• maart 7, 2016
  • 142 views
Meer mogelijkheden met de Energiebespaarlening

De mogelijkheden voor het financieren van energiebesparende maatregelen zijn opnieuw uitgebreid. Zo kunnen woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren het verwijderen van hun asbestdak meefinancieren met de Energiebespaarlening als zij hun dak isoleren.
Het Nationaal Energiebespaarfonds speelt in op de behoefte van de markt. Zo kwam het verzoek binnen om het verwijderen van asbestdaken op te nemen in de Energiebespaarlening, in combinatie met dakisolatie. Dat verzoek is gehonoreerd. Het verwijderen van het asbestdak is immers een goed moment om het dak beter te isoleren of er zonnepanelen op te leggen. Woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren kunnen de Energiebespaarlening voor 50% inzetten voor het verwijderen van asbest. De overige 50% moet ingezet worden voor dakisolatie en eventuele andere energiebesparende maatregelen.

Asbestdaken zijn na 2024 verboden in Nederland. Bij verweerde asbestdaken kunnen namelijk asbestvezels vrijkomen die een gevaar voor de gezondheid kunnen opleveren of het milieu kunnen vervuilen. Voor het verwijderen van asbestdaken is tevens subsidie beschikbaar via de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Naast de mogelijkheid om het verwijderen van asbest te financieren met de Energiebespaarlening, kunnen woningeigenaren en Verenigingen van Eigenaren ook het waterzijdig inregelen van cv-installaties meefinancieren. Daarnaast is voor de Energiebespaarlening en de VvE Energiebespaarlening onlangs de rente verlaagd. Het nemen van energiebesparende maatregelen is met deze nieuwe mogelijkheden en de renteverlaging nog gemakkelijker en aantrekkelijker geworden.

Voor meer informatie: www.ikinvesteerslim.nl

  • maart 4, 2016
  • 136 views
Oneerlijke concurrentie?

stadsverwarmingAlklima heeft afgelopen week melding gemaakt bij de Autoriteit Consument & Markt van mogelijke oneerlijke concurrentie. De gemeente Utrecht heeft namelijk stadsverwarming van Eneco geaccepteerd met een beduidend lager rendement dan aanvankelijk was beloofd. Ondertussen zijn leveranciers van andere duurzame alternatieven buitengesloten, waardoor de marktwerking is verstoord, aldus Alklima. Zowel Eneco als de gemeente trekken in een reactie het boetekleed aan. Maar is hiermee de kous af?
Eneco moest vorige jaar al door het stof. In een brief aan de gemeente liet de energiereus weten dat de nieuwe stadsverwarming niet het beloofde opwekrendement van 177% zou gaan halen. De oorzaak: een nieuwe inkoopstrategie van Eneco. Die brief kwam pas na veel omzwervingen terecht op het bureau van de juiste ambtenaar. Toch was dit aanvankelijk geen reden voor de gemeente om stappen te ondernemen. Door een inschattingsfout van de betrokken ambtenaar, aldus de gemeente Utrecht, werden nog 9 maanden lang bouwaanvragen goedgekeurd. In de wijk Leidsche Rijn zijn hier nu 240 woningen de dupe van. De stadsverwarming behaalt namelijk een opwekrendement dat tientallen procenten lager ligt dan oorspronkelijk was afgesproken.

Twee maten
Alklima, exclusief importeur van Mitsubishi Electric klimaatsystemen, meent dat de gemeente deze misstap had kunnen voorkomen door een andere vorm van verwarming te kiezen. Alleen “leveranciers van verwarmingssystemen die wel hun prestatiewaarden op orde hebben, zijn niet eens tot dit speelveld toegelaten.” Volgens Alklima “meet de gemeente met twee maten. Het lijkt wel of ze willens en wetens een oogje toe knijpen.” Vandaar ook dat de leverancier aan de bel heeft getrokken en de Autoriteit Consument & Markt is ingeschakeld.

Open voor alternatieven
In een reactie aan de redactie van installatienet.nl laat de gemeente Utrecht weten inmiddels “het beloofde rendement waar mee dient te worden gewerkt bij nieuw te bouwen woningen op 110% te stellen. Hoewel het milieurendement van stadsverwarming hiermee concurrerend blijft ten opzichte van conventionele opties, zoals Cv-ketels is dit dus lager dan verwacht. Daardoor komen ook andere gelijkwaardige, meer duurzame alternatieven in beeld. Bijvoorbeeld warmtepompen. De gemeente is van oordeel dat deze alternatieven in plaats van stadsverwarming moeten kunnen worden toegepast. We gaan met Eneco in gesprek om de intentieovereenkomst op dit punt aan te passen waardoor de verplichte aansluiting op stadsverwarming die geldt voor ontwikkellocaties in Leidsche Rijn komt te vervallen.”

Rendement opkrikken
Eneco lijkt nu te kiezen voor een nieuwe aanpak. De energieleverancier wil best moeite doen om het opwekkingsrendement van de stadsverwarming te verhogen. “Bijvoorbeeld door bioketels in te zetten.” De benodigde financiën daarvoor, zou Eneco dan zelf ophoesten.  Voor de rest wil de energieleverancier weinig kwijt over de kwestie en wordt er voortdurend doorverwezen naar de gemeente Utrecht.

Vervolg
Zowel de gemeente Utrecht als Eneco zijn op hun schreden zijn teruggekeerd. Toch wil Alklima het hier niet bij laten zitten. “Het feit dat er door de gemeente Utrecht, op zeer korte termijn, wordt beaamd dat het tot stand komen van de overeenkomst op deze manier niet juist is, sterkt ons doorzettingsvermogen op dit vlak. Tevens bevestigt het onze zorgen en sterkt het ons in onze visie op een gelijk speelveld voor iedereen en duurzame ontwikkeling van de stedelijke gebieden. Wij hebben dit nog in onderzoek en verdere berichtgeving zal volgen.”

  • maart 3, 2016
  • 246 views
Inschrijving marketingprijs gestart

Ieder jaar reikt BouwKennis haar BouwKennis Marketing Jaarprijs uit. De prijs gaat uit naar het meest innovatieve marketingconcept uit de bouw-, vastgoed- en installatiesector. De inschrijving voor de Marketing Jaarprijs is inmiddels geopend en daarmee is de zoektocht naar de winnaar van de nationale marketingprijs in de bouw officieel gestart. Marketeers uit de bouwkolom kunnen hun concept tot 15 mei insturen via de website.
De winnaar wordt gekozen door een professionele vakjury én professionals uit de gehele bouwkolom. De genomineerden en uiteindelijke winnaar van de BouwKennis Marketing Jaarprijs kunnen rekenen op aandacht en erkenning binnen de bouwsector.
BouwKennis is op zoek naar marketingconcepten die scoren op creativiteit, klantgerichtheid, communicatieve uitrol en eindresultaat. Marketingconcepten die aan deze criteria voldoen kunnen worden ingezonden om in aanmerking te komen voor de BouwKennis Marketing Jaarprijs.

Voor meer informatie: http://bouwkennisjaarbijeenkomst.nl/strijd-om-nationale-marketingprijs-in-de-bouwsector-weer-van-start/

 

  • februari 26, 2016
  • 146 views
Legionellaconvenant creëert onwerkbare situatie

zwembadIn een convenant met de Inspectie Leefomgeving (ILT) heeft Center Parcs afgesproken dat zij de inspecties in het vervolg grotendeels zelf gaat uitvoeren. Volgens Leo Bikker, specialist op het gebied van sanitaire technieken, een enorme stap achteruit. “De slager gaat zijn eigen vlees keuren. Het ILT schept een gevaarlijk precedent met dit convenant.” Het ILT wil met het afsluiten van convenanten organisaties stimuleren om zelf verantwoordelijkheid te nemen. Bovendien kan zo efficiënter worden gewerkt, laat Center Parcs weten in de media. Leo Bikker was jarenlang werkzaam als inspecteur bij waterleidingsbedrijven, tegenwoordig heeft hij een eigen consultancy bureau op het gebied van sanitaire technieken (BAC). Hij is sceptisch over het convenant. “Ze kunnen in de top van recreatiebedrijven legionellapreventie wel serieus nemen, de vraag is echter wat er op de werkvloer gebeurt.”

Vuiligheid
Bikker vervolgt: “We weten dat in z’n algemeenheid, over alle sectoren in Nederland bekeken, er in 50% van de gevallen wel opmerkingen zijn te maken over installaties en het gebruik ervan. Terugkerende risicofactoren bij recreatiebedrijven in het bijzonder zijn onder andere overgedimensioneerde leidingen, onregelmatige bezetting, leegstand en troebel water door grote brandkranen waar vuiligheid aan blijft hangen.”

Verantwoordelijkheid nemen
Volgens berichtgeving in de media, waaronder de vaksite Pretwerk.nl en de website van het ILT “zegt Center Parcs toe aan de continue verbetering van het managementsysteem te werken en het aantal afwijkingen van de wet- en regelgeving te minimaliseren. Center Parcs voelt zich verantwoordelijk voor een goede naleving en heeft die verantwoordelijkheid opgenomen in de hele structuur van de organisatie. Center Parcs toetst zelf de naleving en informeert de ILT over geconstateerde afwijkingen en de verbetermaatregelen om herhaling van overtreding te voorkomen.”

Onwerkbaar
Bikker: “Ik vind zo’n convenant een onverstandige zet. Je vraagt de slager om zijn eigen vlees te keuren en zelf door te geven aan het ILT als er fouten zijn gemaakt. Het zit niet in de mens zijn natuur om de vuile was buiten te hangen!” Bovendien wordt er naar de mening van Bikker een gevaarlijk precedent geschapen. “Andere organisaties zullen nu ook aan de bel gaan trekken en een convenant willen afsluiten. Zo ontstaat er uiteindelijk een onoverzichtelijke situatie voor de inspectie. Wie zal er op termijn nog moeten worden gecontroleerd en waarop en wanneer? Dat wordt onwerkbaar. Ik houd dan ook mijn hart vast.”

Controledruk
Het argument van Center Parcs dat dankzij het convenant de controledruk zal afnemen, vindt Bikker “onzin. De enige norm waaraan ze te hebben voldoen is de NEN 1006, klaar.” Center Parcs geeft in het interview met Pretwerk.nl onder andere aan de verschillen in wetgeving tussen Nederland en andere landen als een struikelblok te zien. “En vooral het feit dat in Nederland alle tappunten wekelijks moeten gebruikt worden, of moeten gespoeld worden. Dit komt in geen enkel ander land voor maar heeft enorme operationele consequenties naar opvolging.” Ook hier kan Bikker zich absoluut niet in vinden. “Volgens de NEN 1006 moeten inderdaad alle tappunten wekelijks gespoeld worden, maar dat is met het oog op de drinkwaterkwaliteit, niet specifiek vanuit het oogpunt van legionellapreventie.”

Alternatieven
De sanitair specialist wil het liefst de praktijk om convenanten af te sluiten een halt toe roepen. “We kunnen legionella-inspecties wel anders gaan inrichten. Leg meer de nadruk op voorlichting vanuit de waterleidingsbedrijven en til de inspecties zelf naar een hoger niveau. Laat ze uitvoeren door professionals met een passend opleidingsniveau en geef ze de ruimte om hun werkzaamheden te verrichten.”

Rampzalig
Tot slot: “Center Parcs is zo te lezen in haar nopjes met het convenant, maar beseft de organisatie wel de consequenties ervan?”, vraag t Bikker zich af. “Stel het gaat een keer goed mis, iemand wordt ernstig ziek of nog erger, door de legionella in een installatie van Center Parcs. Wat dan? Iedereen zal driftig wijzen op het convenant en de risico’s die eruit konden voortvloeien. Zoiets gaat rampzalige gevolgen hebben voor de reputatie van Center Parcs. Dat kan je op je vingers natellen.”

  • februari 26, 2016
  • 153 views
Ontwerp-aanvullingsblad bij NEN 7120 ter commentaar gepubliceerd

NEN 7120Als het gaat om de bepaling van de energieprestatie van gebouwen (EPG) is NEN 7120 sinds 2011 een begrip in de Nederlandse markt. Na de publicatie van een aantal correctiebladen is er nu voor het eerst een ontwerp-aanvullingsblad (A1) gepubliceerd. Marktpartijen worden uitgenodigd om hun commentaar op dit aanvullingsblad vóór 1 mei kenbaar te maken.
Aanleiding voor dit ontwerp-aanvullingsblad is om een aantal nieuwe technieken, die in toenemende mate in de praktijk gebruikt worden, bij de norm op te nemen en de methodiek op een aantal aspecten te verbeteren. Naast een aantal kleine onderwerpen komen in het ontwerp-aanvullingsblad onder andere de volgende onderwerpen aan de orde: de waardering van biomassa; de waardering van booster warmtepompen; de herziene waardering van W/W (water/water) en B/W (brine/water) en L/W (lucht/water) warmtepompen voor ruimteverwarming; de waardering van ventilatieconvectoren; de waardering van de elektrische voorverwarming van een natuurlijke toevoerluchtvolumestroom.

Deze aanpassing van NEN 7120 is naar verwachting de laatste inhoudelijke aanpassing van de norm. Dit heeft alles te maken met de aanstaande implementatie van de Europese normen vanuit de Energy Performance of Buildings Directive (EPBD) in 2017 en de introductie van de eisen voor bijna energieneutrale gebouwen (BENG).

Belanghebbenden kunnen het normontwerp kosteloos inzien op www.normontwerpen.nen.nl en commentaar indienen tot 1 mei 2016 (inloggen met uw eigen emailadres en een zelfgekozen wachtwoord). Het ingediende commentaar wordt daarna door de NEN-normsubcommissie ‘Energieprestatie van gebouwen’ behandeld. Naar verwachting wordt de definitieve versie van het aanvullingsblad A1 in de zomer van 2016 gepubliceerd.

Voor meer informatie: www.nen.nl

  • februari 22, 2016
  • 154 views
Product- en artikelinformatie op vernieuwd online platform

NBD-Online is in een nieuw jasje gestoken. De Nederlandse Bouw Documentatie is met meer dan 60.000 unieke bezoekers per maand al sinds eind jaren negentig een begrip bij zowel voorschrijvende als uitvoerende professionals in de bouw. Dankzij de samenwerking met IB.NL, een platform met meer dan 600.000 bouwmaterialen van meer dan 300 leveranciers, is NBD-Online voor gebruikers nog aantrekkelijker geworden. De website biedt nu naast leveranciers- en productinformatie als CAD tekeningen, bestekteksten, BIM bestanden en Stabu FPS, ook detailinformatie en offertes voor specifieke artikelen. Bovendien is het gebruiksgemak van de site verhoogd door een verbeterde interface.

NBD is het verbindende platform tussen toeleveranciers en afnemers in de bouw in de meest brede zin van het woord. NBD versterkt de marketing- en saleskracht van haar deelnemende leveranciers door hun zichtbaarheid te vergroten, en door marketingactiviteiten en verkoopkansen voor hen te optimaliseren. Aan de andere kant vinden bezoekers bij NBD relevante informatie over leveranciers, producten en artikelen die hen inspireert en oplossingen biedt tijdens het ontwerp of de uitvoering van een project.

De oplevering van februari is nog maar het begin. NBD-Online blijft daarna op basis van gebruikersfeedback en data-analyse de site continue doorontwikkelen.

Voor meer informatie: www.ib.nl

  • februari 19, 2016
  • 166 views
Goodbye CV!

ketelVolgens Liander-directeur Daan Schut verdwijnt de Cv-ketel op termijn uit huis. Verschillende media berichtten dat gisteren naar aanleiding van uitspraken van de topman. Uiterlijk 2040 moet in ons land 6000 kilometer aan verouderde en breukgevoelige gasleidingen zijn vervangen. De grootste netbeheerder twijfelt ernstig aan het nut om daar nog geld in te steken. Mede vanuit duurzaamheidsoverwegingen. Volgens Schut is het einde van het gastijdperk in zicht. Woningen kunnen volgens de Liander-directeur in de toekomst worden verwarmd via regionale warmtenetten die op restwarmte van afvalcentrales en bedrijven draaien, warmtepompen, warmte- en koudeopslag en aardwarmte.

Soortgelijk toekomstscenario
Fabrikant Vaillant signaleert bij de consument een groeiende interesse voor duurzame technologie. Hoewel de producent van Cv-ketels, warmtepompen en andere installatietechnische oplossingen geen uitspraken wil doen over de termijn van de uitfasering van het gasnet, voorziet ze bij monde van woordvoerder Wendy van Duijnhoven wel een soortgelijk toekomstscenario als Liander. “De warmtepomp mag zich verheugen op een stijgende populariteit onder consumenten. Wij spelen daar ook op in met ons duurzame assortiment.” Vaillant adviseert installateurs om in te spelen op deze groeimarkt door gerichte trainingen te gaan volgen op het gebied van warmtepompen.

Einde broodwinning?
Hoewel zijn broodwinning op termijn verloren dreigt te gaan, ziet Marcel de Graaf de toekomst met vertrouwen tegemoet. Samen met een compagnon uit de installatiewereld zette hij 2,5 jaar geleden HR Recycling op dat zich heeft gespecialiseerd in de duurzame demontage van Cv-ketels. Waar mogelijk worden onderdelen gereviseerd voor een tweede leven, wat overblijft wordt grotendeels gerecycled.

Nog 20-30 jaar aan het gas
“Ik kan me wel vinden in de overwegingen van Liander. Heeft het wel zin om nog door te gaan met fossiele brandstoffen? Daar moeten we goed over nadenken.” De toekomst is voor installatieconcepten met warmtepompen, bijvoorbeeld in combinatie met pv-panelen denkt De Graaf. Hij ziet Nederland nog zeker 20-30 jaar aan het gas zitten, “maar met steeds minder mensen”.

Andere markten
In die tussentijd zal zijn bedrijf stevig doorgroeien, denkt de mede-eigenaar van HR Recycling. “De wetgeving stuurt in toenemende mate aan op verantwoord verwerken van afgedankte Cv-ketels. Daarnaast vraagt de klant steeds meer om duurzaam hergebruik van onderdelen” Op termijn hoopt De Graaf 15 tot 20 man in dienst te kunnen hebben. Over het ‘post Cv-tijdperk’ maakt hij zich geen zorgen. “Dan ga ik me wel storten op duurzaam hergebruik van andere (installatie)technische producten en onderdelen, zoals omvormers en warmtepompen.”

  • februari 18, 2016
  • 144 views
Wereld voor Techniek feestelijk geopend

Wereld voor TechniekDe School voor Techniek van MBO Amersfoort zit samen met de opleidingsbedrijven Bouwmensen Amersfoort, InstallatieWerk Midden en Schilder^sCOOLin het gebouw de Wereld voor Techniek. Op 16 februari is dit gebouw, samen met wethouder Houwing, feestelijk geopend.

“Theorie en praktijk komen hier letterlijk samen”, aldus de wethouder. Zij feliciteerde de vier bedrijven met de mooie samenwerking. Joop van den Ende, zelf ooit opgeleid als timmerman, sprak de aanwezigen toe via een videoboodschap. Hij vertelde dat hij nog dagelijks profijt heeft van zijn opleiding, ook al is hij totaal iets anders gaan doen. Hij besloot zijn boodschap met de woorden ‘Een technische opleiding brengt je verder.’ De officiële openingshandeling werd verricht door de directeuren van de bedrijven en MBO Amersfoort. Door samen te werken vormden zij van puzzelstukken een foto van het nieuwe pand.

Het gezamenlijk doel van de bedrijven en de school is om zoveel mogelijk jongeren in de regio kennis te laten maken met techniek en vooral de verschillende disciplines binnen de techniek sector.

Voor meer informatie: www.mboamersfoort.nl

  • februari 12, 2016
  • 151 views
Weer forse teruggang bezoekers, VSK-organisatie in extase

erp
Een tot de nok toe gevulde kennissessie

De cijfers liegen er niet om. In 2008 trok de VSK nog 65.635 bezoekers, dit jaar slechts 35.057. Er is een dalende trend zichtbaar, die de beursorganisatie in haar officiële berichtgeving lijkt te willen overschreeuwen met positief gestemde quotes van bezoekers en standhouders en cijferrijtjes, waarin cruciale kerngetallen ontbreken. Want hoeveel exposanten had de beurs eigenlijk? Sinds de vorige editie wordt daar niet meer over bericht.
Goochelen met cijfers kunnen we allemaal. Het is alleen schrijnend als je daarbij teveel uit de pas gaat lopen met de werkelijkheid. De VSK kampt al jarenlang met teruglopende bezoekersaantallen en, zover het te achterhalen valt, ook een daling van het aantal exposanten. In de persberichten die naar buiten worden gebracht probeert de organisator steevast de positieve punten te beklemtonen en de achteruitgang te verzwijgen. Hoewel dit vanuit commerciële overwegingen goed te begrijpen is, wordt de kloof die nu tussen de realiteit en de beurs-communiqués gaapt zo groot, dat een collega-journalist zelfs al lachenderwijs spreekt van ‘propaganda’. Wat is er aan de hand?

Lovende bewoordingen
Recentelijk ontvingen wij het persbericht met de resultaten van de VSK, editie 2016. Wederom werd in lovende bewoordingen door de organisatie gesproken over de beurs. De geciteerde deelnemers hadden het onder andere over “de meest succesvolle deelname aan de VSK ooit”, een “uitmuntende beursorganisatie” en “een geslaagde opzet en indeling”. Beursmanager Cas Wegman deed er nog een schepje bovenop, met zijn “tot de nok toe gevulde kennissessies”, “exposanten en deelnemers die met een glimlach over de beurs liepen”, “marktleiders die na jarenlange afwezigheid weer terug waren gekeerd” en door trots te vermelden dat de standhouders de beurs met een 7.4 hadden beloond. “Zo’n cijfer duidt op veel leads en een goed zakelijk klimaat.”

Beslissers
Ook over het niveau van de bezoekers viel volgens de VSK niets te klagen. “De helft is direct werkzaam in de sector, meer dan de helft neemt zelf of samen met collega’s beslissingen over de aankoop van producten en diensten en investeringen.” Ja, er waren veel beslissers. Zo trof bezoeker Thijs van Woensel, zelf eigenaar van J. van Woensel BV, een groot aantal concullega’s aan, die evenals hij kleine bedrijven leiden. Van Woensel is ook zeer te spreken over het aanbod. “Ik ben me steeds meer aan het focussen op duurzame technologie. Wat dat betreft kwam ik ruimschoots aan mijn trekken. Ik heb kennisgemaakt met fabrikanten en leveranciers, die ik nog niet kende en producten gezien waar ik direct mee aan de slag kan. Bijvoorbeeld de SpeedComfort ventilator, die ervoor zorgt dat de warmte vanuit de radiator, versneld in de ruimte komt.” Aan de andere kant vond de geroutineerde bezoeker de aandacht voor de grote utiliteit wat karig, vergeleken met een aantal edities geleden. Ook over de indeling was hij niet echt te spreken. “Vroeger stonden de stands dichter bij elkaar, je had overzicht. Nu hadden ze de zaak uit elkaar getrokken. Je moest door verschillende hallen lopen, het navigeren was lastiger.”

Truc
Productleveranciers van supermarkten hebben een handige verkooptruc. Soms doen ze dezelfde hoeveelheid van product x in een grotere verpakking, waardoor het lijkt alsof je meer krijgt voor dezelfde prijs. Heeft de VSK iets dergelijks gedaan door minder stands, meer ruimte te laten innemen om zo de teruggang van het aantal exposanten te verhullen? Het zou Martin Moes, Marketing Manager van BUVA niks verwonderen. “De beurs is duidelijk geslonken in omvang. Van de S in VSK (sanitair) rest bijvoorbeeld nog maar weinig. Ook zag ik in ons eigen vakgebied (woonhuisventilatie en verwarming) minder noviteiten dan bij andere edities.” Evenals Van Woensel is hij kritisch over de nieuwe indeling. “In de entreehal kon je naar links en naar rechts, maar dat werd niet duidelijk aangegeven. Ik denk dat daardoor bezoekers ook delen van de beurs hebben gemist.” Terugblikkend heeft hij gemengde gevoelens over de VSK. “Er was een duidelijke piek in het aantal bezoekers tussen 11.00 en 15.00 uur, en dan was het ook goed druk op onze stand, maar daarvoor en erna gebeurde weinig. Misschien heeft dat ook te maken met de manier waarop men tegenwoordig een beursbezoek inplant?”

Interesse
Moes is wel te spreken over de kwaliteit van de bezoekers. “Ik zag meer pensionado’s dan gewoonlijk op de beursvloer lopen, maar tussen de mensen die onze stand aandeden zaten veel met een beslissingsbevoegdheid. .” De bezoekers toonden onder andere een grote interesse in de nieuwe Q-Stream Control, een bedieningsloze woonhuisventilator, vertelt Moes. Hij kijkt positief terug op het hoge beslissersgehalte en sluit daarmee aan op de cijfers van het officiële persbericht. Volgens organisator Jaarbeurs Utrecht ging de bezoekersinteresse overigens vooral uit naar: “Verwarming (69%), gevolgd door Luchtbehandeling/ airco en koudetechniek (45%), zonne- en alternatieve energie (37%) en ventilatie (37%).”

Trend
Heeft een beurs als de VSK nog bestaansrecht? De cijfers zijn nogmaals ontluisterend. Van 580 exposanten en 65.635 bezoekers in 2008 is de VSK teruggegaan naar 35.057 bezoekers en 331 deelnemers, als we de website afstruinen op zoek naar getallen. Het past in het algemene beeld, zoals verwoord door Moes. “Over de gehele linie bespeuren wij een achteruitgang. Fabrikanten, leveranciers en klanten doen tegenwoordig meer via internet. Alleen de grote internationale beurzen, zoals de ISH, blijven groeien.” Het zet BUVA aan het denken over de vraag aan welke beurzen nu wel of niet in de toekomst moet worden deelgenomen. Voor installateur Van Woensel ligt het anders. Een beurs als de VSK blijft ondanks het veranderend tijdsgewricht relevant voor de 56-jarige. “Ik doe er altijd nieuwe kennis op en boor zinvolle contacten aan. De volgende keer ben ik er zeker weer bij.”

Voor een uitgebreide terugblik op de VSK verwijzen wij u graag naar de mei-editie van InstallateursZaken, die grotendeels in het teken van de afgelopen beurs zal staan.

  • februari 8, 2016
  • 154 views
Doorbraak in informatisering installatiebranche

Probleemloze data-uitwisseling in de installatiebranche is binnenkort realiteit. Brancheorganisatie Uneto-VNI presenteerde 4 februari in Utrecht een uitbreiding van het Europees Technisch Informatie Model (ETIM) én de start van de Uniforme Objecten Bibliotheek (UOB). Dankzij deze initiatieven kunnen installatiebedrijven binnenkort gebruik maken van één, uniform informatiemodel. De kans op fouten en vertraging neemt daardoor sterk af en dat komt de productiviteit van de hele branche ten goede. Ook de bouw sluit zich aan bij de ETIM-systematiek.
Tijdens de installatievakbeurs VSK in Utrecht organiseerde Uneto-VNI een drukbezocht evenement rond het Bouw Informatie Model (BIM). Voormalig astronaut André Kuipers lanceerde daar het eindresultaat van het project ETIM-RT. Met deze uitbreiding van het Europees Technisch Informatie Model (ETIM) kunnen bouwpartijen en softwareplatforms op korte termijn 3D-objecten genereren en uitwisselen.
Uneto-VNI kondigde daarnaast de lancering van de Uniforme Objecten Bibliotheek (UOB) aan, de laatste stap naar probleemloze data-uitwisseling en volwaardig BIMmen. De UOB maakt het mogelijk uniforme en uitwisselbare objecten te genereren in CAD-systemen van de installatiebedrijven. In het bijzijn van Ferdi Licher, directeur Wonen en Energiebesparing van het ministerie van Binnenlandse Zaken, tekenden Uneto-VNI, FEDET/FME, stichting Ketenstandaard Bouw en Installatie en 2BA hiervoor een overeenkomst.
Dankzij beide initiatieven neemt de productiviteit in de installatiesector toe. Installateurs hoeven data voortaan maar één keer in te voeren om ze vervolgens probleemloos te blijven gebruiken. De kans op fouten en vertraging in het bouwproces neemt drastisch af. Bovendien bieden de data belangrijke informatie voor asset management. Voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI: “Als branche hebben we met ETIM-RT een solide basis om de kwaliteit van productdata op een hoger niveau te brengen. De laatste stap naar volwaardig BIMmen zetten we nu met de Uniforme Objecten Bibliotheek. Omdat dit van groot belang is voor onze leden, hebben wij de afgelopen jaren ruim 1 miljoen euro aan menskracht geïnvesteerd in deze ontwikkeling.”
Ook de bouw gaat zich aansluiten bij de ETIM-systematiek, waardoor ook de data-uitwisseling tussen ketenpartners optimaal kan gaan verlopen. Om dat mogelijk te maken, droeg voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI het beheer van ETIM over aan directeur Rien Wabeke, directeur van Stichting Ketenstandaard Bouw en Installatie.

Voor meer informatie: www.uneto-vni.nl