- december 20, 2019
- 123 views
Ook iPhone of iPad gebruikers kunnen de IZ-app nu downloaden!
De IZ-app is vanaf vandaag niet alleen verkrijgbaar in Google Play maar ook in de App Store. Alle artikelen, columns en rubrieken uit het praktijkblad Installateurszaken zijn nu via deze app op een iPhone of iPad te lezen. Dagelijks wordt de vakinformatie die via deze app beschikbaar komt nog aangevuld met het allerlaatste vaknieuws. Dat gebeurt overigens in samenwerking met de redactie van Installatienet.nl, dat al twee decennia lang als populaire nieuwssite voor het vakgebied fungeert.
De gedrukte versie van IZ is natuurlijk al jarenlang een gewaardeerde informatiebron voor de installerende vakman. Digitaal is deze uitgave ook al enige tijd te lezen op de website Installateurszaken.nl. Maar IZ is nu dus ook via de IZ-app in te zien. Daarmee is IZ het eerste installatietechnisch vakblad in Nederland dat deze mogelijkheid biedt. Download de app direct gratis via Google Play (Android) of App Store (iOS). Zoek op Installateurszaken.
- december 19, 2019
- 117 views
“Vakmanschap gaat zwaarder wegen”
Het begin van een nieuw decennium is een mooi moment om een blik vooruit te werpen. Wat heeft de koudetechniek de komende jaren in petto? Henk Komin, technisch eindverantwoordelijke bij koudebureau IJskoud BV in Amsterdam voorspelt dat niet alleen de techniek verandert, maar ook de monteurs die de techniek mogelijk maken. Naast milieuvriendelijkere koudemiddelen eist de markt ook minder energieverbruik en de beweging richting super zuinige koel- en vriesinstallaties zet verder door.
Henk Komin: “Onder invloed van milieu- en duurzaamheidseisen verandert er nogal wat in het vakgebied en dat heeft niet alleen impact op techniek, maar ook op de monteurs die de techniek mogelijk maken. We zitten in een overgang naar milieuvriendelijkere koudemiddelen. Die hebben als nadeel dat ze giftig of brandbaar zijn. Daar moet je dus maatregelen voor nemen, bijvoorbeeld door de installatie buiten te plaatsen of door veiligheidssystemen met betrekking tot afzuiging en energieafsluiting te ontwikkelen. Je zet zo’n installatie dus niet meer zomaar even neer. Vakmanschap, creativiteit, kennis en ervaring gaan zwaarder wegen omdat je iedere installatie elke keer opnieuw engineert. Dat vraagt dus om monteurs die deze flexibiliteit en creativiteit aan kunnen.”
Meer zekerheid, minder verbruik
“Behalve milieuvriendelijkere koudemiddelen eist de markt ook minder energieverbruik en die beweging richting super zuinige koel- en vriesinstallaties zet verder door. Bij IJskoud werken we momenteel bijvoorbeeld aan een biobank, een soort centrale diepvriesopslag voor medisch materiaal zoals ziektes, virussen, weefsel, etc. Die installatie moet altijd op -80 graden gehouden worden en vroeger vrat dat energie. Door een hele reeks aan maatregelen, zoals het conditioneren van de ruimte op temperatuur en vochtigheid en het bouwen van grotere, modulair op te bouwen vrieskasten, hebben we het energieverbruik met maar liefst 85% weten te reduceren. Dat is een benchmark case die zeker navolging zal vinden bij andere ziekenhuizen.”
FreezerData: meten is weten
“Big Data, machine learning, The Internet of Things en deep learning algoritmes: ook in de koeltechniek zijn data en digitalisering de toekomst. Onlangs heeft IJskoud FreezerData gepresenteerd, een hightech digitaal platform waarmee ‘voorspellend onderhoud’ realiteit wordt. En het mooie is dat de gegevensstroom van alle aangesloten koelingen het zelf lerende systeem steeds slimmer maakt. We hebben een algoritme ontwikkeld dat op basis van eerdere storingen voorspelt wanneer de volgende storing eraan komt. Met iedere nieuwe storing wordt het systeem dus intelligenter.”
Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?
“Naast de ontwikkeling richting steeds uitdagendere projecten, blijven er ook relatief eenvoudige, niet specialistische projecten bestaan zoals een airco, koelcel of reparatie. Die gaan we steeds meer standaardiseren en automatiseren. Door bijvoorbeeld een app of online tool maken we het eenvoudig voor monteurs om alle relevante gegevens in te voeren, zodat zij zelf, ter plekke, eenvoudig een offerte kunnen maken en aanbieden aan klanten. Uiteindelijk profiteert iedereen daarvan. Waarom moeilijk doen, als het makkelijk kan?”
- december 18, 2019
- 145 views
Certificering ‘werken aan gasketels’ loopt vertraging op
De wettelijke regeling voor gasverbrandingsinstallaties zal niet per 1 januari a.s. worden ingevoerd. Met de invoering had de Tweede Kamer al ingestemd maar minister Knops van Binnenlandse Zaken laat nu weten dat een besluit over de wet pas na het kerstreces zal worden behandeld in de Eerste Kamer. De wettelijke regeling houdt in dat alleen gecertificeerde bedrijven met vakbekwame monteurs nog werkzaamheden mogen verrichten aan cv-ketels, geisers en gashaarden.
De wetswijziging zou oorspronkelijk januari 2020 ingaan, waarna een overgangstermijn van een jaar zou gelden. De bedoeling is vervolgens dat de overheid na drie jaar evalueert wat het effect van de wet is op de veiligheid van cv-ketels, de regeldruk en kosten voor bedrijven en consumenten.
Techniek Nederland heeft eerder dit jaar al aangekondigd monteurs te helpen om te voldoen aan de nieuwe vakbekwaamheidseisen. Onderdeel daarvan zijn een online-zelftoets en een theorie- en praktijkexamen.
- december 18, 2019
- 120 views
Opnieuw uitstel gevraagd voor invoering BENG
De softwarepakketten, waarmee gebouwontwerpen kunnen worden getoetst aan de BENG-eisen zijn (wederom) niet tijdig gereed. Opnieuw wordt daarom uitstel gevraagd van de invoering van de BENGeisen. De invoeringsdatum was door eerdere vertraging van de software al eens uitgesteld van 1 januari 2020 naar 1 juli 2020. Dat zou nu nog eens zes maanden later moeten worden.
Voor de bouwpraktijk is het noodzakelijk dat er minimaal een periode van een half jaar (en bij voorkeur een jaar) zit tussen het moment van beschikbaar komen van de nieuwe software (gebaseerd op NTA 8800) en de wettelijke invoering van de nieuwe BENGeisen. Volgens de laatste informatie zijn deze softwarepakketten niet voor 1 januari 2020 gereed. Mededelingen van softwareontwikkelaars hierover variëren van eind januari/medio februari voor de bèta-versie van de software, tot begin april voor de definitief vrij te geven software.
- december 17, 2019
- 130 views
Bijna helft Nederlandse stellen ruziet over verwarming
Maar liefst 48 procent van de Nederlandse stellen heeft weleens onenigheid over de verwarming. Dit blijkt uit onderzoek onder 1.068 Nederlanders. Van alle ondervraagden met een relatie maakt zelfs veertig procent afspraken over de temperatuur in huis.
Opvallend genoeg ruziën Friese (61 procent) en Limburgse (58 procent) stellen het vaakst over de stand van verwarming. Met slechts 31 procent komen deze thermostaatperikelen het minst voor onder Groningers. “Bij een groot gedeelte van de Nederlandse huishoudens lijkt er een heuse strijd om de thermostaat gaande te zijn”, zegt Ibrahim Agdere van OfferteAdviseur, dat het onderzoek liet uitvoeren. “Warmte en kou zijn natuurlijk ontzettend persoonlijk; wat een aangename temperatuur is voor de een, kan ondragelijk zijn voor de ander. Ik kan me voorstellen dat dit tot soms tot onenigheid leidt.”
Dikke trui
Ondanks dat vier op de tien Nederlandse stelletjes duidelijke afspraken maakt over de temperatuur in huis, houdt een aanzienlijk gedeelte zich hier niet aan. Zo zet maar liefst 21 procent van de ondervraagden de thermostaat weleens stiekem hoger, zonder dat hun partner het doorheeft. Vrouwen zijn hiertoe eerder geneigd dan mannen; 26 tegenover slechts 17 procent. De meest gangbare oplossing tegen de kou lijkt overigens nog altijd de wollen trui. Maar liefst 62 procent van de respondenten zegt liever een dikke trui aan te trekken dan de thermostaat hoger te zetten. Agdere: “Ik denk dat veel mensen een vaste stand hebben voor hun verwarming, waarbij iedereen binnen het huishouden gelukkig is. Toch is de bereidheid tot warme kleding aantrekken of onder een dekentje te kruipen aanzienlijk. Dit laat zien dat het voor veel mensen vooral belangrijk is dat het niet te warm is in huis."
Milieu en gasrekening
Niet alleen vanwege potentieel gekibbel zoeken de respondenten hun heil in een warme trui, ook het milieu en oudhollandse zuinigheid spelen hierin een belangrijke rol. Zo zegt 64 procent van de ondervraagden de verwarming weleens lager te zetten om geld te besparen. Maar liefst 54 procent doet dit weleens om het milieu te ontzien. Agdere: “Wanneer je de verwarming een graad lager zet dan je normaal gewend bent, bespaar je gemiddeld tachtig euro per jaar. Maar als je geld wil besparen, zijn er ook voldoende andere mogelijkheden. Zo kun je de verwarming al een tijdje voordat je naar bed gaat, lager zetten of beter nog: een slimme thermostaat instaleren. Wil je liever het milieu ontzien? Combineer dan de slimme thermostaat met extra isolatie. Als je het dan nog steeds koud hebt, kun je altijd nog een warme trui aantrekken.”
- december 16, 2019
- 129 views
Nederlandse shorttrackers testen luchtreinigers
De achttien rijders van de Nederlandse shorttrackselectie gaan de komende wintermaanden in hun thuissituatie experimenteren met een luchtreiniger. Sponsor Daikin reikte de apparaten afgelopen vrijdag uit na hun training in Thialf. Edwin Hoogerwerf, directeur van de fabrikant: “Met de luchtreinigers krijgen de shorttrackers zuiverder lucht in huis, wat kan bijdragen aan hun gezondheid. Een slecht binnenklimaat heeft impact op de luchtwegen. Daar zijn niet alleen topsporters gevoelig voor, maar ook ouderen, kinderen en baby’s.”
Topsporters gebruiken enorm veel zuurstof en de kans is groot dat ze bij intensieve inspanningen last krijgen van hun luchtwegen. Schaatsers ademen soms bijna 200 liter lucht per minuut. Op een ijsbaan, waar de lucht koud en vaak droog is, kunnen de luchtwegen snel geprikkeld en uitgedroogd raken. Dan treedt vernauwing op, waardoor de sporter minder lucht krijgt. “Het is daarom belangrijk dat topsporters buiten de schaatsbaan om, rekening houden met het klimaat om hen heen, zodat hun luchtwegen zo min mogelijk geprikkeld raken”, vertelt Hoogerwerf. “De luchtreinigers van Daikin hebben een drievoudige werking en halen onder meer pollen, stof, dierenharen, allergische stoffen en eventuele virussen uit de lucht.”
Extra gevoelig voor luchtkwaliteit
Bondscoach Jeroen Otter is benieuwd naar het effect van de luchtreinigers. “In onze kernploeg zitten enkele rijders die extra gevoelig zijn voor de luchtkwaliteit”, vertelt Otter. “Kou is voor schaatsers eigenlijk niet gezond, net als chloor voor een zwemmer een aanslag op de luchtwegen betekent.” Remy de Wit, technisch directeur van de KNSB, vult aan: “We monitoren de schaatsers natuurlijk niet 24 uur per dag, maar geven ze wel tips mee om niet te snel verkouden of ziek te worden. Waar we nog meer naar kunnen kijken is het binnenklimaat bij de schaatsers thuis.”
“Gezond binnenklimaat wordt onderschat”
Edwin Hoogerwerf, directeur van Daikin: “Als er niet goed wordt gelet op juiste ventilatie, aanwezigheid van huisstof of eventuele huisdieren, dan kan dat de gezondheid beïnvloeden. Een gezond binnenklimaat wordt onderschat in Nederland. Het gaat daarbij niet alleen om de temperatuur. In huis is de lucht soms meer vervuild dan buiten. Zeker als in de winter de ramen niet open gaan en ventilatieroosters vaak gesloten blijven. Naast onze warmtepompen en airco-systemen is dit een product dat het leefklimaat verbetert”.
Komende maanden monitoren
“We gaan de komende maanden monitoren in hoeverre de shorttrackers een positief effect op hun luchtwegen en algehele gesteldheid ervaren”, vertelt bondscoach Otter. “We zijn blij met een sponsor als Daikin die op deze wijze met ons meedenkt. Alle kleine verbeteringen en innovaties helpen ons dichter bij ons doel te komen: meer medailles!”
- december 16, 2019
- 155 views
‘Aansluiting rijwoningen op warmtenetten kan beter’
Stichting Warmtenetwerk heeft onderzocht hoe bestaande rijtjeshuizen sneller, veiliger en goedkoper kunnen worden aangesloten op warmtenetten. Traditioneel wordt de warmte-aansluiting in grondgebonden woningen op de begane grond gerealiseerd. Maar bij bestaande rijwoningen blijkt het naar boven brengen van de warmte-aansluiting op de plek van de cv-ketel beter.
Bestaande rijwoningen zijn moeilijker op een warmtenet aan te sluiten dan nieuwbouw- of gestapelde woningen. Dit komt doordat het vaak niet mogelijk of te kostbaar is om een warmteafgifteset in de meterkast te plaatsen en de warmteleiding door de kruipruimte aan te leggen. Daarom besloten Eneco, Ennatuurlijk, HVC en Stadsverwarming Purmerend samen met andere bedrijven van Stichting Warmtenetwerk zoals Royal Haskoning DHV, Weijers Waalwijk, A. Hak, Samen Warm en Greenvis nieuwe aansluitmethoden voor rijtjeshuizen te onderzoeken. Daarbij was het uitgangspunt om op dakhoogte de woning binnen te gaan. De warmteleiding en -afgifteset komen dan op de plek van de cv-ketel. De warmtebuizen worden via de gevel in de vorm van een regenpijp, geïntegreerd in een dakgoot, via het knieschot of onder de daknok naar de woning gebracht.
Knieschotvariant
Naar deze varianten is eerst een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd door Royal Haskoning DHV. Vervolgens is in een kwalitatief marktonderzoek onder tien woningcorporaties bekeken welke variant in de praktijk de voorkeur heeft. Technisch-economisch concludeert Royal Haskoning DHV in het haalbaarheidsonderzoek dat de knieschotvariant het best toepasbaar is in de woningen. Maar in het marktonderzoek werd de knieschotvariant door de woningcorporaties juist als minst preferent gekozen, omdat die de meeste overlast op de zolder veroorzaakt voor de huurder.
Conclusie
De conclusie van beide onderzoeken is dat rijtjeshuizen sneller, veiliger en goedkoper aangesloten kunnen worden op een warmtenet. Per situatie moet goed gekeken welke variant het meest geschikt is. Als de aansluiting in onbewoonde staat kan worden uitgevoerd, is de knieschotvariant de beste optie. Als dat niet het geval is, hebben andere varianten de voorkeur. Daarbij moet wel rekening gehouden worden met Welstandseisen, omdat leidingen zichtbaar zijn aan de woning. Als opschaaltempo belangrijk is, krijgt de regenpijpvariant de voorkeur. Hierbij is het namelijk mogelijk sommige huizen in een rij niet aan te sluiten, bijvoorbeeld wanneer ze onbewoond zijn of wanneer de eigenaar nog geen aansluiting wil.
Sneller, veiliger en goedkoper
In het Klimaatakkoord voor de gebouwde omgeving is door de warmtebedrijven toegezegd om vanaf 2025 een groei van 80.000 woningequivalenten per jaar in stadswarmte te realiseren. Dit aantal groeit na 2030 nog verder door innovaties en een betere aansluiting bij marktwensen. Warmtebedrijven hebben veel ervaring met het aansluiten van nieuwbouw en steeds meer met bestaande galerijflats, maar minder met bestaande rijwoningen. Zowel het haalbaarheidsonderzoek als het marktonderzoek tonen aan dat het aansluiten van bestaande rijwoningen sneller, veiliger en goedkoper kan door de warmte-aansluiting op een andere manier te realiseren dan tot nu toe gebruikelijk is.
Voor meer informatie: Lees hier het haalbaarheidsonderzoek van Royal Haskoning DHV en hier het marktonderzoek van Stichting Warmtenetwerk.
- december 13, 2019
- 125 views
Prijs voor duurzame portiekwoningen
Breman Woningbeheer heeft de Woonstad Rotterdam Energie Challenge gewonnen. Woonstad Rotterdam had deze wedstrijd uitgeschreven in de zoektocht naar de beste duurzame oplossing voor het verduurzamen van een bestaand wooncomplex, en in het bijzonder bestaande portiekwoningen. Het winnende concept van Breman Woningbeheer en Itho Daalderop is een zogenaamd Collectief Hybride Systeem.
Woningcorporatie Woonstad Rotterdam, de grootse sociale huisvester van Rotterdam, wil haar woningen in bewoonde staat snel verduurzamen en daagde partijen in de markt uit. De vraag was om van een bestaande portiekwoningen de CO2-uitstoot zoveel mogelijk terug te brengen met een maximaal budget van 15.000 euro per woning. Breman schreef zich in met het Itho Daalderop Collectief Hybride Systeem en werd uit een kleine veertig inschrijvingen geselecteerd als één van de winnaars.
Oplossing
“Het door Breman Woningbeheer aangeboden concept is een zogenaamd Collectief Hybride Systeem. Dit systeem is in staat om een groot deel van de warmtebehoefte voor centrale verwarming van de aangesloten portiekwoningen vanuit de centraal geplaatste collectieve warmtepomp aan te leveren”, legt Edwin Suttorp, directeur Breman Woningbeheer regio Zuidwest, uit. Hoewel de hybridetechniek op zichzelf niet nieuw is, is de toepassing ervan op deze wijze in een collectieve sfeer wel uniek en innovatief. “Door een groot deel van de techniek op het dak te plaatsen heeft de oplossing een beperkte impact voor bewoners en beperkte complexiteit, is het systeem bijzonder geschikt voor grootschalige toepassing in de grootstedelijke gestapelde omgeving”, aldus Edwin. Itho Daalderop, leverancier van de warmtepomp, heeft als partner een belangrijk aandeel gehad in de challenge, samen met het Breman kenniscentrum en Breman schoorsteentechniek een mooi voorbeeld van ketensamenwerking.
Het juryrapport
‘Dit concept zet in op een collectief warmtepompsysteem in combinatie met lage temperatuurverwarming. Een degelijk plan’, zo geeft de jury aan. ‘Er is aan veel zaken gedacht en de inzending ademt een ‘activistische’ sfeer, dat spreekt aan. Er wordt nadrukkelijk aansluiting gezocht bij de ervaringswereld van bewoners. De gekozen oplossingen komen logisch over en mogen in deze Challenge niet ontbreken. Bewoners gaan er direct qua comfort en binnenklimaat op vooruit. Opgemerkt wordt dat het concept (nu nog) niet aardgasvrij is.’
Beperkte impact
‘Dit Collectieve Hybride Systeem kenmerkt zich door een beperkte impact in de woningen bij het aanleggen ervan en ook gaat er nauwelijks woonruimte verloren. Het wooncomfort is tenminste gelijk aan wat bewoners gewend waren en kan zelfs verbeteren door een gelijkmatiger verwarming van de ruimtes, maar zal zeker ook verbeteren door de nieuwe ventilatiesystemen, die bijdragen aan een gezonder leefklimaat in de woning. Bovendien worden er ook PV-panelen geplaatst die rechtstreeks aan de bewoners energie leveren. Tot slot levert dit alles een substantiële besparing van energieverbruik op.’
Test
Edwin Suttorp: “Als winnaar van de Woonstad Rotterdam Energie Challenge kunnen we onze oplossing toepassen in de bewoonde portiekflats van Woonstad Rotterdam. De oplossing wordt getest en besproken met bewoners en Woonstad Rotterdam. We hebben goede verwachtingen dat het concept dan grootschalig kan worden toegepast bij deze, maar ook bij andere woningcorporaties in de regio waar veel gestapelde bouw is. Ik ben dan ook supertrots op ons team dat verantwoordelijk is voor de uitwerking van dit concept.”
- december 13, 2019
- 121 views
Collectief wil innovaties in warmteketen versnellen
Verschillende partijen in de warmteketen zijn het warmtecollectief WarmingUP gestart. Het collectief heeft als belangrijkste doel de ontwikkeling van collectieve warmtesystemen die betaalbaar, duurzaam, betrouwbaar, praktisch uitvoerbaar en maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Er is een subsidie beschikbaar gesteld van 9,3 miljoen euro. Met een investering van 9,6 miljoen euro door de samenwerkingspartners zelf komt het totaal aan beschikbare financiële middelen op 18,9 miljoen euro.
Als onderdeel van het Klimaatakkoord wordt de gebouwde omgeving aardgasvrij gemaakt. Warmtenetten zijn daarbij één van de oplossingen. Uitdaging is om in de bestaande bouw op een kosteneffectieve manier, duurzame warmte te leveren. Verder is een versnelling van het realisatietempo nodig, gezien de grote opgave waar Nederland voor staat. Een consortium van partijen die actief zijn in de hele keten, van warmtebron tot klant, is hiervoor een samenwerking aangegaan.
Onder leiding van TNO
WarmingUP staat onder leiding van TNO en wil als collectief vraagstukken over kostenreductie en verduurzaming integraal aanpakken en oplossingen daarvoor ontwikkelen die op vele locaties toepasbaar zijn. Het belangrijkste doel van WarmingUP is de ontwikkeling van collectieve warmtesystemen die betaalbaar, duurzaam, betrouwbaar, praktisch uitvoerbaar en maatschappelijk aanvaardbaar zijn. Het betekent bijvoorbeeld dat met nieuwe kennis duurzame warmtebronnen met verschillende niveaus van temperatuur en volumes slim gecombineerd kunnen worden. Ook kennisontwikkeling voor het realiseren van grootschalige warmteopslagsystemen en het integreren daarvan in warmtenetten is een beoogd resultaat. Onderzocht wordt bijvoorbeeld waar en tegen welke kosten warmte gewonnen kan worden via aquathermie of geothermie. Tot slot richt het samenwerkingsverband zich op de ontwikkeling van nieuwe samenwerkings- en financieringsvormen én nieuwe werkwijzen om maatschappelijk draagvlak te realiseren.
Innovatieplan duurzame warmte
Om het doel te bereiken is een innovatieplan opgesteld dat bestaat uit 32 projecten, gegroepeerd in zes inhoudelijke, samenhangende thema’s, met focus op:
• ontwerp en aansturing van warmtenetten, systeemintegratie en cascadering (thema 1) resp. methoden voor aanleg van deze netten (thema 2) en vraagsturing (thema 6);
• duurzame bronnen en seizoenopslag – aquathermie (thema 3), geothermie (thema 4) en warmteopslag (thema 5);
• sociaal-maatschappelijke inpassing van collectieve warmtesystemen (thema 6).
De opschaling, kostenreductie en verduurzaming van collectieve warmtesystemen vereist een nieuwe manier van denken over de warmtevoorziening. In de looptijd van 3 jaar legt dit innovatieplan het fundament voor het realiseren van de ambities voorverduurzaming van de warmtevoorziening in gebouwde omgeving.
Deelnemers aan het collectief zijn:
Warmtebedrijven: Eneco, Ennatuurlijk, HVC, SVP en Vattenfall
Netbedrijven: Capturam, Enpuls, Firan/Alliander en NetVerder
Partijen in de watersector: Rijkswaterstaat, STOWA en Unie van Waterschappen
Partijen in bodem en ondergrond: BodemenergieNL, EBN, Engie, Huisman en Shell
Gemeenten en regio’s: Almere, Amsterdam, Breda, Den Haag, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht, en regio Holland-Rijnland
Provincies: Limburg en Zuid-Holland
Onderzoeksorganisaties: Deltares, Erasmus Universiteit Rotterdam, KWR Water Research, Saxion Hogescholen, TNO (penvoerder), TU Delft, TU Eindhoven en Universiteit Utrecht
Overige deelnemers: De Efteling, Adviesbureau Greenvis, Coöperatie Duurzame Vruchtenbuurt en living lab The Green Village
- december 13, 2019
- 139 views
“Installateurs halen krenten uit de pap”
Bericht in het AD van deze week: ‘Wie zijn huis wil verbouwen, is momenteel goedkoper uit en kan makkelijker een aannemer vinden. Nu bouwbedrijven als gevolg van de crises rond stikstof en PFAS veel minder grote nieuwbouwprojecten hebben, zijn ze weer in voor kleinere klussen.’ Is die tendens ook bij installatiebedrijven zichtbaar?
Nee, stelt Techniek Nederland bij monde van woordvoerder Dick Reijman. “Installateurs zijn vaak betrokken in de eindfase van projecten en merken als gevolg daarvan later dan bijvoorbeeld bouwers de eventuele negatieve effecten van de stikstofcrisis. Het kan dus zijn dat de stikstofperikelen de branche op een later moment gaan raken. Dat wil Techniek Nederland voorkomen. Daarom is het essentieel dat de stikstofwet nog voor het kerstreces door de Eerste Kamer wordt aangenomen en zo spoedig mogelijk in werking treedt. Grote nieuwbouw- en infraprojecten moet zo spoedig weer op gang komen of van start gaan.”
Los van stikstofproblematiek
“Installateurs leveren bovendien veel dienstverlening die los staat van de stikstofproblematiek”, vervolgt Reijman. “Voorbeelden daarvan zijn de vervangingsvraag van technische installaties die aan het einde van de technische levensduur zijn en verduurzaming van bestaande installaties. Daarnaast zorgt beheer en onderhoud van technische systemen voor een constante stroom aan opdrachten.”
Krenten uit de pap
We legden dezelfde vraag voor aan Lino Noya Mahn van Noya Installatietechniek, die dagelijks particulieren aan de lijn krijgt die op zoek zijn naar een betrouwbare loodgieter of cv-monteur. “Installateurs hebben het kennelijk zo druk dat ze de krenten uit de pap halen. Dat zie je ook met onderhoudsabonnementen op cv-ketels: ze willen wel eenmalig de ketel schoon maken maar geen onderhoudscontract hebben op een ketel die al acht jaar of ouder is, omdat men dan het risico loopt op storingen en reparaties. Even een nieuwe ketel bij ze kopen en daarbij een servicecontract afsluiten mag natuurlijk wel.”
Steeds drukker
“Noya merkt bovendien dat de aannemers die hij dagelijks spreekt, het nog steeds druk hebben en langdurig vol zitten. “Ik krijg het zelf ook steeds drukker, vooral met met cv ketel-vervangingen en -onderhoud. Daarnaast groeit het aandeel ventilatiekanaalreiniging. Blijkbaar hebben steeds meer mensen door dat ventileren nodig is en dat kanaalreiniging daar een belangrijk onderdeel van uitmaakt.”









