• juni 2, 2021
  • 134 views
Terpstra over SER-advies: “Dit biedt nieuw perspectief”

De organisaties van werkgevers en werknemers zijn het eens geworden over een ‘sociaal akkoord’. Het akkoord gaat met name over hervormingen op de arbeidsmarkt. De werkgevers en werknemers hebben het akkoord laten opnemen in een ontwerpadvies van de Sociaal-Economische Raad (SER). Daarmee vragen ze aandacht voor het onderwerp tijdens de formatie. Volgens de SER gaat het om een uitgekiende mix van maatregelen, waarmee het nieuwe kabinet moet gaan investeren in echte brede welvaart voor alle Nederlanders.

Het ontwerpadvies van de SER richt zich op de middellange termijn. De inhoud is tot stand gekomen in samenspraak met vakbonden, werkgeversorganisaties en onafhankelijke deskundigen (de kroonleden). De SER geeft een aantal concrete adviezen over het investeringsbeleid, het budgettair beleid en het arbeidsmarktbeleid. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, rekent erop dat het ontwerpadvies een belangrijke rol gaat spelen bij de formatie voor een nieuw kabinet: “De centrale werkgeversorganisaties en de vakbeweging geven samen een evenwichtig advies dat ons land nieuw perspectief geeft. Het poldermodel ligt wel eens onder vuur en in sommige opzichten is dat terecht. Maar dit laat zien dat de polder nog altijd belangrijk is voor een stabiele toekomst van ons land. Ik verwacht dat Mariëtte Hamer en de formerende partijen er hun voordeel mee gaan doen.”

Deltaplan voor technische vakmensen
Terpstra vindt het belangrijk dat het ontwerpadvies van de SER stevig inzet op investeringen, onder meer in de energietransitie: “Zo komen wij sterker en groener uit de crisis.” Terpstra benadrukt wel dat dat alleen lukt als er ook een oplossing komt voor het tekort aan technische vakmensen. “Dat is een probleem dat vraagt om onmiddellijke actie. Zonder voldoende technische vakmensen loopt de energietransitie vast. We hebben behoefte aan een Deltaplan voor instroom in de techniek.”

Perspectief voor zij-instromers
Het SER-advies bevat plannen om mensen van werk naar werk te helpen. Terpstra: “De technieksector verwelkomt zij-instromers met open armen. We kunnen duizenden mensen uit krimpsectoren perspectief bieden in de duurzame economie.” Volgens hem heeft de technieksector geen behoefte om het wiel opnieuw uit te vinden. “Maak gebruik van de bestaande infrastructuur die Techniek Nederland samen met het opleidingsfonds heeft opgezet.”

Sociale koers
Terpstra prijst de vernieuwende agenda die zichtbaar wordt in het ontwerpadvies van de SER. Hoewel in de technieksector vaste contracten de norm zijn, vindt hij het toch belangrijk dat werknemers met een flexibele arbeidsrelatie (zoals uitzendkrachten) met deze plannen meer zekerheid van werk en inkomen krijgen. “Werkgeversorganisaties laten zien dat ze kiezen voor een sociale koers.”

Hoofdpunten van het advies
Enkele hoofdpunten van het SER-advies:
- Realiseer een adequate infrastructuur van werk naar werk voor mensen die van baan moeten veranderen. Mensen die werkzaam zijn in sectoren die krimpen, krijgen zo uitzicht op een nieuwe baan in sectoren waar veel vraag naar vakmensen is.
Organiseer werk op basis van duurzame arbeidsrelaties. De SER werkt in het advies concreet uit hoe andere contractvormen (uitzendarbeid, oproepcontracten, tijdelijke contracten, ZZP) beter moeten worden gereguleerd. Dat moet zorgen voor meer werk- en inkomenszekerheid en een gelijk speelveld voor ondernemers zonder oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden.
- Investeer extra in bijvoorbeeld innovatie en de energietransitie. Dat zorgt ook voor een sterke publieke sector, die in staat is zijn taken goed uit te voeren.
- Verhoog het investeringsniveau in ons land substantieel, zowel publiek als privaat. De opgave is daarbij om dat hogere niveau van investeringen op peil te houden en minder afhankelijk te maken van de stand van de begroting of de conjunctuur. Nu we een herstelfase tegemoet gaan, zijn lastenverzwaringen en bezuinigingen onverstandig.
-Andere aanbevelingen gaan onder meer over het bevorderen van de doorgroei van ondernemingen, het terugdringen van administratieve lasten en het aanpakken van het woningtekort.

Lees hier wat de voorstellen voor werkgevers in de installatiebranche betekenen

[pt_view id="58ec2c3l62"]

  • mei 31, 2021
  • 138 views
Hybride oplossing heeft voorkeur bij verduurzaming

Van de duurzame verwarmingsoplossingen lijkt een hybride oplossing de voorkeur te hebben ter vervanging van de cv-ketel. Zo wil 27 procent van de Nederlanders een hybride systeem aanschaffen wanneer hun huidige cv-ketel aan vervanging toe is.

Dit blijkt uit onderzoek van Multiscope in opdracht van Vaillant onder 1000 Nederlandse consumenten. De verwarmingsfabrikant liet dit onderzoek uitvoeren in het licht van het klimaatakkoord, dat voor Nederland als belangrijkste doel oplegt om in 2030 bijna de helft minder CO2 uit te stoten ten opzichte van 1990. De meeste Nederlanders (85 procent) denken overigens dat dit doel niet gerealiseerd wordt.

Meerderheid voelt zich niet verantwoordelijk
Om de CO2-uitstoot te reduceren moet het gasverbruik in Nederland de komende jaren sterk omlaag. Alleen voelt slechts een kleine meerderheid (58 procent) van de Nederlanders zich verantwoordelijk om hieraan een persoonlijke bijdrage te leveren. Als vervanging voor de cv-ketel zijn er momenteel twee opties waaruit men kan kiezen: volledig gasloos wonen met een warmtepomp of het fors reduceren van het gasverbruik door een hybride oplossing (combinatie van cv-ketel en warmtepomp).

Hybride heeft de voorkeur
Van de duurzame verwarmingsoplossingen lijkt een hybride oplossing de voorkeur te hebben ter vervanging van de cv-ketel. Zo wil 27 procent van de Nederlanders een hybride systeem aanschaffen wanneer hun huidige cv-ketel aan vervanging toe is. Zo’n 9 procent kiest dan liever voor een warmtepomp en 4 procent van de respondenten geeft aan al volledig van het aardgas af te zijn. Daar staat tegenover dat 27 procent van de Nederlandse bevolking van plan is opnieuw een cv-ketel te kopen.

Kleinere duurzame stappen ook stimuleren
Subsidies zijn effectief in het stimuleren van verduurzaming. Dat blijkt wel uit het aantal zonnepanelen op de Nederlandse daken en het groeiend aantal elektrische auto’s op de weg. Maar welke maatregelen moet de Nederlandse overheid de komende jaren nemen om het duurzaam verwarmen van woningen te stimuleren? De meerderheid van de Nederlanders (53 procent) zou het liefst meer subsidies voor hybride oplossingen zien, terwijl ongeveer een kwart (26 procent) vindt dat er meer geld moet komen voor subsidie van elektrische warmtepompen.

Gezamenlijk klimaatdoelen realiseren
“Het is aan ons als leverancier om samen met de installateurs de consumenten erop te wijzen dat iedereen zijn steentje bij kan dragen”, stelt Ronald Mazurel, Manager Product Management bij Vaillant. “Dat zien we ook terug in de cijfers: als volledig van het gas af gaan simpelweg niet haalbaar is, blijken veel mensen bereid een hybride oplossing te overwegen. Ik verwacht dat de verduurzaming de komende jaren in stroomversnelling gaat komen. Hopelijk slagen wij er gezamenlijk in om de klimaatdoelen tijdig te realiseren.”

[pt_view id="697245dw9m"]

  • mei 28, 2021
  • 121 views
Winstgevendheid installateurs onder druk door prijsstijgingen en haperende leveringen

Door aantrekkende economieën, waaronder die van de bouw en duurzame energiesector, is de wereldwijde vraag naar grondstoffen inmiddels aanzienlijk. De levertijden lopen hierdoor op en de prijzen gaan daarin mee. Zo ligt de prijs voor aluminium inmiddels anderhalf keer hoger dan vorig jaar rond deze tijd. De staalprijs is inmiddels verdubbeld en ook met de prijzen voor kunststoffen, koper en elektronicachips gaat het die kant op. Door hamstergedrag zal deze prijsontwikkeling alleen nog maar verder toenemen. Uit onderzoek van Techniek Nederland blijkt dat driekwart van de installateurs hier al de gevolgen van ondervindt. De winstgevendheid komt onder druk te staan.

De verwachting is dat dit effect ook volgend jaar nog merkbaar zal zijn, meldt Valk Solar Systems, dat zich genoodzaakt ziet de brutoprijzen van haar PV-systemen per 1 juni aanstaande te verhogen en verdere prijsstijgingen niet uitsluit. ‘Op offertes moet de geldigheidstermijn van een maand nauwkeurig worden gehanteerd’, waarschuwt het bedrijf. ‘In het verleden konden we de prijzen langer vasthouden, omdat de grondstofprijzen relatief stabiel waren. Op dit moment ziet de wereld er na een maand echter heel anders uit. Of het allemaal een remmend effect zal hebben op de snelheid van de energietransitie valt te betwijfelen. Naast het financiële aspect oogpunt, wordt de noodzaak van duurzame energie steeds groter. Dat zal steeds meer de besluitvorming voor een duurzame installatie bepalen.’

Voorraadproblemen
Ook Itho ziet de tekorten aan grondstoffen oplopen, waardoor prijsstijgingen onvermijdelijk zijn. Voor deze fabrikant betreft dit met name het tekort aan koper. De prijsstijgingen zullen overigens beperkt blijven, omdat een gedeelte zal worden opgevangen door zelf op marge in te leveren. Intergas maakt vooral melding van voorraadproblemen door een tekort aan aluminium, koper en chips. Terwijl sanitairfabrikant Grohe op dit vlak geen problemen ervaart maar wel last heeft van hogere transportkosten die nog zijn terug te leiden naar het Suez-debacle van een aantal weken geleden.

Dagkoersen
Ventilatie- en verwarmingsspecialist Vent-Axia ziet druk op de markt eveneens enorm oplopen, zowel wat de prijzen als levertijden betreft. ‘Levertijden zijn hier zelfs eerder een probleem dan de prijzen. Op dat laatste zit nu nog een vertragende factor. Na de zomer komt de piek, zo is de verwachting, die hopelijk van tijdelijke aard is. Voor sommige componenten gelden zelfs al dagkoersen. De toeleveranciers zijn (bijna) niet in staat is om de prijseffecten te dempen dan wel op te vangen. Wel probeert men uit alle macht voorraden op te hogen, maar dat lukt vaak ook al niet.’ Bij Vent-Axia gaat juist veel tijd en energie zitten in het beschikbaar houden van de lopende productconfiguraties, waarbij alternatieve leveranciers/componenten aangesproken en ge-engineerd moeten worden.

Bijeffect
Prijsverhogingen lijken overigens van tijdelijke aard, denken ze bij Vent-Axia, maar hoe lang dit duurt weet niemand. Bovendien, als de prijzen straks dalen is het niet duidelijk/zeker of we terugkeren naar het oude niveau. ‘Wat er nu gebeurt is vooral een corona-effect, maar stemt tegelijkertijd tot nadenken of het houdbaar is hoe de keten nu in elkaar zit. Een bijeffect van deze ontwikkeling kan dus zijn dat er sneller zal worden overgestapt op andere duurdere (duurzame/zuinigere/circulaire) componenten die minder gevoelig zijn voor de huidige problemen.’

Handen vol
Bij Nefit-Bosch hebben de afdelingen Inkoop en Materials management hun handen vol aan het tijdig beschikbaar krijgen van alle materialen die nodig zijn voor de productie, hetgeen overigens tot nu toe redelijk goed lukt. Wel ziet men de inkoopprijzen al een tijdje (sterk) stijgen. Aangezien dit niet snel de andere kant op zal gaan, is het onvermijdelijk dat die stijgingen worden doorberekend in de eindproducten.
Het tekort zit ‘m bij de fabrikant overigens met name in microprocessoren en staal. Staal is Covid-gerelateerd: staalfabrikanten draaien momenteel op 70-80% van hun capaciteit. Daarbovenop komen dan nog de transportproblemen veroorzaakt door Covid, die lastig blijken in te lopen. Het tekort aan microprocessoren is terug te leiden tot veel extra apparatuur die nodig is om bijvoorbeeld thuis te werken en online te communiceren.
De oplossing ligt voor een groot internationaal concern als Bosch in de termijncontracten die de fabrikant heeft met toeleveranciers, en voor kritische onderdelen bij double sourcing (dus het hebben van meerdere leveranciers). Meestal kan er wel één leveren maar uiteindelijk vissen de leveranciers natuurlijk ook in dezelfde vijver.

Driekwart van installateurs merkt het al
Ondertussen meldt branchevereniging Techniek Nederland dat bijna alle installateurs en technisch dienstverleners kampen met prijsstijgingen van de materialen en producten waarmee ze werken, én dat ze last hebben van vertraagde leveringen. De ondernemersorganisatie hield een onderzoek onder haar leden. Uit die ‘quick scan’ blijkt dat driekwart van de ondernemers verwacht dat de prijsstijgingen en leveringsproblemen consequenties hebben voor de winstgevendheid.

Prijzen blijven stijgen
Bijna 400 leden van Techniek Nederland deden mee aan het onderzoek. De resultaten laten een eenduidig beeld zien. Maar liefst 96% van de respondenten merkt dat installatiematerialen en producten duurder worden. Daarnaast heeft 86% van de ondervraagde installateurs te maken met leveringsvertragingen van meer dan twee weken. Twee van de drie ondernemers verwachten de komende maanden nog meer prijsstijgingen.

Winstgevendheid onder druk
De prijsstijgingen en haperende leveringen blijven voor de sector niet zonder gevolgen. Driekwart van de installateurs verwacht dat de ontwikkelingen een nadelig effect zullen hebben op de winstgevendheid. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Als we over een langere periode te maken krijgen met prijsstijgingen is dat natuurlijk slecht nieuws voor bedrijven. Zeker wanneer installateurs de prijsstijgingen niet kunnen doorberekenen aan de klant.” Uit de quick scan blijkt dat maar één op de drie ondernemers in de contracten heeft vastgelegd dat prijsstijgingen kunnen worden doorberekend.

Leidingen, sanitair, cv-ketels en airco’s
De prijsstijgingen doen zich voor bij alle soorten installatiematerialen en producten. Meer dan 60% van de respondenten noemt prijsverhogingen van basismaterialen zoals leidingen, bekabeling en schakelaars. Een derde van de ondervraagde installateurs meldt prijsverhogingen van sanitairproducten, cv-ketels en airco’s. Eén of de vijf heeft het over duurdere zonnepanelen, warmtepompen en zonneboilers. Overigens werkt niet ieder installatiebedrijf met alle genoemde producten en materialen.

Leveringsproblemen zijn aanzienlijk
Ook vertragingen komen voor bij uiteenlopende producten. Circa een derde van de respondenten constateert vertraagde leveringen van leidingen en bekabeling en 25% van de installateurs kampt met langere levertijden van sanitairproducten, cv-ketels, warmtepompen en airco’s. Ongeveer een vijfde van de installateurs heeft last van vertraging bij de levering van verlichting en armaturen. Ook hier geldt dat veel installatiebedrijven niet op ieder deelgebied actief zijn.

Op korte termijn méér prijsstijgingen verwacht
De meeste installateurs verwachten dat het niet bij de huidige prijsstijgingen en leveringsproblemen blijft. Een meerderheid (61%) van de respondenten rekent op de korte termijn op nieuwe prijsstijgingen. Bijna een derde verwacht dat de hogere prijzen gepaard zullen gaan met (nog) langere levertijden.

  • mei 27, 2021
  • 135 views
Daikin blijft groeien, met name in Nederland

Daikin Europe Group bereikte in het boekjaar (april-maart) 2020 met een omzet van 3,45 miljard euro een groei van 2,2% in vergelijking met het jaar ervoor. Het bedrijf is actief op het gebied van airconditioning, verwarming, ventilatie en koeling in Europa, het Midden-Oosten en Afrika. Door de lockdowns ten gevolge van Covid ondervond Daikin moeilijkheden in de verschillende commerciële marktsegmenten, met name hotels en restaurants, winkels en kantoren. Er was echter een sterke vraag naar HVAC-oplossingen in residentiële toepassingen en warmtepompen in renovaties van groene huizen.

De Nederlandse vestiging maakt voor het vierde jaar op rij een groei door van meer dan 25% en is een van de grootste groeiers binnen de Daikin Europe Group. “2020 was met een groei van 35% wederom een recordjaar voor Daikin Nederland. We zijn trots dat we ondanks de beperkende maatregelen tot dit bedrijfsresultaat zijn gekomen”, aldus Edwin Hoogerwerf, Managing Director Daikin Nederland. “De vraag naar airconditioning en warmtepompen onder consumenten blijft groeien. Ook zien we groei in de vraag naar onze koudetechniek-, koudwater- en ventilatieoplossingen.”

Continuïteit in productie
Dankzij zijn grote lokale productiebasis - 85% van de verkoop voor Europa wordt in Europa geproduceerd - kon Daikin de productiecapaciteit tijdens de Covid-crisis verleggen en ervoor zorgen dat het aanbod aan de vraag kon voldoen. De werkplekken van fabrieken werden snel aangepast om de continuïteit van de productie op een veilige manier te garanderen. In Oostende betekende dit dat de productie nauwelijks twee dagen sloot, om vervolgens veilig weer op te starten. De fabriek van Daikin in de zwaar getroffen Lombardische regio in Italië hoefde alleen maar te sluiten gedurende de tien werkdagen verplichte sluiting die door de overheid werd opgelegd. Covid werd vervolgens volledig buiten de werkplaats gehouden.

Groei in residentiële sector
In 2020 werd ook het netwerk van installateurs van commerciële toestellen en systemen van Daikin snel geheroriënteerd naar activiteiten in de residentiële sector. Hierdoor werd in het residentiële segment meer installatiecapaciteit gecreëerd dan in normale jaren.

Stijgende verkoop van luchtreinigers
Door bezorgdheid over de kwaliteit van de binnenlucht bij het grote publiek, zag Daikin Europe een zeer sterke stijging van de verkoop van luchtreinigers. Twijfels over de corona-verspreiding van HVAC-systemen werden snel ontkracht en hadden geen invloed op de markt van de fabrikant. Vanuit het besef dat HVAC-systemen deel uitmaken van de oplossing om gezondere binnenluchtkwaliteit te creëren in openbare ruimtes, verwacht Daikin verdere marktgroei in dit segment.

Hoge ambities
Terwijl het residentiële segment naar verwachting sterk zal blijven, zelfs na de Covid-pandemie, zal Daikin ook zijn rol als leverancier van totale luchtoplossingen verder ontwikkelen. Dit geldt voor alle segmenten in de bouw, van individuele woningen tot stadsverwarmingsnetten. Daikin Europe zal aanzienlijk investeren in zijn R&D-centrum in België. Het doel is om het aantal R&D-ingenieurs te laten groeien van 220 nu tot 380 in 2025. Daikin Europe moet het wereldwijde expertisecentrum van Daikin Industries voor CO2-arme verwarmingsoplossingen worden, met een grote focus op warmtepomptechnologie. 2021 markeert de start van de bouwwerkzaamheden voor het nieuwe R&D-centrum van Daikin in Gent. Eind 2023 zal Gent het volledige R&D-centrum huisvesten.

[pt_view id="d743340zxh"]

  • mei 25, 2021
  • 152 views
Vraag naar bekwaam technisch personeel blijft onverminderd groot

Uit recent onderzoek blijkt dat voor ruim vier op de tien (43%) technische werkgevers het tekort aan nieuwe aanwas de grootste uitdaging is op personeelsgebied. Het grote aantal onbekwame mensen dat op vacatures afkomt, staat met 39 procent op een tweede plaats. Dit lijkt haaks te staan op een ruime meerderheid (56%) die aangeeft dat zijn bedrijf bij de werving van technici meer moet letten op motivatie dan op het voldoen aan alle technische kwalificaties.

Voor ruim driekwart (76%) van de technische bedrijven geldt dat het aantal openstaande vacatures niet is veranderd door de coronacrisis. Bij 7 procent is het aantal vacatures zelfs toegenomen. In 2020 had een ruime meerderheid (57%) van de bedrijven gemiddeld nul tot twee vacatures open staan. Bij een kwart (26%) was dit drie tot vijf vacatures en 17 procent gaf aan jaarlijks gemiddeld meer dan zes vacatures uit te hebben staan. Maar liefst een op de tien technische vacatures (11%) staat gemiddeld langer dan een jaar open. Bij de helft (49%) van de vacatures duurt het gemiddeld één tot zes maanden voordat hij gevuld is en voor een derde (32%) is dit een half jaar tot een jaar.

Technisch personeel moet snel functioneel inzetbaar zijn
John Huizing, directeur ROVC, partner in trainingen en opleidingen voor technisch Nederland, dat het onderzoek uitvoerde onder ruim 700 respondenten in de technische branche: “Een tekort aan nieuwe aanwas is een probleem waar technisch Nederland al erg lang mee te maken heeft. Er is enorm veel vraag naar geschoolde technische vakmensen en de technische branche staat te springen om snel functioneel inzetbaar personeel. Door middel van korte trainingen kunnen mensen met allerlei verschillende beroepsachtergronden al heel snel de techniek in. Goede om- of bijscholing is hier dan ook een belangrijke oplossing voor. Daarnaast is het van belang om huidig personeel uit te blijven dagen en doorgroeimogelijkheden te blijven bieden. Ook daar spelen cursussen en trainingen een belangrijke rol in.”

Grote vraag naar bekwaam personeel
Technici zelf merken ook dat er grote vraag is naar bekwaam personeel, zo blijkt uit onderzoek van ROVC onder bijna 1.400 cursisten. Meer dan de helft (52%) zegt het afgelopen jaar wel eens een aanbod te hebben gekregen voor een andere functie. Een kwart (26%) werd hiervoor benaderd door een andere werkgever en tevens 26 procent is benaderd door een recruiter.
Zelf sluiten technici de ogen ook niet voor de kansen die de arbeidsmarkt biedt. Een op de vijf (19%) heeft zelf gesolliciteerd naar een nieuwe functie, waarvan ruim twee derde (68%) bij een nieuwe werkgever. De voornaamste redenen hiervoor waren persoonlijke ontwikkeling (56%), doorstromen naar een hogere functie (44%) en een gebrek aan uitdaging (34%).

[pt_view id="a475355ao5"]

  • mei 20, 2021
  • 124 views
Prefab installatie-unit ontzorgt installateur bij grootschalige renovatie

Onder de noemer ‘Fit to Fit’ ontwikkelt Nefit Bosch, samen met ketenpartners, oplossingen om op installatiegebied snelheid en efficiëntie te realiseren. Woningcorporatie Talis en Dura Vermeer hebben in Nijmegen de primeur bij de vervanging van in totaal 220 sociale huurwoningen in de aardgasvrije wijk Jerusalem. Voor dit project is een all-in-one skid ontwikkeld waarin alle installatiecomponenten plug & play zijn voorgemonteerd.

Dura Vermeer past het  sloop-/nieuwbouw product ‘Blokje Om’ toe; een beproefd houtbouwproduct waarbij telkens een woonblok tot aan de bestaande fundering wordt gesloopt en binnen twintig werkdagen wordt teruggebouwd. In aansluiting daarop ontwikkelde Nefit Bosch in samenspraak met Dura Vermeer en Installatiebedrijf De Leeuw uit Boven-Leeuwen een klantspecifieke all-in-one skid. Een complete prefab installatieruimte die bij Nefit Bosch in Deventer op maat wordt geconstrueerd. Daarin worden alle installatiecomponenten geplaatst en ingeregeld, al het leidingwerk wordt voorgemonteerd. Na levering wordt de skid in de woning gehesen voor het dak erop gaat, waarna aansluiten een kwestie is van plug & play.

Complete installatie-units
De skid voor het Nijmeegse project meet 1,20 x 1,30 meter en bevat een 300 liter Nefit zonneboiler, een pv-omvormer, een Bosch Tronic Heat 3500 elektrische cv-ketel, een Bosch Tronic TR5000 doorstroomtoestel en een WTW-unit van collega-fabrikant Zehnder. Enkele van de units zijn uitgevoerd als hybride installatie en voorzien van een gasketel. Op het dak van elke woning worden twee Nefit SolarLine zonnecollectoren geplaatst. ‘Het zonneboilersysteem voorziet de woning het grootste deel van het jaar van zowel warmte als warm tapwater’, legt accountmanager business development Arjan van Eldik van Nefit Bosch uit. ‘Het doorstroomtoestel zorgt voor naverwarming van de zonneboiler, de elektrische cv-ketel springt alleen waar nodig bij. Andere varianten zijn ook mogelijk. We kunnen naar wens ook een all-electric warmtepompoplossing of een hybride combinatie van een warmtepomp en een hr-ketel in de all-in-one skid plaatsen.’

Rol installateur blijft onveranderd
Wat Nefit Bosch betreft blijft de installateur ook bij de ‘Fit to Fit’ prefab oplossingen zijn vertrouwde rol in de keten vervullen. Maar omdat installerend Nederland kampt met een tekort aan gekwalificeerd technisch personeel kan de installateur ook volledig worden ontzorgd. Nefit Bosch levert dan als onderaannemer de skids direct op de bouwplaats aan, waar de installateur ze alleen nog hoeft aan te sluiten. Hierdoor zijn er op de (bouw)locatie minder mensen nodig. Bovendien wordt veel tijdwinst geboekt en worden faalkosten geminimaliseerd.

  • mei 19, 2021
  • 136 views
Energiebedrijf test koppeling tussen windpark en elektrische boiler

Een pilotproject in de Haagse wijk Ypenburg gaat een digitale koppeling testen tussen een windpark en een elektrische boiler die is aangesloten op een stadswarmtenet. De productie en het verbruik van groene stroom worden vervolgens op uur en kwartierbasis gemeten en gecertificeerd.

Het huidige certificeringssysteem met Garanties van Oorsprong (GvO’s) werkt naar behoren, maar biedt niet de mogelijkheid om tijdsgebonden te certificeren. Een GvO vermeldt nu de start- en einddatum van productie. Met een tijdsaanduiding kan de garantie worden gegeven dat de groene stroom binnen hetzelfde uur of zelfs binnen hetzelfde kwartier wordt geproduceerd en ook geconsumeerd. Dit sluit beter aan op een energiesysteem waarin de balans tussen verbruik en opwek steeds belangrijker wordt door de toename van weersafhankelijke elektriciteitsproductie met zon en wind. Met de koppeling tussen Windpark Amalia en de elektrodeboiler in Ypenburg worden de benodigde metingen, procedures en software getest om in de toekomst tijdsgebonden te kunnen certificeren. Een transparanter certificeringssysteem geeft particuliere klanten en bedrijven nauwkeuriger inzicht in de duurzaamheid van hun stroomverbruik. Het geeft hen de mogelijkheid scherpere keuzes te maken welke elektriciteit zij willen gebruiken en bedrijven kunnen hun behaalde duurzaamheidsambities nog explicieter maken.

EnergyTag
Met het pilotproject onderzoeken Eneco, CertiQ en FlexiDAO hoe data uit verschillende systemen ten aanzien van de stroomproductie en -consumptie kunnen worden gecombineerd. Daarnaast wordt er bekeken hoe de certificering van de tijdsgebonden groene stroom ingepast kan worden in het bestaande wettelijke systeem van GvO’s. Het project is een van de zes projecten wereldwijd die de mogelijkheid van tijdsgebonden groene stroom moet gaan testen. Dit gebeurt onder de paraplu van EnergyTag, een initiatief van de energie-industrie om samen met meer dan 100 bedrijven, overheden en NGO’s te werken aan een transparanter certificeringssysteem dat beter aansluit op de toename in het aanbod van energie die wordt opgewekt met wind en zon en daarmee weersafhankelijk is. Het doel is om de energietransitie te versnellen door 24/7 certificeerbare groene stroom aan te kunnen bieden.

Samenwerking Eneco, FlexiDAO en CertiQ
Windpark Amalia van Eneco heeft een capaciteit van 120 MW en ligt 23 km van IJmuiden, voor de Nederlandse kust. De productie van dit windpark zal worden gebruikt door een 11 MW elektrodeboiler van Eneco in Ypenburg, net ten oosten van Den Haag. Deze voorziet naast een aantal gasketels het lokale stadswarmtenet van warmte. FlexiDAO levert in dit project de technologie gebaseerd op blockchain om de productie en het verbruik 24/7 te volgen, ondersteund met de meetgegevens die Eneco ter beschikking stelt. CertiQ is wettelijk verantwoordelijk voor de certificering van elektriciteit en hernieuwbare warmte en onderzoekt binnen dit pilotproject hoe een transparantere, tijdsgebonden certificering kan worden ingepast binnen het huidige systeem van certificering van duurzame energie. De eerste resultaten uit het pilotproject worden verwacht in het najaar

[pt_view id="291802fsm4"]

  • mei 17, 2021
  • 213 views
Nabeursfase digitale ISH levert extra deelnemers op

De internationale vakbeurs ISH werd dit jaar vanwege de coronapandemie digitaal gehouden. Van 22 tot 26 maart jl. is ongeveer 290 uur aan content uitgezonden. De digitale beurs liep daarna nog door tot 30 april. Bij het sluiten van het platform waren ongeveer 82.000 deelnemers actief, meldt een tevreden beursorganisatie.

De Green Deal was een van de belangrijke toekomstgerichte thema's in de sectie Energie van ISH digital 2021 en omvatte verwarmingsoplossingen en -systemen die een bijdrage kunnen leveren aan het behalen van klimaatdoelen. Een ander aandachtspunt was de grote betekenis van ventilatie- en airconditioningsystemen, vooral tegen de achtergrond van de huidige pandemie. De sectie Water focuste dit jaar thematisch op drinkwaterhygiëne en de hygiënische badkamer. Vuil- en bacteriebestendige oppervlakken, aanraakvrije bediening en hygiënische elektronische bidets waren de eyecatchers van de sanitaire industrie.

Extra deelnemers in nabeursfase
Gedurende de officiële beursopening werden 277 live en on-demand evenementen gehouden en bekeken door ongeveer 62.000 kijkers. Tot 1 april jl. was het vervolgens mogelijk om persoonlijke afspraken te maken met de vertegenwoordigers van exposanten. Uiteindelijk werden in totaal zo'n 6.600 bijeenkomsten gehouden. Het platform bleef ondertussen open voor alle deelnemers om content te zien en contact te leggen met andere deelnemers. Het resultaat: bij het sluiten van het platform waren ongeveer 82.000 deelnemers actief, wat betekent dat er in de nabeursfase zo'n 13.000 deelnemers bij kwamen.

Ervaring voor hybride evenementen
Wolfgang Marzin, President en Chief Executive Officer van Messe Frankfurt: “We wilden een hoogwaardig netwerkplatform lanceren en op een geconcentreerde manier thema's presenteren die van belang zijn voor de sector. Ik denk dat we hierin zijn geslaagd. Door ISH digital te houden, hebben we in de toekomst veel ervaring kunnen opdoen voor hybride evenementen. Bezoekers waardeerden het aanbod aan producten en diensten. En onze exposanten blijven stevig achter ISH staan."

[pt_view id="6d6dfb5mwu"]

  • mei 17, 2021
  • 128 views
‘Betere uitvoering energiesystemen in bodem noodzakelijk’

Op 10 mei jl. heeft de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) een signaalrapportage ‘Risico’s bij de aanleg van gesloten bodemenergiesystemen’ gepubliceerd. Aan afwijkingen van protocollen bij de aanleg, zoals bij eerdere controles door ILT geconstateerd, moet wat worden gedaan. Branchevereniging Bodemenergie zegt in een reactie dat haar leden inmiddels de nodige stappen hebben gezet maar verdere verbeteringen nodig zijn.

Bodemenergiesystemen spelen een grote en groeiende rol in de verduurzaming van de gebouwde omgeving, met een potentie van 30% marktaandeel in 2050. Branchevereniging Bodemenergie is verheugd dat het belang van bodemenergie in de energietransitie wordt erkend. En daarmee dat bodemenergie-systemen verder moeten en zullen opschalen om bij te dragen aan de klimaat- en energiebeleidsdoelen door duurzaam en betaalbaar comfort te leveren aan eindgebruikers.

Verduurzaming op een verantwoorde manier
Voor (gesloten) bodemenergiesystemen moet in de bodem worden geboord en de risico’s voor bodem en grondwater worden beperkt door in de Regeling Bodemkwaliteit wettelijk verankerde protocollen en een erkenningsregeling, samen met een vergunnings- c.q. meldingsprocedure. Inspecties en eventueel handhaving door landelijke (ILT) en regionale (RUD’s) diensten zien toe op het naleven daarvan. De signaalrapportage van ILT geeft vijf aanbevelingen aan om de risico’s bij aanleg van bodemenergiesystemen voor het grondwater, dat bijvoorbeeld een bron is voor drinkwater, verder te beperken. De aanbevelingen van ILT komen grotendeels overeen met de aanbevelingen van de branche zelf. De vijf aanbevelingen hebben kort samengevat betrekking op:
- 2 aanbevelingen tot normenaanpassingen met betrekking tot mengverhouding van grout en verbieden gebruik van milieuschadelijke smeermiddelen;
- budget beschikbaar stellen voor actualiseren van overheid website www.bodemloket.nl;
- meer overheidsbudget voor toezichthoudende taken;
- een centrale plek voor alle toezichthouders waar de meldingen de locatie en tijd van uitvoering van de boring.
Branchevereniging Bodemenergie meldt deze aanbevelingen te ondersteunen en zich te willen inzetten om samen met boorbedrijven en overheden dit zo snel mogelijk te realiseren.

Controleren, constateren en verbeteren
Het signaalrapport blikt terug op de periode 2016 – 2018 waarin bij controles werd geconstateerd dat de protocollen niet altijd werden nageleefd. Daarop zijn in samenspraak maatregelen genomen voor verbetering die inmiddels zichtbaar wordt, stelt de branchevereniging. ILT spreekt van ‘positieve ontwikkelingen’. Voorts rapporteerde de SIKB jaarrapportage certificatietoezicht bodembeheer 2019 een positieve trend bij de 119 certificaathouders (boorbedrijven) in Nederland actief op de betreffende beoordelingsrichtlijn (BRL 2100). In vijf jaar tijd zijn afwijkingen meer dan gehalveerd met in 2019 gemiddeld minder dan een halve afwijking per certificaathouder in bijna driehonderd audits. De positieve trend is ook te zien in regionale inspecties. Zo rapporteerde bijvoorbeeld de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant een daling van 49% (28 overtredingen bij 57 inspecties) in 2019 naar 11% (3 overtredingen bij 26 inspecties) in 2020.

Rol van de branche
Branchevereniging Bodemenergie stelde met, voor en door haar leden een Gedragscode Bodemenergie op en die wordt intern gemonitord en gefaciliteerd door de Commissie Gedragscode Bodemenergie. Specifiek voor het afdichten van bodemlagen en het afvullen van boorgaten, een belangrijk aandachtspunt van het signaalrapport, wordt door de branche onderzoek gedaan naar materialen en de wijze van aanvullen, waarbij ook de drinkwatersector betrokken is. De resultaten daarvan kunnen bijdragen aan de door ILT aanbevolen aanvullende eisen. De branchevereniging is daartoe structureel in gesprek met ILT en beleidsmakers bij het ministerie van I&W.

Verdere verbetering mogelijk en nodig
Branchevereniging Bodemenergie ziet met ILT en het regionale bevoegd gezag een positieve trend in de praktijk. Toch blijkt uit de signaalrapportage van ILT dat er (veel) ruimte is voor verdere verbetering. Ze beaamt dat verdere verbetering mogelijk en nodig is en dat ILT terecht dit signaal af geeft. ‘Wij zijn benieuwd naar de nieuwste inzichten van ILT en bieden aan om kennis te nemen van de onderliggende aantallen en aard van de constateringen vanaf 2020. Aanvullend op een lopende interne inventarisatie zullen wij dan samen met overheden concrete verdere verbeteringen aan kunnen zetten. Het is daarbij essentieel om ‘de juiste oplossing bij het juiste probleem’ te vinden. Aanscherping van regels is bijvoorbeeld geen oplossing voor het niet naleven van in principe doelmatige regulering. Het stellen van eisen aan gebruikte materialen, zoals de mengverhouding van grout als afvulmateriaal van boorgaten, en aan hulpstoffen zoals smeermiddelen, kan bijvoorbeeld wél bijdragen aan steeds milieuvriendelijker werken. Daarbij dient de balans tussen performance en milieubelasting telkens te worden afgewogen. Wij zullen daaraan blijven (samen)werken. Zoals wij bijvoorbeeld over grout als afvulmateriaal al geruime tijd doen samen met Certificerende Instellingen, leveranciers en de overheden.’

Intensivering van handhaving
Als de toepassing van bodemenergie opschaalt dient tevens het toezicht mee op te schalen, denkt de branchevereniging. ‘ILT vraagt er terecht om dat omgevingsdiensten en gemeenten de mogelijkheden krijgen om hun rol in het toezicht op bodemenergiesystemen actiever in te vullen. Specifiek wordt voorgesteld dat inspecties real-time informatie hebben over booractiviteiten. Boorbedrijven melden nu al alle boringen bij vele instanties, waaronder hun Certificerende Instanties en ook bij de vergunningverlenende overheden zoals provincies, waterschappen, gemeenten en/of Omgevingsdiensten en wij zijn graag bereid mee te denken hoe deze informatie, mede gezien de planning-dynamiek, nóg actueler kan worden gemaakt.’

Integrale benadering
De verdere opschaling van bodemenergie vraagt dus een integrale benadering om de aanbevelingen uit te werken, stelt Branchevereniging Bodemenergie. ‘De branche zal graag haar aandeel blijven nemen voor verdere verbeteringen binnen onze mogelijkheden en waarbij zaken op hun integrale impact, dus inclusief de integrale energetische- en klimaatimpact, worden beschouwd. De door ILT aangegeven verbeteringen in normteksten, overheidswebsites en controlebudgetten van de overheid ondersteunen wij omdat de branche streeft naar continue verbetering over de hele linie. Wij zien verdergaande kwaliteitsverbetering als essentiële doorontwikkeling van onze branche om te groeien met een aandeel in de energietransitie van momenteel enkele procenten naar de 30% marktaandeel in 2050. Dat kan de branche niet alleen, daartoe moet de overheid ook opschalen zoals ILT aangeeft. De energietransitie vormgeven doen we immers samen.’

[pt_view id="f45da20p4y"]

  • mei 17, 2021
  • 132 views
De opkomst van luchtgebonden warmtepompen

Enkele jaren geleden geloofde een groep warmtepompadepten nog heilig dat grondgebonden systemen de toekomst hadden. Die tijd lijkt nu voorbij te zijn. Ja, ze zijn belangrijk, maar het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo innoveren en de markt veroveren.

“Bij de bodemgebonden systemen vindt weinig innovatie plaats”, vertelt Jan Bosch, die sinds 2007 als Manager Marketing Communications werkzaam is bij Nefit Bosch, fabrikant van zowel lucht- als bodemgebonden warmtepompen. “Het zijn vooral de luchtgebonden systemen die in een rap tempo doorontwikkelen.” Martin Wendels, sinds 2010 directeur van WOLF Energiesystemen, dat eveneens beide systemen op de markt brengt, komt min of meer tot dezelfde conclusie. “De markt groeit gestaag door. Ik merk echter dat luchtgebonden systemen sneller marktaandeel veroveren. Dat gaat ten koste van de bodemgebonden varianten.”

Rendement
Dat heeft onder andere te maken met de dimensionering, het ruimtebeslag en de kosten van bodemgebonden systemen. In alle gevallen ben je ongunstiger uit dan met een luchtgebonden variant. Bovendien kruipen die qua rendement zo zoetjes aan ook meer in de richting van bodemgebonden varianten.

Koudemiddelen
Een heet hangijzer zijn de koudemiddelen. De regelgeving stuurt steeds meer aan op het gebruik van koudemiddelen met een lagere GWP, om het milieu te beschermen. Tegelijkertijd proberen fabrikanten, uiteraard, het rendement omhoog te krijgen. Dat leidt tot een verwoede zoektocht naar nieuwe alternatieven voor bestaande populaire koudemiddelen als R410A. “Natuurlijke koudemiddelen zijn duidelijk in opkomst”, vertelt Wendels. “Zeker bij luchtgebonden varianten, waarvoor ik denk dat R290 hét koudemiddel van de toekomst is.” Knelpunt blijft natuurlijk de beschikbaarheid van monteurs met een F-gassen certificaat. Hoewel opleiders en fabrikanten aangeven dat er veel animo is voor trainingen, blijkt menig installateur nog niet over de juiste papieren te beschikken. Dat verklaart ook de groeiende populariteit van monoblock-systemen, die zonder F-gassen handelingen worden geïnstalleerd.

Totale oplossing
Bosch signaleert dezelfde ontwikkelingen. Naast propaan (R290), ziet hij ook R32 en R454C aan populariteit winnen. Daarnaast lijkt de luchtgebonden warmtepomp steeds meer als een onderdeel van een totale systeemoplossing te worden beschouwd. “Dat heeft ook te maken met de pandemie. Er is meer aandacht voor het binnenklimaat, dus ook voor de samenhang tussen bijvoorbeeld lucht-lucht warmtepompen, ventilatie en airconditioning.”

Digitalisering
Overigens heeft diezelfde pandemie ook een gigantische push gegeven aan de digitalisering van de installatiebranche. Denk bijvoorbeeld in de aanpalende sanitairsector aan bewegingssensors en aanrakingsvrije kranen. Wat betreft warmtepompen neemt de behoefte aan software en tools voor online monitoring, bediening en integratie met GB-systemen toe, vertelt Bosch. Energiemanagement gaat een cruciale rol spelen in de toekomst. Naar verwachting komen er meer decentrale opslagslagsystemen – lees accu’s – die geïntegreerd worden in Smart Grids. Vroeg of laat worden warmtepompen zelfsturend, waardoor ze in staat zijn zelfstandig beslissingen te nemen over het tijdstip én de draaiuren die ze maken. Bijvoorbeeld op het moment dat er een overcapaciteit is aan groene energie op de markt. Op die manier bespaart de eindgebruiker op zijn energierekening.

Geluidsnorm
Er verschijnen regelmatig verhalen in de media over de geluidsproductie van warmtepompen. Vandaar dat de Rijksoverheid heeft ingegrepen. “Per 1 april zijn nieuwe geluidseisen gesteld aan (nieuw te plaatsen) buiten opgestelde installaties voor warmte- of koude opwekking. Het gaat hierbij om warmtepompen en airco’s die worden toegepast bij woningen en woongebouwen. Deze installaties mogen niet meer dan 40 dB geluid veroorzaken bij de buren. Met deze landelijke geluidsnorm worden buren beter beschermd tegen geluid van warmtepompen en wordt de ontwikkeling van stillere warmtepompen bevorderd”, aldus de Rijksoverheid.

Haalbaarheid
Deze nieuwe eisen vormen geen belemmering voor de verdere doorgroei van luchtgebonden systemen, geven zowel Wendels als Bosch aan. “Door een ander type ventilator te gebruiken met roterende waaiers en een vast schoepenwiel kunnen wij bijvoorbeeld prima voldoen aan de eisen”, legt Wendels uit.

Waterstofketel
Gaat de waterstofketel op termijn een bedreiging vormen voor het marktaandeel van warmtepompen? Zowel Bosch als Wendels verwachten van niet. Zo zijn er nog fikse stappen te zetten voordat er een waterstofeconomie is in Nederland, zegt Wendels. “Denk aan de productie van groene waterstof en het gereedmaken van de bestaande gasinfrastructuur voor het transport van waterstof.” Bovendien zit ‘de concurrentie’ ook niet stil, zegt Bosch. Ook warmtenetten en elektrische verwarming zijn of worden aantrekkelijke alternatieven om de warmtevraag in de gebouwde omgeving in te vullen. Tot slot verwachten beide experts dan er meer warmtepompsystemen op de markt komen die aansluiten bij binnenstedelijke condities. En dat is nu juist net de omgeving waarvoor veel experts de waterstofketel in gedachten hadden.

Hybride oplossingen
Het zou overigens ook zomaar kunnen dat waterstofketels deel gaan uitmaken van hybride oplossingen, merkt Bosch op. Op dit moment worden hybride systemen met ketels en warmtepompen door een deel van de markt gezien als de ideale oplossing om in een sneltreinvaart de energietransitie te doorlopen in de bestaande bouw. Op die manier hoef je namelijk minder/geen geld te investeren in flankerende maatregelen, zoals extra isolatie en een ander afgiftesysteem. Bovendien wordt er ook geanticipeerd op een groeiende koelingsbehoefte in de gebouwde omgeving.

Dit is voorproefje van een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ, editie juni (verschijnt 29 juni a.s.). De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

[pt_view id="993250d4lo"]