• maart 26, 2021
  • 147 views
Groen en digitaal

De bouw digitaliseert. Door de pandemie krijgt het proces een extra impuls. Expert Menno Lammers (PropTech for Good) legt uit op welke manier en wat de doorwerking is op het gebied van sensoring.

Het afgelopen jaar heeft de bouw- en installatiesector digitale oplossingen omarmd, constateert Lammers. De voorlopers zijn zonder twijfel de grotere partijen in iedere subdiscipline. “Voor hen begint BIM bij wijze van spreken al ‘verouderd’ te raken.

Woonfabrieken
‘Groen en digitaal’ lijkt de slogan te zijn geworden, zegt Lammers. Die digitalisering is niet alleen nodig vanwege de pandemie, maar ook om het tekort aan handjes op te vangen. “Er zijn nu al diverse spelers die ‘woonfabrieken’ ontwikkelen, met Plug & Play oplossingen.” Denk aan Van Wijnen, VolkerWessels, maar ook een buitenlandse partij als het Estlandse Harmet dat nu de Nederlandse markt aan het verkennen is.

Duurzaamheid meten
Daarnaast is de digitaliseringsslag nodig om duurzaamheidsambities naar de praktijk te kunnen vertalen. Dankzij digitale tags valt eenvoudig te achterhalen welke materialen bijvoorbeeld in een gebouw zijn verwerkt, waar ze vandaan komen en hoe circulair ze écht zijn. Ook dragen digitale oplossingen bij aan het vereenvoudigen van processen binnen de gebouwde omgeving en verschaffen ze inzicht in de prestaties van gebouwen. En naar verwachting zullen ook gebouwpaspoorten en Digital Twins steeds belangrijker worden.

Sensoren
Een belangrijke rol in dit proces spelen sensoren. Er is nu al een breed scala aan sensoren op de markt die gebruikt worden voor Indoor Positioning, de bezettingsgraad, het meten van de luchtkwaliteit en het energiegebruik, alarmering bij waterlekkages en voor de toegangscontrole en onderhoudswerkzaamheden. “Denk bijvoorbeeld aan sensors die meten wanneer een prullenbak vol zit en dan een seintje geven.”

Woningbouw
Het lijkt erop dat sensoren sneller ingang vinden in de utiliteit dan in de woningbouw. Maar ook daar verwacht Lammers dat er flinke stappen worden gezet. “Van het meten van energiegebruik en lekkages tot Predictive Maintenance; het werkgebied van de installateur gaat erdoor veranderen.”

Advies installateurs
“Ik adviseer de kleine en middelgrote installateur om je te alvast te gaan verdiepen in de materie. De installateur van de toekomst heeft ambachtelijke vaardigheden, maar zal ook thuis moeten zijn in ICT. Installaties worden steeds slimmer. Ga eens spelen met tools en oplossingen als Visitt.io, AskPorter, Faciltee, Smartvatten en Airthings en kijk hoe ze jouw werk eenvoudiger kunnen maken en/of extra waarde kunnen toevoegen.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

[pt_view id="c404ea3ce2"]

  • maart 25, 2021
  • 129 views
Duurzaamheid en de waarde van commercieel vastgoed

De duurzaamheidsparagraaf onder beheer van de Dutch Green Building Council (DGBC) voor commercieel (kantoren)vastgoed is geactualiseerd. De update betreft een tweede versie van de duurzaamheidsparagraaf die een jaar geleden werd gelanceerd. Naast inhoudelijke verbeteringen is ook gewerkt aan de integratie van de paragraaf in (taxatie)software, handreikingen en trainingen. Dit levert meer mogelijkheden op om onderzoek te doen naar de relatie tussen duurzaamheid en de waarde van commercieel vastgoed.

Peter Gabriëls die namens Dutch Green Building Council betrokken is: “Willen we dat taxateurs dit gaan toepassen, dan zullen de instrumenten die zij gebruiken breed gedragen moeten worden. Daarom hebben naast de taxateurs zelf ook banken en softwareleveranciers meegewerkt aan deze doorontwikkeling.” De nieuwe versie is terug te vinden in taxatiesoftwaresystemen. Daarnaast is de duurzaamheidsparagraaf ook publiekelijk beschikbaar.

Doorontwikkeling
Bij de doorontwikkeling is gezocht naar een harmonisatie tussen de vorig jaar geïntroduceerde paragraaf en de duurzaamheidsparagraaf van het Taxatie Management Instituut (TMI). Michele Kalverla, voorzitter van de werkgroep duurzaamheid in vastgoedtaxaties, zegt daarover: “Deze vernieuwde paragraaf hebben we in samenwerking met grote en kleine taxatiebureau’s doorontwikkeld. We zijn erg verheugd dat deze nieuwe versie in taxatiesoftware en de vastgoedtaxonomie van SBR Nexus geïmplementeerd is, zodat we de paragraaf en de uitkomsten verder kunnen analyseren. Hierdoor kan er meer onderzoek gedaan worden naar duurzaamheid en de waarde.”

Betere data-analyses
René Klotz, voorzitter van TMI en betrokken bij de doorontwikkeling van de duurzaamheidsparagraaf onder beheer van DGBC. “We zien een toenemende aandacht voor duurzaamheid in de taxatiesector. Het TMI kan taxateurs nu opleiden in het gebruik van haar nieuwe versie van de paragraaf en kan het TMI hierop betere data-analyses uitvoeren. Daarnaast willen wij dat taxatiesoftware wordt gekoppeld aan externe bronnen en de informatiebronnen van Koeter Vastgoed Adviseurs. Dan kunnen we een genormaliseerd energiegebruik vaststellen van commercieel vastgoed voor alle assetcategorieën.”

Financieringsbeslissingen
De vooruitgang wordt ook gewaardeerd wordt door de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB). Banken worden namelijk al geconfronteerd met deze situatie. Met het oog op de energielabel C-verplichting voor kantoren kiezen enkele banken er individueel voor om de duurzaamheidsparagraaf voor kantoren te verplichten. “Inzicht in de duurzaamheidsprestaties van vastgoed is voor banken een relevant element om financieringsbeslissingen te nemen die helpen in het realiseren van klimaatdoelstellingen,” aldus Michiel Kuiper van de NVB.

Publiekelijk beschikbaar
De duurzaamheidsparagraaf, die is opgesteld vanuit de brede samenwerking van DGBC en partners, is voor het eerst volledig geïntegreerd in taxatiesoftwaresysteem KATE. De duurzaamheidsparagraaf is daarnaast ook publiekelijk beschikbaar gesteld. Vandaar dat deze te benaderen is via www.duurzaamheids-score.nl. Erik Schlooz: “Wij zijn van mening dat de duurzaamheidsparagraaf voor elke taxateur en vastgoedeigenaar in Nederland beschikbaar moet zijn. Door data rechtstreeks uit verschillende bronnen op te halen, geven we snel inzicht in de duurzaamheidsparameters. Ook kan de eigenaar de resultaten van zijn gebouw opslaan in het digitale gebouwenpaspoort van Property Pass.”

Duurzaamheid de standaard
Met de duurzaamheidsparagraaf wordt duurzaamheid steeds meer een standaard bij het uitvoeren van een taxatie. Door het uitvoeren van meer taxaties met inzicht in de duurzaamheidsparagraaf worden meer referenties opgebouwd. Die referenties zijn nodig om onderzoek te doen naar de impact van duurzaamheid op de waarde. Als het bewijs toeneemt dat duurzaamheid financieel loont, dan kan dat een enorme duw in de rug zijn om te investeren in duurzaam vastgoed en daarmee het behalen van de Klimaatdoelstellingen. Daarnaast is het integreren van duurzaamheid in vastgoedtaxaties ook een acties uit het Klimaatakkoord (2019).

  • maart 25, 2021
  • 135 views
Unica passeert omzetgrens van een half miljard euro

Technisch dienstverlener Unica zag ook in coronajaar 2020 de bedrijfsomzet groeien met meer dan 11% tot €539 miljoen en het operationele resultaat met 8% naar €41,2 miljoen. Hiermee wordt voor het eerst in de bedrijfshistorie de omzetgrens van een half miljard doorbroken. Vanwege het sterke groeipotentieel van de negen bedrijvenclusters wordt in 2021 een verdere groei in omzet en rendement verwacht. Deze verwachting wordt versterkt doordat Unica in 2021 meerdere acquisities denkt te kunnen realiseren.

Unica is door het in de laatste jaren sterk gegroeide aandeel van ‘recurring revenue’ in stabiele sectoren als farma, voeding, zorg en overheid aanzienlijk minder gevoelig voor negatieve economische effecten zoals de coronacrisis. Het netwerk van inmiddels 35 decentraal georganiseerde bedrijven was in staat snel en flexibel in te spelen op de gewijzigde omstandigheden bij de uitbraak van de crisis vanaf maart 2020. Daarnaast droeg ook de sterke spreiding van activiteiten en de diversiteit en stabiliteit van het klantportfolio bij aan een beperkte negatieve invloed.

Acquisities
Ook de drie acquisities in 2020 hielpen in de omzetstijging, al is autonome groei nog altijd de belangrijkste groeicomponent voor Unica. De rendementsgroei bleef achter bij de doelstellingen door hogere operationele kosten als gevolg van de coronamaatregelen. De nettowinst groeide met 1% naar €21,5 miljoen. Vanwege de betere aansluiting bij de bedrijfsactiviteiten  communiceert Unica voortaan de productieomzet in plaats van gefactureerde omzet. Op basis van de oude maatstaf bedroeg de omzet in 2020 €567 miljoen (2019: €497 miljoen).

Sterk fundament
John Quist, CEO van Unica, licht toe: “Dankzij ons sterke fundament, de flexibiliteit en inzet van onze medewerkers en het vertrouwen van onze opdrachtgevers kunnen wij terugzien op een goed jaar, zeker gezien de omstandigheden waarin een beroep werd gedaan op ons aanpassingsvermogen. Door het decentrale ondernemerschap en de nauwe samenwerking met klanten konden we snel oplossingen vinden waarmee onze werkzaamheden veilig door konden gaan. Alle medewerkers kunnen trots zijn op de sterke bedrijfsprestaties. De technische kennis van vakspecialisten, variërend van monteurs tot ICT-architecten, blijft de belangrijkste voedingsbodem voor het succes van Unica.”

Vooruitzichten
Unica verwacht dat de langetermijneffecten van de coronacrisis op zijn bedrijfsactiviteiten beperkt zijn, al blijft in 2021 sprake van onzekerheid over de duur en effecten van de coronacrisis. Het perspectief voor technische dienstverlening blijft echter sterk vanwege de onveranderde opgaves voor het duurzamer en intelligenter maken van de gebouwde omgeving, de noodzaak van technisch beheer en onderhoud en de toename van digitale dienstverlening. Bovendien vereisen eventuele structurele en grootschalige aanpassingen aan de functie van gebouwen (bijvoorbeeld kantoren) gespecialiseerde technische kennis van partijen als Unica. Elk van de negen bedrijvenclusters heeft veel groeipotentieel: voor alle bedrijfsactiviteiten wordt in 2021 en in de komende jaren verdere groei in omzet en rendement verwacht. Unica verwacht voor 2021 een omzet te realiseren van minimaal €600 miljoen en een verdere groei van het rendement.

Overnamestrategie
Naast autonome groei vult Unica zijn groeidoelstellingen ook in met gerichte acquisities. In maart 2020 werd Numan & Kant (meet- en regeltechniek) overgenomen, een toevoeging aan het cluster Building Intelligence waardoor Unica zijn klanten door heel Nederland kan voorzien in oplossingen op het gebied van automatisering, data-analyse en Internet of Things (IoT). In maart werd ook PCT Koudetechniek overgenomen en in december 2020 volgde de acquisitie van Van Kempen Koudetechniek. Met name in de foodsector kent koudetechniek een sterk groeiende afzet, maar ook in andere domeinen zoals koeling van datacenters, het conditioneren van laboratoria, operatiekamers en airconditioning in gebouwen komt de kennis van dit specialisme uitstekend van pas.  Unica hanteert een ambitieuze overname-agenda en verwacht de komende jaren elk jaar meerdere overnames. Door spreiding van activiteiten in negen bedrijvenclusters is Unica organisatorisch goed in staat om jaarlijks meerdere bedrijven onder te brengen in zijn netwerk. Gerichte overnames zijn voor elk cluster dan ook onderdeel van de groeistrategie, waarbij verdere versterking van de digitale competenties in het bijzonder de aandacht heeft.

Krappe arbeidsmarkt technici
Ultimo 2020 had Unica 2.843 FTE in dienst, een groei van 10% ten opzichte van 2.590 FTE in 2019. Ondanks de coronacrisis en de oplopende werkloosheid blijft een krapte op de arbeidsmarkt voor technici bestaan. Desondanks slaagt Unica er doorgaans in om de vacante posities binnen zijn bedrijven tijdig in te vullen. Unica wordt steeds vaker als een aantrekkelijke werkgever gezien door de gevarieerde carrièremogelijkheden in het netwerk van bedrijven. Gezien de forse wervingsbehoefte in de komende jaren door de beoogde groei en de situatie op de arbeidsmarkt blijft het behouden en aantrekken van medewerkers een prioriteit in de strategie.

Netwerk van meer dan 35 Unica-bedrijven
Unica heeft in de afgelopen jaren zijn netwerk van bedrijven ingericht op de groeiende behoefte om comfort, veiligheid, gezondheid en duurzaamheid van gebouwen integraal in te vullen. Het Unica-netwerk bestaat uit ruim 35 zelfstandige bedrijven die onafhankelijk opereren en tegelijkertijd nauw samenwerken. De structuur van de bedrijvengroep kan worden verdeeld in drie geledingen: Building Services, Building Projects en gespecialiseerde bedrijven.
Unica Building Services boekte met het beheer en onderhoud van gebouw gebonden installaties wederom goede resultaten: de omzet groeide met meer dan 7% tot €222 miljoen (*) terwijl het rendement verbeterde, zij het minder dan werd beoogd. De impact van de coronamaatregelen kreeg met name zijn beslag in dit cluster. In dit cluster worden steeds vaker regionaal overstijgende opdrachten uitgevoerd zoals het onderhoud van installaties in 62 Rijksgebouwen in 3 regio’s.
Unica Building Projects, dat technische installaties en systemen realiseert in nieuwbouw, renovatie- en transformatieprojecten, boekte een forse omzetgroei van 65% tot €120 miljoen (*) met opnieuw een rendementsverbetering. Belangrijk in dit cluster is de gezondheidszorg waarbij diverse grote projecten werden opgeleverd. Daarnaast neemt de laatste jaren de relevantie van transformatie projecten sterk toe in plaats van nieuwbouwprojecten.
De gespecialiseerde Unica bedrijven leveren structureel een sterke en groeiende bijdrage aan de groepsresultaten. In het afgelopen jaar steeg de gezamenlijke omzet hiervan met 3% naar €225 miljoen (*). Unica Fire Safety (brandveiligheidsoplossingen), Unica Industry Solutions (industriële automatisering/ procestechnologie), Unica Access & Security (toegang en beveiliging van gebouwen) en Unica Building Intelligence (intelligente gebouwautomatisering) presteerden sterk. Een opvallend sterke groei noteerde Unica Energy Solutions (integrale energievraagstukken en energiemanagement) vanwege de uitwerking van alle klimaatmaatregelen. Ook Unica ICT Solutions (ICT-voorzieningen) groeide flink in omzet en rendement, mede door de grote aandacht voor thuiswerkoplossingen. Ten slotte noteerde Unica Datacenters (bouw en onderhoud van datacenters) als enige cluster een kleine omzetdaling als gevolg van de verschuiving van de start van een groot project dat inmiddels van start is gegaan.

(*) Omwille van vergelijkbaarheid wordt voor de uitsplitsing nog de gefactureerde omzet gehanteerd

 

[pt_view id="64ae9cfivn"]

  • maart 23, 2021
  • 135 views
Meten en sturen op werkelijk energiegebruik

Er is een uniforme rekenmethode ontwikkeld die is het mogelijk maakt gebouwen snel te beoordelen op het werkelijke energiegebruik. staat voor De Werkelijke Energie intensiteit indicator, kortweg WEii, maakt inzichtelijk wat een gebouw per vierkante meter per jaar aan energie gebruikt. Gebouweigenaren en -gebruikers krijgen zo direct inzicht in de werkelijke energieprestaties van hun pand in relatie tot gelijkwaardige panden in hun sector, in plaats van een theoretisch inzicht. Daarnaast ontstaat direct een beeld van hoe ver ze verwijderd zijn van de Parijse klimaatdoelstellingen of zelfs een energieneutraal gebouw.

De ambitie van het Klimaatakkoord is een vermindering van de uitstoot van broeikasgassen in 2050 met 95% ten opzichte van 1990. Voor utiliteitsgebouwen wordt voor het realiseren van deze doelstelling vooral ingezet op het vaststellen van een wettelijke eindnorm voor de energetische kwaliteit van gebouwen in 2050. Daarom moet bijvoorbeeld nieuwbouw voldoen aan de BENG-norm, die is vastgesteld aan de hand van de methode NTA 8800. In de praktijk blijkt er echter een mismatch te zijn tussen het werkelijke energiegebruik van gebouwen en het energiegebruik dat verwacht wordt op basis van een theoretische berekening. WEii is, in tegenstelling tot BENG, ontwikkeld om wel inzicht te geven op de werkelijke energie-intensiteit van gebouwen.

Paris Proof-aanpak
WEii is een initiatief van DGBC en TVVL. Beide organisaties zijn overtuigd van het belang van meten op werkelijk energiegebruik. En ze werken dan ook al volgens dat principe: DGBC introduceerde in 2017 de Paris Proof-aanpak en TVVL is de initiator van WENG (Werkelijk EnergieNeutraal Gebouw). Die twee doelstellingen voor gebouwen zijn nu verwerkt tot scores op de WEii-ladder, die loopt van heel onzuinig via Paris Proof tot WENG.

Voor en door de markt
WEii is ontwikkeld voor en door de markt. Diverse overheidsinstanties en gezaghebbende marktpartijen hebben de afgelopen jaren in allerlei vormen meegewerkt aan de ontwikkeling van de rekenmethode, van TNO tot E-Nolis en van DWA tot het Rijksvastgoedbedrijf. Daarnaast is er voor de methode al interesse onder handhavers. Bijvoorbeeld omgevingsdiensten kunnen WEii gebruiken om de energieprestaties van gebouwen snel en correct in beeld te brengen en daarop te handhaven.

Eenvoudig en laagdrempelig
Martin Mooij is als programmamanager namens DGBC bij de ontwikkeling van WEii betrokken. Hij ziet grote kansen als het gaat om de toepasbaarheid van de tool. “Het is echt eenvoudig, je hoeft geen techneut te zijn om dit in te vullen.” Dat is volgens hem van groot belang, omdat de energietransitie ‘voor iedereen begrijpelijk moet zijn’. Daarom blijft hij ook hameren op het meten op het werkelijke energiegebruik: “Het is toch niet meer uit te leggen dat een gebouw een goed energielabel heeft, maar toch te veel energie gebruikt. Het theoretische en gebruik in de praktijk is met WEii direct terug te brengen tot één eenheid: het werkelijke energiegebruik.”

[pt_view id="70c75a85pb"]

  • maart 22, 2021
  • 258 views
Vooral dankzij verduurzaming blijft omzet Bosch in pandemietijd stabiel

Ondanks de pandemie van het coronavirus handhaafde Bosch Thermotechnology in 2020 zijn omzet op het niveau van het voorgaande jaar: 3,5 miljard euro. Aan de productzijde droegen vooral de trend naar elektrificatie en de uitbreiding van de activiteiten op het gebied van airconditioners en warmtepompen bij aan het succes. Jan Brockmann, voorzitter van de Bosch-divisie Thermotechnology: “Met onze producten voor verduurzaming, elektrificatie en digitalisering hebben wij een bijdrage geleverd aan de energietransitie in de bouwsector. Hiermee zullen we winstgevend blijven groeien.”

Elektrische toepassingen winnen steeds meer aan belang als technologisch pad in de verwarmings- en airconditioningssector, omdat ze energie bijzonder efficiënt gebruiken en omzetten. Daarom kondigde Bosch Thermotechnology in 2019 aan 100 miljoen euro te investeren in de uitbreiding van zijn warmtepompactiviteiten, met een focus op eenvoudig te installeren systeemoplossingen. “Deze investering en een aanzienlijke toename van het aantal medewerkers hebben ons een duidelijke stap voorwaarts gebracht: in 2020 noteerden we al een groei van 22,5 procent in warmtepompen in de hele EU, en in Duitsland groeide de warmtepompactiviteit zelfs met 48 procent. In 2021 zullen we blijven investeren in onze warmtepompactiviteiten en hier vooral ook in de opleiding van onze klanten om hen te helpen de sprong naar elektrificatie te maken. Dit zal onze groei versnellen en de mate van elektrificatie en dus CO2-reductie van huishoudens vergroten”, legt Jan Brockmann uit.

Regionale strategie
Met ontwikkelingscentra in Tranås (Zweden) voor Noord-Europa, in Wernau (Duitsland) voor Centraal-Europa en in Aveiro (Portugal) voor Zuid-Europa is Bosch Thermotechnology goed gepositioneerd om de Europese markt voor residentiële warmtepompen, die het grootste deel van de wereldmarkt uitmaakt, te bedienen. Om tegemoet te komen aan de verschillende eisen van de klanten, volgt de onderneming een regionale strategie in de EU met productassortimenten die zijn afgestemd op de betreffende regio en die succesvol is gebleken: in Noord-Europa, de meest volwassen warmtepompmarkt, vertegenwoordigt deze verwarmingstechnologie meer dan 90 procent van de markt. De nadruk ligt daar op optimalisatie van de prestaties.

Systeembenadering
In Centraal-Europa ligt de focus op de systeembenadering. Hier wil Bosch vooral groeien met warmtepompen in combinatie met ventilatiesystemen en met de Bosch Energy Manager voor geoptimaliseerd stroomverbruik in huis. Voor Zuid-Europa is het belangrijk om het portfolio uit te breiden met goedkope productalternatieven. Daartoe heeft Bosch Thermotechnology in 2020 een joint venture opgericht met Electra Industries Ltd. Electra Industries, met het hoofdkantoor in Rishon (Israël), is goed gepositioneerd op de Israëlische HVAC-markt. Het bedrijf heeft ervaring op het gebied van onderzoek en ontwikkeling en momenteel ongeveer 300 mensen in dienst. De twee partners zijn voornemens samen te werken bij de ontwikkeling en productie van omkeerbare warmtepompen. Naast zijn eigen productportfolio zal Bosch Thermotechnology van de nieuwe joint venture een warmtepompenportfolio betrekken dat speciaal is toegesneden op de Midden- en Zuid-Europese markt. De joint venture is bedoeld om de twee partners te helpen de kansen te grijpen die zich voordoen in de snel groeiende markt voor omkeerbare warmtepompen.

Elektrificatie
“Onze visie is om de huizen in Europa te elektrificeren - met regionaal aangepaste warmtepompen en hybride apparaten die het beste van twee werelden bieden. In alle regio's hechten wij bijzonder veel belang aan een eenvoudige installatie voor onze handelspartners en een eenvoudige bediening voor onze eindklanten. Wij bieden systeemoplossingen voor bestaande en nieuwe gebouwen die alle gebruikssituaties dekken en begeleiden onze klanten op hun weg naar elektrificatie met een breed scala aan ondersteunende diensten”, aldus Jan Brockmann.

Waterfstof
De overschakeling op klimaatneutrale systemen is een essentieel onderdeel van de EU Green Deal die alle EU-landen tegen 2050 CO2-neutraal moet maken. Voor een CO2-neutraal energiesysteem is het onontbeerlijk om de verwarmingsmarkt volledig in beschouwing te nemen, aangezien een groot deel van de uitstoot hier zijn oorsprong vindt. Bosch Thermotechnology zet in op multi-technologische oplossingen die - parallel met elektrificatie - waterstof (H2) als milieuvriendelijke energiedrager van de toekomst beschouwen. Waterstof is gemakkelijker op te slaan dan elektriciteit en kan worden gedistribueerd via het bestaande gasnet. “Voor een CO2-neutraal energiesysteem hebben we naast elektrificatie ook een waterstofstrategie voor de verwarmingsmarkt nodig. Verbrandingstoestellen zullen de komende decennia belangrijk blijven, en daarom investeren wij nu al in een H2 Ready portfolio. Wij zijn duidelijk voorstander van een multi-technologie-aanpak en zijn voorbereid op elke weg om de klimaatdoelstellingen te bereiken”, zegt Jan Brockmann.

H2 Ready-ketel
Om de mogelijke toepassingen op de verwarmingsmarkt te demonstreren, presenteerde Bosch Thermotechnology in november 2020 het prototype van een nieuw wandverwarmingstoestel, de H2 Ready-ketel, aan een internationaal publiek in zijn vestiging in Worcester in het Verenigd Koninkrijk. De nieuwe cv-ketel kan aanvankelijk werken op conventioneel aardgas of een waterstofbijmenging tot 20 procent. Zodra het lokale netwerk is overgeschakeld op waterstof, kan de cv-ketel binnen een uur worden omgeschakeld op volledig gebruik van zuivere waterstof door slechts enkele aanpassingen uit te voeren. Het eerste veldtesttoestel draait sinds september 2020 op zuivere waterstof in een eengezinswoning in Groot-Brittannië. De introductie van de eerste H2 Ready HR-ketel in het Verenigd Koninkrijk is gepland voor 2022 als onderdeel van een door de overheid gefinancierd demonstratieproject, en verdere openbare demonstratieprojecten op grote schaal zullen volgen.
Praktijktest in Nederland
In Nederland voert Bosch Thermotechnology ook de eerste praktijktests uit met betrekking tot het gebruik van waterstof in de verwarmingssector, waaronder het Uithoorn-project. Samen met steke partners zoals Nefit Bosch bouwde de netbeheerder Stedin het aardgassysteem van woningen om op waterstof. Bestaande installaties worden zo gebruikt om te testen welke aanpassingen moeten worden gedaan om verwarmingssystemen en aardgasnetten voor te bereiden op volledig gebruik van waterstof.

Industriële boilers op waterstof
Bosch Thermotechnology biedt ook al industriële boilers aan die werken op 100% waterstof of die H2 Ready zijn, d.w.z. aanvankelijk op aardgas werken maar later kunnen worden omgebouwd om pure waterstof te gebruiken. Eind 2020 leverde Bosch Industrial een nieuwe H2 Ready-ketel voor industriële toepassingen die in de toekomst een zagerij in Wunsiedel (Duitsland) van thermische energie zal voorzien. Bosch Thermotechnology levert zo ook een bijdrage aan de klimaatbescherming in de industriële sector.

Brandstofcel op waterstof
Voor een duurzame energievoorziening is Bosch bovendien bezig met de ontwikkeling van de solid oxide brandstofcel (SOFC), die ook met waterstof kan werken. In 2024 willen Bosch en zijn samenwerkingspartner Ceres Power uit Horsham (VK) beginnen met de serieproductie van gedecentraliseerde energiecentrales op basis van SOFC's. Bosch mikt op een productiecapaciteit van ongeveer 200 megawatt per jaar. Dit is genoeg om ongeveer 400.000 bewoners van elektriciteit te voorzien. Bosch zal enkele honderden miljoenen investeren in de geplande serieproductie. De productie zal plaatsvinden op de locaties Bamberg en Homburg alsmede op de locatie Wernau van Bosch Thermotechnology en de ontwikkeling zal plaatsvinden in Stuttgart-Feuerbach en Renningen (Duitsland).

Groeimarkt airconditioning
In het kader van de elektrificatie van de bouwsector zal Bosch Thermotechnology ook zijn gamma van energie-efficiënte airconditioning-units voor huishoudelijk gebruik en voor de commerciële sector uitbreiden. Deze units werken efficiënt als ze niet alleen voor koeling worden gebruikt, maar als lucht/lucht-warmtepompen ook voor verwarming. Dit is een gangbare toepassing in kleinere eengezinswoningen of flats in warmere streken zoals Zuid-Europa of Azië en voor commerciële VRF-systemen (variabele koelmiddeldoorstroming) in alle streken, bijvoorbeeld in hotels en winkelcentra. In veel regio's van de wereld - intussen ook in Centraal-Europa - is airconditioning onmisbaar in woongebouwen en commerciële panden om een aangenaam en gezond temperatuurniveau in het gebouw te creëren. “Met onze airconditioners willen wij een bijdrage leveren aan gezondheid en welzijn en tegelijkertijd ook een duurzame bijdrage leveren aan de CO2-besparing in deze bedrijfstak”, legt Jan Brockmann uit. Airconditioning is een wereldwijde groeimarkt, goed voor twee derde van de totale HVAC-markt en kent een hogere marktgroei dan de segmenten verwarming en sanitair warm water. “Ons doel is om onze positie in de airconditioningsector in beide segmenten aanzienlijk te versterken en ook hier de motor te zijn voor energie-efficiënte technologieën”, benadrukt Jan Brockmann.

Digitale diensten met focus op de comfortbeleving
De coronapandemie met lockdowns en uitreisbeperkingen heeft de mogelijkheden van de digitale transformatie duidelijk aangetoond. Daarom zijn digitale services en online klantenondersteuning twee gebieden waarin Bosch Thermotechnology fors investeert. De focus van de uitbreiding ligt op comfortbeleving. Het bedrijf biedt installateurs en handelspartners zoals planners, projectontwikkelaars en architecten digitale oplossingen en diensten die hun werk vergemakkelijken: van het digitale Partner Portal tot online trainingen en van technologiefora voor bijscholing tot grote digitale evenementen. “Onze ervaring in 2020 heeft aangetoond dat digitalisering nieuwe kansen voor ons opent. Het is belangrijk dat we geen standaardoplossingen gebruiken, maar ons digitale aanbod afstemmen op de individuele behoeften van onze verschillende klantgroepen. We zijn overspoeld met inschrijvingen voor sommige van onze online opleidingen. Onze klanten waarderen het dat wij hen veilige en tegelijkertijd innovatieve manieren van contact en interactie bieden. Juist in tijden waarin persoonlijke contacten sterk aan banden worden gelegd, biedt de uitbreiding van onze digitale diensten ons de mogelijkheid om onze sterke merken nog sterker te maken en nog beter te verankeren in het klantenbewustzijn”, aldus Thomas Bauer, lid van de directie en verantwoordelijk voor verkoop en marketing.

[pt_view id="ce81a9byrw"]

  • maart 19, 2021
  • 156 views
Fluisterstille installaties blijken niet voor iedereen echt stil

Zo’n 10% van de Nederlandse bevolking is gevoelig voor Laag Frequent Geluid. Door de toename van de installatiequote in gebouwen en de verduurzaming van de bestaande gebouwenvoorraad levert dit steeds meer hinder op. Wat kan de installateur hieraan doen? We vroegen het Henk-Jan Meilink, Adviseur Bouwfysica en Akoestiek.

“Laag Frequent Geluid (LFG) is geluid met lage tonen met een frequentie beneden 100/125 Hz”legt Meilink uit.” Geluid met frequenties onder 20 Hz wordt infrasoon geluid genoemd”, valt er op de site van het RIVM te lezen. Meilink hanteert dezelfde definitie. “De ene expert legt de grens bij 100, zelf ga ik tot 125 Hz.”

Installaties
Meilink heeft al diverse keren meegemaakt dat installaties Laag Frequent Geluid produceren. “Denk maar aan cv-pompen, elektriciteitsmeters, hydrofoorinstallaties, warmtepompen, ventilatiesystemen of jacuzzi’s.” Hoewel het op het oog om een duidelijke problematiek gaat, ligt het in de praktijk allemaal een stuk gecompliceerder, vertelt hij. “Allereerst werken we met een verkeerde eenheid om de sterkte van geluid weer te geven. Met dB(A) neem je namelijk Laag Frequent Geluid maar beperkt mee. Eigenlijk zou je de NSG Richtlijn Laagfrequent Geluid moeten hanteren. Deze richtlijn stelt de norm in dB waarbij de lage tonen wel worden meegenomen. Bovendien zegt de NSG dat voor lage tonen geldt; ‘Horen is hinder’. Ook al is de lage toon nog zo zacht, zodra mensen het horen is het hinderlijk.

Consequenties NSG Richtlijn
Deze norm is echter niet in de Nederlandse geluidswetgeving verwerkt. Meilink: “Eventuele inpassing zou grote consequenties hebben en torenhoge kosten met zich meebrengen. Denk maar aan gebouweigenaren die dan verplicht hun installaties moeten aanpassen of fabrikanten die worden gedwongen andere systemen te ontwikkelen. En, dan is er ook nog een spanningsveld met onze duurzaamheidsambities, die in feite zorgen voor steeds meer installaties in gebouwen.” Zolang de wetgeving ontbreekt, wordt het logischerwijze ook erg moeilijk om ‘te handhaven’.

Betaalbare meetapparatuur
Daarnaast ontbreekt het vooralsnog aan eenvoudige en betaalbare meetapparatuur om de bron van het geluid te traceren. Mede daardoor wordt een onderzoek naar hinder van Laag Frequent Geluid al snel een dure grap. “Ik houd zelf bewust rekening met de sociaaleconomische situatie van mijn cliënten, want het moet wel betaalbaar voor ze blijven.”

Isoleren
Is de geluidsbron niet traceerbaar of valt het probleem vanwege andere redenen niet te verhelpen, dan biedt isolatie helaas geen uitkomst. “Laag Frequent Geluid heeft meer geluidsenergie dan hoge tonen, daar valt niet tegen op te isoleren.” Soms kan isolatie zelfs het probleem verergeren. “Zo had ik een casus waarbij de zware akoestische dubbele beglazing ging resoneren als er een vrachtwagen voorbijreed. Uiteindelijk heeft de bewoner weer normaal dubbel glas moeten aanbrengen om het probleem te verhelpen.”

Kennis en kunde
Daarnaast ontbreekt het vaak aan de juiste kennis in de installatiebranche om het LFG-probleem al bij voorbaat te tackelen of op te lossen. “Sowieso schiet het kennisniveau tekort. In het curriculum, denk aan het VMBO en MBO, is nauwelijks aandacht voor deze problematiek. Daarnaast werken veel installateurs met vaste partners. Ze installeren bijvoorbeeld altijd een warmtepomp of ventilatiesysteem van merk A. Daardoor zijn ze minder geneigd te kijken naar andere oplossingen, die wellicht minder risico op LFG met zich meebrengen. Komt nog bij dat door voortdurende bezuinigingsrondes die worden doorgevoerd tijdens bouwprojecten, niet altijd de beste oplossingen uit de bus komen. Tot slot: als er uit een analyse van de situatie blijkt dat er extra maatregelen nodig zijn om akoestische problemen te voorkomen of te verhelpen, brengt dat meerkosten met zich mee. Ook dat kan een obstakel zijn.”

Praktijkvoorbeelden
Tot dusver hebben we vooral in algemene bewoordingen de problematiek besproken, maar wat komt Meilink nu zoal tegen in de praktijk? De akoestisch expert krijgt de laatste jaren steeds vaker klachten binnen over warmtepompen. “Met name de luchtgebonden varianten, over bodemgebonden systemen hoor ik minder snel mensen klagen.” De oorzaken zijn verschillend, maar vaak ligt het aan de compressor, dan wel ventilator van de verdamper. “Recentelijk had ik een casus waarbij sprake was van een verkeerde plaatsing. De warmtepomp stond op een stalen constructie op het dak en was enkel afgeveerd. Met een andere opbouw konden we het LFG-probleem verhelpen. Op de stalen constructie kwamen veren, daarbovenop een betonnen plaat die hetzelfde gewicht had als het onderstel van de warmtepomp. Vervolgens weer veren en dan pas de warmtepomp.”

Werkwijze
Als je als installateur te maken krijgt met Laag Frequent Geluidsproblemen adviseert Meilink om de volgende werkwijze te volgen. Probeer eerst de geluidsbron te achterhalen, eventueel met hulp van een akoestisch expert. Check of er sprake is van defecte onderdelen, een verkeerde inregeling of plaatsing van de installatie en los vervolgens het probleem op. Is het niet mogelijk om de geluidsbron uit te schakelen dan kan nog worden overwogen om het geluid te maskeren in het pand waar de cliënt zit met klachten. “Bijvoorbeeld met een ruisinstallatie, maar dat luistert allemaal erg nauw.” Ook kan er uiteraard worden gekeken of het mogelijk is om de installatie op bepaalde tijden uit te schakelen of op een ander toerental te laten draaien.

Toekomst
Naar verwachting zal de komende jaren het probleem verergeren. De installatiequote in gebouwen neemt toe, zowel in de woningbouw als utiliteit. “Fabrikanten zullen wel meer fluisterstille systemen gaan ontwikkelen, maar de kans is groot dat die ook duurder zijn, met het risico dat er uiteindelijk uit budgettaire overwegingen toch weer wordt gekozen voor een goedkopere en slechtere oplossing. Ik denk dat we daarom twee routes moeten bewandelen; laten we naast installatietechnische ook bouwkundige oplossingen ontwikkelen voor dit probleem.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.n

[pt_view id="90c44adqcb"]

  • maart 19, 2021
  • 140 views
Primeur: ISH gaat volgende week digitaal van start

De internationaal gezien grootste vakbeurs voor water, verwarming en airconditioning, ISH, gaat maandag a.s. voor het eerst digitaal van start. Vanwege Corona kan het fysieke evenement dit jaar niet plaatsvinden. Aan bod komen zoals gebruikelijk innovaties op het gebied van water en energie, vormgegeven in verschillende evenementen. Verder draait het – net als bij de fysieke voorgangers van de beurs – vooral om de presentaties van producten van de ruim 360 deelnemende bedrijven.

De Green Deal is een van de belangrijke toekomstgerichte onderwerpen die in de sectie Energie van ISH digital 2021 aan de orde komen, waarbij exposanten een verscheidenheid aan verwarmingsoplossingen en -systemen presenteren die een bijdrage leveren aan het behalen van klimaatdoelen. Tegelijkertijd zal het ISH Technology and Energy Forum de huidige politieke omstandigheden op de verwarmingsmarkt onder de loep nemen.

Corona
In dit verband zal bijzondere aandacht worden besteed aan de betekenis van ventilatie- en airconditioningsystemen tegen de achtergrond van de aanhoudende coronapandemie. Door de binnenlucht constant te filteren en te zuiveren met een grote hoeveelheid buitenlucht, kan ventilatietechniek helpen om het infectierisico te verminderen – een onderwerp dat ook in het Air Conditioning Forum aan de orde zal komen. Daarnaast zal het Building Forum onder meer aandacht besteden aan de nieuwe eisen die vanaf 2025 waarschijnlijk van invloed zullen zijn op gebouwautomatiseringssystemen.

Water
De afdeling Water gaat de drinkwaterhygiëne en de groeiende trend naar meer badkamerhygiëne onder de aandacht brengen. Met vuil- en bacteriebestendige oppervlakken, aanraakvrije bediening en hygiënische elektronische bidets, zal de sanitaire industrie slimme oplossingen presenteren om de verwachtingen op het gebied van hygiëne te verhogen – of het nu in hotels, openbare voorzieningen of de privé-lifestylebadkamer is. ‘Pop up my Bathroom’ pakt de leidende thema's aan en biedt op basis hiervan inzichten in de drie belangrijkste langetermijntrends voor badkamerontwerp tijdens ISH digital 2021.

Online contact
De algemene focus van het evenement ligt op connectiviteit, kennisoverdracht, hoogwaardige inhoud, een evenementenprogramma en de nieuwste oplossingen en producten. Tijdens ISH digital 2021 zullen alle exposantenactiviteiten geconcentreerd en intelligent worden gekoppeld aan de diensten die worden aangeboden door Messe Frankfurt. Dit platform geeft alle bedrijven, maar ook bestaande en potentiële klanten, de kans om elkaar te ontmoeten en nieuwe contacten te leggen, ongeacht de internationale grenzen. Bezoekers kunnen direct contact leggen met exposanten via chatfaciliteiten of met behulp van een afsprakensysteem voor online bijeenkomsten.

Oficiële opening
ISH digital 2021 wordt op 22 maart om 10.00 uur officieel geopend. Tijdens de digitale stream zal de Duitse federale minister van Economische Zaken en Energie, Peter Altmaier, spreken over onderwerpen op het gebied van klimaatbeleid en de Green Deal toelichten, een van de topthema's van ISH digital 2021. Andere prominenten zijn onder meer de minister-president van Hessen, Volker Bouffier en Markus Frank, raadslid van Frankfurt. Het programma wordt gepresenteerd door Julia Bauer, die ook vertegenwoordigers van de sanitaire en HVAC-industrie zal interviewen. Verder vertellen ook jonge vertegenwoordigers van Europese start-ups over hun innovaties. ISH digitaal duurt tot 26 maart a.s.

De openingsceremonie van ISH digital 2021 is op maandag 22 maart vanaf 10.00 uur live te zien op www.ish.messefrankfurt.com.

[pt_view id="2a8a7d6jfc"]

  • maart 18, 2021
  • 127 views
Belgische ventilatiespecialist jubileert

Duco Ventilation & Sun Control viert deze week haar 30-jarig bestaan. Het bedrijf startte op 18 maart 1991 met zeven werknemers. Inmiddels werken er bij de Belgische ventilatiespecialist zo’n 240 personeelsleden. Deze zomer betrekt Duco een nieuw kantorencomplex, voorzien van duurzame ventilatietechnieken.

Sinds de oprichting zorgt Duco voor een gezond binnenklimaat in woningen, appartementen, scholen, kantoren en zorgcentra. Het bedrijf exporteert vandaag de dag 85% van haar omzet, die voor 100% geproduceerd wordt op de 10 ha productiesite in het Belgische Veurne.

3 miljoen woningen vol zuurstof
CEO Luc Renson: “In het eerste bestaansjaar, zorgden we voor zuurstof bij 800 gezinnen. Dertig jaar hebben we al meer dan 3 miljoen woningen van een gezond binnenklimaat voorzien.” Deze prestatie was volgens de CEO niet mogelijk zonder een sterk team, trouwe dealers en tevreden klanten. “Ons 30-koppige R&D team streeft bovendien continu naar duurzame en innovatieve ventilatie- en zonweringsconcepten. Dankzij die ambitie en doenersmentaliteit zijn we klaar voor een gezonde en groene toekomst”, glundert de West-Vlaamse ondernemer.

Nieuwe kantoren
Duco betrekt deze zomer een gloednieuw kantorencomplex. De structurele buitenzonwering met rechthoekige designlamellen zorgt ervoor dat de nieuwe kantoren een eyecatcher worden langs de E40. Bovendien kan de Belgische ventilatiespecialist ook meteen een visitekaartje afgeven op het vlak van duurzame ventilatietechnieken met slimme, natuurlijke ventilatie in combinatie met intensieve nachtventilatie. De 7.500 m2 aan kantoorruimte faciliteren op hun beurt de blijvende groei van het bedrijf.

Klik hier om Duco CEO Luc Renson aan het woord te zien.

 

[pt_view id="20d9c35fjc"]

  • maart 16, 2021
  • 124 views
Legionellaspecialist haalt UV-technologie in huis

Holland Water, specialist in legionella-beheersende watertechnologie, neemt de UV-activiteiten en handelsnaam Uvidis® over van branchegenoot WaterZorg Friesland. Het is de eerste strategische overname van Holland Water sinds het bedrijf in november 2020 de krachten bundelde met investeringsmaatschappij OxGreenfield. 

Holland Water was al een tijdje op zoek naar complementaire preventietechnologie. Leo de Zeeuw, oprichter van Holland Water, licht de overname toe: “Wij geloven dat gebouweigenaren en -beheerders het meest geholpen zijn met geïntegreerde waterbeheeroplossingen die perfect aansluiten op de specifieke gebouwsituatie. Ultraviolet licht, een uitstekende preventietechnologie, mag dan niet in het portfolio ontbreken. Uvidis® is onder leiding van Wietze Boonstra de afgelopen jaren uitgegroeid tot een voorname aanbieder van water-zuiverende oplossingen op basis van ultraviolet licht. UV-technologie is uitermate geschikt als ‘poortwachter’, een systeem dat drinkwater ontdoet van bio-organismen bij de ingang van de waterinstallatie. Holland Water’s vlaggenschipsysteem – de Bifipro® – bestrijdt bio-film en legionella door middel van koper- en zilverionisatie. Echter, locaties zonder bacteriële overschrijdingen zijn meer gebaat bij het minimaliseren van besmettingsrisico’s middels preventieve watertechnologie zoals het Uvidis®-systeem. We zijn dan ook heel erg blij dat we nu beide opties kunnen bieden.”

In goede handen
Wietze Boonstra, algemeen directeur van WaterZorg Friesland, over de overname: “Wij gaan ons verder specialiseren in wateradviesdiensten in de wetenschap dat Uvidis® in goede handen is. Als ervaren water-tech aanbieder is Holland Water de aangewezen partij om zowel de huidige klanten te bedienen als het UV-portfolio verder door te ontwikkelen. De vraag naar ‘point-of-entry’ en ‘point-of-use’ technieken zal de komende jaren alleen maar toenemen.”
Pim de Joode, partner van OxGreenfield, vult aan: “Holland Water heeft de vooruitstrevende visie om waterbeheer te technologiseren, en een aanstekelijke ambitie om het te realiseren. Wij ondersteunen Holland Water daarom graag met hun ‘buy & build’ strategie en zijn verheugd met dit eerste gezamenlijke succes.”

Foto:  Leo de Zeeuw (links) en WZF Wietze Boonstra

[pt_view id="4296e6bdv1"]

  • maart 12, 2021
  • 144 views
Loodgieter: specialistische duizendpoot waar er steeds minder van zijn

Gisteren was het de Dag van de Loodgieter. Deze beroepsgroep heeft nog werk genoeg, zo blijkt uit onderzoek van Zoofy. Het klusplatform, waarbij landelijk meer dan 7.000 vakmensen zijn aangesloten, zag loodgietersklussen ruimschoots op nummer 1 uitkomen in 2020. Toch daalt de populariteit van de loodgietersopleidingen al jaren.

Het beroep van loodgieter is populariteit aan het verliezen in Nederland. Er wordt vaak op het beroep neergekeken en hoewel we eigenlijk niet zonder ze kunnen, lijkt het maatschappelijke belang van loodgieters sterk naar de achtergrond te verdwijnen. Als er niets gebeurt, verdubbelt het tekort aan vakmensen in de installatiebranche de komende drie tot vijf jaar mogelijk tot 40.000 mensen, aldus voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland. Er zijn zo’n 150.000 vakmensen werkzaam in de installatiebranche en nieuw personeel is zeer welkom. Volgens het UWV is loodgieter dan ook absoluut een kansrijk beroep. Want, ondanks de coronacrisis valt het nog steeds onder de beroepen met moeilijk vervulbare vacatures.

Maatschappelijk belang
Volgens cijfers van het CBS zijn er steeds minder mbo'ers die de sector techniek volgen. Dit schooljaar waren dat er 136.544. De sectoren economie en zorg en welzijn zijn populairder. Het maatschappelijk belang van loodgieters is enorm, aldus Arthur de Leeuw, oprichter van Zoofy: “Ieder Nederlands huishouden heeft op een bepaald moment behoefte aan een loodgieter. Het is zulk ongelooflijk specialistisch werk, dat je bovendien écht goed voor elkaar wilt hebben. Als doe-het-zelver begin je er niet zo snel aan. Daarom vinden we het zo jammer dat er steeds minder jongeren kiezen voor dit mooie beroep.”

Verscheidenheid aan klussen
In 2020 werd de loodgieter per uur maar liefst 18% vaker ingeschakeld dan een jaar eerder. De vijf meest opgepakte werkzaamheden bestaan uit kraan plaatsen, lekkage opsporen, sanitair plaatsen, afvoer aansluiten en het verhelpen van een gootsteenverstopping. “Het beeld van een loodgieter die alleen wc’s ontstopt is niet meer van deze tijd. Een loodgieter is bij ons inzetbaar voor veel verschillende klussen en daarmee een specialistische duizendpoot,” zegt de Leeuw.

[pt_view id="54656ec4qi"]