Eén op de drie badkamerklussen blijft minimaal een jaar liggen
Iets meer dan een vijfde van de Nederlandse woningeigenaren is van plan om de komende twee jaar klussen uit te voeren aan de badkamer. Bijna een derde van de potentiële klussers loopt al meer dan een jaar met de plannen voor de badkamer rond. Een gebrek aan tijd en geld zijn de belangrijkste redenen dat de klus nog niet is uitgevoerd. Dit blijkt uit het WoonKennis Jaarrapport 2014/2015. Het WoonKennis Jaarrapport is een grootschalig onderzoek onder ruim 1.000 woningeigenaren. Het rapport geeft onder andere inzicht in de klusplannen van woningeigenaren voor de komende 24 maanden, ingedeeld naar kamer. Er wordt hierbij stilgestaan bij de volgende ruimten: woonkamer, hoofdslaapkamer, keuken, badkamer, zolder, buitenkant van de woning en installaties. Voor de badkamer geldt dat 21% van de woningeigenaren voor de komende twee jaar klusplannen heeft in deze kamer. De klussen die hierbij het vaakst op de rol staan zijn: de badkamer in zijn geheel vervangen, het schilderwerk, het tegelwerk en vervangen of plaatsen van een douchecabine. Op basis van de geplande klussen aan de badkamer en het gemiddelde bedrag dat woningeigenaren hierbij denken uit te geven komt het totale bedrag voor klusplannen aan de badkamer uit op € 2,4 miljard. De weg van klusintentie naar de uitvoering kan echter lang zijn. Potentiële klussers moeten zich oriënteren en hun wensen concretiseren. Daarbij komt dat er diverse drempels kunnen zijn die er voor zorgen dat een plan maar niet tot uitvoering komt. Uit het rapport blijkt dan ook dat 30% van woningeigenaren met klusplannen in de badkamer al meer dan een jaar met deze plannen rondloopt. 34% heeft de badkamer korter dan een half jaar op de planning staan. Iets minder dan een kwart loopt al zes tot twaalf maanden met de plannen rond. Er zijn dus veel klusplannen die geruime tijd blijven liggen. Het is aan de marketeer om hier middels slim beleid…
Duurzaam Gebouwd gaat nieuwe fase in
Met de oprichting van Duurzaam Gebouwd Connect begint Platform Duurzaam Gebouwd samen met zijn partners en experts aan de volgende fase. Gezamenlijk onderschrijven ze de visie ‘Het Nieuwe Bouwen’, dragen ze dit gedachtengoed actief uit en gaan ze er actief mee aan de slag. Met deze oprichting wil Duurzaam Gebouwd nog beter de kansen benutten om € 7 miljard aan faalkosten te reduceren, de CO2-uitstoot te besparen en het grondstoffenpaspoort beter te gebruiken. Aangesloten partners van Duurzaam Gebouwd zien dat het in deze nieuwe situatie noodzakelijk is om de denkwijze te vernieuwen. Hierbij horen een integrale aanpak en samenwerking. Er zijn verschillende voorwaarden om deze kansen effectief te benutten: kennis en netwerk delen zijn hierbij belangrijke factoren. Dit faciliteert Duurzaam Gebouwd Connect. Duurzaam Gebouwd volgt de visie van ‘Het Nieuwe Bouwen’ en heeft als missie om de integrale samenwerking in de bouw- en vastgoedsector een grote stap vooruit te helpen. In Duurzaam Gebouwd Connect komen de top 250 organisaties uit de integrale sector samen. Duurzaam Gebouwd Connect zorgt hierbij voor de verbinding. Partners en experts kunnen hiervoor terecht op de website www.DuurzaamGebouwdConnect.nl. Partners en experts van Duurzaam Gebouwd worden automatisch lid van Duurzaam Gebouwd Connect. Zij profiteren van exclusieve bijeenkomsten als Round Table Tour en de PEP-meeting. Daarnaast hebben zij de mogelijkheid om binnen de kennisbank van Duurzaam Gebouwd Connect hun mening te geven en duurzame inspanningen te tonen. Duurzaam Gebouwd Connect geldt als volgende stap voor bouw- en vastgoedorganisaties aan de vraag- en aanbodzijde, die hun netwerk willen onderhouden en uitbreiden.
Keurmerk kan verdere ongelukken met cv-ketels helpen voorkomen
Maandag 3 november jl. heeft het EO televisieprogramma ‘Dit is de Dag Onderzoek’ het bericht naar buiten gebracht dat cv-ketels de grootste veroorzakers zijn van ongelukken met koolmonoxide. De Onderzoekraad voor Veiligheid heeft, bij monde van de voorzitter de heer Tjibbe Joustra, aangegeven dat er behoorlijk wat slachtoffers vallen door het installatiewerk uitgevoerd door personen zonder papieren. Hij onderstreept het belang dat installaties door vakbekwame mensen moeten worden onderhouden. KvINL (Kwaliteit voor Installaties Nederland), opgericht ten behoeve van de kwaliteitsborging binnen de installatiesector, ziet in de berichtgeving een bevestiging van de noodzaak om werkzaamheden aan installaties door een erkende of een daartoe gecertificeerde installateur te laten uitvoeren. Dick Tommel, voorzitter van KvINL, geeft aan dat: ‘KvINL voorstander is van het verplicht invoeren van vakbekwaamheidseisen. KvINL heeft om de kwaliteitseisen te borgen zowel een erkenningsregeling als een beoordelingsrichtlijn (BRL) ontwikkeld. De erkenningsregeling vormt sinds kort de basis van het keurmerk OK-CV . Een keurmerk dat een halt moet toeroepen aan de geconstateerde gebreken bij service en onderhoud aan cv-toestellen en nadrukkelijk bijdraagt aan een veilige situatie in de woonomgeving’. OK-CV biedt consumenten en andere opdrachtgevers (zoals woningbouwcorporaties) de garantie dat het onderhoud volgens de voorschriften wordt verricht. De onderhoudsbeurt wordt uitgevoerd door een Energie Service Specialist. Deze Energie Service Specialist moet voldoen aan kwaliteitseisen en wordt hierop gecontroleerd. Alle informatie over de te verkrijgen kwaliteitslabels (erkennings- en certificatieregelingen) zijn te vinden op www.kvinl.nl
Uneto-VNI wil vakbekwaamheidseisen voor installateurs
Uneto-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, wil dat de overheid vakbekwaamheidseisen gaat stellen aan installatiebedrijven. Ook pleit de installateurskoepel voor de invoering van een verplichte APK voor cv-ketels. Uneto-VNI reageert hiermee op berichtgeving die het EO-televisieprogramma ‘Dit is de Dag Onderzoek’ gisteren naar buiten bracht. Sinds het afschaffen van de Vestigingswetgeving in 2007 stelt de overheid geen vakbekwaamheidseisen meer aan installateurs en kan iedereen een installatiebedrijf beginnen. Dat is de installatiebranche een doorn in het oog. Voorzitter Titia Siertsema: “Wij vinden dat alleen vakbekwame, gediplomeerde installateurs cv-ketels mogen plaatsen en onderhouden. Helaas komen onze leden in de praktijk maar al te vaak de gevolgen van ondeskundig installatiewerk tegen. Dat levert gevaar op voor bewoners én voor omwonenden. Uit de cijfers van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid blijkt hoe alarmerend de situatie is.” Uneto-VNI roept de overheid op om de vestigingseisen opnieuw in te voeren. Siertsema: “Laten we een voorbeeld nemen aan België en Duitsland. Daar worden wél vakbekwaamheidseisen gesteld aan installateurs. Het is onbegrijpelijk dat de overheid dit laat gebeuren. De veiligheid van burgers is in het geding.” Sinds de afschaffing van de Vestigingswet stelt Uneto-VNI zelf wel vakbekwaamheidseisen aan de aangesloten leden. Siertsema: “Helaas kunnen wij niet voorkomen dat niet-leden van Uneto-VNI die niet beschikken over de juiste vakkennis, in de installatiebranche actief zijn. Hier ligt een taak voor de overheid.” Uneto-VNI pleit ook voor de invoering van een verplichte APK voor cv-ketels, uitgevoerd door erkende installateurs. Siertsema: “Bijna de helft van de huizenbezitters laat de cv-ketel niet regelmatig controleren. De kans op ongelukken, bijvoorbeeld als gevolg van koolmonoxidevergiftiging, is dan groot. Onze leden komen stokoude cv-ketels tegen die nooit zijn onderhouden. Dat zou niet mogelijk moeten zijn.” Voor meer informatie: www.uneto-vni.nl
Meer koolmonoxide incidenten met cv-ketels
‘De afgelopen jaren zijn er steeds meer slachtoffers van koolmonoxidevergiftiging als gevolg van problemen met cv-ketels’, zo meldt Ditisdedag op haar website. Een en ander blijkt uit onderzoek dat dit radioprogramma liet uitvoeren. De site meldt: ‘In 2013 waren er voor het eerst beduidend meer slachtoffers als gevolg van koolmonoxidevergiftiging met cv-ketels dan met geisers. Tjibbe Joustra, voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid, stelt in Dit is de Dag Onderzoek dat er behoorlijk wat slachtoffers vallen door het installatiewerk van installateurs zonder papieren. Jaarlijks zijn er gemiddeld 100 gewonden en tien doden als gevolg van koolmonoxidevergiftiging. De overheid zet al jaren in op het terugdringen van oude open geisers, vanwege de verhoogde risico’s ervan op koolmonoxide ongelukken. Uit onderzoek van Dit is de Dag Onderzoek blijkt dat koolmonoxide ongelukken met cv-ketels de afgelopen jaren zijn toegenomen. Hiervoor analyseerde Dit is de Dag meer dan 200 door Kiwa geregistreerde incidenten met koolmonoxide in de afgelopen zeven jaar. In 2013 waren er zelfs beduidend meer slachtoffers door koolmonoxidevergiftiging met cv-ketels dan met geisers. 83 slachtoffers als gevolg van koolmonoxidevergiftiging met cv-ketels versus 30 slachtoffers met geisers. De Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) is een onderzoek gestart naar ongevallen met koolmonoxide. Voorzitter Tjibbe Joustra in Dit is de Dag Onderzoek: “Koolmonoxide is een onderschat probleem.” Joustra stelt dat hij signalen heeft ontvangen dat er slachtoffers vallen door het installatiewerk door vakonbekwame installateurs. Joustra: “Wij vinden het van belang dat vakbekwame mensen langskomen om iets te installeren. Daar hebben mensen gewoon recht op.” Volgens Charles Meijer van Brandweer Nederland zijn er meer koolmonoxide incidenten met cv-ketels door de toename van onbekwame installateurs op de markt. Meijer: “Er moeten eisen worden gesteld aan de kwaliteit van installateurs. Het is nodig dat dit vanuit de rijksoverheid wordt geregeld.” Daarnaast pleit Meijer voor een acuut verbod op open geisers omdat de afbouw ervan te traag gaat.’ Voor meer…
Zzp’er ziet rol en productkennis particulier toenemen
Wanneer particulieren bij zzp’ers aankloppen voor een klus zijn ze steeds beter op de hoogte van productkenmerken. Het zijn vooral de specialisten die deze ontwikkeling opmerken, generalisten zien dit minder vaak. Het percentage generalisten dat volledig zelf de materiaalkeuze bepaald, is wel afgenomen. Dit blijkt uit de ZZP & Klus Monitor van BouwKennis. Particulieren zijn de grootste opdrachtgever voor zowel de generalist als de specialist. Ten opzichte van 2012 heeft de particulier die een generalist in de arm neemt meer invloed gekregen op de beslissing omtrent materiaalkeuze. Het percentage generalisten dat in zijn eentje de beslissing nam daalde van 28% naar 21%. Specialisten hebben veel meer keuzevrijheid dan generalisten ten aanzien van aankoopplaats, merk en materiaal. Het percentage specialisten dat helemaal alleen beslist, ligt hoog. Toch wordt er vooral op het gebied van materiaal veel besloten in overleg met de particulier. Opvallend is dat vooral specialisten een grotere invloed van particulieren opmerken. Het zijn ook met name de specialisten die aangeven dat particuliere opdrachtgevers beter op de hoogte zijn van productkenmerken dan enkele jaren geleden. Onder w-installateurs is dit aandeel zeer hoog. Het zijn de stukadoors die deze ontwikkeling het minst vaak opmerken. Het lijkt er dus op dat wanneer er in overleg wordt besloten, de steeds beter geïnformeerde particulier een stevigere stempel drukt. De ZZP & Klus Monitor van BouwKennis richt zich op het gedrag dat zzp’ers en klusbedrijven vertonen rondom het uitvoeren van klussen. Zzp’ers en kleine klusbedrijven zijn een niet te miskennen doelgroep met specifieke kenmerken en wensen waarop ingespeeld dient te worden. Vooral in de renovatiemarkt drukken zij een stevige stempel op de keuze van merken, materialen en aankoopplaatsen. Wie zijn pijlen richt op de zzp’er moet uiteraard ook rekening houden met de particulier en zijn rol in het beslissingstraject rondom een klus. In het rapport wordt daarom uitvoerig stilgestaan bij de verschillende opdrachtgevers van zzp’ers…
Driedaagse cursus Passiefhuis Vakman
Op 11 november start in Ede de driedaagse opleiding Passiefhuis Vakman. De cursus is bestemd voor wie energieneutraal bouwt of renoveert in de bouwuitvoering als vakman, aannemer of installateur. Hiermee legt men de juiste basis om de hoogste standaard op het gebied van gezond wonen, betaalbaar comfort en energie-efficiency te realiseren. De opleiding van het Passiefhuis Instituut is voor de Nederlandse markt vertaald en aangepast en wordt gegeven door stichting KERN. Wie slaagt ontvangt het internationaal erkende certificaat passiefhuis vakman. “De cursus Passiefhuis Vakman heeft mij veel meer inzicht gegeven in detailleringen die ik op hoofdlijnen wist. Met veel praktijkvoorbeelden en een beetje bouwfysica leer je snel waar het mis kan gaan als men ondeskundig luchtdicht bouwt of extra isolatie aanbrengt. Doordat de groep vakmensen gemotiveerd en leergierig was, werden we allemaal nog enthousiaster om te bouwen volgens de passiefhuis-principes,” aldus Oskar Oldeman (Promantor-Bouwnext), één van de zeven cursisten die in 2014 als eersten in Nederland het certificaat behaalden. Wetenschappelijke kennis en de bouwpraktijk gaan in deze cursus hand in hand. Begrijpen om te leren toe te passen. Alert worden op de details en de samenhang van de disciplines die bij een passiefhuis een integraal geheel vormen, alles in drie cursusdagen. Docenten zijn Clarence Rose (passiefhuisspecialist), Henk Wegkamp (energetisch-economisch analist) en Carl-peter Goossen (passiefhuis ontwerpmanager). De docenten hebben jarenlange ervaring met de passiefhuis methodiek. De cursusdagen zijn 11, 12 en 18 november. Op dag 1 staat de interdisciplinaire basis centraal van de passiefhuis-methode. Op dag 2 kiest de cursist voor de specialisatie installatie met bijvoorbeeld verdieping in passiefhuisventilatie, of de bouwkundige kant met verdieping in isolatietechniek en de daarbij behorende bouwfysica. In de middag worden twee passiefhuisprojecten bezocht. Op dag 3 wordt de gekozen specialisatie verder behandeld, zijn er demonstraties en wordt de cursus afgerond. Het examen vindt zaterdagochtend 22 november plaats. Wie slaagt ontvangt het certificaat passiefhuis vakman. De…
‘Beste cv-ketel’ scoort met geavanceerde technologie
De Consumentenbond heeft in haar nieuwste test van november 2014 zeventien cv-ketels getest. Achtergrond van het uitvoeren van een nieuwe test is de veranderende wet- en regelgeving over energiezuinig verwarmen voor woningen. Deze gaat vanaf januari 2015 gelden. Belangrijke testonderdelen waren energiezuinigheid, comfort, geluid en onderhoud. Met name bij de testonderdelen ‘energiezuinig verwarmen’ en ‘warmwater leveren’ bleken de verschillen groot. Atag Verwarming scoorde met haar cv-ketel E325EC het hoogste rapportcijfer: 8,1. Daarom mag zij als enige Nederlandse cv-ketelfabrikant een jaar lang officieel het predicaat ‘Beste uit de test’ voeren. De Remeha Tzerra M 39C Plus CW5 kwam als nummer twee uit de test met een score van 7,7, direct daarop gevolgd door de Intergas Kombi Kompakt HReco 36 met een 7,6. De goede prestaties op energiezuinigheid en comfort van de Atag-ketel zijn volgens de fabrikant vooral te danken aan de extra warmtewisselaar, die extra energie haalt uit de rookgassen. Deze nieuwe techniek vertaalt zich in een hoger rendement van de cv-ketel. “We zijn enorm trots op deze erkenning, die inmiddels voor de 5e keer aan ons bedrijf wordt uitgereikt”, aldus Carl Berlo, CEO van Atag Verwarming Nederland BV.
Het hele bouwproces verzekerd
Risk Innovation heeft het afgelopen jaar de BouwProces Polis ontwikkeld, waarmee de traditionele CAR (Construction All Risk verzekering) – de reguliere AVB (Aansprakelijkheid verzekering voor Bedrijven) – en de OAV (Ontwerp Aansprakelijkheid verzekering) zijn samengevoegd tot 1 polis. Hiermee wordt enerzijds ingespeeld op de behoefte van de aannemer om verzekeringstechnisch beter op het bouwproces aan te sluiten, anderzijds worden hiermee de zogenaamde ‘gaten’ tussen de separate polissen gedicht. Risk Innovation heeft niet alleen de verzekeringsproducten verder geïnnoveerd, zij heeft ook een revolutionair Cloud platform ontwikkeld waarop haar klanten, de verzekeraars, experts en zijzelf 24/7 met elkaar kunnen communiceren. Tevens hebben klanten de mogelijkheid om op het platform zelf verzekering producten aan te vragen of te wijzigen, schades te melden of management informatie op te vragen. Zowel het zogenaamde acceptatieproces als het schadebehandelingsproces is hiermee geheel digitaal en beveiligd inzichtelijk geworden. Een belangrijk aspect in de werkwijze van Risk Innovation is Loss Adjusting. De expert stelt niet alleen de schade vast, maar handelt direct de schade met de aannemer af waardoor de doorlooptijd van een schadegeval wordt terug gebracht tot maximaal 10 werkdagen. Frank Lenarduzzi van Risk Innovation: “Met name het snel weer op de rit zetten van het bouwproces door het toepassen van Loss Adjusting draagt direct bij tot een beter rendement voor de aannemer.” Afgelopen jaren is hier veel ervaring mee opgedaan door Risk Innovation Voor meer informatie: www.riskInnovation.nl
Legionellapreventie in scholen en kantoren niet nodig?
In een artikel in het blad H2O beschrijft het RIVM haar standpunt over Legionellapreventie in leidingwaterinstallaties. Ze stellen dat Legionellapreventie bij scholen, kantoren en andere niet-prioritaire locaties niet nodig is. Het drinkwater van deze locaties mag, volgens het RIVM, legionellabacteriën bevatten omdat uit casuïstiek blijkt dat de kans op een longontsteking door legionella via deze locaties zeer gering is. Het artikel heeft voor nogal wat opschudding gezorgd bij mensen en organisaties die zich bezighouden met legionellapreventie. De stelligheid waarmee in het artikel wordt beweerd dat er geen legionellarisico is bij niet-prioritaire installaties is gebaseerd op het gegeven dat er geen casuïstiek zou zijn. Door de gebrekkige bron opsporingspraktijk geeft dit geen enkele zekerheid. Het RIVM kan niet hard maken dat er geen legionellarisico’s zijn in niet-prioritaire gebouwen. De splitsing in niet-prioritaire en prioritaire installaties in het Drinkwaterbesluit is niet alleen tot stand gekomen op basis van casuïstiek, maar ook op basis van haalbaarheid bij handhaving en toezicht. Standpunt ISSO: handhaaf de zorgplicht. Een werkgever met een personeelsdouche (voor bijvoorbeeld. werknemers die met de fiets naar het werk komen) wil er zeker van zijn dat ze bij hem geen onnodig risico lopen. Een eigenaar en/of beheerder van een sporthal zal graag willen weten of de mensen veilig bij hem kunnen douchen. Als uit een verkorte risicoanalyse (scan) blijkt dat er groeibevorderende omstandigheden zijn, zoals te hoge koud watertemperaturen, te lage warmwatertemperaturen en stagnatie, heeft de eigenaar van de sporthal de zorgplicht om passende maatregelen te treffen, bijvoorbeeld conform www.zorgplicht-legionella.nl. Het laten opstellen van een uitgebreid legionellabeheersplan is dus niet vereist. Vaak kunnen de beheersmaatregelen beperkt zijn (bijvoorbeeld zorgen voor regelmatige verversing en tegengaan van hotspots). Ook is in veel gevallen periodieke monstername niet nodig. Het aanbieden van onnodige monsternames door bedrijven aan gebouweigenaren gaat dan ook te ver. ISSO voorziet de professionals in de gebouwde omgeving van informatie en kennis over…