag’. “De site wereldtoiletdag.nl fungeert daarbij als een verzamelportal voor nieuws en acties die betrekking hebben op dit onderwerp’, legt Remco Knoester uit. Hij is behalve eigenaar van 123Toilet.nl ook woordvoerder van de Wereldtoiletdag.

Het gaat overigens de goede kant op, vertelt Knoester. Dankzij inspanningen van hulporganisaties, zoals Simavi, is het aantal mensen dat geen toegang heeft tot goede sanitaire voorzieningen wereldwijd afgenomen. In 2017 stond de teller nog op 2,5 miljard.

“In Nederland speelt het probleem absoluut niet. We hebben uitstekende sanitaire voorzieningen, zowel thuis, als bijvoorbeeld in de horeca, openbare gelegenheden en zorginstellingen. Wel kan de installateur een belangrijke bijdrage leveren om de hygiëne op een hoog peil te houden.”

Knoester denkt dan bijvoorbeeld aan de toepassing van kranen en zeepdispensers met infarood-sensoren, toiletrolhouders, mogelijkheden om de handen te wassen voordat de deurknop wordt aangeraakt en toiletbrilreinigers. Ook de groeiende populariteit van douche-wc’s juicht hij toe. “Hoewel ik ze vooralsnog vooral zie worden toegepast in thuissituaties en in de zorg. In restaurants of openbare toiletgelegenheden kom je ze nog niet zo snel tegen.”

Mocht een installateur ook een bijdrage willen leveren aan de verbetering van sanitaire voorzieningen in Derde Wereldlanden, dan kan hij uiteraard geld doneren via www.wereldtoiletdag.nl.

  • november 16, 2018
  • 139 views
Winkelcentrum van het gas af: een uitdaging

Bij winkelcentrum Kronenburg in Arnhem is deze winter op feestelijke wijze de aansluiting op stadsverwarming gevierd. De trend is onmiskenbaar: steeds meer winkelcentra gaan van het gas af en kiezen dan voor stadsverwarming. De ervaringen in Arnhem laten zien welke installatietechnische uitdagingen daarbij komen kijken.

Winkelcentrum Kronenburg in Arnhem besloot, net als veel andere winkelcentra uit de jaren zeventig en tachtig, om in 2018 te vernieuwen. “In Arnhem is winkelcentrum Presikhaaf, dat ook in ons bezit is, al enige jaren aangesloten op stadsverwarming. Voor Kronenburg was het nu tijd om de cv-ketel te vervangen”, vertelt Lieke Klerks van eigenaar Wereldhave. “Wij zijn van mening dat op het moment dat je het anders kunt doen, je geen gas meer moet willen. Er is natuurlijk druk vanuit de overheid, maar de keuze om de gaskraan dicht te draaien bij Kronenburg is ook sterk geworteld in onze bedrijfsstrategie.”

Rik Janssen, manager Marketing en Communicatie bij Wereldhave, vult aan: “De overstap naar stadsverwarming is niet op zichzelf staand, het maakt deel uit van onze ambitie om het energiegebruik en de CO2-uitstoot in de winkelcentra te verlagen. Met name als er sprake is van renovatie komt de overstap naar stadsverwarming al snel in beeld.”

Praktische impact
In de praktijk hebben de winkeliers weinig gemerkt van de overgang naar stadsverwarming. Klerks: “De verwarming in het winkelcentrum zit op de hoofdaansluiting van Wereldhave. Deze is op de stadsverwarming aangesloten. Voor winkeliers heeft dit weinig praktische impact.”

Desalniettemin moesten diverse aanpassingen worden doorgevoerd in het leidingenstelsel van het winkelcentrum. “Normaliter hoeft binnenin het pand weinig aangepast te worden. In principe hoef je alleen de cv-installatie te vervangen voor een warmteafleverset”, zegt Annemarie Sent, accountmanager bij Nuon. “Maar bij Kronenburg kwamen we op een andere plek binnen dan waar de gasgestookte ketel stond, dus daar moesten wat leidingen aangepast en gelegd worden.”

Buitenwerk
Vooral het buitenwerk bracht diverse uitdagingen met zich mee. Sent: “Voor de leidingen moest een boring onder een nabijgelegen kruispunt door gemaakt worden. Hiervoor moest de totale lengte van de leiding worden uitgelegd. In de buurt van het winkelcentrum is daar een groenstrook voor gebruikt.”

Bij het winkelcentrum is gekozen om de warmteleiding aan te sluiten op de plek waar de vrachtwagens laden en lossen. Het was belangrijk om duidelijk te communiceren wanneer deze plek wel of niet bereikbaar was, aldus Sent. Dat gold ook voor de beperkte bereikbaarheid van het winkelcentrum doordat straten, zo kort als mogelijk was, werden afgesloten. Hiervoor zijn in samenwerking met de gemeente Arnhem uitgebreide verkeersmaatregelen met bewegwijzering uitgevoerd. Sent: “Door middel van flyers hebben we de bewoners hierover geïnformeerd. Daarnaast hadden we veel contact met de gemeente en Wereldhave, zodat we de communicatie met bewoners zo goed mogelijk konden coördineren." Uiteindelijk is de operatie zonder klachten van omwonenden uitgevoerd.

CO2-besparing
De aansluiting op stadsverwarming levert Kronenburg een CO2-besparing van 85 procent op in vergelijking met de aardgasgestookte cv-installatie. Die besparing is vastgesteld door expertbureau BCGR, dat onder andere kijkt naar de oorsprong van de warmte die de AVR in Duiven levert. Sent: “De AVR verwerkt onder meer biogeen materiaal, zoals organisch afval, dat als duurzaam is aangemerkt. Daarnaast staat bij AVR in Duiven een speciale centrale die warmte maakt uit papierresidu." Sent wijst er ook op dat dankzij het warmtenet restwarmte die voorheen verloren ging nu een nuttige bestemming krijgt.

Voor vastgoedeigenaren is stadsverwarming op twee manieren duurzaam, concludeert Sent. De warmte is grotendeels afkomstig uit duurzame restwarmte en het systeem is onderhoudsarm doordat ketels niet meer vervangen hoeven te worden. Volgens Klerks en Janssen is de overgang naar stadsverwarming een belangrijk onderdeel van een toekomstbestendig winkelcentrum. Een winkelcentrum dat een belangrijke (wijk)functie vervult voor haar bezoekers en de 1250 mensen die er werken, maar dat eveneens bijdraagt aan een duurzamer Arnhem. De gemeente heeft als doel om in 2040 klimaatneutraal te zijn.

Winkelcentra zonder aardgas
Met maar liefst drie winkelcentra op stadswarmte behoort Arnhem tot de koplopers in de warmtetransitie. In de Gelderse hoofdstad is naast Presikhaaf en Kronenburg ook winkelcentrum Schuytgraaf aangesloten op stadsverwarming. Ook in andere Nederlandse steden hebben winkelcentra belangstelling voor stadsverwarming. In 2017 werd het Rotterdamse winkelcentrum Hoogvliet - waar 108 winkels en 200 woningen zijn gevestigd - al aangesloten op het warmtenet. De warmte wordt geleverd door afvalverwerker AVR in Rozenburg en levert een CO2-besparing op van 80 procent.

Ook in bijvoorbeeld Stevensbloem in Leiden, Columbus in Almere Poort en de Amsterdamse winkelcentra Gelderlandplein en Mosveld wordt gebruik gemaakt van stadsverwarming. Nu steeds meer gemeenten inzetten op aardgasloze wijken neemt de kans toe dat winkelcentra in de toekomst van stadsverwarming gebruikmaken.