Samenwerkings-overeenkomst Uniforme Objecten Bibliotheek ondertekend
Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter FME, Titia Siertsema, voorzitter Uneto-VNI, Martin Kreijenbroek, directeur 2BA, en Rien Wabeke, directeur Ketenstandaard Bouw en Installatie, hebben tijdens de bijeenkomst ‘Digitalisering in bouw: Fabrikanten aan zet’ een overeenkomst ondertekend om samenwerking en digitalisering in de bouwketen gezamenlijk vorm te geven. Dankzij een nauwe samenwerking tussen alle ketenpartners verwacht men de efficiency sterk te kunnen verbeteren en forse kostenbesparingen te kunnen realiseren. Basis hiervoor is de Uniforme Objecten Bibliotheek die het mogelijk moet maken om uniforme en uitwisselbare objecten te genereren in CAD-systemen van installatiebedrijven. De toeleveranciers van de installatiebranche gaan nu de productdata aanleveren die hiervoor nodig zijn.
Installatiebedrijven kunnen dankzij de overeenkomst binnenkort gebruikmaken van één uniform informatiemodel waarmee zij probleemloos data kunnen uitwisselen in elke fase van het bouw- en BIM-proces. Tijdens de bijeenkomst werden fabrikanten geïnformeerd over de kansen die de Uniforme Objecten Bibliotheek (UOB) oplevert en de acties die zij kunnen ondernemen om optimaal te profiteren van deze digitaliseringsslag. FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming: “Voor een sterkere Nederlandse industrie in de toekomst moeten meer bedrijven haast maken om processen aan te passen op kansen die Smart Industry biedt. Het opzetten van de Uniforme Objecten Bibliotheek is een goed voorbeeld van hoe dit wordt opgepakt vanuit de installatiesector.” Voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI vult aan: “Het project UOB is een goede uitwerking van een slimme samenwerking tussen partijen uit de industrie en de installatiebranche met als doel elkaar te versterken.”
De bouw digitaliseert in snel tempo. Dat levert productiviteitswinst op en een forse reductie van de faalkosten. Daarnaast kunnen fabrikanten efficiënter produceren, doordat de digitale (ge)bouwontwerpen direct toegepast kunnen worden in het productieproces. Hierdoor neemt de industrialisatie van de bouw significant toe en gaan de bouwkosten omlaag.
Dankzij de Uniforme Objecten Bibliotheek zijn fabrikanten straks bij BIM-aanbestedingen niet meer afhankelijk zijn van één software leverancier om al dan niet betrokken te kunnen worden bij BIM-aanbestedingen. Als zij één keer hun productgegevens op een standaardmanier invoeren, kunnen alle betrokken bouwpartners deze data vervolgens gebruiken.
[related_post themes=”text”]
Minister Stef Blok komt naar ‘Het Grote Duurzaamheids-congres 2016’
Donderdagmiddag 19 mei a.s. wordt in de Broodfabriek in Rijswijk ‘Het Grote Duurzaamheidscongres 2016’ georganiseerd. Minister van Wonen en Rijksdienst, Stef Blok zal aanwezig zijn tijdens dit congres. Het Grote Duurzaamheidscongres staat geheel in teken van interactie met alle aanwezigen en praten over de verdere verduurzaming van de woon- en leefomgeving in Nederland. RijswijkBuiten is één van de koplopers en heeft een voorbeeldfunctie in Nederland op het gebied van duurzaam bouwen en leven, aldus de organisatie. Maar er moet nog veel gebeuren. Gemeenten, rijksoverheid en bouwbedrijven, ontwikkelaars, adviseurs, architecten en andere stakeholders komen samen om te luisteren naar de visie van onder anderen Marloes Borsboom, wethouder Duurzaamheid van de gemeente Rijswijk en Job Dura van Dura Vermeer. Verder zijn er bijdragen van VolkerWessels, Stedin en KuiperCompagnons. Ook wordt er tijdens interactieve sessies concreet gewerkt aan aanbevelingen voor de rijksoverheid. Stef Blok, minister van Wonen en Rijksdienst zal een gedeelte van het programma aanwezig zijn.
Aanmelden voor dit congres kan via: www.hetgroteduurzaamheidscongres.nl
[related_post themes=”text”]
Veel interesse voor groepsaankoop zonnepanelen
Er blijkt opnieuw veel interesse in de groepsaankoop zonnepanelen van SamenZonneEnergie in de provincie Noord-Holland. Inmiddels hebben ruim 3.300 inwoners van de provincie Noord-Holland, waaronder bijna 900 afkomstig uit Zaanstad, zich aangemeld als deelnemer. De inschrijving voor de actie sluit op 11 mei. Dit is de vijfde groepsaankoop van SamenZonneEnergie waaraan inwoners van Noord-Holland kunnen deelnemen. De interesse in het opwekken van eigen duurzame energie is begrijpelijk, betoogt de initiatiefnemer. “Gemiddeld verdienen zonnepanelensystemen zich in 6 tot 10 jaar volledig terug en de systemen gaan minimaal 25 jaar mee. Een investering in zonnepanelen rendeert daarom aanzienlijk beter dan een gemiddelde spaarrekening. Bovendien wekken zonnepanelen groene stroom op, waardoor een zonnepanelen-eigenaar bijdraagt aan een duurzamere omgeving.”
Op 12 mei organiseert SamenZonneEnergie een veiling onder zonnepanelenleveranciers. Deze leveranciers doorlopen eerst een uitgebreid kwalificatieproces. “Kwaliteit staat altijd voorop”, aldus Dick Emmer, wethouder duurzaamheid. “De leverancier die het beste bod uitbrengt, wint de veiling en doet alle deelnemers een aanbod voor een zonnepanelensysteem op maat.”
Wie nog wil aanhaken bij de groep deelnemers voor deze groepsaankoop kan zich deze week nog inschrijven. Dit kan tot uiterlijk 11 mei via www.SamenZonneEnergie.nl
[related_post themes=”text”]
Wie ontvangt de subsidie voor een Bbl’er?
Welke bedrijven kunnen gebruikmaken van de Subsidieregeling praktijkleren? Vooral in de bouwsector blijkt onduidelijkheid te bestaan over de begeleiding van bbl’ers. Toch is het allemaal niet zo moeilijk, stelt PNO Consultants. Het is vastgesteld dat het bedrijf dat de daadwerkelijke praktijkbegeleiding van de bbl’er op de werkvloer voor zijn rekening neemt, degene is die aanspraak kan maken op subsidie. Het is daarbij niet van belang of de bbl’er ook daadwerkelijk op de loonlijst staat. Dus ook als bbl’ers werkzaam zijn via een detacherings- of uitzendconstructie komen zij in aanmerking voor subsidie. Wel moet er sprake zijn van een geldige praktijkovereenkomst tussen de leerling, het opleidingsinstituut en het -door het SBB erkende- leerbedrijf dat de praktijkbegeleiding verzorgt. Opgesomd komt de organisatie dus in aanmerking voor subsidie als: er sprake is van een erkend leerbedrijf, de bbl’er wordt begeleid op de werkvloer van het erkende leerbedrijf en het bedrijf medeondertekenaar is van de praktijkovereenkomst.
Via de Subsidieregeling praktijkleren stelt het ministerie van OCW subsidie beschikbaar voor praktijkleerplaatsen. Het gaat dan over leerwerkplaatsen in het schooljaar 2015/2016. Bedrijven en instellingen die hiervan willen gebruikmaken, kunnen van 2 juni tot en met 15 september subsidie aanvragen. Net als in 2015 is ook dit jaar 205 miljoen euro beschikbaar, waarbij de subsidie voor een volledige praktijkleerplaats kan oplopen tot 2.700 euro.
[related_post themes=”text”]
Nieuwe ISSO-Kennispartner
IMI Aero-Dynamiek is toegetreden als nieuwe ISSO-Kennispartner. “De geloofwaardigheid van de installatiesector staat of valt met kennis”, stelt Gerrit Hofman, technisch directeur bij IMI Aero-Dynamiek. “Onze organisatie heeft veel kennis en ervaringen om over te dragen en we staan altijd open voor die van anderen. Kernactiviteiten van deze organisatie zijn het meten, valideren en optimaliseren van klimaatinstallaties in de gebouwgebonden omgeving. Voor ons is kennis een product. En dat product maak je alleen maar beter door samen te werken, ervaringen met elkaar te delen en kennis te bundelen. Dan krijg je een product op niveau en meer kwaliteit. Het platform ISSO-Kennispartners is hiervoor een mooi podium.”
“De ISSO-Kennispartners hebben allemaal hun eigen expertise”, vervolgt Hofman. “Het kan technische informatie opleveren voor onze medewerkers of voor de leerlingen van onze interne opleiding. Daarbij kan het platform inspiratie geven voor nieuwe ontwikkelingen. Om die reden is IMI Aero-Dynamiek ook aangesloten bij verenigingen, zoals TVVL en NVTG. Organisaties of podia die beroepsgroepen of de sector vertegenwoordigen, bieden je als bedrijf de mogelijkheid om kennis breed uit te zetten. Omdat je via die kanalen veel hoort, kun je beter anticiperen op toekomstige veranderingen binnen een vakgebied en vaak ook voorloper zijn.”
De doelstelling van ISSO is de kennis en de kwaliteit van de installatieprofessional structureel op een hoger niveau te brengen. Daar draagt het platform ISSO-Kennispartners aan bij. De deelnemende bedrijven staan voor het motto: samen bereik je meer. Met IMI Aero-Dynamiek heeft het platform inmiddels veertien deelnemende bedrijven. Meer informatie over het platform ISSO-Kennispartners staat op www.isso.nl.
[related_post themes=”text”]
‘Omzetgroei technologische industrie zet door’
Ondernemers in de technologische industrie verwachten dat de omzet de komende jaren verder aantrekt, van 3½% afgelopen jaar naar 5% in 2018. In tegenstelling tot eerdere jaren groeit de export minder hard dan de binnenlandse omzet. In 2016 rekenen bedrijven in de technologische industrie op een omzetgroei van 4%. Volgens FME-voorzitter Ineke Dezentjé Hamming is de verbetering van de Nederlandse economie terug te zien in de positievere verwachtingen van de technologische industrie. Wel waarschuwt zij dat een sterke industrie geen vanzelfsprekendheid is. “In de verkiezingsprogramma’s moet worden ingezet op versterking van de industriële basis”.
“De verbetering van de Nederlandse economie is terug te zien in de cijfers van onze bedrijven. Deze bedrijven uit de technologische industrie hebben de afgelopen jaren als exportkampioen een belangrijke bijdrage geleverd aan het herstel van ons economie. En nog steeds is deze sector de drijvende kracht van de Nederlandse economie.” Dat zegt Ineke Dezentjé Hamming bij de presentatie van de FME Conjunctuurenquête voorjaar 2016.
Maar een sterke technologische industrie in Nederland is volgens haar geen vanzelfsprekendheid. “De omgeving waarin de industrie opereert verandert razendsnel. Doorbraakinnovaties kennen steeds langere aanlooptijden en een steeds kortere terugverdientijd. De internationale concurrentie is fel en vraagt van bedrijven om snel op marktontwikkelingen in te spelen. Dit zien we bijvoorbeeld terug in de druk op de verkoopprijzen, dit wordt als grootste groeibelemmeraar ervaren. Uiteraard grijpen ondernemers iedere kans aan om hun marktpositie te verbeteren. De overheid moet ondernemers daarin ondersteunen en belemmeringen in wet- en regelgeving wegnemen en goede randvoorwaarden scheppen.”
FME roept de politiek op om in de volgende kabinetsperiode maatregelen te nemen om de industriële basis van ons land te versterken. Dezentjé: “In het volgende kabinet moet digitalisering de hoogste prioriteit hebben, daarom moet er een Ministerieel Topteam voor Digitalisering worden ingesteld onder leiding van de minister-president. Dit topteam moet optreden als aanjager van de digitale toekomst.” Daarnaast vindt de ondernemersorganisatie dat het volgende kabinet 200 miljoen per jaar moet uittrekken voor de verdere uitwerking van de versnellingsagenda Smart Industry. Dezentjé: “Verregaande digitalisering en vernetwerking van producten, machines en mensen en inzet van nieuwe productietechnologie biedt veel kansen voor bestaande en nieuwe bedrijven in alle sectoren. Het versterken en verbinden van R&D en business ontwikkeling, het inzetten op leren zonder onderbreking, het bevorderen van sociale innovatie en het realiseren van een excellente industrieel vestigingsklimaat brengen ons land naar het next level van een modern industrieland.”
[related_post themes=”text”]
Nieuw bestuur TechniekTalent.nu
Tijdens de bestuursbijeenkomst van donderdag jl. is het nieuwe bestuur van TechniekTalent.nu benoemd en aangetreden. Het samenwerkingsverband van technische sectoren dat zich richt op het enthousiasmeren van jongeren voor de techniek heeft nu een compact en representatief bestuur. Het bestaat uit Colette Alma (VNCI), Tineke Moleman (FNV), Jos Kleiboer (Koninklijke Metaalunie) en Bertho Eckhart (Bovag). De leiding is in handen van onafhankelijk voorzitter Ruud Hagendijk, die tot in 2015 bestuursvoorzitter was van (pensioenuitvoerder) MN.
Hagendijk neemt de voorzittershamer over van André van der Leest (Koninklijke Metaalunie) die sinds 2011 bestuursvoorzitter was. Onder zijn leiding is een strategisch plan 2016 – 2020 vastgesteld waarmee TechniekTalent.nu een nieuwe periode ingaat. De organisatie heeft verder focus aangebracht in haar missie en ambities en heeft scherpe keuzes gemaakt. Aanscherping in de besturing was hier een onderdeel van, waarbij bewust is gezocht naar een onafhankelijke voorzitter en een compact en slagvaardig bestuur, evenwichtig samengesteld uit werkgevers- en werknemersorganisaties.
TechniekTalent.nu heeft gekozen voor een impactstrategie op het funderend onderwijs. Met haar projecten en activiteiten zet TechniekTalent.nu zich in om juist in het funderend onderwijs jongeren te interesseren voor techniek. Ze doet dit samen met schoolleiders, decanen, docenten en leerkrachten én technische bedrijven. De nieuwe bestuursvoorzitter Hagendijk hierover: “De aanpak om ons met een business-to-business aanpak te richten op intermediairs in onderwijs en bedrijfsleven die direct met leerlingen of jonge werknemers in contact staan, wordt voortgezet. Wij ondersteunen ze met kennis en concrete producten en diensten, en helpen ze om zelf hun verantwoordelijkheid te nemen. Dát werkt, en dat zien we gelukkig steeds vaker”.
TechniekTalent.nu realiseert zich dat haar omgeving een belangrijke toevoeging kan en wil leveren aan de missie. Ook sociale partners en de Opleidings- en Ontwikkelingsfondsen van de technische sectoren hebben een verantwoordelijkheid in het doen slagen van de missie van TechniekTalent.nu. “Gezamenlijkheid is hier echt een voorwaarde voor succes”, aldus Hagendijk. “TechniekTalent.nu is dankzij haar achterban in staat om zonder subsidies op landelijke schaal kosteloos ondersteuning te bieden bij integratie van techniek en technologie in het onderwijs. Het techniekbrede netwerk zorgt ervoor dat de organisatie gemakkelijk in staat is om samenwerking tussen het onderwijsveld en technische bedrijven snel en duurzaam te realiseren. Dat zijn enkele onderscheidende factoren die deze organisatie slagvaardig maken”.
[related_post themes=”text”]
Stress op de werkvloer door tekort aan technici
Meer dan drie kwart van de technici (77%) wijst stress aan als grootste gevolg van het kwantitatieve tekort aan technici. Dit laat opleidingsinstituut ROVC zien in de eerste editie van de TechBarometer, een onderzoek uitgevoerd onder 1.231 respondenten uit de technische branche. Het rapport geeft inzicht in de markt-, HR- en opleidingstrends binnen de techniek. Naast stress wordt lagere kwaliteit van het werk (10%) als direct gevolg gegeven. In het onderzoek wordt teruggeblikt en vooruitgekeken naar het tekort aan technici. Zo heeft 63 procent van de respondenten de afgelopen vijf jaar een tekort ervaren. Dit werd zowel op kwalitatief als kwantitatief niveau gevoeld.
Respondenten verwachten hier de komende vijf jaar ook nog mee te kampen (60%). Een slechte aansluiting van regulier onderwijs op het bedrijfsleven wordt aangewezen als de belangrijkste oorzaak van het tekort (28%). Daarnaast speelt vergrijzing een belangrijke rol (22%).
John Huizing, algemeen directeur van ROVC: “Het is niet meer dan logisch dat medewerkers stress ervaren door het tekort aan technici. Maar dat het percentage zo hoog ligt én de komende vijf jaar nog geen daling wordt verwacht, onderstreept de urgentie. Stress is ongezond en leidt tot uitval van medewerkers, onnauwkeurigheid en een slechte werksfeer. Genoeg redenen om in actie te komen. De strijd om technisch talent is begonnen. Daarvoor moeten we de handen ineenslaan. Dat betekent een actieve houding van zowel het bedrijfsleven als het onderwijs. Samen kunnen we dit tekort een halt toeroepen.”
De eerste editie van de ROVC TechBarometer geeft inzicht in alle relevante trends voor de techniek. Het rapport is gratis aan te vragen via de volgende link: www.rovc.nl/techbarometer.
[related_post themes=”text”]
Toolbox moet helpen bij verduurzamen van gebouwen
Het verduurzamen van gebouwen is momenteel actueel. Verduurzamen blijkt echter een containerbegrip en het aanbod aan informatie en hulp is enorm. Daarvoor biedt het Platform Duurzame Huisvesting nu een hulpmiddel. Middels een toolbox kan een ondernemer, huurder, verhuurder of andere geïnteresseerde zijn of haar wensen met betrekking tot het verduurzamen van gebouwen aangeven, waarna alleen relevante informatie wordt getoond. De toolbox is voor iedereen beschikbaar via www.platformduurzamehuisvesting.nl. “Het is als het zoeken naar een vakantiebestemming”.
Het Platform Duurzame Huisvesting is een samenwerkingsverband tussen branche-, koepel- en kennisorganisaties die een belangrijke rol spelen bij de verduurzaming van bestaande bedrijfshuisvesting. Organisaties zijn betrokken bij het onderhoud en beheer van gebouwen, het investeren en beleggen in gebouwen en het managen van gebouwgebonden faciliteiten. Hierdoor is een groot deel van de partijen die zich richten op gebouwen vertegenwoordigd in het platform. Deze samenwerking zorgt ervoor dat kansen en knelpunten snel worden gezien en worden opgelost, aldus het platform. Dit doet het door het ontwikkelen van duurzaamheidstools die helpen bij het verduurzamen van een gebouw.
Gebruikers kunnen in de toolbox aangeven wie zij zijn (eigenaar, (ver)huurder, adviseur, onderhoud- en installatieadviseur, bevoegd gezag), waar zij naar op zoek zijn (informatie over energiewetgeving, energiebesparing, beheer & onderhoud, certificering, financiering, algemene kennis) en in welke vorm zij die informatie willen zien (infographic of factsheets, voorbeelden, duurzaamheidstools, wet- en regelgeving, artikelen en blogs, onderzoeken). Hiermee biedt de toolbox een uitkomst voor de gebruiker die zijn of haar pand wil verduurzamen.
Een aantal tools richt zich bijvoorbeeld op het oplossen van de split incentive. De split incentive is het belangenconflict tussen huurder en verhuurder/eigenaar bij de verduurzaming van bestaand vastgoed: de huurder krijgt de lusten van verduurzaming maar de verhuurder/eigenaar moet de investeringen doen. Voor deze en andere knelpunten bij het verduurzamen van vastgoed heeft het PDH duurzaamheidstools ontwikkeld zoals een green lease en energieprestatiecontract. Daarnaast vertaalt het Platform Duurzame Huisvesting complexe informatie over het duurzaamheidsvraagstuk naar overzichtelijke infographics en zijn zij actief betrokken bij de uitvoering van het Energieakkoord.
[related_post themes=”text”]
Projectteam voor Uniforme Objecten Bibliotheek van start
Een projectteam van installateurs, fabrikanten, CAD-leveranciers en BIM-specialisten is aan de slag gegaan om de Uniforme Objecten Bibliotheek(UOB) voor de installatiebranche te realiseren. Hierdoor kunnen installateurs vanaf volgend jaar BIM-objecten toepassen in hun CAD-systemen en probleemloos data uitwisselen. Het projectteam presenteerde zich op 21 april op de BIM-praktijkdag in Utrecht. Het team dat de UOB realiseert, bestaat uit Uneto-VNI, 2BA, Cadac, Itannex, Bimforce, Sysunite en Witas en krijgt ondersteuning van een aantal internationale IFC-specialisten.
Bij de projectuitvoering is de installatiepraktijk nauw betrokken; BIM-managers van BAM, Engie, Heijmans, Kuijpers, TBI en ULC geven feedback op de tussenresultaten. Daarnaast testen fabrikanten en CAD-leveranciers de objectmodellen en datastructuren. De eerste resultaten van het project worden al in juni van dit jaar verwacht.
In februari kondigde Uneto-VNI de start van het project voor een UOB al aan tijdens een BIM-event dat plaatsvond tijdens de VSK-beurs. Hier tekenden Uneto-VNI, FME/FEDET, Stichting Ketenstandaard Bouw en Installatie en 2BA een samenwerkingsovereenkomst.
Met de UOB zet de installatiebranche de laatste stap naar probleemloze data-uitwisseling en volwaardig BIM’en. Dankzij dit initiatief neemt de productiviteit in de installatiesector toe, zo is de verwachting. Fabrikanten hoeven data voortaan maar één keer in te voeren en installateurs kunnen probleemloos BIM-modellen uitwisselen. De kans op fouten en vertraging in het bouwproces neemt drastisch af. Bovendien bieden de data belangrijke informatie voor asset management.
[related_post themes=”text”]


