Een op de vijf grote zorginstellingen heeft renovatieplannen voor 2015
De vraag naar zorg zal de komende jaren sterk toenemen maar ook veranderen. Dit heeft uiteraard invloed op de keuzes die worden gemaakt met betrekking tot zorgvastgoed. ‘Zorgmarkt in Beeld’ van BouwKennis brengt de bouwplannen van ziekenhuizen en zorginstellingen in kaart. Hieruit blijkt onder andere dat 19% van de grote zorginstellingen renovatieplannen heeft voor 2015. Onder andere schilderwerk en het plaatsen of vervangen van armaturen en sanitair worden het meest genoemd als klussen voor de komende twee jaar. Ziekenhuizen en zorginstellingen hebben last gehad van veranderend beleid en de aanhoudende laagconjunctuur. Dit had een negatieve invloed op de bouwplannen. Het percentage ziekenhuizen en zorginstellingen met nieuwbouwplannen en uitbreidingsplannen ligt in 2014 dan ook duidelijk lager dan in 2012. Dit geldt vooral voor de ziekenhuizen. De plannen voor nieuwbouw in 2015 bevinden zich echter wel weer op een hoger niveau dan in 2014. Alleen bij middelgrote instellingen is een omgekeerde ontwikkeling te zien, het percentage organisaties met nieuwbouwplannen ligt daar voor 2015 juist lager. Ook voor onderhoud en renovatie geldt dat het percentage instanties met plannen in 2015 hoger ligt dan in 2014. Van de grote zorginstellingen heeft bijna eenvijfde renovatieplannen. Ziekenhuizen tonen voor 2015 hetzelfde percentage. Het percentage middelgrote zorginstellingen met renovatieplannen blijft iets achter. De plannen voor 2016 liggen voor alle typen zorginstellingen dicht bij de plannen voor 2014. Voor meer informatie: http://www.bouwkennis.nl/eenvijfde-grote-zorginstellingen-heeft-renovatieplannen-voor-2015/
Hoeveel energie kost verwarming en koeling?
Verwarming en koeling bepalen voor een groot deel de energieprestatie van een gebouw. In de energieprestatienorm voor gebouwen (EPG) staat beschreven hoe je dit aandeel kunt berekenen. De grondslag voor deze norm wordt echter gewijzigd: er komen nieuwe Europese normen voor de bepaling van de energieprestatie van verwarming en koeling. Tot begin maart 2015 kan iedereen commentaar indienen op de voorstellen. De energieprestatienorm, NEN 7120, is gebaseerd op Europese normen. Deze Energy Performance of Buildings (EPB) normen worden aangepast om beter aan te sluiten op bijna-energieneutrale gebouwen. Op dit moment zijn de verwarmings- en koelingsnormen voor openbare consultatie gepubliceerd. Hierna zullen de normen voor ventilatie, thermische isolatie en BAC & BM (gebouwautomatisering) volgen voor herziening. Het gaat om alle soorten van verwarming (watergedragen, elektrisch, straling, etc.) en watergedragen koeling. De berekening van de energieprestatie start met het vaststellen van de behoefte aan verwarming en koeling. Vervolgens wordt de energiebalans bepaald van emissie, distributie, opslag en de verschillende opwekkers. NEN adviseert belanghebbenden om na te gaan of de tabelwaarden in de normvoorstellen voldoende eenvoudig zijn. Kijk ook naar de distributieverliezen. Deze worden berekend met behulp van de leidinglengte en warmteweerstand. De vraag is of dit nodig is. Tot slot is in de nieuwe normen een methode opgenomen met een test die op ‘Gaskeur’ lijkt, maar net wat anders. Ook hier verwacht NEN reacties. NEN streeft een open en transparant normalisatieproces na. De betrokkenheid van belanghebbenden, en dus een breed draagvlak, is een van de fundamentele principes van normalisatie. Een belangrijke stap in het ontwikkelingsproces is de openbare commentaarronde, waarbij alle marktpartijen de gelegenheid wordt geboden commentaar te leveren op een normontwerp. De betreffende normontwerpen zijn hier in te zien en te bestellen. Commentaar kan worden ingediend door een e-mail te sturen naar de secretaris van de normcommissie: annet.vanderhorn@nen.nl. Vanaf eind december 2014 zijn de normontwerpen ook kosteloos in te zien op…
FNV Handel: Ultimatum voor werkgevers technische groothandel
Vandaag heeft FNV Handel een ultimatum gestuurd aan de werkgevers in de technische groothandel (WTG). Aanleiding is het feit dat de WTG-achterban op 15 oktober alsnog het cao-akkoord van tafel veegde. De WTG heeft tot woensdag 3 december om 18.00 uur de tijd om te reageren, doet zij dit niet dan volgt op donderdag 4 december een landelijke stakingsdag in Den Haag. Menno Bruijns (werkzaam bij Technische Unie en FNV-kaderlid): “De afgelopen weken hebben we heel veel bedrijven bezocht en zijn er petities voor een cao door circa 1.000 werknemers ondertekend. Ook gaven velen aan bereid te zijn om hier actie voor te voeren.” “Wie niet wil luisteren, moet maar ‘voelen’. Ze zijn nog niet van ons af”, vult Piedro van den Heuvel (werkzaam bij Destil en FNV-kaderlid) aan. De afgelopen weken is de vakbond bij diverse bedrijven langs geweest. Lettie Kleijer, bestuurder FNV Handel: “Werkgevers worden nerveus en leidinggevenden beginnen mensen te intimideren. Dit varieert van een aantekening in het personeelsdossier tot het uitgeven van een officiële waarschuwing. Schandalig! In Nederland geldt het recht op vakbondsactiviteiten en mogen werknemers ook in actie komen voor hun cao.” Medio oktober werd het zwaar bevochten onderhandelaarsakkoord over een nieuwe cao alsnog door een aantal werkgevers van tafel geveegd. Alleen als de looptijd teruggebracht wordt tot één jaar en de loonsverhoging alleen over 2014 wordt gegeven, willen ook zij tekenen voor een cao. Kleijer: “We gaan niet achteruit onderhandelen. Na jaren op een houtje te bijten, hebben de werknemers recht op een goede loonsverhoging waarmee hun koopkracht op peil komt.” Volgens FNV Handel zijn een structurele loonsverhoging en afspraken over gewoon goed werk noodzakelijk om de sector weer aantrekkelijk te maken. Kleijer: “Het is uitermate jammer dat de achterban van de WTG het akkoord heeft afgewezen. Hierdoor zijn we feitelijk weer terug bij af. Ik hoop van harte dat alle leden van de…
Nieuw opleidingsprogramma gebouwbeheersystemen
ROVC heeft de leergang gebouwbeheersystemen in het leven geroepen. Dit in opdracht van OTIB, opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het technisch installatiebedrijf. Actuele ontwikkelingen vragen van installateurs steeds meer branche-overschrijdende kennis. Gebouwbeheersystemen (GBS), die diverse gebouwinstallaties centraal aansturen, worden steeds complexer. Zaken als verwarming, ventilatie, koeling, beveiliging en verlichting moeten naadloos op elkaar aangesloten kunnen worden. Deze toenemende complexiteit heeft ook effect op het onderhoud en beheer. Buiten het feit dat cursisten leren om met behulp van een GBS optimaal service en onderhoud aan gebouwinstallaties uit te voeren, is er met het opleidingsprogramma meer winst te behalen. Door de regelingen van installaties met een GBS te optimaliseren kan ook de energieprestatie worden verbeterd. Dit kan een energiebesparing opleveren van zo’n 10 procent per gebouw. In maart 2015 starten de eerste cursussen; Storingzoeken met gebouwbeheersystemen en Basis gebruik gebouwbeheersystemen. De cursus Optimaliseren met gebouwbeheersystemen wordt later in het voorjaar ontwikkeld. Willem Ladiges, beleidsmedewerker van OTIB: “Wij analyseren continu de ontwikkelingen binnen de markt en hebben gemerkt dat door de complexiteit van een GBS meer en meer behoefte ontstaat aan installateurs met een breed kennisniveau. Een mooi voorbeeld is de toenemende behoefte aan ICT-kennis. Dit gaat steeds vaker onderdeel uitmaken van het vak, maar de gemiddelde installateur heeft hier nog te weinig kennis over. ROVC is een goede partij om deze kennis op peil te brengen. Dat doen ze praktijkgericht; naar mijn mening op een hele goede manier voor deze doelgroep.” Nico van Leeuwen, manager onderhoud en producten bij ROVC: “De opdracht van OTIB is ROVC op het lijf geschreven. Binnen de leergang kunnen we onze jarenlange ervaring op het gebied van service en onderhoud inzetten, om installateurs te voorzien van actuele kennis en vaardigheden rondom gebouwbeheersystemen. Dat doen we met een compleet nieuw en merkonafhankelijk practicum met de modernste technieken. Zo maken we alle cursisten toekomstproof. Een must in deze competitieve markt.”…
Pilot levert standaard voor berichtenverkeer woningonderhoud corporaties
Het niet-planmatig onderhoud van corporaties kan jaarlijks circa 100 miljoen euro goedkoper worden door sector overstijgende gegevensuitwisseling over bouwopdrachten. Die besparing is volgens de Kovon-werkgroep Kovra reëel bij uitwisseling van data met standaard referentieprocessen en bijbehorende berichten, op basis van dezelfde taal en definities. In een pilot toetst de werkgroep het elektronisch berichtenverkeer in de praktijk tussen corporaties en aannemers. Het levert de standaarden voor de gegevensuitwisseling over niet-planmatig onderhoud. De pilot is feestelijk gestart tijdens het Kovon Themacongres op 20 november en loopt tot medio 2015. Het onderhoud aan woningen van corporaties vergt veel tijd en mankracht en is dus kostbaar. De sector overstijgende gegevensuitwisseling komt nu niet tot stand, omdat er geen standaard referentieproces met bijbehorende berichten beschikbaar is. Dit leidt tot hoge administratieve lasten voor zowel opdrachtgever als opdrachtnemer, want opdrachtgeving, afstemming van de kosten, uitvoering en financiële afwikkeling is bij elke corporatie anders georganiseerd. Uitgerekend is dat corporaties jaarlijks in totaal 3,5 miljoen opdrachten Niet-Planmatig Onderhoud (NPO) verstrekken. Zijn voor het berichtenverkeer standaard processen en berichten beschikbaar, dan levert dat een kostenbesparing op van circa 100 miljoen euro per jaar, aldus de Kovon-werkgroep Kovra. De pilot bestaat uit het standaardiseren van de gegevensuitwisseling voor de opdrachtgeving van corporaties aan leveranciers in de bouwsector, zoals bijvoorbeeld aannemersbedrijven, installateurs en schildersbedrijven, inclusief de financiële afwikkeling. In de pilot wordt kennis gedeeld en ervaringen uitgewisseld. Het onderzoek levert de standaarden voor het berichtenverkeer in de corporatiesector en de bouw- en installatiesector. De pilot is mede mogelijk gemaakt door Bouwend NL, GS1 Nederland, NetwIT en S@les in de Bouw. Voor meer informatie: www.kovon.nl
Bouwketen ziet kansen in 3D-printen
Ruim een kwart van de partijen in de bouw ziet 3D-printen als kans voor de sector en voor de eigen organisatie. Het zijn vooral de architecten die deze mening zijn toegedaan. Prototypen en maquettes zijn de bouwspecifieke mogelijkheden van 3D-printen die momenteel als meest succesvol worden geschat. Het visualiseren van het eindresultaat richting klanten wordt dan ook als kans van 3D-printen genoemd. Bedreigingen worden onder andere gezien in een potentieel kleinere rol in het bouwproces. Dit blijkt uit de BouwKennis KwartaalVisie: 3D-printen. Speciaal voor de meest recente BouwKennis KwartaalVisie werd een kort onderzoek uitgevoerd om een eerste inzicht te verschaffen in de houding van de bouwketen ten opzichte van 3D-printen. Hierbij zijn marktpartijen uit verschillende delen van de sector ondervraagd: architecten, installateurs, aannemers B&U, klusbedrijven, afbouwers en de handel. Van elke doelgroep zijn 100 respondenten ondervraagd. Voor meer informatie: www.bouwkennis.nl
Vernieuwde editie ‘De essentiële bouwkundige controlepunten’ gepresenteerd
Tijdens de Brandveilig Bouwen Nederland (BBN)-studiedag ‘Aantoonbare brandveiligheid’ is traditiegetrouw de nieuwste editie gepresenteerd van de ‘De essentiële bouwkundige controlepunten’. Brandweer Nederland, Vereniging Bouw & Woningtoezicht Nederland en BBN hebben samen deze editie tot stand gebracht. Sinds de eerste editie in 2005 vindt er jaarlijks een update plaats waarin voortschrijdende inzichten en terugkoppeling uit de praktijk en wetgeving zijn verwerkt. De ‘Essentiële Bouwkundige Controlepunten’ beoogt een bijdrage te leveren aan brandveiliger gebouwen. Dat wordt gedaan door duidelijk te maken welke punten in ieder geval van belang zijn als het gaat om bouwkundige brandveiligheid. De beschikbare kennis voor bouwkundige brandveiligheid wordt hiermee zoveel mogelijk toegankelijk gemaakt, zodat iedere betrokkene zijn verantwoordelijkheid kan waarmaken. Doelgroepen hierbij zijn: gebouweigenaren/beheerders, huurders en gebruikers, verzekeraars, architecten, aannemers, installateurs, brandweer en bouw & Woningtoezicht De publicatie ‘De essentiële bouwkundige controlepunten’ past goed binnen de visie van Brandweer Nederland zegt Stephan Wevers, voorzitter Raad van Brandweercommandanten in het voorwoord. “Op de publicatie zijn de eerder genoemde sleutelbegrippen naadloos van toepassing. Kennisoverdracht is een belangrijk instrument bij de bevordering van kwaliteit van de verschillende bouwpartners, zo ook bij de toezichthoudende partijen zoals de brandweer. Dat is niet alleen relevant voor de burger, maar ook voor het brandweerpersoneel dat bij brand moet optreden. De voornaamste vernieuwing in deze publicatie zit in hoofdstuk 7, over brandwerende constructies. Er is onderscheid gemaakt in het brandwerend bekleden van beton, staal en hout. Ook zijn de effecten van diverse brandwerende toepassingen beschreven. Dat is een enorme verrijking, want vorige versies beschouwden slechts de toepassing van brandwerende coatings”, aldus Wevers. Het boekje bevat onder andere een quickscan essentiële controlepunten en een duidelijke verwijzing naar de veiligheid van repressief personeel in het hoofdstuk voor Industriële Branddeuren. Via www.bbn.nu is het boekje gratis als pdf te downloaden.
Kennisplatform Bodemenergie van start
Het Kennisplatform Bodemenergie – initiatief van SKB en BodemenergieNL – is van start gegaan tijdens een bijeenkomst in het Educatorium van de Universiteit Utrecht. Het kennisplatform richt zich op het vergroten van wetenschappelijke en praktische kennis en kunde rondom bodemenergie. Centraal staat het uitwisselen en ontwikkelen van kennis. Doelgroep van het platform zijn enerzijds kennisinstellingen, universiteiten en hbo-opleidingen die zich (gedeeltelijk) bezighouden met bodemenergie. Dit kan zijn op het gebied van geohydrologie of energietechniek, maar ook op het gebied van werktuigbouwkunde. Anderzijds richt het platform zich op de gebruikers en bevoegde overheidsinstanties van de techniek. Het platform wil een brug slaan tussen deze partijen zodat informatievragen en kennisvragen gezamenlijk kunnen worden opgepakt en opgelost. De ruim 40 aanwezigen, waaronder medewerkers van kennisinstellingen, universiteiten en hbo-opleidingen, gemeenten en adviesbureaus lieten zich bijpraten over de opzet en organisatie van het platform en hebben vervolgens gezamenlijk de kennisagenda voor de komende jaren opgesteld. Centraal stonden de thema’s gebruik en onderhoud van bodemenergiesystemen, ontwerp van bodemenergiesystemen en beleid en wet- en regelgeving. Frank Agterberg, programmadirecteur bij SKB, gaf tijdens de bijeenkomst het stokje over aan Martin Bloemendal, bestuurslid van BodemenergieNL, die het Kennisplatform met zijn team zal faciliteren. Martin Bloemendal: “Het Kennisplatform Bodemenergie heeft een meerwaarde voor BodemenergieNL en daarom willen wij dit graag faciliteren. Het staat echter los van de vereniging. De kern van het kennisplatform is dat het wordt ingezet om mensen met elkaar te verbinden en te laten samenwerken in het uitdenken en oplossen van informatievragen en kennisvragen. Het is dan ook nadrukkelijk bedoeld voor alle geïnteresseerden: van kennisinstituut tot overheid en van adviseur tot eindgebruiker. Iedereen die niet aanwezig was tijdens de bijeenkomst maar wel geïnteresseerd is, kan zich nu natuurlijk nog melden. Dat kan via info@BodemenergieNL.nl.” Voor meer informatie: www.kennisplatformbodemenergie.nl
Online meldpunt klachten werknemers gestart
Werknemers van Feenstra verwarming kunnen terecht bij het meldpunt www.meldpuntfeenstra.nl van FNV Metaal, met klachten over het werk. Het meldpunt is opgezet omdat de directie van het bedrijf de arbeidsvoorwaarden van monteurs niet respecteert. Feenstra wil bovendien niet onderhandelen om misstanden in de werkdruk en werkroosters aan te pakken, maar eenzijdig verslechteringen doordrukken. Dit gaat ten koste van de veiligheid, het inkomen van de monteurs en de kwaliteit van het werk dat het bedrijf levert, stelt FNV Metaal. FNV Metaal bestuurder Anne van Dijk: ‘’Het lijkt wel alsof we in de jaren ‘30 zitten met deze werkgever. Ze willen alles individueel oplossen en weigeren te onderhandelen. We hopen met dit meldpunt een volledig beeld te krijgen om de verslechterde omstandigheden goed aan te pakken.’’ Het is niet de eerste keer dat het rommelt bij Feenstra Verwarming. In februari 2013 kwam al naar boven dat werknemers onder druk worden gezet om structureel meer uren te maken dan is afgesproken in het contract. Uit een tevredenheidsenquête van FNV Metaal blijkt ook dat werknemers werkzaam in Amsterdam, Heerhugowaard en de rest van Noord-Holland, structureel te veel uren maken. Het meldpunt dat nu gelanceerd is, is landelijk. De werknemers hebben niet of nauwelijks zeggenschap over hun eigen tijd. Overuren zijn voor de werknemers vaak verplicht en worden gedraaid in de avond of nacht. Terwijl nachtdiensten eigenlijk alleen zijn bedoeld voor calamiteiten, worden ze nu vaak gebruikt voor werk dat overdag gedaan kan worden. Daarnaast vinden nachtdiensten plaats zonder dat de werknemers acht uur rust krijgen om bij te tanken. Feenstra wil bovendien dat de werknemers, bij nachtwerk, zelf hun rusturen betalen uit de overuren die zij maken. De Feenstra werknemers kunnen onder andere klachten indienen over structureel overwerk, overschrijding van de arbeidstijdenwet, nachtdiensten zonder compensatie uren, en het verslechteren van de arbeidsvoorwaarden zonder dat zij hierover zijn ingelicht of mee hebben ingestemd. Bij Feenstra…
‘Nederland behoort tot de twee beste pv-clusters van Europa’
‘Nederland behoort tot de twee beste pv-clusters van Europa.’ Aan het woord is Ton Veltkamp die namens Solliance betrokken is bij het Europese samenwerkingsproject Solarrok. In opmaat naar de Sunday – het grootse jaarlijkse zonne-energiecongres in Nederland dat dit jaar op 19 november in Burgers’ Zoo Arnhem plaatsvindt en waarvoor men zich via www.sundaynl.nl kan registreren, constateert Veltkamp dat Nederland binnen Europa hoge ogen gooit. Veltkamp, werkzaam bij Solliance-partner Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), stelt vast dat Nederland niet alleen op het gebied van innovatie en technologieontwikkeling goed scoort, maar dat ook de implementatie van pv in een sneltreinvaart toeneemt. “De burgerparticipatie die Nederland momenteel kent is uniek in Europa.” Volgens Veltkamp kijken de andere Europese deelnemers van het Solarrok-project dan ook likkebaardend naar Nederland. Binnen het EU-project wordt gezocht naar samenwerking en krachtenbundeling van de voornaamste pv-clusters in Europa. Naast Nederland zijn Duitsland, Slovenië, Oostenrijk, Frankrijk, Litouwen, Noorwegen en Spanje deelnemers. Gezamenlijk wordt gestreefd naar efficiënt gebruik van bestaande kennis, onderzoekscapaciteit en infrastructuur om Europa’s leidende rol in de pv-wereld te behouden. “Nederland is niet alleen een groeimarkt als het om afzet gaat, maar is ook een broedplaats van nieuwe technologie met cross-overs die in eigen land getest kan worden. Ik denk aan zaken als biobased pv-modules en dunne filmcoatings. Doordat er binnen ons land bovendien goed samengewerkt wordt door de keten heen, komen innovaties in een stroomversnelling.” “De voornaamste doelstelling van Solarrak is om de sterke Europese pv-clusters te laten samenwerken om de internationale markt voor de Europese Unie te verbeden en te ontsluiten”, vervolgt Veltkamp. “Als Nederland hopen wij via het project ook nieuwe contacten op te doen met de emerging pv-markten die buiten Europa liggen”, duidt Veltkamp. “Diverse delegaties uit deze landen brengen via tours namelijk een bezoek aan Solarrok-deelnemers.” Ook Europese productie van zonnecellen en zonnepanelen zijn volgens Veltkamp onderwerp van gesprek in Europa. “Natuurlijk hopen…