- november 5, 2019
- 129 views
‘Werknemers in zware beroepen kunnen eerder met pensioen’
In Nederland is het goed mogelijk om de pensioenleeftijd meer af te stemmen op het arbeidsverleden. Zo zouden werknemers die al voor het bereiken van de algemene pensioenleeftijd 45 jaar gewerkt hebben of werknemers in zware beroepen eerder met pensioen kunnen. Tegenover de extra pensioenuitgaven staan besparingen in de vorm van vermeden uitkeringen voor arbeidsongeschiktheid. Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in een zojuist verschenen studie.
De netto extra uitgaven voor een vervroegde uittreding voor alle werknemers die 45 jaren gewerkt hebben, bedragen jaarlijks circa €8,6 miljard. Bij een regeling enkel voor zware beroepen gaat het om circa €690 miljoen per jaar. Voor werknemers in zware beroepen dient wel een oplossing getroffen te worden voor het basispensioen, via bijvoorbeeld een bijzondere bepaling in de AOW of een collectief fonds van werkgevers, -nemers en overheid.
Zware werkomstandigheden
Voor werknemers in onder andere de bouw zijn de werkomstandigheden relatief zwaar. Het gaat om bijvoorbeeld fysiek zwaar werk, werk in een ongemakkelijke houding, nachtwerk of het inademen van ongezonde stoffen. Hoewel sectoren en organisaties meer inzetten op vitaliteit, komt dit beleid voor de huidige generatie oudere werknemers te laat. Nog voor het bereiken van de algemene pensioenleeftijd wordt een belangrijk deel arbeidsongeschikt: in de bouw gaat het om ruim de helft van de 55-plussers.
Langere AOW-afdracht
Voor werknemers in zware beroepen geldt verder dat zij veelal laagopgeleid zijn en gemiddeld twee jaar eerder dan de gemiddelde Nederlander beginnen met werken. Daarnaast ligt de levensverwachting ongeveer drie jaar onder die van een gemiddelde Nederlander. Ten opzichte van de gemiddelde Nederlander wordt dus over een langere periode (AOW-)premie afgedragen, terwijl er minder lang van wordt genoten. Bij een oplopende pensioenleeftijd rijst dan ook de vraag of werknemers in zware beroepen niet eerder met pensioen moeten kunnen.
Gevarieerde bewijsvoering
Onderbouwing arbeidsverleden vraagt een gevarieerde bewijsvoering Een vervroegd pensioen op voorwaarde dat minimaal een aantal jaren gewerkt is, vraagt een onderbouwing van het hele werkverleden. Gegeven dat het UWV het werkverleden pas vanaf 1998 systematisch registreert, is een onderbouwing van het werkverleden aangewezen op diverse bronnen. In andere EU-lidstaten zoals Oostenrijk of Finland wordt het arbeidsverleden onderbouwd aan de hand van bijvoorbeeld werkgevers-, getuigenverklaringen, loonadministratie of andere documentatie waaruit het werkverleden is af te leiden. Voor een werkverleden in (zware) beroepen geldt in de kern dezelfde uitdaging. In andere landen wordt als criterium veelal een zwaar werk verleden in de laatste 10 tot 20 jaar gesteld, wat de onderbouwing mogelijk makkelijker maakt ten opzichte van een geheel werkverleden.
Objectieve criteria
Meerdere Europese lidstaten werken in de praktijk met een vervroegd pensioen voor zware beroepen. Het idee dat zware beroepen in de praktijk niet te definiëren zijn, is dan ook niet houdbaar. Op basis van dezelfde criteria van zwaar werk die in het buitenland gehanteerd worden, kan de regelgever in Nederland een beroepenlijst samenstellen. De uitwerking van een regeling kan in de tijd geactualiseerd worden wanneer hiervoor voldoende onderbouwing bestaat. De variëteit aan regelingen in het buitenland illustreert dat er geen universele vorm van een regeling voor zware beroepen bestaat, maar dat de vormgeving gepaard gaat met politieke afwegingen en afstemming met onder meer sociale partners. Belangrijk hierbij is dat de procedure, het afwegingskader en de gehanteerde criteria transparant zijn en goed gemotiveerd worden.
Selectiviteit regeling verkleint de bekostigingsopgave
De bekostigingsopgave is aan de hand van diverse vormgevingsvarianten indicatief verkend. Indien een vervroegd pensioen wordt geboden aan werknemers die vóór het bereiken van de algemene pensioenleeftijd van 67 jaar al 45 jaar gewerkt hebben, dan bedragen de extra netto-uitgaven circa €8,6 miljard per jaar. Indien deze mogelijkheid enkel wordt geboden aan werknemers in zware beroepen, dan dalen de extra netto-uitgaven tot jaarlijks circa €690 miljoen en bij een regeling enkel voor het uitvoerend bouwplaatspersoneel tot circa €100 miljoen per jaar. Hierbij geldt dat naarmate een regeling zich meer richt op zware beroepen er naar verhouding meer extra pensioenuitgaven gecompenseerd worden vanuit vermeden arbeidsongeschiktheidsuitkeringen. Tot slot is nog gekeken naar een variant waarbij werknemers in zware beroepen op 64-jarige leeftijd uittreden, waarvoor geldt dat de effecten vergelijkbaar zijn met een regeling gebaseerd op 45 gewerkte jaren.
Oplossing rond basispensioen
Voor werknemers in zware beroepen geldt dat de AOW een belangrijk aandeel heeft in het pensioeninkomen. Om voor deze groep een vervroegde uittreding te bekostigen, geldt dan ook dat een oplossing getroffen moet worden voor het basispensioen. Hierbij kan gedacht worden aan een bijzondere bepaling in de AOW of een collectief fonds vanuit werkgevers, -nemers en overheid.
- november 4, 2019
- 134 views
Energieneutrale appartementen krijgen infrarood in plaats van warmtepompen
De West-Friese woningcorporatie De Woonschakel uit Medemblik bouwt 24 nieuwe energieneutrale appartementen voor de sociale woningsector in Bovenkarspel. Het gaat om een sloop- en nieuwbouwproject waarbij de appartementen op bestaande funderingen worden gebouwd. Bij dit project heeft de woningcorporatie niet gekozen voor warmtepompen. “Omdat de woningen buitengewoon goed geïsoleerd zijn, krijgt elke woning infraroodverwarmingspanelen, die tegen het plafond van de woonkamer worden bevestigd”, vertelt projectleider Ton Boukens. Warm tapwater komt van een elektrische boiler.
Boukens: “Op de plek van het nieuwe appartementencomplex stonden eerst tweelaagse appartementen uit de jaren zestig, beneden-bovenwoningen met een portiekopgang. Het complex voldeed niet meer aan de actuele woningeisen. Het was niet brandveilig, slecht geïsoleerd en de installatie van het gebouw was volledig achterhaald. In teamverband is met de architect, woningcorporatie en aannemer besloten om de oude woningen te slopen en het nieuwe appartementencomplex op de bestaande funderingen te bouwen. Om de schil en het zadeldak zo goed mogelijk te isoleren, is gekozen voor het lichtgewicht bouwsysteem Rockzero. Dit is een dragend, modulair en circulair systeem dat volledig bestaat uit steenwol. De steenwol is volledig recyclebaar, met behoud van de oorspronkelijke kwaliteit.”
Geen warmtepompen
Het dak heeft geen dakpannen, maar bestaat volledig uit een solardak met pv-panelen voor de elektriciteitsvoorziening van de woningen. Boukens: “De zonnepanelen leveren al een enorme opbrengst aan elektriciteit op, maar de woningen worden ook aangesloten op het elektriciteitsnet. Bij dit project heeft de woningcorporatie overigens niet gekozen voor warmtepompen. Omdat de woningen buitengewoon goed geïsoleerd zijn, krijgt elke woning infraroodverwarmingspanelen, die tegen het plafond van de woonkamer worden bevestigd. Warm tapwater komt van een elektrische boiler.”
De installaties krijgen een plek op de zolderverdieping, die bestaat uit één grote technische ruimte die aan de zijkant toegankelijk is. De Woonschakel blijft eigenaar van de zolderverdieping en heeft als enige partij vrije toegang voor onderhoud.
Het appartementencomplex wordt in kwartaal 1 2020 opgeleverd.
- november 4, 2019
- 130 views
“Schrikbarend weinig mensen hebben een CO-melder”
Uit onderzoek1 van de Nederlandse Brandwonden Stichting blijkt dat bijna 75% van de Nederlanders nog geen CO-melder heeft. Een schrikbarend percentage, aldus de onderzoekers, want alleen 2019 telt al 13 incidenten met koolmonoxide terwijl het stookseizoen nog aar net is begonnen. Hierbij is 1 persoon overleden en zijn 28 personen verder onderzocht op koolmonoxidevergiftiging in de ambulance of hiervoor behandeld in het ziekenhuis.
Het valt op dat 50% van de Nederlanders gelooft geen risico te lopen op CO-vergiftiging. Nog vaak wordt gedacht dat alleen oude cv-ketels, geisers en gaskachels de boosdoener zijn. Jet Vroege, dossierhouder koolmonoxide bij Brandweer Nederland: "We zien ook veel incidenten met nieuwe ketels die worden aangesloten op bestaande afvoerkanalen. Hier kan dan koolmonoxide vrijkomen doordat de aansluiting niet deugt. Een verkeerde installatie of het niet laten onderhouden van een gloednieuwe ketel kan dus ook de oorzaak zijn van koolmonoxidevergiftiging."
CO-incidenten vooral in eigen woning
Vroege benadrukt: "Echt iedereen kan getroffen worden door CO-vergiftiging. Want koolmonoxide ruik, zie en proef je niet. Dat maakt het levensgevaarlijk." Koolmonoxide ontstaat vooral in de eigen woonomgeving van mensen. Jaarlijks overlijden in Nederland vijf tot tien personen door koolmonoxidevergiftiging. Daarnaast worden elk jaar circa 200 ziekenhuisopnamen en honderden gewonden op de spoedeisende hulp geregistreerd als gevolg van koolmonoxidevergiftiging. En mogelijk ligt het aantal doden en gewonden veel hoger, omdat de symptomen van een koolmonoxidevergiftiging niet altijd worden herkend.
Brandweer start campagne
Verder geeft een kwart van de mensen aan niet te weten hoe te handelen bij koolmonoxidevergiftiging. Daarom start 5 november de campagne ‘Stop CO-vergiftiging.’ Deze campagne is een samenwerking tussen Brandweer Nederland en de Nederlandse Brandwonden Stichting. Onder het motto ‘ventileer, controleer en alarmeer’ wordt aandacht gegeven aan wat kan worden gedaan om CO-vergiftiging te voorkomen. Belangrijk onderdeel van de publiekscampagne is de online test: Herken jij CO-vergiftiging? Vroege: "Door bewustwording en kennisoverdracht willen we met deze campagne nieuwe incidenten voorkomen."
- november 4, 2019
- 149 views
Veilige afvoer van rookgas in flats en appartementen: 7 tips
Fred Vos, expert van Techniek Nederland op het gebied van klimaat, cv-installaties en koolmonoxiderisico’s, was onlangs te horen op Radio1 in de uitzending van Radar Radio. Het betrof de mogelijke risico’s bij het vervangen van cv-ketels in flats of appartementencomplexen. Hij gaf zeven tips voor een veilige afvoer van rookgas in flats en appartementengebouwen. Zijn tips vindt u in dit artikel.
Zijn er plannen om in uw flat of appartementencomplex de cv-ketel te vervangen? Dat brengt risico’s met zich mee. Wordt de rookgasafvoer niet goed geïnstalleerd, dan kunnen gevaarlijke situaties ontstaan. Klimaatexpert Fred Vos van Techniek Nederland geeft zeven adviezen om onder meer koolmonoxidevergiftiging te voorkomen. Handig voor de Vereniging voor Eigenaren (VvE), maar óók voor individuele bewoners.
1. Een rookgasafvoerkanaal voor vr-ketels is niet geschikt voor hr-ketels. Bij het installeren van hr-ketels moet het gemeenschappelijke rookgasafvoerkanaal daarom altijd worden aangepast óf meteen worden vervangen door een rookgasafvoerkanaal dat geschikt is voor hr-ketels. Als dit niet gebeurt levert dat gevaarlijke situaties op, die bijvoorbeeld kunnen leiden tot koolmonoxidevergiftiging.
2. Maak als Vereniging van Eigenaren (VvE’s) van de eventuele aanpassing of vervanging van het gemeenschappelijke rookgasafvoerkanaal geen sluitpost. Kostenoverwegingen mogen nóóit een reden zijn om geen budget te reserveren. Neem dus aanpassing/vervanging van het rookgasafvoerkanaal standaard op in het meerjarenonderhoudsplan en reserveer er jaarlijks geld voor. Zo worden de leden van de VVE nooit geconfronteerd met een eenmalige grote uitgave, maar worden de kosten gespreid in de tijd.
3. Ook bij vervanging van een hr-ketel door een nieuwe hr-ketel moet het gemeenschappelijke rookgasafvoerkanaal worden geïnspecteerd. Net als een cv-ketel heeft ook een rookgasafvoerkanaal een beperkte technische levensduur. Niet iederéén weet dat, maar een goede, bij Techniek Nederland aangesloten installateur weet het zeker wél.
4. Ga voordat de keuze voor een nieuwe cv-ketel wordt gemaakt na welk type gemeenschappelijk rookgasafvoerkanaal aanwezig is en welke typen cv-ketels hierop kunnen worden aangesloten. Vervang als individuele bewoner nóóít een cv-ketel zonder dat de VvE hiervan op de hoogte is.
5. Zorg als VvE voor duidelijke communicatie met de bewoners. Individuele bewoners die besluiten een vr-ketel door een hr-ketel te vervangen zijn er vaak niet van op de hoogte dat tegelijkertijd ook het gemeenschappelijke rookgasafvoerkanaal moet worden aangepast of vervangen. Het komt ook voor dat individuele bewoners een hr-ketel laten plaatsen zonder dat de VvE hiervan op de hoogte is. Niet doen!
6. De VvE zou altijd op de hoogte moeten zijn van de belangrijkste aandachtspunten en regels rond cv-ketelvervanging en een veilig gemeenschappelijk rookgasafvoerkanaal. Nuttige informatie hierover vindt u in de publicaties Handreiking en het Infoblad gemeenschappelijke rookgasafvoeren van de Rijksoverheid.
7. Een goede installateur, aangesloten bij Techniek Nederland, zal in de regel adviseren om bij vervanging van een vr- door een hr-ketel meteen het gemeenschappelijk rookgasafvoerkanaal aan te pakken.
- november 1, 2019
- 151 views
Grohe investeert in technologie om meer kleur in de badkamer te brengen
Grohe AG heeft nieuwe investeringen in zijn Duitse fabriek voor handdouches en douchesystemen aangekondigd. Er wordt een speciale coatingtechnologie geïntroduceerd. De fabrikant wil zo aansluiten bij de wereldwijde consumententrend van handdouches en douchesystemen die verkrijgbaar zijn in kleuren die passen in specifieke badkamerontwerpen. De investering verhoogt de productieomvang van de fabriek, waardoor de producten sneller op de markt kunnen worden gebracht.
Grohe investeert aanzienlijk in de voortdurende uitbreiding van zijn vijf productiefaciliteiten wereldwijd. In de afgelopen drie jaar is alleen al in de fabriek voor handdouches en douchesystemen ongeveer 15 miljoen euro geïnvesteerd. Deze is inmiddels uitgerust met de modernste technologie en werkt met meer dan 100 geautomatiseerde processen en robots.
"De technologieën die op deze locatie worden gebruikt, zijn toonaangevend in de sanitair industrie,” legt fabrieksmanager Hans-Martin Souchon uit. “We zijn trots op de toevoeging van de speciale coatingtechnologie in de productie van handdouches en douchesystemen. Dit zal onze innovatiecyclus versterken en deze fabriek niet alleen als productielocatie verbeteren, maar ook als aantrekkelijke werkgever in de regio." In de afgelopen vijf jaar is het aantal Grohe-medewerkers hier met 20 procent gestegen tot ongeveer 750 medewerkers.
- november 1, 2019
- 195 views
“Propaan in een warmtepomp vereist specifieke basiskennis”
Tijdens de Dag van de Warmtepomp verzorgde Michel van Bronkhorst een workshop over adviesverlening. Volgens de ervaren trainer van GO°, ontbeert het installateurs nog vaak aan de juiste kennis over propaan. En die kennis is essentieel om levensgevaarlijke situaties te voorkomen, nu steeds meer warmtepompen gaan draaien op R290.
Propaan is een natuurlijk koudemiddel, dat behoort tot de koolwaterstoffen. Propaan heeft een aantal gunstige eigenschappen, waardoor het uitermate geschikt is voor warmtepompen. “Qua energetische prestaties doet propaan zeker niet onder voor de synthetische koudemiddelen. Daarnaast is het relatief goedkoop in de aanschaf en heeft het een lage GWP-waarde (3. In de particuliere sector staat het gebruik van R290 nog in de kinderschoenen. Maar met de energietransitie in volle gang is de verwachting dat een significant deel van de warmtepompen op termijn op natuurlijke koudemiddelen zal draaien, waaronder propaan.
Tussen wal en schip
Helaas weet de gemiddelde installateur maar weinig over propaan. Van Bronkhorst legt uit waarom: “Je hebt sowieso geen F-gassendiploma nodig. En als je met propaan werkt, moet je pas boven de 5 kg beschikken over een vakbekwaamheidscertificering. Installateurs die cv-ketels vervangen voor een warmtepomp hebben maar kleine hoeveelheden nodig, waardoor ze vaak niet goed zijn ingevoerd in de finesses van het werken met propaan.”
Misverstanden
En dat brengt misverstanden met zich mee, die zelfs kunnen leiden tot gevaarlijke situaties. “Het is sowieso al opletten geblazen, want propaan is reuk-, geur- en kleurloos, verdampt snel en is zeer brandbaar. Veel installateurs denken bijvoorbeeld dat ze evenveel liter propaan nodig hebben om een installatie af te vullen als synthetische koudemiddelen, zoals R410A. Een liter propaan weegt echter minder dan een liter R410A, dus de gevolgen laten zich makkelijk raden. De warmtepomp zal niet naar behoren functioneren.”
Gevaarlijke situatie
Van Bronkhorst mikte met zijn workshop vooral op monteurs die het onderhoud van warmtepompen met propaan voor hun rekening nemen. “Stel nu dat ze een onderdeel moeten vervangen, waardoor er lucht komt in de installatie, dan ontstaat er een gevaarlijke situatie. Bij een bepaalde mengverhouding kan er namelijk een explosie optreden. Dat voorkom je door tijdens de onderhoudswerkzaamheden voortdurend met stikstof te spoelen. Veel installateurs zijn hiervan niet op de hoogte.”
Gas in de woning
Wordt de cv-ketel 1-op-1 vervangen door een warmtepomp: “verwijder dan de automatische ontluchters en controleer en verplaats het overstortventiel naar buiten”, waarschuwt Van Bronkhorst. “Wij hebben als Nederlanders vaak onze cv-ketel op de zolder hangen. Je wilt toch niet meemaken dat bij een defecte platenwisselaar, propaan in het water terecht komt, naar boven opstijgt en zich vervolgens verspreidt in de woning.”
Neutrale partij
Fabrikanten en leveranciers bieden al volop warmtepomptrainingen aan, “maar die zijn vaak te commercieel van aard en teveel gericht op hun eigen producten”, meent Van Bronkhorst. GO° is een opleidingscentrum voor de koude-, klimaat- en verwarmingstechniek en als zodanig niet gebonden aan een bepaald marktbelang, waardoor we een eerlijk en realistisch beeld kunnen schetsen.”
Meer weten? Lees het uitgebreide artikel in de december-uitgave van IZ!
- oktober 31, 2019
- 129 views
Terpstra tijdens stikstofprotest: “Het kabinet moet nú knopen doorhakken”
“De besluiteloosheid van het kabinet betekent voor de technieksector een miljardenstrop.” Dat zei voorzitter Doekle Terpstra bij het stikstofprotest op het Malieveld. Hij riep het kabinet op vandaag nog actie te ondernemen. “Installateurs en technisch dienstverleners zijn Klimaataanpakkers. Láát ons dan ook aanpakken!”
Terpstra: “Als we het hebben over bouwprojecten, gaat het al lang niet meer alleen over heipalen, beton en bakstenen. Bij de meeste nieuwbouwprojecten bestaat de aanneemsom voor bijna vijftig procent uit techniek. Dat is techniek waar Nederland de komende jaren slimmer en schoner van wordt. De impact op de technieksector is dus groot.”
Energieneutraal
Met het stilleggen van bouwprojecten worden de problemen op termijn alleen maar groter. Bij heel veel van die projecten gaat het namelijk om woningen en kantoren die energiezuinig zijn. En die hebben we keihard nodig om dit land in 2050 energieneutraal te maken.
Knopen doorhakken
Techniek Nederland waarschuwt voor vertraging bij het uitvoeren van de energietransitie. Terpstra: “Want als we de doelstellingen van het Klimaatakkoord realiseren, dan kan dat niet zonder de techniek in al die nieuwe kantoren, scholen en woningen. Ook daarom moet het kabinet nú knopen doorhakken.”
Bekijk hier de nieuwsvideo:
- oktober 31, 2019
- 127 views
Kwaliteitsregeling preventie koolmonoxide gereed
Stichting InstallQ heeft in concept een kwaliteitsregeling gereed die voldoet aan de certificeringsregeling koolmonoxidepreventie. Deze nieuwe regeling in het Bouwbesluit is vanaf 2020 wettelijk verplicht. Tot 21 oktober 2019 kon de markt reageren op dit concept en naar verwachting is definitieve versie gereed in het vierde kwartaal van 2019. Het gaat om BRL6000, deel 25. Vanaf 2020 mogen alleen gecertificeerde installatiebedrijven met vakbekwame installatie- en onderhoudsmonteurs nog werkzaamheden uitvoeren aan gasgestookte cv-installaties, gas-sfeerhaarden en warmtapwatertoestellen.
De installatie- en onderhoudsmonteurs moeten aantoonbaar voldoen aan specifieke vakbekwaamheidseisen. Die eisen staan in Bouwbesluit 2012. Paragraaf 1.8 in het Bouwbesluit is vertaald naar BRL6000-25. Deze technische vertaling van de wet naar de praktijk, heeft als titel: ‘Gebouwgebonden gasverbrandingstoestel en bijbehorende voorzieningen voor de toevoer van verbrandingslucht en de afvoer van rookgas’. De BRL bestaat uit een kwaliteitsregeling en de daarbij behorende vakbekwaamheidseisen. Tot 21 oktober kon de markt reageren op het concept met een kritiekformulier. De definitieve versie wordt vastgesteld door het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van InstallQ. Naar verwachting is definitieve versie gereed in het vierde kwartaal van 2019.
Certificaat voor BRL6000-25
De nieuwe BRL6000-25 bevat de voorwaarden waarmee bedrijven in aanmerking kunnen komen voor het wettelijk vereiste certificaat. Het is voor bedrijven mogelijk om zich uitsluitend te laten certificeren voor BRL6000-25. De nieuwe BRL6000-25 maakt onderdeel uit van de bestaande BRL6000 met de delen 1 t/m 8, 10, 16, 21 en 22. BRL6000-25 is opgesteld onder begeleiding van de Technische Commissie Gasverbrandingstoestellen van het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van InstallQ. Stichting InstallQ – ontstaan uit een fusie tussen Sterkin en KvINL – bewaakt via kwaliteitsregelingen de kwaliteit van installaties in Nederland.
Bron: BrandVeilig.com
- oktober 30, 2019
- 133 views
Priva neemt belang in bedrijf dat software voor intelligente gebouwen ontwikkelt
Priva heeft een minderheidsbelang verworven in het smart buildings bedrijf bGrid. bGrid levert een intelligent sensor platform waarmee data vanuit gebouwen wordt verzameld en ontsloten naar diverse apps van derden. De bedrijven werken al langere tijd samen op projecten.
Met een minderheidsbelang in bGrid geeft Priva verdere invulling aan haar strategie van innovatie en groei. bGrid maakt gebruik van de nieuwste sensortechnologie en is gespecialiseerd in dataverzameling en data-integratie voor gebouwen. Het bedrijf zal de nieuwe financiële slagkracht inzetten voor verdere ontwikkeling van de technologie en de mogelijkheden om op te schalen, zowel in Nederland als in het buitenland. Daarnaast leidt de geïntensiveerde samenwerking met Priva tot een groter (partner)netwerk en het verder delen van kennis.
Logische stap
Bart Melis, CEO van bGrid: “Dit is een logische stap in onze groeistrategie. De afgelopen jaren hebben wij continu gewerkt aan de ontwikkeling van smart buildings technologie. Nu is het tijd voor een volgende fase. Priva ziet kansen voor een gezamenlijke propositie, zoals we dat ook met andere partijen doen. Een sterke partner maakt het tevens mogelijk sneller op te schalen en meer internationale klanten te bedienen.”
Versterking
Peter Vandendriessche, VP Strategy & Commerce - Building Automation van Priva: “We bieden een digitaal platform dat zorgt voor een comfortabel binnenklimaat in intelligente gebouwen. Onze innovaties sluiten naadloos aan op de ontwikkeling van het groeiende aantal smart devices. De samenwerking met bGrid is voor Priva een van de initiatieven waarmee wij onze positie als aanbieder van digitale diensten voor smart buildings kunnen versterken, om zo een betere leef- en werkomgeving te creëren voor de gebruiker van het gebouw in combinatie met slimmer gebruik van energie.”
- oktober 28, 2019
- 144 views
Biologische supermarktketen kiest voor duurzaam koelen
De biologische totaalleverancier Udea bouwt een nieuw hoofdkantoor in Veghel inclusief een nieuw distributiecentrum. Drie compressoren en een industriële warmtepomp gaan respectievelijk het distributiecentrum koelen en het kantoorgedeelte verwarmen en koelen. Koeltechnisch installatiebedrijf PCT Koudetechniek uit Deurne ontwikkelt samen met de Deense compressorfabrikant Sabroe de koelinstallatie. De vrijgekomen restwarmte wordt ingezet om het kantoordeel van het complex te verwarmen.
Ekoplaza startte in 1980 als biologische buurtsuper in Amsterdam en is inmiddels uitgegroeid tot een winkelketen met 72 vestigingen door heel Nederland. Ekoplaza is een supermarktformule van Udea, totaalleverancier van biologische levensmiddelen in de Benelux en franchisegever van Ekoplaza. In de schappen van de supermarkten liggen alleen biologische producten.
Om te kunnen voldoen aan de toenemende vraag naar biologische producten, wordt in Veghel een nieuw complex gebouwd. Hierin worden het hoofdkantoor van Ekoplaza inclusief een nieuw hypermodern distributiemagazijn gevestigd.
Duurzaamheid vereist
Martijn Wolswijk is manager projecten van koeltechnisch installatiebedrijf PCT Koudetechniek uit Deurne. Dit installatiebedrijf heeft de koude-installaties ontworpen, geleverd en geïnstalleerd in de machinekamer van het nieuwe distributiecentrum. Wolswijk vertelt dat bij Udea duurzaamheid en gebruik van duurzame energie een vereiste is. “Deze supermarktketen zet in op een groenere wereld en geeft ook uiting aan deze denkwijze met hun gebouwen.”
Geconditioneerde warehousing
Bij dit nieuwe complex gaat het om geconditioneerde warehousing en hoofdkantoor met een totaal oppervlak van circa 32.000 vierkante meter. Het distributiecentrum wordt een opslag- en overslagcentrum voor de leveringen van producten aan alle supermarktvestigingen in Nederland. Udea heeft hiervoor haar systeem geoptimaliseerd waarmee zowel de winkelbelevering als de e-commerce orders voor consumenten worden verwerkt.
Excellent certificering van BREEAM
“Deze leveringen omvatten dus een enorme diversiteit in productstromen, zoals kruidenierswaren, zuivel, gekoelde, verse en diepvriesproducten”, aldus Wolswijk. “Het is een omvangrijk en duurzaam project, dat voldoet aan de excellent certificering van BREEAM, waardoor het gebouw voldoet aan isolatiewaarden en energiebeperkende maatregelen. Wij hebben de volledige koudetechniek geleverd van twee derde van het hele complex en de koude- en warmteopwekking voor de kantoorruimtes van dit pand”, zegt Wolswijk. “Meer dan de helft van het nieuwe distributiecentrum wordt voorzien van gekoelde ruimtes met een ruimtetemperatuur die varieert tussen +2°C en +12°C.”
Natuurlijke koudemiddelen
PCT Koudetechniek realiseert ook een tweetal vriescellen met een ruimtetemperatuur van -25°C. “Om de koude te leveren wordt gebruik gemaakt van een koelinstallatie met drie compressoren waaraan een warmtepomp is gekoppeld, die specifiek op dit distributiecentrum is afgestemd”, zegt Wolswijk. “Deze koelinstallatie draait op de natuurlijke koudemiddelen ammoniak (R717/NH3) en koolstofdioxide (R744/CO2). Ze zijn milieuvriendelijk en leveren geen bijdrage aan het broeikaseffect. De installatie is opgebouwd als een NH3/CO2-cascadesysteem. Om een brandveilige en gasdichte omgeving te garanderen beperkt het NH3-systeem zich primair tot de koeltechnische machinekamer, waarmee een relatief lage koudemiddelinhoud wordt gerealiseerd.”
Verdampende koudedrager
De machinekamer is 60 minuten brandwerend. De CO2 wordt als een verdampende koudedrager toegepast om alle luchtkoelers te voorzien van koude. De koelcapaciteit van het systeem is 1550 kW. De verdampingstemperatuur is -8°C. De verwarmingscapaciteit is 200 kW, met een condensatietemperatuur van +50°C waarbij het koudemiddel R717 (NH3) wordt gebruikt.
Voor het koelgedeelte van het nieuwe distributiecentrum van Udea levert Sabroe drie energiezuinige en milieuvriendelijke compressoren en een industriële warmtepomp, die vervolgens door PCT Koeltechniek zijn samengesteld en geïnstalleerd. Sabroe is leverancier van compressoren op basis van natuurlijke koudemiddelen die veelal gebruikt worden in voeding en industrie.
Energie-efficiënt
Søren Demant is sales executive bij Sabroe Products Benelux . “In de voedingsmiddelenbranche is het noodzakelijk dat koelinstallaties 24 uur per dag in werking zijn. Dat kost aanzienlijke hoeveelheden energie en grondstoffen om de temperatuur op peil te houden. Bij Sabroe hebben we duurzaam gebruik van grondstof en energie hoog in het vaandel staan. Vandaar dat we voor de ontwikkeling van nieuwe apparaten de focus leggen op energie-efficiënte systemen.”
PLC-besturingssysteem
“Als koudemiddel zijn ammoniak, CO2 en propaan duurzame en milieuvriendelijke stoffen waarmee koelsystemen veilig en duurzaam kunnen draaien, tegen minimale energiekosten”, vertelt Eric van Hugten manager unitbouw en engineering van PCT Koudetechniek. “Innovatief aan deze koelinstallatie is dat het volledig wordt beheerd, geregeld en visueel gemaakt door een PLC-besturingssysteem, waarmee het hele gebouw, inclusief de machinekamer met compressoren zowel lokaal als op afstand kan worden beheerd. Deze software is door PCT ontwikkeld. De drie compressoren van de koelinstallaties zijn voorzien van een frequentieregelaar waarmee in het voor- en najaar lagere toerentallen te realiseren zijn. Wisselende buitentemperaturen worden door de installatie opgevangen, omdat ze hiervoor zijn ingeregeld, waarmee het opgenomen vermogen lager uitvalt en energie wordt bespaard. Hoe lager de condensatietemperatuur die is gekoppeld aan de buitentemperatuur, hoe hoger de energiebesparing. Elke tien graden verlaging van de condensatietemperatuur levert circa 30% energiebesparing op.”
Warmteterugwinning gecombineerd met warmtepomp
PCT Koudetechniek installeert naast de centrale koel- en vriesinstallaties ook de koude- en warmteopwekking voor de kantoren binnen het complex. “De warmteopwekking wordt gerealiseerd door het toepassen van warmteterugwinning in combinatie met een industriële warmtepompinstallatie”, vertelt van Hugten. “Sabroe is voortdurend bezig om zijn industriële koelsystemen en warmtepompen verder te ontwikkelen, te innoveren en energiezuiniger te maken. Bij deze koelinstallaties komt veel restwarmte vrij, een warmtebron waar aanvankelijk niets mee gedaan kon worden en naar buiten werd afgevoerd. Deze restwarmte wordt nu ingezet voor het verwarmen van de kantoorruimten van het complex. De temperatuur van deze restwarmte is te laag en wordt opgewaardeerd naar een hogere temperatuur met een industriële warmtepomp van 200 kW, type HeatPAC24 VSD, die eveneens door Sabroe is geleverd. Deze warmtepomp is gekoppeld aan het koelsysteem om de restwarmte een extra boost te geven naar de gewenste aanvoertemperatuur van het water waarmee de kantoren worden verwarmd. Deze toepassing hebben we samen met Sabroe ontwikkeld en reduceert de energiekosten aanzienlijk met zo’n 75% ten opzichte van reguliere lucht/water warmtepompsystemen .”
Ontzorgen van het koeltechnisch installatiebedrijf
Joost van der Gaag, senior accountmanager van Sabroe Products Benelux, legt uit dat Sabroe intensief met PCT Koudetechniek heeft samengewerkt om voor Udea een productoplossing te kunnen realiseren. “Focus ligt vooral op het ontzorgen van het koeltechnisch installatiebedrijf”, zegt Van der Gaag. “Vooraf wordt samen met PCT Koudetechniek zorgvuldig gekeken en gerekend naar geschikte opties en samenstellingen van de apparaten en zijn voor- en nadelen zorgvuldig afgewogen. Het gaat immers om een geavanceerde techniek van de compressoren en de warmtepomp, die we selecteren voor de koelvraag die Udea aan PCT Koudetechniek stelt. In principe geeft de opdrachtgever aan welke temperatuur koeling en welke warmtecapaciteit hij nodig heeft.”




