• juni 6, 2016
  • 135 views
Gelderse recreatiehouders pleiten voor minder bureaucratie bij legionellapreventie

camping doucheGelderse campinghouders, hoteliers en eigenaren van bungalowparken vinden de regels voor legionellapreventie overdreven en verouderd. Dit meldt omroep Gelderland op haar website. Het papierwerk voor legionellapreventie en inspectiediensten, die langs elkaar heen werken, zorgen volgens de ondernemers voor hoge kosten en veel administratieve rompslomp. Naast logboeken moeten campinghouders onder meer zorgen voor een uitgebreid beheersplan, risicoanalyses, het doorspoelen van leidingen en het laten verrichten van watermetingen en tal van andere inspecties. De omroep citeert Sepp Willemsen van camping De Waay in Doornenburg, van wie alle bureaucratie wel eens wat minder zou mogen. “Het is goed dat er controles en regels zijn. Maar bijvoorbeeld het bijhouden van een logboek voor iedere kraan of meter is zinloos.”

Brancheorganisatie Recron pleit al langer voor efficiëntere regels zegt Ivo Gelsing van de Gelderse afdeling. “Bij het legionelladossier is de regeldruk hoog. Zeker als je bedenkt dat er vier ministeries en zes toezichthoudende instanties zijn die zich met dit onderwerp bezighouden.” Inmiddels heeft de VVD-fractie in de Tweede Kamer een initiatiefnota opgesteld om die regeldruk te verminderen. VVD-kamerlid Erik Ziengs zal deze plannen toelichten op het Nationaal Congres Sanitaire Technieken van TVVL op 27 juni a.s. Binnenkort komt er ook een proef om de legionella-inspecties bij kleine recreatiebedrijven te versimpelen. Voor instellingen als ziekenhuizen en sauna’s blijft alles hetzelfde.

Een tegengeluid komt van Henk Muller (76) uit Apeldoorn, die in 2006 besmet raakte met Legionella tijdens een vakantie in Frankrijk nadat hij gedoucht had in een herberg. Muller overleefde de ziekte ternauwernood maar hield er veel klachten aan over. Hij is faliekant tegen vermindering van preventieregels.

De regels hebben geholpen het aantal patiënten en mensen dat aan Legionella overlijdt flink te verminderen. “Het kost ondernemers meer tijd, ja. Maar als ex-patiënt kost het mij nu ook meer tijd om mijn dagelijkse dingen te doen. Bij alles wat ik wil, moet ik bedenken of het niet te belastend is gezien mijn fysieke gesteldheid.”

Jaarlijks zijn er zo’n 300 ziektegevallen door Legionella. Van de mensen die het oplopen overlijdt ongeveer 5 tot 10 procent.

 

  • juni 4, 2016
  • 141 views
Hoe ontwikkelt seizoensopslag zich?

In opdracht van Energiesprong heeft Merosch onderzoek gedaan naar de verschillende mogelijkheden om voor een langere periode energie op te slaan (seizoensopslag). Ontwikkelaars van seizoensopslag, experts uit de onderzoekswereld en het bedrijfsleven zijn gevraagd naar de huidige ontwikkelingen. Er is onderzoek gedaan naar de mogelijke toekomstige toepassing van seizoensopslag in de gebouwde omgeving. Hierbij is gekeken naar drie verschillende vormen van seizoensopslag: opslag in voelbare warmte (bijvoorbeeld een groot watervat dat wordt opgewarmd); opslag in latente warmte (opslag in de faseovergang van vast naar vloeibaar); opslag in thermochemie (opslag in de chemische binding van materialen). Uit dit onderzoek is gebleken dat er in de komende jaren interessante ontwikkelingen op het gebied van seizoensopslag te verwachten zijn. Daarnaast zijn er barrières en mogelijke verbeteringen van seizoensopslag geïdentificeerd. Het gehele rapport is hier te downloaden. Lees hierna verder een samenvatting van het rapport.

Veel projecten die bezig zijn met het verduurzamen van woningen maken op dit moment gebruik van zonne-energie. Een voorbeeld van dit soort projecten zijn nul op de meter woningen, die evenveel energie opwekken als ze over het hele jaar heen gebruiken. Deze woningen produceren echter de meeste energie rond de zomer, terwijl de warmtevraag van woningen vooral in de winter ligt. Op dit moment wordt er nog geen differentiatie gemaakt tussen tijd van opwek en tijd van gebruik, maar met een steeds groter wordend aandeel van intermitterende duurzame energiebronnen lijkt dit op lange termijn niet houdbaar. In dat geval dient er gekeken te worden naar alternatieve manieren om vraag en aanbod beter op elkaar af te stellen. Dit kan door middel van opslagsystemen die energie voor meerdere maanden kunnen opslaan, ook wel seizoensopslag genoemd.

Het doel van dit onderzoek is om te analyseren waar seizoensopslagsystemen staan en in welke mate deze systemen een rol kunnen spelen in het balanceren van vraag en aanbod in de toekomst. Dit onderzoek heeft zich gericht op verschillende vormen van seizoensopslag voor warmte in woningen: opslag op basis van het verhogen van de temperatuur van een bepaald medium (voelbare warmte), opslag op basis van faseovergangen van stoffen (PCM) en opslag op basis van energie die nodig is voor chemische reacties (TCM). Binnen dit onderzoek is gekeken naar de huidige ontwikkelingen van dit soort systemen en welke verwachtingen er zijn voor de toekomst. Hiervoor zijn naast enkele ontwikkelaars van seizoensopslag ook verschillende experts uit de onderzoeks- en advieswereld geïnterviewd.

Op dit moment zijn er al enige toepassingen van voelbare warmte systemen in het buitenland. Dit zijn vooral grote watermassa’s in de buurt van een woonwijk. Ook in Nederland zijn er plannen voor dit soort systemen. Daarnaast kan warmte ook opgeslagen worden op enkele honderden meters in de ondergrond. Groot voordeel aan voelbare warmtesystemen zijn de lage kosten en toepassingsmogelijkheden op korte termijn. PCM systemen lijken op dit moment niet ontwikkeld te worden voor toepassing van seizoensopslag maar voor meer kortere termijn opslag. TCM systemen bevinden zich nog in een ontwikkelfase, waarbij meer materiaal- en systeemonderzoek nodig is voordat dit type systemen toegepast kunnen worden in woningen. Voordelen aan TCM systemen zitten een relatief beperkt volume en een laag opslagverlies.

De kosten voor voelbare warmtesystemen zitten vooral in de tank en isolatiemateriaal om warmteverliezen te beperken. Kostenreductie zouden te behalen moeten zijn door opschaling en leereffecten. TCM systemen zijn op dit moment nog enkele tienduizenden euro’s, maar de richtprijs voor lange termijn ligt rond de €10.000. Hierbij is het van belang dat een goede manier wordt gevonden om een stabiel materiaal met hoge energiedichtheid op een goedkope manier te produceren. De respondenten geven echter aan dat de kostprijs op dit moment giswerk is. In principe zouden de grondstoffen voor een dergelijk systeem niet moeten zorgen voor dergelijke hoge kosten. Vooral het opslagmateriaal zou zeer goedkoop moeten kunnen worden. Bij verregaande technologische ontwikkelingen zou de systeemprijs daarom nog lager moeten kunnen worden dan de experts op dit moment verwachten.

Volgens ontwikkelaars zouden voelbare warmte systemen in de komende jaren toegepast moeten kunnen worden in Nederland. Er zijn op dit moment niet veel ontwikkelingen voor opslag in de ondergrond, maar deze gaan er mogelijk wel komen. Voor centrale systemen is het van belang dat warmtenetten worden aangelegd om warmtetransport naar de woningen te verzorgen. Voor de toepassing van TCM systemen is er meer materiaal- en systeemonderzoek nodig. Er zijn nog vraagstukken rond stabiliteit en corosiviteit die eerst opgelost dienen te worden. Er is meer gefocust onderzoek nodig naar dit soort systemen voordat er over marktintroductie nagedacht kan gaan worden.

De markt voor de verschillende systemen is divers. Er wordt voor verschillende systemen een aparte markt gezien, waarbij systemen op andere segmenten van de woningmarkt toepasbaar kunnen zijn. Voor wijken waar er voldoende ruimte in of om huizen is kan decentrale opslag in TCM systemen interessant zijn, terwijl in woningen waar dit niet mogelijk is centrale opslag een betere toepassing kan zijn. Alleen opslag verzorgen is onvoldoende om dit soort systemen haalbaar te maken in woningen. Andere functionaliteiten zoals koeling en netbalancering kunnen helpen bij het economisch haalbaar maken van seizoensopslagsystemen.

Door de experts zijn verschillende barrières aangegeven met betrekking tot het toepassen van seizoensopslag. Zo is het (hr-ketel) alternatief te goedkoop op dit moment, wordt er te veel gekeken naar een lage terugverdientijd en wordt er op dit moment nog niet genoeg waarde gehecht aan buffersystemen die onbalans van energieproductie en gebruik over langere termijn op kunnen vangen. Ook is er op dit moment te weinig aandacht voor de noodzaak van dit soort systemen in de toekomst en niet genoeg stimulans voor onderzoek en ontwikkeling van dit soort systemen. De mogelijke interventies die volgens de experts gepleegd kunnen worden om de toepassing van seizoensopslag te versnellen richten zich op het ontwikkelen van een duidelijke visie van de overheid omtrent de infrastructuur van energie in de toekomst en het verbeteren van de financiering voor onderzoek en ontwikkeling. Ook met het aanpassen of strenger maken van regelgeving, zoals de salderingsregelgeving en de EPC-normering, kan een stimulans gegeven worden aan het ontwikkelen van seizoensopslag. Daarnaast kunnen ook variabele energieprijzen en het bevorderen van kennisdeling helpen bij het versnellen van de toepassing van seizoensopslag.

[related_post themes=”text”]

  • juni 3, 2016
  • 140 views
10 procent Nederlanderse huizenbezitters vertrouwt cv-ketel niet

Uit onderzoek van installateurscollectief Mister Hippo blijkt dat 10 procent van de Nederlanders met een koopwoning de cv-ketel als onveilig ervaart. De resultaten laten verder zien dat twee keer zoveel vrouwen als mannen zich onveilig voelen in de woning met de huidige cv-ketel. Deze vrouwen zijn voornamelijk 30 tot en met 39 jaar oud en verdienen per maand € 2.000 – € 3.000. Het onveilige gevoel wordt volgens het onderzoek veroorzaakt door een aantal factoren: het ontbreken van kennis bij de koper waardoor deze moet vertrouwen op de installatiemonteur; nieuwsberichten over het feit dat vele cv-ketels niet goed geïnstalleerd blijken waardoor de kans op koolmonoxidevergiftiging groter is; achterstallig onderhoud van de cv-ketel omdat het niet verplicht is om jaarlijks de cv-ketel te laten onderhouden.

Uit het onderzoek blijkt ook dat meer mannen een service- of onderhoudscontract afsluiten dan vrouwen. Het verschil is 12 procent. Mannen vergelijken meer bij aankoop van een cv-ketel dan vrouwen. Mannen vergelijken ook meer op type cv-ketels. Het verschil met vrouwen is 15,8 procent. Ook vragen meer mannen meerdere offertes aan om de juiste cv-ketel te kiezen. De vrouwen gaan af op de expertise van de installateur of gebruiken de ervaringen van bekende (vrienden of familie).

Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat voornamelijk de jonge Nederlanders met een koopwoning (18 tot en met 39 jaar) meerdere type cv-ketels met elkaar vergelijken. Het verschil is afgerond 19 procent. Daaropvolgend vragen de jonge Nederlanders meerdere offertes aan.

[related_post themes=”text”]

  • juni 3, 2016
  • 155 views
Belangenbehartiger zzp’er opent meldpunt VAR-DBA

logo zzpNadat een maand geleden de VAR is afgeschaft, verschijnen er nog steeds berichten in de media over bedrijven, die angst hebben om zzp’ers in te huren, vanwege het risico om te worden aangezien voor werkgever. Stichting ZZP Nederland is er zich bewust van dat sommige opdrachtgevers koude voeten krijgen en wil de feiten op tafel hebben. Daarom heeft de stichting een Meldpunt VAR-DBA geopend die de knelpunten in kaart moet brengen. Deze zullen vervolgens aan staatssecretaris Wiebes worden voorgelegd. “Wij hebben vastgesteld, dat de voorlichting van de Belastingdienst meer vragen oproept dan zekerheden verschaft en daar is de staatssecretaris verantwoordelijk voor”, zegt voorzitter Maarten Post.

Waar tijdens de VAR de zzp’er moest aantonen ondernemer te zijn, is het nu de opdrachtgever die in het contract moet laten zien geen werkgever te zijn. Dat kan door in het contract af te zien van werkgeversbevoegdheden en daar in de praktijk naar te handelen. Allerlei andere onderwerpen, zoals o.a. de duur van het contract, logo’s op werkkleding, gebruik van materieel, roosters en werkplek, zorgen voor nodeloze discussie en onzekerheid. De Belastingdienst laat deze onzekerheid al dan niet bewust bestaan, waardoor ze juist voeding geeft aan de angst van opdrachtgevers om voor werkgever te worden aangezien met alle verplichtingen van dien.

Stichting ZZP Nederland opent het Meldpunt VAR-DBA om signalen van zzp’ers en opdrachtgevers te registreren over de toepassing van modelcontracten en de onzekerheden die er leven. Post:  “Wij voorzien niet alleen zzp’ers, maar ook opdrachtgevers van de juiste informatie, zodat men gewoon kan doorgaan met ondernemen. Bovenal verzoeken wij staatssecretaris Wiebes om een einde te maken aan de onzekerheid bij opdrachtgevers, die door deze onduidelijke voorlichting is veroorzaakt, want dat is niet in het belang van bijna 1 miljoen hardwerkende zelfstandige ondernemers.”

  • juni 3, 2016
  • 150 views
De prijs van zonnepanelen blijft dalen, maar minder snel

solar-panel-installationDe prijs van zonnepanelen blijft dalen. De afgelopen vijf jaar is deze met bijna een kwart gedaald. Dat blijkt uit een prijsinventarisatie van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal. De prijs daalde minder spectaculair dan in de vijf jaar ervoor. Tussen 2006 en 2011 halveerden de prijzen. Een set van tien panelen kost nu 4.600 euro, een vergelijkbaar systeem kostte in 2011 nog 5.900 euro. Milieu Centraal berekende de prijzen inclusief installatie en omvormer.

De flinke prijsdaling is één van de oorzaken dat zonnepanelen het straatbeeld veroveren. Eind 2015 hadden ruim 400.000 huizen zonnepanelen. Daarmee heeft 6 procent van de Nederlandse huishoudens nu zonnepanelen op het dak en dat is vier keer zoveel als het aantal huizen met zonnepanelen in 2010. Dit rekent Milieu Centraal uit op basis van het geïnstalleerde vermogen aan zonnestroom in combinatie met een inschatting over het vermogen per paneel en het gemiddeld aantal zonnepanelen dat mensen hebben.

Uit gegevens van het CBS blijkt dat eind vorig jaar 1,5 GW aan vermogen van zonnepanelen in Nederland stond. Dat levert jaarlijks ongeveer 1.100 miljoen kWh aan zonnestroom op. Twee derde daarvan is geïnstalleerd op woonhuizen, de rest ligt op daken van bedrijven of boeren en in grootschalige zonneweiden.

De jaarlijkse opbrengst van tien zonnepanelen is ruim 2.200 kWh elektriciteit, een gemiddeld huishouden gebruikt per jaar 3.300 kWh. Bij de huidige stroomprijs levert dat 450 euro op.

[related_post themes=”text”]

  • juni 2, 2016
  • 169 views
Lenen voor energiebesparende maatregelen aan woningen

ZgxudldJaiCHet Nationaal Energiebespaarfonds is een campagne gestart om de Energiebespaarlening meer onder de aandacht te brengen van particuliere woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s). Het aantal leningen uit het Nationaal Energiebespaarfonds heeft sinds de start van het fonds al een flinke groei doorgemaakt. Voorbeelden van energiebesparende maatregelen aan woningen die worden gefinancierd zijn zonnepanelen, isolatie, hoogrendementsglas, hr-ketels en warmtepompen. Met de campagne ‘Het Nationaal Energiebespaarfonds maakt het mogelijk’ wil het fonds woningeigenaren en VvE’s erop attenderen dat het financieel haalbaar is om de eigen woning of appartementencomplex te verduurzamen.

Bij zonnepanelen geldt de voorwaarde dat er nog een extra maatregel nodig is. Maximaal 75% van het leenbedrag mag worden besteed aan zonnepanelen. De leningen worden tegen een lage rente verstrekt en zijn boetevrij aflosbaar. Dankzij een extra bijdrage van het kabinet van € 10 miljoen is eind januari de rente van de Energiebespaarlening verder verlaagd en wordt deze campagne financieel mogelijk gemaakt.

De overheid heeft als doelstelling om Nederland duurzamer te maken. Daarom heeft zij het Nationaal Energiebespaarfonds in 2014 opgericht. Het fonds is gevuld door de Rijksoverheid, Rabobank en ASN Bank. Het Nationaal Energiebespaarfonds kent een totaalbudget van € 300 miljoen  voor heel Nederland.

De campagne ‘Het Nationaal Energiebespaarfonds maakt het mogelijk’ wordt gevoerd op radiozenders, via landelijke dag- en vakbladen en online. Op de website www.energiebespaarlening.nl vinden woningeigenaren en VvE’s uitgebreide informatie over de maatregelen die met de Energiebespaarlening gefinancierd kunnen worden. Hier zijn ook de voorwaarden te vinden waaraan moet worden voldaan om in aanmerking te komen voor financiering uit het fonds.

[related_post themes=”text”]

 

  • juni 2, 2016
  • 137 views
Bijna driekwart verkochte woningen heeft energielabel bij verkoop

Marktonderzoekbureau Calcasa onderzocht in hoeverre woningen, sinds de invoering van het vereenvoudigde energielabel in januari 2015, een geregistreerd label hebben bij verkoop. Hierbij is onderscheid gemaakt naar woningtype, bouwjaar en prijsklasse. Van de 7,6 miljoen woningen in Nederland hebben 2,9 miljoen een geregistreerd energielabel. Van deze geregistreerde labels zijn er de afgelopen 15 maanden 166 duizend verkocht. 27% van deze verkochte woningen heeft een C-label. Gemiddeld over alle maanden sinds januari 2015, heeft 74% van de verkochte woningen een geldig en geregistreerd label bij verkoop. Het aandeel geregistreerde en gelabelde woningen loopt wel op sinds het verplicht stellen met als sanctie bij uitblijven een boete voor de verkoper. In januari 2015 waren 55% van de verkochte woningen voorzien van een geldig gecertificeerd label. In maart 2016 is dit aandeel opgelopen naar 82%.

Calcasa onderzocht ook het effect van het energielabel op de woningwaarde sinds de invoering van het vernieuwde verplichte energielabel sinds januari 2015. De gemiddelde vierkantemeterprijzen naar woningtype en bouwjaar zijn per regio geanalyseerd. De uitkomsten laten een beeld zien van een licht aflopende gemiddelde vierkantemeterprijs. Uitzondering hierop zijn woningen in het westen van het land. Daarnaast is opmerkelijk dat bij gemiddeld 26% van alle transacties geen definitief label is afgegeven. Deze conclusie ligt in lijn met reeds eerder gerapporteerde uitkomsten van de Rekenkamer in mei. Zij concludeerden dat het vernieuwde systeem van labelen onbetrouwbaar is en het waarde-effect gering.

[related_post themes=”text”]

  • juni 1, 2016
  • 185 views
Zonne-energiesector worstelt met eindige salderingsregeling

Tijdens het zonne-energiecongres The Solar Future heeft GroenLinks-Kamerlid Liesbeth van Tongeren de betrokken branchepartijen opgeroepen op korte termijn met realistische en realiseerbare voorstellen te komen voor een langjarig en stabiel overheidsbeleid aangaande zonnestroom. “Nog een maand en dan zijn de verkiezingsprogramma’s. Mis je deze slag, dan ben je de komende 4 jaar niet aan de beurt.” De toekomst van de elektriciteitsmarkt en de rol van zonne-energie was duidelijk het voornaamste onderwerp tijdens het congres, meldt Solar Magazine. De toekomst van salderen maakte, zoals te verwachten, de meeste tongen los. Zo stelde SolarClarity-directeur Peter Desmet dat de markt haar kop ook niet in het zand steekt. “Wij weten dat we ons moeten aanpassen aan het veranderende energielandschap en dat de salderingsregeling eindig is. Wij willen daarbij een systeem dat redelijk is voor de overheid, de netbeheerder en het energiebedrijf, maar vooral ook te begrijpen is voor de consument. Dat laatste is de crux.”

Erik Lysen, die namens Holland Solar en de NVDE deelnam aan de discussie, stelde dat ten aanzien van de salderingsregeling nog alle opties open zijn. “Binnenkort zal een werkgroep van de Nederlandse Vereniging van Duurzame Energie een toekomstbestendig plan presenteren. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de belangen van het ministerie van Financiën en zal er eenvoud zijn voor de consument. De hoofdmoot: het salderen gaat door – en moet tot 2030 blijven – maar in een andere vorm, waarbij de pv-markt stabiel kan groeien en investeerders investeringszekerheid hebben.”

[related_post themes=”text”]

  • juni 1, 2016
  • 150 views
Feenstra doet open geiser in de ban

6651Feenstra doet per heden alle open gastoestellen in de ban. Kachels, keukengeisers en gasgestookte boilers die een risico vormen voor koolmonoxidevergiftiging worden niet meer verkocht of verhuurd, meldt de verwarmingsspecialist met ruim 800.000 onderhoudsklanten voor de cv-installatie. Voor open toestellen worden geen nieuwe onderhoudscontracten afgesloten. Eigenaren van een open toestel met een lopend servicecontract worden geholpen over te stappen naar een veiligere manier van verwarmen. “Door het ontmoedigen van open toestellen willen we voorkomen dat er onnodig slachtoffers vallen door koolmonoxidevergiftiging”, stelt Henjo Groenenwegen, algemeen directeur van Feenstra. “Bij open toestellen kunnen schadelijke gassen, vooral koolmonoxide, in de woning terecht komen. Bij gesloten toestellen worden de gassen veilig via een rookgasafvoer naar buiten geloosd.”

Feenstra gaat met woningcorporaties overleggen hoe gezamenlijk de stap naar gesloten, veilige toestellen kan worden gemaakt. Nederland telt bijna 1 miljoen open toestellen waarvan het merendeel keukengeisers zonder rookafvoer. Jaarlijks overlijden er tenminste vijf à tien mensen door koolmonoxidevergiftiging en worden er enkele honderden slachtoffers met klachten zoals hoofdpijn, duizeligheid of hersenbeschadiging opgenomen in het ziekenhuis.

Groenenwegen: “Veiligheid moet voor alles. Wij nemen de verantwoordelijkheid om bewoners bewust te maken van de risico’s van open toestellen. Klanten met een huurcontract voor een open toestel komen we graag tegemoet. Die kunnen zonder afkoopsom de overeenkomst beëindigen en overstappen op een veilig gesloten gastoestel of een elektrisch toestel.”

“Het kan voorkomen dat een open toestel de enige optie is voor warmte en warm water omdat een rookgasafvoer naar buiten onmogelijk is. Dan kijken we heel kritisch naar de ruimte aan de hand van onze veiligheidseisen. Alleen als die haalbaar zijn, houden we een open toestel in onderhoud of in de verhuur. Sowieso gaan we bij alle open toestellen koolmonoxide-melders plaatsen. Die waarschuwen de klant als de concentratie koolmonoxide te hoog is.”

[related_post themes=”text”]

  • juni 1, 2016
  • 142 views
Branche pleit voor efficiëntere aanpak energiebesparing door overheid

Ondernemersvereniging FME en de aangesloten branches VFK, NVKL, VLA, DWHA en FEDET vinden dat veel kansen en mogelijkheden tot energiebesparing die in diverse wetten vast liggen onvoldoende worden benut. Ministeries en uitvoeringsorganisaties werken inefficiënt en langs elkaar. De afgesproken EU doelstellingen voor energiebesparing worden zo niet gerealiseerd. Voor de uitvoering van deze afspraken zijn drie ministeries actief: Infrastructuur & Milieu  voor de Wet Milieubeheer, Binnenlandse Zaken  voor de Regeling Energieprestaties Gebouwen en Economische Zaken voor subsidieverstrekking zoals Energie investeringsaftrek. Door slimmer samen te werken kan een aanzienlijke verbetering worden gerealiseerd. De brancheorganisaties pleiten daarom voor een vernieuwende aanpak; het verbeteren van de handhaving van het keuringsregime  via een door de Rijkoverheid ondersteunde database. In zo’n database kan eenvoudig zichtbaar gemaakt worden waar inspecties zijn gedaan, waar ze nog uitgevoerd moeten worden en welke adviezen om energiegebruik te beperken er zijn.

In het Energieakkoord zijn afspraken gemaakt voor een toekomstbestendig energie- en klimaatbeleid. Binnen de kaders van het Energieakkoord en de internationale afspraken zet de technologische industrie in op versnelde toegepaste energiebesparing zowel in de industrie als de gebouwde omgeving. Duurzame energiemaatregelen zoals zon -en windenergie alleen zijn niet voldoende. Energiebesparing is een goede manier voor CO2-reductie en het realiseren van de klimaatdoeleinden. Op 1 juni debatteert de Tweede Kamer over energiebesparing in de gebouwde omgeving. In een gezamenlijke brief aan de leden van de Kamercommissie Wonen en Rijksdienst doen de organisatie vijf voorstellen waarmee energiebesparing bevorderd kan worden:

  1. Een verbetering van de handhaving van het keuringsregime;
  2. Een korting op corporatieheffing als woningcorporaties aantoonbaar energierenovatie realiseren;
  3. Renovaties aan gebouwen met aardbeving schade meteen op het zogenaamde BENG (bijna energie neutraal gebouw)-niveau te brengen;
  4. Betere handhaving van de eisen aan schoolgebouwen;
  5. Een concreet stappenplan ter bevordering van de toepassing van beschikbare energiebesparende technieken.

[related_post themes=”text”]