- oktober 1, 2019
- 136 views
Corrosiepreventie
In moderne verwarmings- en koelinstallaties worden zeer diverse materialen gebruikt; zowel metalen als kunststoffen, rubbers en gemengde samenstellingen. In combinatie met vaak kleine diameters zijn de systemen hierdoor gevoelig voor vervuiling. Deze vervuiling ontstaat door corrosieprocessen in de installatie. De nieuwe ISSO-publicatie 13 geeft richtlijnen voor de programma-, ontwerp- en uitwerkingsfase om corrosie en samenhangende vervuiling te voorkomen.
Schade door lekkage, vroegtijdige vervanging van componenten, vastzittende regelkleppen en comfortklachten; een greep uit de problemen die corrosie en ketelsteenvorming in watervoerende installaties kunnen veroorzaken. Andere problemen zijn bijvoorbeeld het ontzinken van messing componenten.
Lagere watertemperaturen
De ISSO-publicatie ‘Aanbevelingen ter voorkoming van corrosie en ketelsteenvorming in watervoerende installaties’ bestaat al sinds 1983. Maar 40 jaar geleden werden cv-installaties aangelegd in staal en werd er op hoge temperaturen gestookt. Tegenwoordig bestaan installaties uit veel meer materialen en stoken we op lagere watertemperaturen (LTV). Daardoor was ISSO-publicatie 13 niet langer volledig en actueel. De nieuwe uitgave sluit weer aan bij de hedendaagse installatiepraktijk.
Storingen voorkomen door juiste waterkwaliteit
De nieuwe ISSO-publicatie 13 bevat richtlijnen voor het ontwerp, de realisatie, en het onderhoud en beheer van een storingsvrije installatie. Het voorkomen van zuurstoftoetreding in de installatie is een essentiële factor om corrosie te voorkomen. Afhankelijk van de robuustheid van het systeem en de gebruikte materialen kan de gewenste waterkwaliteit worden bepaald. Verder zijn er aandachtspunten in opgenomen en stappenplannen die helpen bij het maken van keuzes.
Doelgroep
Deze ISSO-publicatie is voornamelijk bedoeld voor vakmensen die gesloten gekoeld- en warmwatersystemen ontwerpen en realiseren, zoals installatieadviseurs, ontwerpers en werkvoorbereiders. Aangezien het handboek ook gaat over de beheerfase, is Publicatie 13 zeer zeker ook van belang voor servicetechnici, waterbehandelaars en gebouwbeheerders.
Input van professionals
Deze herziene uitgave is tot stand gekomen mede dankzij professionals. Zij zijn vertegenwoordigd in een groep crowdfunders, een ISSO-Kontaktgroep en een werkgroep. In de kontaktgroep zijn alle belanghebbenden vertegenwoordigd, van installateur, adviseur tot fabrikant en eindgebruiker. De kleinere werkgroep heeft het schrijfwerk en de redactie voor rekening genomen. De publicatie is beschikbaar via de ISSO-KennisBank.
- oktober 1, 2019
- 135 views
Onderwijs en bedrijfsleven weten elkaar beter te vinden
Scholen in het mbo en hbo en bedrijven weten elkaar steeds vaker en beter te vinden in publiek-private samenwerking (pps) om de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt te verbeteren. Dit blijkt uit een impactmeting van Katapult, een netwerk van samenwerkingsverbanden tussen beroepsonderwijs, bedrijfsleven, onderzoek en overheid.
Het aantal bedrijven dat intensief samenwerkt met het beroepsonderwijs in het mbo en hbo is in sinds 2016 gestegen van 6.000 naar 9.800, een groei van 58% in twee jaar. Van deze groeiende samenwerking profiteren nu zo’n 84.000 studenten. Ook de bij ondernemersorganisatie Techniek Nederland aangesloten bedrijven participeren in dit netwerk.
Blij
Doekle Terpstra, voorzitter van ondernemersorganisatie Techniek Nederland: ‘Mooi dat het netwerk van Katapult zo’n sterke groei doormaakt. De samenwerking tussen het beroepsonderwijs en het bedrijfsleven is van groot belang om te zorgen dat er meer vakmensen met de juiste skills instromen in de technische sector. Juist in de techniek is de vraag naar vakmanschap groot is. We zien dat veel van de installatiebedrijven meewerken in pps-en om bijvoorbeeld huidige werknemers op te leiden in de nieuwe technologieën in verband met de energietransitie. Gezamenlijk zetten zo onderwijs en bedrijfsleven zich in voor de leerling en werknemer van de toekomst. Ik roep dan ook alle bedrijven in de installatiebranche en de technische detailhandel, met name de mkb-bedrijven, op om ook deel te nemen aan dit netwerk.’
Goed gekwalificeerde mensen reden voor meer deelname bedrijven
Uit de impactmeting blijkt dat de behoefte aan goed gekwalificeerd toekomstig personeel voor bedrijven en partners de belangrijkste motivatie is om deel te nemen in een pps. Bedrijven zien ook samenwerking met het onderwijs als een manier om de fundamentele veranderingen in beroepen en het vakgebied vorm te geven. Bedrijven voelen zich, meer dan voorheen, actief en intensief betrokken bij curriculumontwikkeling en onderwijsinnovatie. In het mbo geldt een leven lang ontwikkelen als belangrijke reden voor deelname, terwijl binnen het hbo de toegang tot praktijkgericht onderzoek zwaar weegt. Uit de impactmeting blijkt verder dat maar liefst 42% van de pps-en zich nadrukkelijk richt op de door het kabinet geformuleerde maatschappelijke uitdagingen – zoals energietransitie en veiligheid.
Branche pps-en vormen fundament beweging
Naast de groei van het netwerk zijn in de impactmeting ook de partners van fieldlabs en publiek- private samenwerkingsverbanden in de technische branches in kaart gebracht. In totaal 5.575 partners vanuit onder andere fieldlabs Smart Industry, technische branches en de SBB zijn verbonden aan een van de 300 pps-en in het mbo en hbo. Het landelijk en regionaal verbinden van initiatieven voor verbetering van de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt komt dus steeds beter tot stand. De historie van publiek-private samenwerking ligt met name bij de opleidingsbedrijven, ook wel branche pps-en genoemd. Zij vormen hiermee het fundament van de beweging die Katapult nu is. Met de groei van het netwerk is de pps gericht op scholing van beroepsgroepen uitgebreid naar het initieel onderwijs alsmede het verbinden van innovatie en scholing.
Ook samenwerken met het onderwijs?
De samenwerking tussen bedrijven en het onderwijs is de manier om te zorgen voor voldoende jongeren die kiezen voor een technische opleiding. Wilt u ook meedoen? Kijk voor meer informatie op www.wijzijnkatapult.nl
- september 27, 2019
- 154 views
Is de kwaliteit en veiligheid van zonnesystemen in België echt beter?
De markt voor zonnestroom groeit onstuimig terwijl er ondertussen een overspannen vraag is naar installateurs. Dat levert de nodige problemen op. Zo vatte vorig jaar 28 zonnesystemen vlam en vertelde een inspecteur van zonnesystemen in april van dit jaar aan RTL Nieuws dat er met de helft van de door hem gecontroleerde systemen iets mis is. Vorige week meldde NRC dat ‘de slechte kwaliteit van installaties van zonnesystemen in Nederland ontegenzeggelijk een tikkende tijdbom is onder de groei van zonnestroom. Daar moet iets aan gedaan worden en dat kan, simpelweg door van onze zuiderburen te leren.’
In België zijn er namelijk nauwelijks problemen met zonnesystemen. De Belgen doen drie dingen goed, meldt NRC. ‘Ten eerste voorziet hun Algemeen Reglement voor Elektrische Installaties (AREI) in kristalheldere, wettelijke eisen voor de aanleg of uitbreiding van zonnepanelen en bekabeling. Ook is uitgebreide documentatie verplicht. Ten tweede gaat geen Belgisch zonnesysteem ‘live’ voordat een onafhankelijke keuringsinstantie de aanleg heeft doorgelicht en alle documentatie heeft gecontroleerd. Broddelwerk wordt vooraf opgemerkt. Ten derde dwingt de AREI keuring Belgische installateurs hun kennis over zonnepanelen bij te houden. Bijna 800 installateurs in België hebben een Certificaat van Bekwaamheid, een keurmerk met zware eisen op basis van Europese richtlijnen.’
Vergelijking gaat mank
Gevraagd naar een reactie laat Techniek Nederland weten dat een vergelijking met onze zuiderburen enigszins mank gaat. Woordvoerder Dick Reijman: “Het overgrote deel van de incidenten in ons land doet zich voor bij zogenoemde in-daksystemen. Dit zijn daken waarbij de zonepanelen niet op het dak liggen, maar zijn geïntegreerd in het dakwerk. In België zijn dergelijke in-daksystemen niet aanwezig. Ook zal het overnemen van de eisen uit de AREI geen verbetering opleveren. Dit regelement is vergelijkbaar en gebaseerd op dezelfde Europese regels als de Nederlandse NEN1010, waaraan iedere Nederlandse installateur zich heeft te houden.”
Vakbekwame zonne-energie installateurs
Het échte probleem is volgens Techniek Nederland dat de installatie van in-daksystemen veelal niet het werk van installateurs is. Reijman: “Wij vinden het wenselijk dat alleen bedrijven die beschikken over kennis van elektrotechniek deze installaties plaatsen. Er is al jaren een breed gedragen erkennings- en een certificeringsregeling voor vakbekwame zonne-energie installateurs. Alleen bedrijven die een erkende opleiding voor het plaatsen en inspecteren van zonne-energie-installaties hebben gevolgd, komen in aanmerking voor de erkenning of de certificering Zonnekeur. Deze installateurs kennen de normen en eisen die aan zonne-energie-installaties worden gesteld, óók (en vooral) op het gebied van veiligheid. Vooralsnog zien wij daarom niet de noodzaak om een controlesysteem naar Belgisch model in te voeren.”
Kwaliteits- en veiligheidsniveau
“De groeiende belangstelling voor zonnepanelen heeft veel nieuwe aanbieders aangetrokken”, vervolgt Reijman. “Niet alle nieuwkomers zijn lid van Techniek Nederland waardoor we geen invloed hebben op hun vakbekwaamheid. Techniek Nederland ondersteunt haar leden in het behalen van een erkenning of certificering en werkt daarbij nauw samen met Holland Solar. Daarmee leveren beide organisaties een bijdrage aan een hoog kwaliteits- en veiligheidsniveau van zonne-energie-installaties in ons land.”
- september 27, 2019
- 132 views
Kennis over legionellapreventie is ondermaats
Het algemene kennisniveau over legionellapreventie bij prioritaire installaties laat te wensen over. Expert Sanitaire Technieken Eric van der Blom vindt de situatie zorgelijk. IZ sprak met hem over legionella, verduurzaming en de toekomst van de installatiebranche.
De BRL 6010 verschaft de benodigde informatie voor het maken van een risicoanalyse en het opstellen van een beheersplan bij prioritaire installaties. Deze belangrijke richtlijn is recentelijk herzien, vertelt Eric van der Blom die werkzaam is als expert Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland. “Met de herziening willen we twee belangrijke doelen bereiken: enerzijds waarborgen dat de betrokken adviseurs en installateurs hetzelfde, hoge kennisniveau hebben en anderzijds dat ze dit kennisniveau gebruiken bij de risicoanalyse en beheersplan en daarbij tot een uniforme rapportagevorm komen.”
Examen
Met de herziening wordt gelijk het kaf van het koren gescheiden. Installateurs en adviseurs die met de BRL 6010 werken, moeten nu een theorie- en praktijkexamen afleggen om hun kunde en kennisniveau te toetsen. Dat kan een aantal keer per jaar. In mei was de eerste lichting aan de beurt; het merendeel van de kandidaten slaagde niet voor de toets. “Dat had vooral te maken met hun parate kennis. Je moet niet onvoorbereid naar het examen gaan. En tevens houdt niet iedereen alle ontwikkelingen even nauwgezet bij.”
Zorgen
De teleurstellende resultaten baren Van der Blom zorgen. “Het algemene kennisniveau moet echt omhoog.” Menig lezer zal wel zuchten bij het lezen van deze regels en denken: ‘nog een examen erbij, nog meer kosten’. Van der Blom: “Ja, je bent een paar honderd euro kwijt en tijd om te studeren en je voor te bereiden op het examen, maar daar staat wel wat tegenover. Je kan je klant een kwalitatief veel beter van dienst zijn. En deze nieuwe werkwijze gaat onherroepelijk leiden tot afvallers, dus minder concurrentie. Als je slaagt, heb je een Unique Selling Point in handen waarmee je jezelf sterker positioneert in de markt als expert op het gebied van legionellapreventie.”
- september 27, 2019
- 148 views
Slimme glazen gevel zorgt voor energiezuinige koeling en verwarming
Een glazen gevel met geïntegreerde zonnecellen en sensoren is uitgeroepen tot beste MKB-innovatie. De zonnecellen zorgen ervoor dat er altijd groene stroom is in de gevel. De sensoren meten omgevingsdata zoals temperatuur, licht en luchtkwaliteit en gebruiken deze informatie om gebouwen energiezuiniger te koelen, verwarmen en verlichten. Gebouwen worden zo 25% energiezuiniger en comfortabeler, aldus de uitvinder.
Het begon allemaal met de ontwikkeling van de powerwindow, een raam dat dankzij geïntegreerde zonnecellen stroom kan opwekken. Vervolgens zijn sensoren ontwikkeld en aan het raam toegevoegd. Deze kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat de verwarming of airco in huis automatisch wordt aangezet: de smartwindow.
Slimme glazen gevel
De glazen gevel, Smartskin genoemd, is een uitvinding van het Delftse Physee. In eerste instantie was de glasindustrie niet geïnteresseerd in deze slimme glazen gevel. Maar inmiddels tonen glasproducenten steeds meer interesse. Van een kleine start-up is Physee inmiddels een scale-up met meer dan 30 werknemers uit 10 landen. De eerste internationale opdrachten worden nu binnengehaald. TU Delft is aandeelhouder en partner in dit bedrijf.
Doorbraaktechnologie
De onafhankelijke jury, onder leiding van innovator Ruud Koornstra, was unaniem over de vinding: “Het wordt als doorbraaktechnologie voor de wereld gezien. Iedere architect kan het zo toepassen. Physee staat voor een toekomst waarin gebouwen energie positief worden zonder in te leveren op de esthetiek van de gevels. Dat maakt dit bedrijf tot een terechte winnaar.”
Meest innovatieve mkb-bedrijf
KVK publiceert jaarlijks een ranglijst met 100 concrete innovaties in het Nederlandse midden- en kleinbedrijf. De winnaar mag zich een jaar lang het meest innovatieve mkb-bedrijf van het land noemen. Alle innovaties zijn beoordeeld op impact voor de branche en samenleving, originaliteit, verkrijgbaarheid, gerealiseerde omzet en groeipotentie. Aan de KVK Innovatie Top 100 is geen geldprijs verbonden.
- september 27, 2019
- 121 views
“Installatiebedrijven doen veel meer dan installatiewerk”
Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, vindt dat er is behoefte aan een nieuw soort professional in de installatiebranche. "Je ziet dat de aard van het werk enorm verandert. In de bouwketen pakken wij een andere rol ten opzichte van het verleden, omdat techniek in de gebouwde omgeving steeds belangrijker wordt."
Terpstra zei dit tijdens een bezoek dat hij bracht aan Associate degree Gebouwgebonden Installatietechniek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN). Hij gaf aan dat veel ondernemers de classificering 'installatiebedrijf' laten varen, omdat ze veel meer doen dan installatiewerk. "Het gaat niet om het plaatsen van alleen een cv-ketel, of iets dergelijks, het gaat om ontwerp, advies, plaatsen én onderhouden van vaak complexe systemen. Niet alleen in gebouwen en woningen, maar ook in de industrie en infra."
Multidisciplinair
"Vroeger koos je een vak en dat deed je tot in de lengte van dagen. Nu zie je dat techniek zo multidisciplinair is als die maar zijn kan. De techneut van nu is, los van het feit dat hij een techniek moet beheersen, de communicator over de grenzen van zijn vakgebied heen. Dat zorgt voor een stevige opgave voor het hoger onderwijs", aldus Gerrit Averesch, directeur Engineering van de HAN.
Nieuwe onderwijsprogramma’s
De HAN ontwikkelt nieuwe onderwijsprogramma’s die de moderne technicus klaarstoomt, in samenwerking met het bedrijfsleven. De Associate degree Gebouwgebonden Installatietechniek, die in september 2019 voor het eerst van start ging, is het meest recente voorbeeld. Deze opleiding brengt professionals voort die verstand hebben van nieuwe technologie en toepassingen, zoals duurzame energiesystemen in de gebouwde omgeving.
Deeltijdopleiding
Gebouwgebonden Installatietechniek is een deeltijdopleiding. Deelnemers hebben een baan die bij de opleiding past. Op de dag waarop Terpstra de opleiding bezocht, vertelden de studenten hoe de studie bijdraagt aan het werk dat ze doen. Ze vinden het fijn om theoretische kennis op te doen, die ze kunnen mixen met werkzaamheden in de praktijk. De opleiding bestaat uit verschillende modules, waarbinnen studenten casussen kiezen die aansluiten op hun werkzaamheden.
Samenwerking
De Associate degree Gebouwgebonden Installatietechniek is een van de eerste wapenfeiten van Human Capital for Building Technology (HUB). De samenwerking tussen HAN, Techniek Nederland, OTIB en drie andere hogescholen richt zich onder meer op het stimuleren van meer instroom in techniekstudies en het vormgeven van aantrekkelijke leerarrangementen en studiebanen.
Oplopend tekort
Terpstra: "We hebben in de sector een tekort van 20.000 mensen en de verwachting is dat dit de komende jaren oploopt tot 40.000. En je weet nu eigenlijk al, als je het hebt over de maatschappelijke transities, dat een van de grootste belemmerende factoren weleens het tekort aan mensen kan zijn." Hij doelt onder andere op de energietransitie. Om de klimaatdoelen te halen, moeten meer mensen worden opgeleid.
- september 26, 2019
- 141 views
Overheid gaat prestaties warmtepompen in de praktijk monitoren
Om inzicht te krijgen in de prestaties van warmtepompsystemen in Nederland start de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) met een monitoringstraject onder Nederlandse huishoudens. Voor de overheid het achterhalen van deze praktijkprestaties van belang om beleid rondom CO2-uitstoot te kunnen maken en monitoren. Daarnaast is deze kennis van belang voor beheerders van het elektriciteitsnetwerk.
Ieder huishouden met een warmtepomp én een slimme meter kan zich aanmelden voor het monitoringstraject. Uit de slimme meter zullen de onderzoekers ieder kwartier de meterstanden voor elektriciteit uitlezen en ieder uur de standen voor aardgas. Ook worden de meterstanden van de afgelopen 13 maanden bekeken om een goede vergelijking te kunnen maken met de oude energie-opwekker.
Daarnaast wordt een aantal andere gegevens in het onderzoek betrokken, zoals het type woning en de samenstelling van het huishouden. In combinatie met de lokale buitentemperaturen kunnen analyses gemaakt worden van de prestaties van warmtepompen en de bijbehorende verbruiksprofielen van huishoudens met warmtepompen.
Initiatiefnemers
Het monitoringstraject wordt gecoördineerd in samenwerking met verschillende maatschappelijke organisaties (Enpuls, Gasterra, Gasunie, Liander, N-tra, Stedin, Techniek Nederland) en uitgevoerd door Business Development Holland (BDH). Het onderzoek loopt tot 30 juni 2021.
- september 25, 2019
- 127 views
Van collectieve naar individuele warmwaterinstallatie
In Serviceresidentie Frankenstate in Bergen zijn 90 Green Energy Smartboilers van Itho Daalderop geplaatst met een lease/koop-constructie. De boilers zijn geplaatst als onderdeel van een groot renovatie- en verduurzamingsproject, waarbij een collectieve warmwaterinstallatie wordt aangepast naar een individuele warmwaterinstallatie.
De geplaatste boilers zorgen voor de warmwatervoorziening van de appartementen. Ze zorgen voor een energiezuinige warmwateropwekking door rekening te houden met het tapgedrag van de bewoners. Daarnaast zijn de boilers beschikbaar voor de energiemarkt. Bij overcapaciteit, die ontstaat door wind- en zonne-energie, kunnen de boilers ingeschakeld worden om de onbalans op het elektriciteitsnet te verhelpen.
Na 5 jaar wordt de bewoner eigenaar van de boiler. De lease-koop-constructie is van Abel & Co. DOZ Energieregie BV is als adviseur bij het project betrokken.
Van het project is ook een video gemaakt. In deze video komen de VVE, adviseur, installateur en een bewoner aan het woord over hoe ze tot hun keuze zijn gekomen en wat de eerste ervaringen zijn.
- september 25, 2019
- 131 views
Meeste woningen nog niet geschikt voor duurzame installatie
Wanneer de cv-monteur langskomt voor onderhoud of service hebben veel mensen vragen over duurzame warmte en energie in huis. Hoe kijken monteurs zélf aan tegen de energietransitie? Wat weten ze van de duurzame technieken? Willen ze er graag mee aan de slag of zijn er twijfels? Feenstra vroeg haar monteurs naar hun ervaringen bij de mensen thuis. Dat leverde een aantal opvallende uitkomsten op.
Verduurzaming leeft bij de consument steeds meer. Zo wordt 76% van de monteurs om energieadvies gevraagd wanneer ze bij de mensen thuis komen. 41% geeft aan dat de meeste woningen die zij bezoeken nog niet geschikt zijn voor nieuwe installaties. Wat maakt dat de investering in duurzame installaties veelal niet rendabel is (86%). Dit zijn enkele conclusies uit onderzoek van Feenstra onder haar monteurs.
Adriaan Pietersma, CEO Feenstra, over de resultaten: “Onze monteurs zijn direct in contact met onze klanten, hun input is voor ons essentieel. Dat het onderwerp leeft is te zien aan de response, ruim 1/3 van de monteurs heeft gereageerd en dat is hoog, zeker in de vakantieperiode. Gezien de fase waarin de energietransitie zich bevindt, zullen we uitleg blijven geven aan de mensen thuis. Kosten zijn nog steeds een belangrijke overweging om wel of niet te verduurzamen. Naast de monteurs in de 'kopgroep' zullen we ook andere monteurs meer handvatten geven om de mensen thuis goed te kunnen helpen.”
Onzekere bewoners
Veel bewoners zijn onzeker over toekomstige plannen en ontwikkelingen op het gebied van de energievoorziening. "Er is nog veel onduidelijk; gemeenten moeten echt aangeven wat er zal gebeuren," luidt één van de reacties. Een andere monteur zegt: "De kosten van verduurzaming en de rol van de overheid zijn voor veel mensen te onzeker om nu al over te gaan op bijvoorbeeld een warmtepomp."
Voorzichtig met nieuwe technieken
Veel cv-monteurs vinden het belangrijk dat ze zich concentreren op technieken die voor technici én consumenten geen verrassingen met zich meebrengen: een ruime meerderheid (61%) vindt dat Feenstra alleen bewezen technieken moet aanbieden. De warmtepomp is inmiddels zo'n bewezen techniek, alleen niet overal toepasbaar.
Verduurzamen oudere huizen ingewikkelder
30% van de respondenten wijst hun klanten op een duurzaam alternatief wanneer de onderzochte ketel op z’n retour is. Dat lijkt weinig, maar er is een goede verklaring voor. Monteurs beginnen meestal niet over duurzame oplossingen wanneer zij zien dat de woning (nog) niet geschikt is voor een hybride of all-electric warmtepomp. En dat zijn de meeste woningen die zij bezoeken (nog) niet. Vooral in woningen van vóór 1980 is het warmteverlies te groot.
Zoals één van de respondenten zegt: "Over de aanpassingen die vooral in oudere huizen nodig zijn, wordt nog altijd weinig gesproken. Daardoor is het moeilijk om een klant een fatsoenlijk en verstandig duurzaam advies te geven." In nieuwere woningen brengen veel monteurs de duurzame alternatieven wél ter sprake.
Positief over verduurzaming
Het overgrote deel van de monteurs (82%) is doordrongen van de noodzaak om woningen te verduurzamen en staat er positief tegenover. 89% vindt dan ook dat iedere monteur de nieuwe duurzame technieken moet kennen.
Vrouwelijke monteurs welkom
Het onderzoek onder de cv-monteurs ging niet alléén over duurzame technieken. Een opmerkelijke uitkomst is dat voor de Feenstra-monteur de gelijke behandeling van mannen en vrouwen in het installatievak geen punt van discussie is. Hoewel op dit moment nog altijd vrijwel alle monteurs man zijn, zegt 87% dat vrouwen van harte welkom zijn.
- september 24, 2019
- 125 views
Nieuwbouw woningen en utiliteit stagneert
Ondanks de goed gevulde orderportefeuilles staan duizenden toekomstige bouwprojecten in de wachtstand. De bouwsector kampt met een personeelstekort en langere levertijden van bouwmaterialen. Het stikstofprobleem is daar recentelijk bovenop gekomen. Intussen is het aantal afgegeven bouwvergunningen voor nieuwe woningen al heel 2019 aan het dalen. Ook in de utiliteitsbouw treedt in het tweede kwartaal van 2019 een stagnatie op.
BouwKennis gaat in haar septemberraming uit van een productie van 69.000 nieuwbouwwoningen in 2019. Vanaf 2020 zal het aantal opgeleverde woningen dalen naar 68.000 in 2020 en 66.000 in 2021. De utiliteitsbouw groeit naar verwachting nog verder tot € 4,15 miljard in 2019 en € 4,35 miljard in 2020. In 2021 stagneert de groei en wordt er € 4,40 miljard geproduceerd.
Stikstofproblematiek
Ondanks de hoge vraag naar woningen en gebouwen kampt de bouwsector momenteel met een aantal omvangrijke uitdagingen. De vernietiging van het Programma Aanpak Stikstof (PAS) door de Raad van State op 29 mei jl. heeft ervoor gezorgd dat er in de buurt van Natura 2000 gebieden in principe geen bouwvergunningen worden afgegeven voor projecten waarbij stikstofdepositie wordt veroorzaakt. Dit probleem komt bovenop de uitdagingen die de bouwsector al had: een tekort aan personeel en de langere levertijden van bouwmaterialen.
Duurdere nieuwbouwwoningen
De situatie in de bouwsector is door deze capaciteitstekorten al overspannen, wat gepaard gaat met grote prijsstijgingen en financiële risico’s voor aannemers. Deze worden doorberekend in de prijs voor eindklanten. Sinds medio 2016 zijn nieuwbouwwoningen gemiddeld een ton duurder geworden. De afzet van nieuwe koopwoningen neemt hierdoor af, van bijna 36.500 woningen in 2017 tot naar schatting 32.000 op jaarbasis in 2019.
Plafond breikt
Nadat er in 2018 bijna 66.000 nieuwbouwwoningen opgeleverd werden, bereikt de woningbouw in 2019 voorlopig het plafond op 69.000 woningen. Als gevolg van de rappe daling in de vergunningverlening – mede door het afschaffen van het stikstofcompensatieprogramma PAS – zal het aantal opgeleverde woningen vanaf 2020 afnemen. BouwKennis gaat ervan uit dat de woningnieuwbouw iets af zal nemen tot 68.000 woningen in 2020 en 66.000 woningen in 2021.




