• september 2, 2016
  • 160 views
Nu ook een webbased editie van hét praktijkblad voor de W-installateur

IZ, hét praktijkblad voor de W-installateur, is nu ook volledig webbased beschikbaar. In een nieuwe, voor internet geoptimaliseerde opmaak publiceren we op zeer overzichtelijke wijze iedere maand alle afzonderlijke artikelen, columns, Stekelige vragen etc. uit de printeditie van IZ. De voordelen: alle informatie is nog toegankelijker beschikbaar, naar interesse opvraagbaar en prettig leesbaar op beeldscherm (pc, tablet of smartphone). Dankzij de nieuwe opzet kan de lezer bovendien snel meer relevante achtergrondinformatie bij de artikelen vinden. Ook wordt het terugzoeken in reeds verschenen uitgaven eenvoudiger.

De webbased uitgave verschijnt gelijktijdig met de printuitgave, die uiteraard gewoon blijft bestaan. Ook de al bestaande bladereditie op internet kan nog steeds worden geraadpleegd. Daarmee is IZ het eerste vakblad voor de installateur dat op alle gewenste, moderne manieren in te kijken is: met het blad in handen aan de koffietafel, aan het bureau achter de pc of thuis op de bank op je tablet of smartphone.

Via deze nieuwsbrief houden we je op de hoogte van het verschijnen van een nieuwe editie. Je klikt vervolgens direct door naar de webbased versie waarop de net verschenen uitgave en eerder webbased versies volledig beschikbaar zijn.

Surf nu snel naar www.installateursZaken.nl om als 1e de nieuwe omgeving te bekijken

  • september 1, 2016
  • 162 views
Uneto-VNI wil in gesprek met Tweede Kamerleden over wettelijke erkenningsregeling

4Y5CTHTyHet kabinet overweegt een wettelijke erkenningsregeling voor installateurs. De verantwoordelijke ministers Blok en Schippers hebben dit inmiddels in een brief aan de Tweede Kamer geschreven. Op 15 september bespreekt de Tweede Kamer de reactie van het kabinet en in de weken daarvoor wil Uneto-VNI in gesprek gaan met Tweede Kamerleden. Voorzitter Titia Siertsema van de branchevereniging reageert in een column positief op de brief van de ministers, maar plaatst meteen ook vraagtekens. ‘De verantwoordelijke ministers hebben gekeken naar landen als België, Denemarken, Engeland en Duitsland en uiten twijfels over de effectiviteit. Ten onrechte. Het ligt dezer dagen misschien wat gevoelig, maar het beste voorbeeld is in dit geval toch echt het Verenigd Koninkrijk. De invoering van een wettelijke erkenningsregeling heeft daar aantoonbaar geleid tot een daling van het aantal koolmonoxideslachtoffers. Britse monteurs moeten voldoen aan zware vakbekwaamheidseisen en zijn verplicht zich regelmatig te laten bijscholen. De kwaliteit en veiligheid van uitgevoerd werk wordt op basis van steekproeven gecontroleerd. Een prima model voor Nederland.’

Siertsema: ‘We hebben geduldig gewacht op de reactie van het kabinet, maar dat betekent niet dat we hebben stilgezeten. Uneto-VNI werkt al aan een zwaardere, uniforme erkenningsregeling die inmiddels bijna klaar is. De scholingseisen voor monteurs zijn in kaart gebracht, waarbij iedere installateur natuurlijk voldoende tijd krijgt om te voldoen aan de nieuwe eisen. Veel installateurs voldoen hier overigens al aan of kunnen dit niveau met een beperkte bijscholing bereiken. Wat ons betreft kunnen de eerste installateurs begin volgend jaar aan de slag volgens een nieuwe regeling, die geldt voor iedereen!’

Kan Uneto-VNI die zwaardere erkenningsregeling dan niet invoeren zonder wettelijke verplichting?, vervolgt Siertsema haar column op de Uneto-VNI website. ‘Ja, dat kan. Maar dan ontstaat in de markt een gevaarlijke tweedeling. Installatiebedrijven met voldoende verantwoordelijkheidsgevoel voldoen aan de erkenningsregeling en werken met goed opgeleide monteurs, die ze regelmatig laten bijscholen. Die manier van werken brengt kosten met zich mee. Installatiebedrijven die daarvoor weglopen en geen maatregelen nemen, kunnen uiteraard goedkoper werken. Zij bieden aanleg en onderhoud van de cv-ketel tegen een lagere prijs aan. Het gevolg laat zich raden. Integere bedrijven worden uit de markt gedrukt, het draagvlak voor de erkenningsregeling brokkelt af en de veiligheid van gasinstallaties komt onder druk te staan.’

In november 2015 publiceerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid een rapport over ongevallen met koolmonoxide bij cv-ketels. De inhoud was voor Uneto-VNI aanleiding om (opnieuw) te pleiten voor een strengere, persoonsgebonden erkenningsregeling voor installateurs die zich met cv-installaties en andere gastoestellen bezighouden. ‘Alleen als álle installatiebedrijven in ons land werken volgens zware, maar heldere eisen, kunnen we de veiligheid van gastechnische installaties sterk verbeteren en het aantal koolmonoxideslachtoffers terugdringen’, aldus de branchevereniging. Ook voor elektra en water wil Uneto-VNI op termijn een zwaardere erkenningsregeling invoeren.

In haar oproep voor een wettelijke erkenningsregeling staat de vereniging overigens niet alleen. Ook organisaties als de Consumentenbond, Brandweer Nederland, Netbeheer Nederland, VACpuntWonen en Vereniging Eigen Huis sluiten zich aan bij het standpunt van Uneto-VNI. Tijdens de regiobijeenkomsten van dit voorjaar bleek ook de overgrote meerderheid van de Uneto-VNI-leden vóór.

[related_post themes=”text”]

  • augustus 31, 2016
  • 149 views
Energieprestatievergoeding voor nul-op-de-meter woning

energieneutraal-huis-282x212Verhuurders die hun woningen tot een (bijna) nul-op-de-meter woning renoveren, mogen vanaf 1 september een energieprestatievergoeding van hun huurders vragen. Bij zo’n woning worden energiebesparende maatregelen gecombineerd met energieopwekkende voorzieningen, zoals zonnepanelen, zonneboilers of warmtepompen. Via de energieprestatievergoeding kan de verhuurder de forse investeringen in de huurwoning terugverdienen. Over de hoogte van de vergoeding moeten de verhuurder en de huurder het eens worden. De wet over de energieprestatievergoeding van de ministers Blok (Wonen en Rijksdienst) en Van der Steur (Veiligheid en Justitie) treedt morgen in werking.

De wet geeft verhuurders meer zekerheid dat zij een deel van hun investeringen via de energieprestatievergoeding kunnen terugverdienen. Daarnaast krijgt de huurder duidelijkheid over de redelijkheid van de vergoeding en de woonlasten na renovatie.

Op verzoek van de Tweede en de Eerste Kamer werkt minister Blok nog aan een regeling die huurders de garantie biedt dat hun totale woonlasten niet of beperkt omhoog gaan. Ze betalen dan weliswaar een energieprestatievergoeding, maar geven ongeveer net zo veel minder uit aan energie.

Binnenkort zal de energieprestatievergoeding ook mogelijk worden voor zeer goed geïsoleerde huizen met een aansluiting op aardgas. Voorwaarde is dat het huis zo veel duurzame energie opwekt dat er elektriciteit terug gaat naar het net. Op die manier wordt het verbruik van aardgas dan gecompenseerd. Hierover loopt tot 11 september een openbare internetconsultatie.

In het Energieakkoord is afgesproken dat de sociale huurwoningen van woningbouwcorporaties in Nederland in 2020 gemiddeld energielabel B zijn. Om dat te bereiken zijn op grote schaal renovaties van woningen nodig. De wet is daarmee ook een stimulans voor innovatie en werkgelegenheid in de bouw.

[related_post themes=”text”]

  • augustus 30, 2016
  • 179 views
‘Bodemenergiesystemen presteren beter dan voorheen’

bodemenergieUit recent onderzoek naar het functioneren van bodemenergiesystemen, dat in opdracht van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) werd uitgevoerd, komt naar voren dat bodemenergiesystemen beter presteren dan voorheen. Ook lijkt het erop dat gebouwbeheerders beter vat krijgen op hun systemen. Dat het rendement van de bodemenergiesystemen beter wordt blijkt uit diverse factoren. In het onderzoek, dat een update was van een eerder het onderzoek uit 2006 en 2009, werden 125 open systemen voor warmte- en koudeopslag (WKO) aan een nadere analyse onderworpen. Uit de update komt naar voren dat de systemen veel minder water verpompen tussen de warmte- en koudebron. Deze verbetering wordt met name toegeschreven aan het verbeterde beheer en onderhoud van de systemen.

Belangrijke punten die in het onderzoek naar voren kwamen zijn:

  • Het temperatuurverschil tussen de warmte- en koudebron.

Globaal geldt: hoe groter het verschil, hoe beter;

  • De energiebalans.

Een goede balans zorgt ervoor dat de brontemperaturen goed blijven;

  • De verpompte hoeveelheid grondwater.

Hoe meer energie per verpompte kuub water eruit wordt gehaald, hoe beter.

Ook blijkt uit het onderzoek dat het gemiddelde temperatuurverschil over de bronnen nagenoeg gelijk blijft: van 4,4 graden Celsius naar 4,6 graden Celsius. Een positief punt daarbij is wel dat er ook systemen zijn met een temperatuurverschil tussen 7 en 10 graden Celsius. Verder zijn de open WKO-systemen in Nederland over het geheel gezien nu meer in balans dan bij het eerdere onderzoek in 2006 en 2009.

Het op een juiste wijze ontwerpen, realiseren en/of beheren van bodemenergiesystemen is cruciaal om te zorgen dat de systemen in de praktijk ook waar maken wat ze beloven. Het daarbij beschikken over de nodige vakkennis is dan ook van groot belang. Het is dan ook niet voor niets dat per 1 oktober 2014 alle marktpartijen die bodemenergiesystemen ontwerpen, realiseren, onderhouden en beheren, hiervoor dienen te zijn gecertificeerd. Daarnaast dienen de bedrijven aantoonbaar te beschikken over de juiste vakkennis die binnen de speciaal hiervoor ontwikkelde Leergang Bodemenergie beschikbaar is.

[related_post themes=”text”]

  • augustus 29, 2016
  • 151 views
Londense metrolijnen moeten kantoren en woningen gaan verwarmen

london-underground-tubeOok in Groot-Brittannië is men naarstig op zoek naar alternatieve manieren om huizen en kantoorgebouwen te verwarmen. Ongeveer vier op de vijf woningen wordt momenteel verwarmd door cv-ketels. Deze zullen moeten worden vervangen door groenere vormen van verwarming om de Britse klimaatdoelstellingen in 2050 te halen. Bij onze overzeese buren is er daarom veel aandacht voor warmtenetwerken die gebruik maken van bijvoorbeeld geothermische energie of restwarmte van industriële installaties. Opmerkelijk is dat zelfs de warmte in de metrolijnen (tubes) voor de Britten een potentiële groene energiebron is. Voor de Londense Northern Line zijn er al plannen in de maak. Wie ooit in Londen met ‘the tube’ heeft gereisd, weet dat hier inderdaad een hoop warmte te winnen is.

Meer dan een derde van de lokale autoriteiten in Engeland en Wales maakt momenteel plannen om warmte via leidingen van de ene bron naar honderden huizen of bedrijfspanden te transporteren, zo meldt The Daily Telegraph. Hoewel benadrukt wordt dat warmtenetwerken nog steeds CO2 produceren, vindt men het verstandiger de warmte te gebruiken in plaats van zomaar te verspillen. Bovendien is het een goedkopere manier om per huishouden warmte te leveren dan met een eigen verwarmingsketel.

[related_post themes=”text”]

  • augustus 26, 2016
  • 150 views
Publieke investeringen in energieonderzoek weer op niveau

duurzame energieIn 2015 investeerde de Rijksoverheid €181 miljoen in energieonderzoek en demonstratie. Een totale stijging van 18% ten opzichte van 2014. Hiermee zijn de publieke investeringen weer terug op het gemiddelde niveau van de periode 2011- 2013. Dit staat in de jaarlijkse ‘Monitor publiek gefinancierd energieonderzoek’ van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl). Deze monitor laat zien hoeveel geld er naar de verschillende typen onderzoek gaat en naar welke energiethema’s.

Meer dan de helft (54%) van de publieke middelen was voor het energieonderzoek naar de productie van duurzame energie. Dit komt vooral door de Hernieuwbare energieregeling. Ruim een kwart ging naar onderzoek voor energiebesparing. Dit is vrijwel gelijk aan de afgelopen jaren. 9% ging naar onderzoek voor de inzet van aardgas als schone fossiele energiebron. Deze stijging is vooral terug te voeren op activiteiten in het TKI Gas (Topsector Energie), dat zich richt op de ontwikkeling van LNG toepassingen, verhoogde gaswinning en CO2-opslag. Er ging geen geld naar onderzoek naar kolen of andere fossiele brandstoffen in 2015.

 

[related_post themes=”text”]

 

  • augustus 24, 2016
  • 153 views
Veel subsidieaanvragen voor warmtepomp dankzij ISDE-regeling

air-source-heat-pumpSinds begin dit jaar de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE) van kracht is geworden, zit de aanschaf van warmtepompen aardig in de lift. Tot en met 31 juli zijn er in totaal 7424 subsidieaanvragen geweest waarvan 87% afkomstig was uit de particuliere markt. De subsidie is bedoeld voor pelletkachels, biomassaketels, zonneboilers en warmtepompen.  Opvallend is dat in de particuliere sector bijna 50% van de aanvragen een warmtepomp betrof. Bij de zakelijke aanvragen was het percentage warmtepompen 75%. (bron: RVO.nl).

De toename van warmtepompsystemen betreft zowel de grondgebonden warmtepomp als de lucht/water warmtepomp. Om te zorgen dat in de praktijk de kwaliteit van de warmtepompsystemen voldoende tot hun recht komen, is het van groot belang dat zowel het ontwerp als de realisatie van dergelijke systemen op vakkundige wijze geschiedt.

Met name voor de grondgebonden warmtepompsystemen geldt dat het installatiebedrijf dat dergelijke systemen aanlegt hiervoor gecertificeerd moet zijn. Maar ook bij de aanleg van lucht/waterwarmtepompsystemen geldt dat het in huis hebben van de nodige vakkennis van groot belang is.

Voor het ontwerpen en installeren van warmtepompsystemen in woningen zijn speciale cursussen ontwikkeld waarin de noodzakelijke kennis wordt bijgebracht en waarvoor men in het kader van de certificering desgewenst ook een Cito-diploma kan behalen.

Zowel voor de cursus individuele grondgebonden warmtepompsystemen in woningen als voor lucht/water warmtepompen in woningen kunt u terecht bij de Warmtepomp-Academy: www.warmtepomp-academy.nl.

[related_post themes=”text”]

  • augustus 24, 2016
  • 140 views
Nederlandse bouw- en installatie sector moet slimmer en beter bouwen

Slim Bouwen InstEen veel gehoord credo is ´smarter, faster, cheaper, better’. Maar hoe kijkt de Nederlandse bouw- en installatiesector zelf aan tegen deze ontwikkelingen? De sector is van mening dat Nederland met name slimmer en beter moet bouwen. De focus ligt minder bij sneller en goedkoper. Met name de architecten en handelaren zijn groot voorstander van deze ontwikkelingen. Dit blijkt uit onderzoek van USP Marketing Consultancy onder 700 bouwprofessionals.

Er zijn diverse managementboeken verschenen met daarin enkele of alle van de volgende steekwoorden: smarter, faster, cheaper en better. Om te kijken in hoeverre dit ook van toepassing is op de Nederlandse bouwen installatiesector heeft USP onderzocht in hoeverre de sector zelf van mening is dat er de komende jaren slimmer, sneller, goedkoper en een betere kwaliteit gebouwd moet worden. Het blijkt dat alle marktpartijen unaniem van mening zijn dat er vooral slimmer en beter gebouwd moet worden. Bij alle marktpartijen, met uitzondering van afbouwers, staat slimmer op de eerste positie, gevolgd door betere kwaliteit. Sneller en goedkoper bouwen zijn minder belangrijk.

Hoewel de aspecten los van elkaar gevraagd zijn, hoeven ze elkaar uiteraard niet uit te sluiten. Integendeel ze kunnen elkaar zelfs versterken. Als er bijvoorbeeld slimmer gebouwd gaat worden, dan kan er ook al in de ontwerpfase gekeken worden hoe het project eventueel goedkoper gerealiseerd kan worden. Een andere ontwikkeling die natuurlijk effect heeft op deze aspecten is die van prefabricage / modulair bouwen. Als er meer in ‘fabrieken’ onder geconditioneerde omstandigheden geproduceerd wordt, worden veel negatieve effecten uitgesloten of in ieder geval geminimaliseerd.

Te denken valt aan faalkosten, transportkosten, wachttijden en dergelijke. Desalniettemin kunnen veel onderdelen van een gebouw ‘slimmer’ gerealiseerd worden, maar vooralsnog komt er zeker nog mensenwerk bij kijken. In een volgend artikel zullen een aantal trends en ontwikkelingen onder de loep worden genomen: gebruik 3D-printers, technologie in de bouw, prestatiecontracten en monteren in plaats van bouwen.

[related_post themes=”text”]

  • augustus 23, 2016
  • 152 views
Lichte daling orderportefeuille bouw

airco-installateur-werk-300x225 ConjunctuurmetingDe totale werkvoorraad in de bouw is in juni met één tiende maand afgenomen naar 8,1 maanden. Tegenover een daling van de werkvoorraad in de burgerlijke en utiliteitsbouw stond een stijging van de werkvoorraad in de grond-, water- en wegenbouw.

De totale orderportefeuille nam in de burgerlijke en utiliteitsbouw met drie tiende maand af tot 8,9 maanden. Nadat deze een maand eerder met vijf tiende maand was toegenomen, nam de werkvoorraad in de woningbouw met vier tiende maand af tot 8,9 maanden. De orderportefeuille van de utiliteitsbouw is in juni met één tiende maand afgenomen tot eveneens 8,9 maanden.

De werkvoorraad in de grond-, water- en wegenbouw is toegenomen met vier tiende maand naar 6,0 maanden. De werkvoorraad in de wegenbouw nam met vier tiende maand toe tot 5,6 maanden. De orderportefeuille in de grond- en waterbouw nam in juni met drie tiende maand toe tot 6,4 maanden, na een afname van twee tiende maand in de voorgaande maand.

Van de bouwbedrijven geeft in juni een kwart aan stagnatie in onderhanden werk te ondervinden. Eén op de elf ondervindt stagnatie als gevolg van onvoldoende orders. Zeven op de tien bedrijven beoordeelt hun huidige orderpositie als normaal, terwijl bijna twee op de tien bedrijven deze als groot beoordeelt. Ongeveer twee op de drie bedrijven verwacht geen verandering van de personeelsbezetting. Van de overige bedrijven is het aandeel dat een toename van de personeelsbezetting verwacht vier keer zo groot als het aandeel dat een afname verwacht. Bijna één op de drie bedrijven verwacht dat de prijzen zullen toenemen. Vrijwel geen bedrijven verwachten een afname van de prijzen.

Dit blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van juni 2016 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ruim 400 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking.

[related_post themes=”text”]

  • augustus 22, 2016
  • 150 views
‘Jongere per jaar bijna drie dagen onder douche’

Lang douchen kost veel water en is bovendien slecht voor het milieu wegens het energieverbruik, aldus de organisatie. Jongeren spoelen per keer ruim 80 liter warm water weg, terwijl kinderen en ouderen met een krappe 35 liter veel vlugger zijn.

Om de douchetijd te beperken helpt een timer, zandloper of muzieknummer. Deze week kan iedereen zijn of haar favoriete nummer aandragen en een stem uitbrengen voor het ultieme douchedeuntje in de ochtendshow van Giel Beelen op radio 3FM.

[related_post themes=”text”]