• maart 31, 2016
  • 143 views
Eén op de twaalf huishoudens heeft een slimme thermostaat

ToonSlimme thermostaten veroveren gestaag een plek in de Nederlandse huishoudens. Momenteel heeft 8% van de Nederlandse huishoudens een slimme thermostaat. Bijna de helft hiervan heeft deze thermostaat gekregen bij het afsluiten van een nieuw energiecontract. Toon van Eneco is de grootste. Dit blijkt uit de Smart Home Monitor, een marktonderzoek van Multiscope onder 6.000 Nederlanders. Eén op de twaalf huishoudens (8%) heeft een slimme thermostaat. Dit zijn ongeveer 600.000 Nederlandse huishoudens. De belangrijkste reden om te kiezen voor een slimme thermostaat is gemak en comfort (39%). Slimme thermostaten zijn namelijk op afstand te bedienen door middel van een app. Daarnaast speelt lager energiegebruik een belangrijke rol. Inzicht in gebruik en uitgaven (33%), controle over het energiegebruik (28%) en kostenbesparing (27%) zijn de overige veel voorkomende redenen. Vier op de vijf Nederlanders met een slimme thermostaat zijn tevreden met het apparaat.

De slimme thermostaat Toon (aangeboden door Eneco) is verreweg de meest gebruikte. Eén op de drie (34%) slimme thermostaten is een Toon. De Nefit ModuLine Easy (14%), de E-thermostaat (9% – van Essent), Honeywell EvoHome (8%) en de Nest (4%) completeren de top 5.

Bijna de helft van de huishoudens met een slimme thermostaat kreeg deze bij het afsluiten van een nieuw energiecontract. De slimme thermostaat hangt vooral bij gezinnen met kinderen (12%) en bij 18 tot 34 jarigen (10%). Bij 65-plussers blijft de slimme thermostaat nog wat achter (7%). Eén op de zes Nederlanders (13%) geeft aan een slimme thermostaat te overwegen.

De resultaten uit dit persbericht komen uit de Smart Home Monitor en zijn tot stand gekomen door een grootschalig onderzoek onder het Multiscope online consumentenpanel, waarbij bijna 6.000 respondenten het onderzoek volledig hebben ingevuld.

De Smart Home Monitor is het marktonderzoek dat inzicht geeft in het bezit en gebruik van smart home consumentenproducten in Nederland. Smart home wordt ook wel domotica of huisautomatisering genoemd. De cijfers en resultaten van bijna 20 smart home producten en meer dan 200 smart home merken zijn in dit onderzoek opgenomen. Het onderzoek geeft inzichten in bezit, gebruik, profielen, motivatie, drempels, aankoopintentie en toekomstperspectief van smart home toepassingen en producten. Het rapport is beschikbaar vanaf 14 april 2016.

[related_post themes=”text”]

 

  • maart 30, 2016
  • 153 views
Cradle to Cradle levert geen eindeloze duurzame economische groei op

CradletoCradleHet concept Cradle to Cradle is geen oplossing voor eindeloze duurzame economische groei. Daarvoor zijn de fundamentele en praktische barrières in de uitvoering te groot, zo blijkt uit een artikel in de nieuwe editie van Tijdschrift Milieu van de VVM, het netwerk van professionals die werken aan een duurzame toekomst. Het C2C-concept is gebaseerd op eenvoudige principes voor het ontwerpen van producten en productiesystemen, ingebed in een filosofie die de natuur als voorbeeld gebruikt voor het ontwikkelen van technisch-economische processen. Eén van de centrale basisprincipes is ‘Afval is voedsel’, het op zo’n manier inrichten van productiesystemen dat product en reststoffen volledig opnieuw te gebruiken zijn. In een dergelijke wereld is de ecologische voetafdruk van producten en productieprocessen nooit negatief en zou die zelfs positief kunnen zijn. Centraal staat de strikte scheiding tussen natuurlijke en technische kringlopen. Kringlopen in de natuur betreffen natuurlijke ‘nutriënten’ die, onder toevoeging van zonne-energie eindeloos in stand worden gehouden. In een dergelijke wereld is de ecologische voetafdruk van producten en productieprocessen nooit negatief en zou die zelfs positief kunnen zijn.

Sinds de publicatie van het boek Cradle to Cradle (2002) van William McDonough & Michael Braungart is hun concept voor eindeloze economische groei door politiek en bedrijfsleven met gejuich omarmd. Blijkbaar is er een onverzadigbare vraag naar utopieën die voor de lastigste problemen eenvoudige oplossingen geven en die belangenconflicten als sneeuw voor de zon laten verdwijnen. Niets is minder waar.

De werkelijkheid ziet er minder rooskleurig uit, meldt het artikel van Tijdschrift Milieu. Het belangrijkste probleem is de ontkenning van de tweede hoofdwet van de Thermodynamica. Het volledig terugbrengen van grondstoffen in de oorspronkelijke kwaliteit kost oneindig veel energie en tijd. Ook de aanname dat biologische ‘nutriënten’ eenvoudig in natuurlijke kringlopen kunnen worden opgenomen is fundamenteel onjuist. Daarnaast zijn er nog veel praktische problemen die een overgang naar een ‘cradle-to-cradle’-economie in de weg staan. De eis dat alleen zonne-energie gebruikt mag worden, klinkt mooi, maar is op dit moment volledig onrealistisch. Verder is het niet aannemelijk dat al onze producten en processen volgens de regels van ‘cradle-to-cradle’ ontwikkeld zullen worden.

‘Toepassing van de ‘cradle-to-cradle’-filosofie levert zeker nuttige bijdragen aan het ontwerp van beter recyclebare producten en intelligentere kringlopen. Maar in werkelijkheid kan het concept haar mooie beloftes nooit waarmaken. Daarvoor zijn de fundamentele en praktische problemen te groot. In de huidige wereld is de uitspraak ‘afval bestaat niet’ niet alleen onwaar, maar ook een grove overschatting van de reële mogelijkheden om deze in toekomst waar te maken. Economische groei is meestal niet goed voor de natuur en dat blijft vooralsnog zo.’

Het artikel is te downloaden via www.vvm.info

 

  • maart 30, 2016
  • 139 views
BuildingLabel ontvangt als eerste nieuw certificaat voor luchtdichtheidsmetingen

certificaatBuildingLabel heeft het eerste SKG-Ikob Komo-certificaat voor het uitvoeren van luchtdichtheidsmetingen ontvangen. Remco Kruit, certificatiemanager van SKG-IKOB Certificatie, overhandigde het certificaat aan Maurits Lavèn, directeur van BuildingLabel. Dit gebeurde op de vakbeurs Building Holland. De  luchtdichtheid van gebouwen wordt gemeten met een zogenaamde blowerdoortest. Vanwege de toename van de eis aan de isolatiewaarde van gebouwen wordt deze meting steeds vaker uitgevoerd. Diverse initiatiefnemers hebben daarom gewerkt aan een Beoordelingsrichtlijn (BRL), de BRL 5027, om de kwaliteit van de uitvoering te normeren en aantoonbaar te maken. Hiermee is het voor een opdrachtgever eenvoudig om een betrouwbaar en gekwalificeerd bedrijf te selecteren. De BRL 5027 stelt zowel kwaliteitseisen aan de bedrijfsvoering als aan de uitvoering van de meting zelf. Periodiek controleert SKG-Ikob Certificatie de uitvoering van de metingen op de relevante eisen uit onder andere de NEN- en NEN-EN normen.

BuildingLabel is door SKW Certificatie, een merk van SKG-Ikob Certificatie, al gecertificeerd voor de BRL 9500-serie die de kwaliteit van energieprestatieadvisering borgt. Het bedrijf faciliteert een landelijk netwerk van 300 energieprestatieadviseurs voor woningen en utiliteitsbouw.

SKG-IKOB Certificatie levert het totale certificeringspakket voor de bouw in één traject, zowel Komo-certificering als Bouwen aan MVO, ISO 9001-, VCA- en milieucertificering (ISO 14001).

  • maart 29, 2016
  • 137 views
Technische en bouwkundige maatregelen voor levensloopgeschikte woningen

levensloopWelke doordachte keuzes zijn nodig bij nieuwbouw en renovatie van levensloopgeschikte woningen? De ISSO-publicatie 77 ‘Levensloopgeschikt wonen’ reikt hiervoor installatietechnieken en bouwkundige oplossingen aan. De publicatie is een praktische aanvulling op het Programma van Eisen voor de professionele markt. Bovendien slaat de uitgave een brug tussen techneuten, bewoners en zorgprofessionals. De technische en bouwkundige adviezen en maatregelen in het boek worden gegeven aan de hand van zes fictieve personages. Zo zit de heer Jansen in een rolstoel, is de heer Timmerhuis vergeetachtig, heeft Emma een licht verstandelijke beperking en wil het echtpaar Öztürk het huis renoveren en alvast geschikt maken voor de oude dag. Bij ieder type bewoner wordt een overzicht gegeven van toepassingen die mogelijk zijn, onder meer met een checklist en foto’s. Het boek beoogt zo de juiste technische en bouwkundige maatregelen boven tafel te krijgen. Centraal staan de wensen en mogelijkheden van de bewoner. De focus ligt op de maakbaarheid binnen het budget en de gestelde tijd.

De basis van ISSO-publicatie 77 vormt de kennis uit eerdere projecten, zoals Radar 2020, Wel Thuis en Technologie Thuis nu! Ook is kwalitatief onderzoek gedaan onder 250 gepensioneerden. Samengewerkt is met deskundigen werkzaam bij zorginstellingen en -zorgverzekeraars, woningbouwcorporaties, projectontwikkelaars, gemeenten, HBO-verpleegkunde en de bouw- en installatietechniek. Het gaat om professionals die nauw betrokken zijn bij het onderwerp levensloopgericht wonen. Margriet Pol van Ergotherapievereniging Nederland: “Technici en ergotherapeuten kunnen gebruikmaken van elkaars expertise en elkaar aanvullen. Wellicht verlaagt dit naslagwerk de drempel om samen op te trekken met opdrachtnemers, zorgprofessionals en bewoners.”

Het boek is te bekijken en voor €80,- (excl. btw en verzendkosten) verkrijgbaar via de winkel op isso.nl. De publicatie is met een abonnement digitaal te raadplegen via isso-digitaal.nl. Publicatie 77 ‘Levensloopgeschikt wonen’ is gemaakt door ISSO in opdracht van Technisch Installatiebedrijf (OTIB), Uneto-VNI en Stichting Kien.

 

  • maart 25, 2016
  • 132 views
Kamerlid Ziengs licht plannen legionellapreventie toe op sanitaircongres

VVD Tweede Kamerlid Erik Ziengs zal op het Nationaal Congres Sanitaire Technieken zijn plannen toelichten voor gerichtere regelgeving op het gebied van legionellapreventie. Binnen en buiten de installatiesector wordt zeer verdeeld gereageerd op deze plannen. Het congres vindt plaats op 27 juni a.s. in theater De Flint te Amersfoort en wordt georganiseerd door de TVVL Expertgroep Sanitaire Technieken. De expertgroep ziet het congres als een uitgelezen mogelijkheid om de verschillen in zienswijzen over de legionellaregelgeving uit te wisselen. “Het bereiken van wederzijds begrip kan leiden tot een constructieve bijdrage, ook vanuit de installatiesector, aan een breed gedragen aanpassing van de wet- en regelgeving.” Ziengs zal verder inhaken op het op 16 juni a.s. geplande Algemeen Overleg Water in de Tweede Kamer waar zijn initiatiefnota legionellaregelgeving en de schriftelijke reactie daarop van de minister van I&M op de agenda staan.

NEN1006
Het congres staat daarnaast in het teken van hemelwaterafvoertechnieken, de invloed van waterleidingsprinklers op de drinkwaterkwaliteit in de woning, en de vele vragen die er nog zijn over de nieuwe normering (NEN1006:2015) voor leidingwaterinstallaties die binnenkort wettelijk van kracht wordt. Enkele van de bijdragen aan het congres hebben traditiegetrouw betrekking op uitgevoerde onderzoeken, maar ook ervaringen in de praktijk met het functioneren van bepaalde systemen komen aan bod. Het programma wordt afgesloten met een korte presentatie over de activiteiten in het TVVL themajaar 2017 ‘Water’ en de overhandiging van de digitale bibliotheek ‘Sanitaire Technieken 1970-2015’.
Aanmelden via: www.tvvl.nl. Ontvangst is om 12.30 uur en aanvang om 13.15 uur.

  • maart 25, 2016
  • 140 views
Building Holland 2016: “Meer meet- en regeltechniek maar nul innovatie”

bh16Voor productinnovaties moest je niet naar de Building Holland komen. Ook niet als je haast had; de beursvloer was in de woorden van een bezoeker: “een doolhof”. En jammer genoeg speelde de organisator wederom geen open kaart over de bezoekers- en exposantenaantallen. Het lijkt een trend te zijn geworden. Waar vroeger beurzenorganisatoren dagverslagen aanleverden, compleet met grafieken, beperken ze zich tegenwoordig liever tot uitgebreide lofredes aan eigen adres, met hier en daar wat meer gedetailleerde informatie.Toch leverde de beurs nog een zekere oogst op. Langdurige trends werden treffend inzichtelijk gemaakt en de kwaliteit van de bezoekers was hoog, volgens exposanten.

Berichtgeving
De officiële terugblik op de Building Holland editie van 2015 gaf al te denken. Geen cijfers over bezoekersaantallen en exposanten. Ook de berichtgeving in de media was opmerkelijk; Cobouw, het dagblad van de bouwwereld wijdde vorige jaar geen enkel artikel aan de beurs. Zelf hadden we als redactie van Installatienet.nl voor het laatst in 2010 Building Holland bezocht. Destijds leek de beurs vooral te zijn toegespitst op de bouwkundige disciplines in de bouwkolom. Dit jaar besloten we, mede getriggerd door het programma en de veelvuldige aanwezigheid van de installatiebranche, om maar weer eens een kijkje te gaan nemen.

Integraal bouwen
De beurs maakte vooral lange termijnontwikkelingen inzichtelijk. Zo schuiven Bouwkunde en Installatietechniek naar elkaar toe. Waar anno 2010 Building Holland vooral exposanten trok die bouwkundige producten en oplossingen toonden, was er deze editie een zeer gemengd gezelschap aanwezig. Van ketelfabrikanten, ventilatiespecialisten, warmtepompleveranciers, gb-deskundigen en installatieadviseurs tot ontwikkelaars van woonconcepten, raam- en kozijnfabrikanten en brancheverenigingen. En waar in 2010 nog voortdurend gehamerd werd op het belang van integrale samenwerking, liet deze beurs zien dat de marktpartijen inmiddels elkaar weten te vinden en gezamenlijk concepten ontwikkelen of op z’n minst aan elkaar snuffelen.

Hobbels
Het flankerend programma van lezingen en de Conceptareas onderstreepte deze langdurige ontwikkelingen. Het thema van de Beurs was: ‘Rebuilding the Future’. In de Conceptareas: ‘Gezonde gebouwen’, ‘Renovatie en Transformatie’, ‘Smart Buildings’, ‘Duurzame Woningbouw’, ‘Zorgvastgoed’ en ‘Duurzame scholen’, lieten marktpartijen uit uiteenlopende disciplines gezamenlijk zien welke oplossingen ze hebben om hun doelen te realiseren. Dat de samenwerking in de praktijk niet altijd van het leien dakje gaat, bleek wel tijdens de lezingen. Zo zijn er nog fikse hobbels te nemen in de ontwerpfase, als bijvoorbeeld architecten en installateurs in een BIM informatie moeten uitwisselen, omdat softwarepakketten niet goed op elkaar aansluiten.

Meer meet- en regeltechniek
Een andere belangrijke trend is het groeiend belang van meet- en regeltechniek in gebouwen. Zo waren op de beursvloer onder andere BlR-Controls, Woonconnect en One Smart Control aanwezig. Verduurzamen van gebouwen beperkt zich niet tot de installatie van bijvoorbeeld een warmtepomp, de aanleg van een LTV-vloerverwarming en een dak volleggen met zonnepanelen, ook door systeemintegratie en verdere finetuning aan de hand van monitoringsdata kunnen fikse slagen worden gemaakt.

Totaalconcepten
Daarbij verschuift de rol van de leverancier/fabrikant, signaleert Erwin Bonis van Alklima. Het bedrijf ontwikkelt niet alleen meer producten en oplossingen, maar ook (eventueel gezamenlijk met anderen) totaalconcepten voor de gehele levensduur van een gebouw.

“Nul, komma nul innovatie”
Hoewel de beurs treffend de algemene trends goed wist te benoemen en in beeld te brengen, viel de oogst op productniveau tegen. In de woorden van een teleurgestelde bezoeker: “nul, komma nul innovatie”. Een (duurzame) grafiet-zeezout batterij voor de opslag van zonne-energie klinkt interessant, totdat je je realiseert dat Aquion al een paar jaar dit product op de markt brengt. Een stand van een Tech company als Cisco wekt misschien bevreemding op, maar branchegenoten Apple en Google ontwikkelen ook al een tijdje producten voor de installatiesector (zoals de slimme meter). En het ‘Smart Tiny House’ van ‘Mil Home’ kon weliswaar rekenen op een voortdurende aanloop; de installatietechniek met infaroodverwarming, WTW en balansventilatie is inmiddels gesneden koek. Het zijn dus vooral de productcombinaties die innovatief zijn, met name als er technische oplossingen worden toegepast met een Internet of Things achtig karakter. De ontwikkeling richting ‘slimme steden’ zal doorzetten, zoveel maakt een beurs als Building Holland wel duidelijk.

“Bezoekers komen met vlagen”
Het compenseerde enigszins de onduidelijkheid die op andere vlakken te bespeuren viel. Zoals wederom op het gebied van bezoekers- en exposantenaantallen. Na het nodige getel kwamen wij uit op circa 200 standhouders. Dat is 100 minder dan in 2010, wellicht brengt de beurs liever deze lange termijn ontwikkeling niet in beeld en is ze daarom zo weinig scheutig met het verstrekken van cijfers? Wat betreft de bezoekers; na twee dagen signaleerde Dennis Weenink, technisch adviseur van Klimaatgroep Holland, “dat ze met vlagen komen. Er zijn rustige momenten en je moet bijvoorbeeld meer moeite doen om mensen naar je stand te lokken dan tijdens een VSK. Ik zou het persoonlijk een pré vinden als de organisatie iedere dag cijfers zou verschaffen over het aantal en het soort bezoekers, dan kan ik ook eventueel makkelijker mijn benadering tijdens de beurs bijsturen.” Toch wilde Weenink niet klagen. “Ik kom hier met meer beslissers in aanraking dan tijdens een VSK.”

Onoverzichtelijk
De technisch adviseur was ook te spreken over de thematische insteek van de beurs, de uitwerking daarentegen vond hij minder geslaagd. “De Conceptareas zijn wat onoverzichtelijk. Ze maken niet duidelijk wat je bijvoorbeeld allemaal nodig hebt om een duurzame school te realiseren.” Ook de overzichtelijkheid van de beursvloer liet wat te wensen over, bleek wel uit zijn woorden. “Het zijn kleine stands, je moet echt zoeken om de stand te vinden waar je moet zijn.” Maar, dat zijn ongemakken waarmee te leven valt, want volgend jaar staat hij er zeker weer. De reden spreekt voor zich: “Er komen hier wel veel bezoekers die interessant zijn.”

  • maart 25, 2016
  • 137 views
ABN Amro wil energietransitie vastgoedklanten fors stimuleren

energietransitieABN Amro gaat haar commercieel vastgoedklanten gericht ondersteunen bij de verduurzaming van hun vastgoed. Een online applicatie biedt klanten inzicht in energiebesparingsmogelijkheden, inclusief de te bereiken CO2-reductie en terugverdientijden. De bank stelt 1 miljard financiering beschikbaar om de investeringen te realiseren en brengt klanten in contact met partners. Dit initiatief is ontwikkeld in samenwerking met adviesbureau CFP. Een klant kan via de online applicatie per maatregel (zoals isolatie, LED verlichting en zonnepanelen) berekenen wat de investering, de terugverdientijd en de CO2-reductie zijn. De maatregelen zijn economisch bewezen en bieden per vastgoedobject een labelsprong op van minimaal 2 energie labels, aldus de bank. ABN Amro brengt de klant in contact met partners, waaronder Philips, Siemens, Bosch, Unica en Engie, en draagt zorg voor de financiering. Op deze manier geeft de bank verder invulling aan haar ambitie om bij te dragen aan de versnelling van de transitie naar duurzaam vastgoed.

Rutger Schuur, hoofd Real Estate ABN Amro: “We weten dat duurzaam vastgoed een hoger rendement oplevert voor beleggers en maatschappij. Op deze manier willen we eventuele belemmeringen voor energiebesparing wegnemen en onze opgedane kennis over verduurzaming inzetten. De ketensamenwerking maakt energiebesparing voor onze klanten op een snelle en deskundige manier mogelijk. Wanneer alle maatregelen worden uitgevoerd, zou dit een jaarlijkse reductie van 500.000 ton CO2 betekenen en een besparing van meer dan €100 miljoen op de energiekosten per jaar.”

Bram Adema, directeur CFP: “We zien dat meer dan 80% van aantrekkelijke maatregelen niet wordt ingevoerd, doordat investeringsbudgetten zijn uitgeput voordat deze maatregelen aan bod komen. ABN Amro haalt deze drempel nu weg door de besparingsopties, onder goede voorwaarden, te financieren. En eigenaren verlagen de operationele kosten van hun panden en investeren tegelijkertijd in een hogere waardevastheid en betere mogelijkheden bij verhuur.”

  • maart 24, 2016
  • 154 views
Cao Metalektro nu definitief

Er is een definitief akkoord over de cao Metalektro. Leden van vakbonden FNV Metaal en CNV Vakmensen hebben het principeakkoord bijna unaniem goedgekeurd. Omdat ook de leden van de andere bonden en de leden van de werkgeversorganisatie FME hebben ingestemd, is het akkoord over de cao nu definitief. De circa 140.000 metaalmedewerkers krijgen meer zeggenschap over hun eigen werktijden en stapsgewijs 5,9% hoger loon. De eerste loonsverhoging van 2,1 % wordt op 1 april uitgevoerd. Hiermee wordt er een lange periode afgesloten van grote spanningen in de metaal. Negen maanden lang streden de bonden voor meer zeggenschap, hoger loon en betere ontwikkelingsmogelijkheden van de metaalwerkers.

 

  • maart 23, 2016
  • 136 views
Handboek Zonne-energie geactualiseerd

zonne-energieHet ISSO-Handboek Zonne-energie is grondig herzien. Het praktijkgerichte boek loopt nu weer in gelijke pas met de ontwikkelingen in techniek en regelgeving, waaronder de nieuwe NEN 1010 en NEN 7250. Het is een doe-boek. Het boek leert het juist ontwerpen, installeren en beheren van zonne-energiesystemen aan de hand van duidelijke processtappen. Bij iedere stap krijgt de gebruiker praktische informatie over de handelingen en de geldende voorschriften en regelgeving. Inhoudelijk is de eerste versie uit 2006 flink herschreven. Behalve aanpassingen vanwege onder meer de nieuwe NEN 1010 (veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties) en NEN 7250 (bouwkundige aspecten van zonne-energiesystemen en integratie in daken en gevels), beschrijft het handboek alle informatie die nodig is voor de certificering van installateurs in het kader van de Europese Richtlijn Hernieuwbare Energie (RES). Voor opdrachtgevers wordt die certificering steeds meer een handvat voor kwaliteit; installateurs kunnen zich met die certificering onderscheiden.

Omdat het boek tot stand is gekomen met kennis uit diverse expertises op het gebied van zonne-energiesystemen, heeft het boek een breed draagvlak. Zo is het boek beoordeeld door onder meer leden van Holland Solar, Uneto-VNI, TVVL en Vereniging Het Hellend Dak. De update is financieel mede mogelijk gemaakt door OTIB, RVOnl, Uneto-VNI en TVVL.

Het vernieuwde Handboek ‘Zonne-energie, bouwkundige en installatietechnische richtlijnen voor zonne-energiesystemen’ kost € 160,- (excl. btw en verzendkosten). De digitale versie is met een abonnement te raadplegen op isso-digitaal.nl.

Inkijkexemplaar: ISSO handboek zonne-energie 2016

 

  • maart 23, 2016
  • 138 views
Vakbekwaam inspecteren van systemen met natuurlijke koudemiddelen

vakbekwaamOp 31 maart begint in het Expertisecentrum Koudetechniek van PTC+ in Ede de eerste opleidingsgroep aan de opleiding voor het vakbekwaamheidscertificaat ACK (afkorting voor de natuurlijke koudemiddelen Ammoniak, CO2 en Koolwaterstoffen). Later in het voorjaar volgen meer groepen. Het gaat om een nieuw vakbekwaamheidscertificaat: vanaf dit jaar geldt een inspectieplicht voor veruit de meeste (middel)grote koude-systemen. Deze inspecties mogen alleen worden uitgevoerd door gecertificeerde technici. Met het oog op de wettelijke verplichting verwacht het opleidingscentrum GOº in de loop van dit jaar een groot aantal aanmeldingen voor opleiding en certificering, vertelt accountmanager Roelof Robbertsen.

“Het vakbekwaamheidscertificaat ACK is in eerste instantie gericht op veilig werken en vakbekwaamheid; ook de technische kennis wordt op de proef gesteld. De regels rond het werken met natuurlijke koudemiddelen zijn wettelijk vastgelegd omdat het werken met ammoniak, CO2 en koolwaterstoffen, vraagt om extra bewustzijn over veiligheid. In nieuwe veiligheidsrichtlijnen is daarom vastgelegd waar gecertificeerde personen aan moeten voldoen. Die werden van kracht op 1 januari 2016.”

Half maart waren al tientallen aanmeldingen binnen voor deelname aan een van de opleidingsgroepen. Ook vanuit het buitenland is al belangstelling voor de opleiding. Het opleidingscentrum GOº adviseert bedrijven en individuele technici met belangstelling voor een van de opleidingsgroepen niet te lang met inschrijven te wachten om zeker van te zijn van deelname. De basisopleiding duurt vier dagen, plus een examendag. Voor gevorderden, die al een opleiding natuurlijke koudemiddelen hebben gevolgd, duurt de opleiding twee dagen, plus een examendag. De opleiding wordt gegeven in het Expertisecentrum Koudetechniek van PTC+ in Ede. Daar beschikt PTC+ over speciaal voor trainingsdoeleinden ontworpen koude-systemen, zodat veilig kan worden getraind met zowel ammoniak, CO2 als koolwaterstoffen.

De jaarlijkse inspectieplicht geldt voor koude-systemen met een inhoud vanaf 10 kilogram ammoniak of CO2 en vanaf 5 kilogram koolwaterstoffen.

Meer informatie over de opleiding tot het vakbekwaamheidscertificaat ACK is te vinden op de website van Opleidingscentrum GOº. Ook inschrijven is daar mogelijk. Bekijk ook de voorlichtingsfilm over ACK.