- februari 24, 2023
- 167 views
Duidelijkheid over de afvoer van regenwater
Met het verschijnen van ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering in bouwwerken’ krijgt de markt de broodnodige duidelijkheid. Niet dat de ‘oude’ NTR 3216 geen duidelijkheid verschafte, maar hij maakte te weinig duidelijk wat er fout kon gaan als je ontwerpregels niet naleefde, vertelt Nick Post, specialist sanitaire technieken bij ISSO.
De publicatie, die sinds deze maand beschikbaar is via isso.nl, geeft richtlijnen voor het ontwerpen, realiseren en beheren van afvoersystemen voor hemelwater en huishoudelijk afvalwater (of vergelijkbaar) van bouwwerken. Dat betekent dat een breed scala aan onderwerpen en systemen wordt behandeld waarmee vrijwel elke sanitair installateur dagelijks te maken heeft. Dit varieert van lozingsvoorschriften voor vuilwater- en hemelwaterafvoersystemen, ontwerpregels voor vuilwater en rioleringsinstallaties binnen de perceelgrens tot alles over hemelwaterafvoersystemen vanaf het dak, de goot, enzovoorts.
Innovatieve technieken
“Er zijn genoeg onderwerpen waarvoor niet zo heel veel is veranderd. Tegelijk zien we ook dat er innovaties en nieuwe technieken bijkomen waarvoor het zinvol is om ontwerprichtlijnen op een rij te zetten. Denk aan de groeiende populariteit van bijvoorbeeld systemen voor gebruik en infiltratie van hemelwater binnen de perceelgrens of systemen voor gescheiden sanitatie; gescheiden urine-afvoer en -opvang”, zegt Post.
Extra duidelijkheid
Maar misschien nog belangrijker dan kennis van nieuwe technieken was de noodzaak om in de nieuwe publicatie extra duidelijkheid te verschaffen over hemelwaterafvoersystemen volgens het UV- en overlaatstromingsprincipe. Post: “In veel projecten met omvangrijke daken zorgen deze HWA-systemen voor de afvoer van regenwater vanaf het dak of de goot tot aan de gebouwaansluiting. In principe gaf de NTR 3216 al de juiste informatie en ontwerprichtlijnen hoe je dit systeem moet uitvoeren, maar in de praktijk zagen we dat er ruis ontstond. Dit kwam omdat er vanuit een of meerdere leveranciers aanwijzingen of adviezen kwamen die niet overeenkomstig de NTR 3216 waren. Wij schrijven nu heel duidelijk wat er fout gaat als je een UV-systeem niet uitvoert zoals de NTR 3216 voorschrijft. Het kan bijvoorbeeld erg fout gaan als je besluit om meerdere trechters van een noodoverloopsysteem met elkaar te koppelen. Wij roepen de installatiemarkt dan ook op om altijd maar één trechter per afvoerpunt te gebruiken.”
Meer lezen over dit onderwerp? Het uitgebreide artikel verschijnt in de maartuitgave van praktijkblad Installateurszaken, dat 28 maart 2023 verschijnt
- februari 21, 2023
- 161 views
‘Warmtepomp milieubelastender dan gedacht’
De warmtepomp is ’ongelofelijk veel’ vervuilender dan werd gedacht, meldt De Telegraaf op haar website. Uit nieuw onderzoek blijkt dat de milieubelasting zelfs zo zwaar is dat een huis met warmtepomp niet of nauwelijks binnen de regels van het Bouwbesluit gebouwd mag worden. Alleen dankzij een tijdelijke noodmaatregel is dit nog mogelijk, citeert de krant de onafhankelijke rekenmeester Nationale Milieudatabase (NMD).
NMD stelt de rekenmethode vast die bouwbedrijven hanteren om binnen de milieuregels van het Bouwbesluit te vallen. Voor alle onderdelen van een woning wordt de druk op het milieu bepaald, van CO2-uitstoot tot het effect op de ozonlaag.
In de knel
Naar de warmtepomp zou nooit goed onderzoek zijn gedaan. Het koudemiddel en de elektronica waren nog niet in de milieudata verwerkt, legt NMD in De Telegraaf uit. Ook was de milieubelasting berekend met een type warmtepomp dat inmiddels niet meer representatief is voor de markt. NMD betoogt dat de warmtepomp eigenlijk veel zwaarder zou moeten meetellen in de berekening van de milieubelasting van een huis maar zegt niet precies hoeveel zwaarder. Wel zouden bouwers in de knel komen met milieuvoorschriften. Op basis van de geactualiseerde data is het voor de markt lastiger om een warmtepomp in een project toe te passen, aldus NMD.
Onvolledig beeld
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland benadrukt dat er geen enkele reden is om te twijfelen over de toepassing van warmtepompen. “De milieuscore geeft een onvolledig beeld. We moeten óók rekening houden met de energieprestatie van de warmtepomp over de gehele levensduur. Doe je dat, dan is en blijft de warmtepomp onomstreden.”
Integrale milieu- en energieprestatienorm nodig
“De milieuscore geeft alleen de milieubelasting van materialen aan en laat de energieprestatie volledig buiten beschouwing”, aldus Terpstra. “Dankzij de warmtepomp verbruiken nieuwbouwwoningen helemaal geen aardgas meer en daalt de CO2-uitstoot met de helft. Daarmee leveren warmtepompen een onmisbare bijdrage aan het behalen van de klimaatdoelstellingen.” Wat betreft Techniek Nederland moet er een integrale milieu- en energieprestatienorm komen voor de gehele technische levensduur van apparaten en materialen. Op basis van zo’n norm is er volstrekt geen twijfel over de toepassing van warmtepompen.
Hergebruik materialen
De milieuscore van warmtepompen houdt ook geen rekening met een aantal andere aspecten. Terpstra: “Veel materialen uit een warmtepomp worden al hergebruikt. Ze krijgen een tweede leven in een nieuwe warmtepomp of in een andere toepassing. Techniek Nederland intensiveert de komende tijd de inspanningen om samen met de fabrikanten grote stappen te maken naar circulariteit. Daarnaast is de innovatie van warmtepompen in volle gang. Apparaten worden steeds kleiner waardoor minder materialen nodig zijn om het apparaat te produceren. Wanneer een deskundige warmtepompinstallateur het systeem plaatst is de kans op weglekken van koudemiddelen vrijwel nihil. Bovendien passen steeds meer fabrikanten natuurlijke koudemiddelen toe.”
Schokkend
John Mak, directeur bij stichting W/E adviseurs vindt het schokkend dat de recente levenscyclusanalyse (LCA) van een warmtepomp een ruim tien keer slechter resultaat geeft dan eerdere berekeningen. Hij vindt het wel goed dat inzicht is verkregen in de oorzaken van deze grotere milieubelasting, omdat dit fabrikanten zal aanzetten tot het verbeteren van hun producten door het veranderen van toegepaste materialen, een langere levensduur en mogelijk maken dat materialen te hergebruiken zijn. “Overigens zorgen veel installatiecomponenten die we in gebouwen gebruiken voor een relatief grote milieubelasting ten opzichte van veel andere bouwmaterialen en -producten”, zegt Mak. “Het ontwerpen van installatie-arme gebouwen is daarom een zinvolle strategie om de milieubelasting te beperken.”
Integrale benadering nodig
Toch kunnen we warmtepompen niet zo maar slecht voor het milieu te noemen, denkt Mak. “In het gebruik zorgen ze voor het zeer efficiënt opwekken van warmte (en koude) die nodig is voor het verwarmen (en koelen) van gebouwen. Om een warmtepomp vanuit milieuoogpunt te beoordelen, is een integrale benadering nodig van zowel het energiegebruik in de gebruiksfase van een gebouw, als het materiaalgebruik in de levensduur van het gebouw.”
Parallel met zonnepanelen
“Ik zie een duidelijke parallel met zonnepanelen, die ook voor een forse milieu-impact zorgen als alleen naar de effecten van het materiaalgebruik wordt gekeken”, vervolgt Mak. “Uit LCA’s van circa vijftien jaar geleden bleek zelfs meer dan de winst door opgewekte energie. Inmiddels is dat door verbeteringen van productieprocessen in het voordeel van zonnepanelen veranderd; ze leveren een grote positieve bijdrage aan het milieu als we energie- en materiaalgebruik samen beschouwen.”
Bereiken milieudoelen
“Uiteindelijk gaat het om het bereiken van milieudoelen zoals die in het klimaat- en grondstoffenbeleid zijn gesteld”, besluit Mak. “Om daar beter dan nu op te sturen in het beleid, en het gemakkelijker te maken om goede keuzes te maken in de praktijk, is een integrale benadering van energie- en materiaalgebruik de oplossing.”
[pt_view id="5a34635m7k"]
- februari 17, 2023
- 160 views
Uitdaging: energieneutrale ijsbanen
Kunstijsbanen en energieprijzen, daar is veel over te doen. Hoe zorg je ervoor dat ijsbanen snel verduurzamen, dat ze klimaatneutraal en energiezuinig worden? De KNSB breekt zich daar het hoofd over. Daikin, hoofdsponsor en specialist in koelen en verwarmen, denkt mee. “In 2040 moeten alle ijsbanen energieneutraal kunnen zijn.”
Op de vraag of het mogelijk is om in 2040 alle ijsbanen in Nederland energieneutraal te maken, antwoorden de Daikin-experts Alphons Stevens en Bauke Hulsebosch volmondig: Ja. “Zeker als er een dak op die ijsbaan zit”, zegt Hulsebosch. Stevens: “Voor bestaande bouw zal het wel lastig zijn, maar voor nieuwbouw moet dit kunnen. Zeker!” Ze geven wel eerlijk toe dat er op weg naar dat ideale plaatje ‘nog wat uitdagingen’ te overwinnen zijn.
Taskforce
Maar daaraan wordt al hard gewerkt. Eind 2021 richtte de KNSB, samen met onder meer NOC*NSF en de Vereniging Kunstijsbanen Nederland, de Taskforce Verduurzaming IJsbanen op. Dat was voordat Poetin Oekraïne binnenviel. Als gevolg van die oorlog stegen de energieprijzen, wat ook de 22 kunstijsbanen in ons land raakt. Een versnelde verduurzaming van deze accommodaties, onmisbaar voor de schaatssport, blijkt ineens hard nodig. Het actieplan van de taskforce kwam geen dag te vroeg…
Hart voor het schaatsen
Bij Daikin volgen ze dit verhaal op de voet. Het van oorsprong Japanse bedrijf, actief op het gebied van airconditioningsystemen, is sinds 2018 hoofdsponsor van de KNSB. “Wij hebben hart voor het schaatsen en de kennis in huis om echt mee te helpen aan het verduurzamen van ijsbanen”, zegt Edwin Hoogerwerf, Managing Director van Daikin Nederland. “We denken graag mee, om ervoor te zorgen dat de schaatssport in Nederland kan blijven bestaan.”
Ervaring
Met name bij de Italiaanse tak van Daikin bestaat al ruime ervaring met ijsbanen. Dochterbedrijf Zanotti was betrokken bij de bouw van meer dan 25 ijs(hockey)stadions. Het leverde onder meer de koelinstallaties voor ijshockey- en curlinghal bij de Winterspelen van Turijn in 2006. Later volgden grote stadions in onder meer Astana (Kazachstan), Minsk (Wit-Rusland) en Moskou (Rusland). Daikin levert ook de vriesinstallaties voor mobiele ijsbanen, bijvoorbeeld van Disney on Ice. Het bedrijf is geen aannemer die stadions bouwt, maar zorgt binnen die gebouwen wel voor de installaties die het ijs maken en de lucht behandelen.
Totaaloplossing
“We praten het liefst over het hele complex”, zegt Bauke Hulsebosch, Manager Consulting Sales bij Daikin. “Het gaat om koelen, verwarmen, ventileren en wat ook belangrijk is: monitoren en regelen. De totaaloplossing moet energetisch zijn: wat voor energie gebruik je en wat doe je ermee? En het moet passen bij de situatie. Daar zit per ijsbaan wel verschil in.” Dat laatste is helemaal waar: alle 22 ijsbanen in Nederland hebben een compleet andere (energie)huishouding. De ene is al best ver met het verduurzamen van zijn installaties, bij de andere staat dit proces nog in de kinderschoenen.
Betrokken
Daikin maakt geen deel uit van de Taskforce, maar is wel betrokken bij diverse werkgroepen. Het bedrijf geeft cursussen aan ijsmeesters en adviseert sommige ijsbanen om het proces van verduurzaming in gang te zetten. “We raken steeds meer bij de ijsbanen betrokken, en dan vooral op de vraag hoe verduurzaamd kan worden”, vertelt Alphons Stevens, Manager SBU Applied bij Daikin (SBU staat voor strategische business unit). “Een grote aannemer kijkt bouwkundig mee, wij doen de energetische kant.”
Simpel verhaal
De energiehuishouding van een ijsbaan is ingewikkeld en voer voor specialisten. Maar als je het terugbrengt tot de kern is het best een simpel verhaal, vertelt Hulsebosch. “Je maakt ijs, dat is bevroren water, en voor die vriesinstallatie heb je energie nodig: gas of elektra. Om het ijspakket in stand te houden, moet je blijven vriezen. Om sporters en publiek een beetje aangenaam in de hal te laten vertoeven, moet je de lucht binnen verwarmen. Als je een slim systeem hebt, benut je daarvoor… de warmte die vrijkomt bij het ijs maken.”
Benutten van restwarmte
Hulsebosch: “Denk maar aan je koelkast thuis: die is van binnen koud en aan de achterkant warm. Energie gaat nooit verloren. Bij het maken van ijs, ofwel het koelen van water, komt warmte vrij. Daar kun je wat mee.” Dit is natuurlijk geen nieuwe ontdekking. Zo zijn er voorbeelden van ijsbanen die al gekoppeld zijn aan zwembaden. Met de warmte die vrijkomt bij het ijsmaken wordt het zwemwater op een aangename temperatuur gebracht. Toch zijn zulke combinaties meer uitzondering dan regel. Het benutten van de restwarmte kan nog veel verder worden doorgevoerd.
Nul CO2-uitstoot
In Alkmaar zetten ze al grote stappen bij sportcomplex De Meent. Daar wordt groene energie opgewekt, onder meer via een grote massa zonnepanelen, waarop de koelmachines draaien. De ijsbaan levert zijn restwarmte aan de aangrenzende sporthal, wielerbaan en andere gebouwen. Op termijn zorgt dit complex voor nul CO2-uitstoot en levert het dus zelf opgewekte energie aan zijn directe omgeving. Hulsebosch: “Dit is een voorbeeld van zo’n moderne ijsbaan die straks geen energieslurper meer is, maar juist onderdeel van een energieneutraal gebouw, ENG in vakjargon, die zelfs restwarmte aan de omgeving levert.”
Energieneutraal
“Een ijsbaan ENG maken, ofwel energieneutraal krijgen, dat is heel goed mogelijk”, zegt Stevens. “Als je een goede schil neerzet, een slim gebouw, dan kun je het daarbinnen met de koelmachines en luchtbehandelingskasten heel goed energieneutraal maken. Als we nu naar de tekentafel gaan, zou dat bij wijze van spreken volgende week al kunnen.”
Combinatie
Hulsebosch: “Maar dan moet alles er omheen ook kloppen. De apparatuur is er nu al geschikt voor en die ontwikkelt zich nog verder door. Maar stand alone een ijsbaan neerzetten moet je niet meer doen. Je zult altijd een combinatie moeten maken: liefst bouw je een ijsbaan in combinatie met een zwembad, met daarbij ook woningen en/of kantoren. Plaats daar zonnepanelen en een windmolen bij en maak een gesloten circuit, waarin je de restwarmte van de ijsbaan benut voor die woningen/kantoren. Die maken ook dat het totale complex geld oplevert. Dit verhaal klinkt eenvoudig en dat is het eigenlijk ook. Wij zijn klaar voor de toekomst.”
Water door de Maas
De mannen van Daikin beseffen dat er nog wel wat water door de Maas zal stromen, voordat deze ideale ijsbaanwereld is gerealiseerd. Het bouwen ervan, of het omtoveren van bestaande banen tot zulke multifunctionele gebouwen, dat kost (vele) jaren en is afhankelijk van politiek draagvlak en particulier initiatief. In de tussentijd is het, zeker nu de energiemarkt ongewis blijft, noodzaak om in de dagelijkse bedrijfsvoering al besparingen te realiseren. Hulsebosch: “De overheid adviseert om thuis de thermostaat van de cv een graadje lager te zetten. Ook bij ijsbanen kun je kijken hoe je je energiegebruik kunt terugdringen.”
Deken over het ijs
Een ijsbaan die restwarmte van de koelmachine nog gewoon ‘affakkelt’, ofwel de buitenlucht in blaast, is eigenlijk niet meer van deze tijd. Moeten banen nog wel open zijn van begin oktober tot eind maart? Kan het ijs toe met iets minder harde koeling? Zijn er ook technische aanpassingen die energiegebruik kunnen besparen? Stevens: “We bekijken nu samen met een aannemer ook de mogelijkheid om ’s nachts, als er niet geschaatst wordt, een soort deken over het ijs te leggen. Daarmee voorkom je dat kou weglekt naar de lucht in de hal. Je hebt minder energie nodig om je ijspakket dik genoeg te houden en het kost je ook minder energie om de hal te verwarmen.”
Coole ijsbanen
Zo zijn er nog tal van besparingen te bedenken, waarmee niet alleen Daikin bezig is, maar waaraan ook vanuit de Taskforce Verduurzaming IJsbanen hard wordt gewerkt. Op het hoofdkantoor van de KNSB-hoofdsponsor in Capelle aan den IJssel blijven ze nauw betrokken bij die ontwikkelingen.
Hulsebosch: “Wij praten niet alleen over die koelmachine, warmtepomp of luchtbehandelingskast, maar over totaaloplossingen. Wij praten over geconditioneerde lucht: koelen, verwarmen en ventileren. In feite verkopen we lucht: geen gebakken lucht, maar aangename lucht. En dus ook ijs. We zorgen voor frisse scholen, gezonde kantoren en ook coole ijsbanen.”
Managing director Edwin Hoogerwerf: “Maar als er op korte termijn niks gebeurt, weten we zeker dat er ijsbanen afvallen. Dat moeten we met zijn allen zien te voorkomen, daarom is dit proces van verduurzaming zo belangrijk. Het liefst realiseer je er zelfs nog een paar ijsbanen bij.”
- februari 16, 2023
- 278 views
Installateurs niet altijd op tijd betrokken bij bouwproces
BouwBeurs 2023 heeft afgelopen week ruim 67.000 bezoekers getrokken. Bouwprofessionals reisden af naar Koninklijke Jaarbeurs om de ruim 650 exposanten verspreid over zes beurshallen te bezoeken. Met het thema ‘Samen bouwen aan de toekomst’ stond de vakbeurs volledig in het teken van circulariteit, industrialisering en digitalisering.
Joyce van de Hoef, beursmanager: “We kijken terug op een fantastische week veel mooie innovaties, goede gesprekken en nieuwe initiatieven zoals het allereerste Transitiediner, de BouwBeurs Awards en de Ladies Lunch. Daarnaast lanceerde Jaarbeurs de Bouw & Installatie Hub met de resultaten van de nieuwe monitor over wat er leeft in de bouw- en installatiesector.”
Twee op de vijf installateurs te laat betrokken bij bouwproces
De eerste Bouw en Installatie Monitor betrof een onderzoek onder bijna 3.000 respondenten naar hun mening over prangende kwesties in de bouw- en installatiemarkt. Zo geeft driekwart van de respondenten aan te lijden onder personeelstekort. Dit komt de kwaliteit in de bouw niet ten goede. Joyce van de Hoef: “Voornaamste commentaren zijn het gebrek aan vakkennis op de bouwplaats, te weinig instroom van jonge collega’s en de communicatieproblemen met buitenlandse arbeidskrachten. Ook blijkt uit de monitor dat twee op de vijf installateurs te laat aan tafel zitten in het bouwproces. Kwalitatief goed en duurzaam bouwen vergt een goed samenspel tussen alle disciplines. Belangrijk dus dat installateurs op tijd aan tafel zitten in het bouwproces.”
‘Circulair bouwen’ speelt meer bij ontwerp & advies dan bij bouw en installatie
BouwBeurs 2023 stond volledig in het teken van circulariteit, industrialisering en digitalisering. In 2050 wil de overheid de hele bouw circulair laten werken. Uit de Monitor blijkt dat meer dan de helft van de respondenten momenteel werkt aan projecten rond circulair bouwen. Van de Hoef: “Dit geldt wel meer in de sector ontwerp & advies dan bij de bouw- en installatiesector zelf. Ook de leveranciers die de circulaire materialen moeten leveren zijn er flink mee bezig.”
- februari 13, 2023
- 160 views
‘Lucht/water-warmtepomp kent eigenlijk geen nadelen’
Zo’n 7 miljoen woningen moeten voor 2050 verduurzaamd worden om zo CO2– en energieneutraal te zijn. De eenvoudigste oplossing om geheel of gedeeltelijk van het gas af te gaan, is de cv-gasketel te vervangen. Voor de meeste woningbezitters is de lucht/water-warmtepomp het beste, zo concludeert Nico de Boer van ingenieurs- en adviesbureau DGMR.
De lucht/water-warmtepomp kent eigenlijk geen nadelen. Dit type is goed te combineren met andere installaties en is toepasbaar op vrijwel alle afgiftesystemen. Het rendement voor de woningbezitter is relatief hoog. En deze warmtepomp is (betaalbaarder) dan een bodem-water- of water-waterwarmtepomp. Deze conclusie trekt de huidige technisch specialist bij DGMR, nadat hij voor zijn afstudeeronderzoek vijf opties naast elkaar zette. Hij brengt zijn bevindingen nu samen in de whitepaper ‘Een warmtepomp voor iedereen’.
Koudemiddel
Omdat een warmtepomp gebruik maakt van een koudemiddel vergelijkt Nico ook drie verschillende typen koudemiddelen. Het zogenoemde Global Warming Potential (GWP) bepaalt de hoogte van het broeikaseffect en heeft invloed op de CO2-kosten. De meest duurzame keuze die installateurs en gebruikers kunnen toepassen, is het koudemiddel R-290. Het heeft een hoog rendement en een laag GWP, waardoor de CO2-kosten ook laag uitvallen. Dit middel heeft de minste impact op het milieu.
De whitepaper is te downloaden via de website van DGMR.
- februari 10, 2023
- 160 views
Werken in energietransitie: 2 op de 3 werkenden overweegt carrièreswitch
Om de energietransitie te doen slagen is personeel nodig. Met name technische vakmensen kunnen de komende decennia het verschil maken, maar er is een tekort. Energiebedrijf Zonneplan vroeg daarom aan een panel van duizend werkende Nederlanders of zij weleens nadenken over een overstap naar werk in een andere sector. Twee op de drie gaven aan dat dit inderdaad het geval is. Meer dan de helft zegt bovendien veel waarde te hechten aan maatschappelijk relevantie in hun werk.
Mannen zeggen in het onderzoek van Zonneplan iets meer bezig te zijn met een carrièreswitch dan vrouwen. 9 procent van de mannen denkt hier zelfs elke dag over na, tegen 6 procent van de vrouwen, terwijl het percentage mannen dat zegt er nooit mee bezig te zijn 35 procent is en onder vrouwen 38 procent. Jongeren (18-34 jaar) zijn vaker bezig met een overstap (76 procent) dan ondervraagden in de leeftijdscategorieën 35-49 jaar (67 procent) en 50-65 jaar (49 procent). Daarnaast valt op dat liefst 86 procent van de ondervraagden werkzaam in de sector ‘Media en communicatie’ weleens nadenkt over een switch. Ook de sector ‘Handel en dienstverlening’ scoort met 74 procent relatief hoog. Werknemers actief in de sector ‘Justitie, veiligheid en openbaar bestuur’ zijn hier met 53 procent juist het minst mee bezig.
Maatschappelijk relevant werk
Een belangrijke reden om verder te kijken op de banenmarkt is voor veel Nederlanders het gemis van maatschappelijke meerwaarde in hun huidige baan. David Venderbos, recruiter bij Zonneplan, merkt dit de laatste jaren veel in de sollicitatiegesprekken die hij voert. “Ik spreek bijvoorbeeld veel zij-instromers die momenteel actief zijn als productiemedewerker en dat stukje toegevoegde waarde missen. Of denk aan automonteurs. Hun werk wordt steeds meer overgenomen door computers. Ook pakketbezorgers en winkelmedewerkers die bij ons solliciteren noemen vaak het missen van een daadwerkelijk doel in hun werk als argument om de overstap naar werken in de energietransitie te maken.”
Van de duizend Nederlanders die Zonneplan ondervroeg gaf 8,5 procent aan dat zij maatschappelijke relevantie het allerbelangrijkst vinden bij het zoeken van een nieuwe baan. Belangrijker nog dan het salaris dus. Bijna de helft - 46,1 procent - zegt dit belangrijk te vinden, mits het salaris ook in orde is. Bijna een derde stelt dat dit sociale aspect mooi meegenomen is, maar dat er meerdere andere factoren van groter belang zijn. Voor 14,2 procent doet maatschappelijke meerwaarde er in het geheel niet toe. Verder stelt ruim een kwart van de ondervraagden dit maatschappelijke aspect in de afgelopen vijf jaar belangrijker te zijn gaan vinden. Zo’n 11 procent zegt juist het tegenovergestelde te voelen, terwijl voor de meerderheid - 62 procent - dit niet veranderd is.
- februari 8, 2023
- 199 views
ISSO-publicatie 3216 ‘NTR 3216 Riolering van bouwwerken’ herzien
ISSO heeft de publicatie NTR 3216 Riolering van bouwwerken herzien. De kennis in deze nieuwe versie is geactualiseerd op basis van relevante ontwikkelingen in de maatschappij en techniek. ISSO-publicatie 3216 geeft richtlijnen voor het ontwerpen, realiseren en beheren van afvoersystemen voor hemelwater en huishoudelijk afvalwater (of vergelijkbaar) van bouwwerken.
In de publicatie zijn verschillende ontwikkelingen meegenomen die in de installatiepraktijk van nu dagelijks aan de orde zijn. Een belangrijke verduidelijking is aangebracht in de wijze waarop noodoverstorten van hemelwaterafvoersystemen op juiste wijze moeten worden gemaakt, vooral wanneer deze als UV-systeem worden uitgevoerd. Verder beschrijft de nieuwe publicatie dat het volgens WB 5:52 niet is toegestaan om hemelwater via een naburig perceel te lozen. Dit zal veel invloed hebben op de uitvoering van HWA-systemen. Denk aan doorlopende dakgoten bij rijtjeshuizen, waarin de installateur bijvoorbeeld separatieschotten moet zetten. Daarnaast zijn er nieuwe inzichten op het gebied van waterlagen op de daken verwerkt – in het bijzonder van begroeide daken. Deze inzichten staan ook al beschreven in het TVVL en Techniek Nederland-rapport ST-49 ‘Waterlagen op platte daken en het veranderende klimaat’.
Drukte op daken
Verder ontstond vanuit de markt de behoefte aan onder meer een verduidelijking van situatieschetsen voor de uitmondingen van ontspanningsleidingen. Dit vraagstuk wordt steeds urgenter, mede door de drukte op (multifunctionele) daken. In het geval van zonnepanelen kunnen de ontspanningsleidingen worden belemmerd of afgedekt. Dat kan weer leiden tot stankoverlast en aanverwante gevaren. Ook deze scenario’s staan in de herziene publicatie beschreven.
De herziene ISSO-publicatie 3216 is beschikbaar op kennisplatform ISSO Open.
- februari 7, 2023
- 160 views
Geruisloze warmtepompen op propaan voor zowel nieuwbouw als renovatie
De Compress 5800i AW wordt het nieuwe paradepaardje van Nefit Bosch. Een compleet nieuwe range monoblock warmtepompen voor verwarming, koeling en warmwaterbereiding, voor zowel nieuwbouw als renovatie. De warmtepomp draait op het natuurlijke koudemiddel R290, oftewel propaan. Volgens de fabikant is de nieuwe lijn nog stiller dan haar stilste warmtepomp tot nu toe. De nieuwe warmtepompen zullen voor aanvang van het komende stookseizoen worden geïntroduceerd maar zijn al te zien op de Bouwbeurs.
De Compress 5800i AW is de eerste van een reeks nieuwe warmtepompen van Nefit Bosch die gebruikmaken van propaan (R290). Dit natuurlijke koudemiddel, waarvan het circuit van de warmtepomp minder dan een kilogram bevat, kent een aardopwarmingsvermogen (Global Warming Potential) van 6, wat vele malen lager is dan dat van de tot nu toe gangbare koudemiddelen.
Hoge temperatuur
De nieuwe warmtepomp maakt hoge aanvoertemperaturen mogelijk. Voor de Compress 5800i AW is de maximale aanvoertemperatuur 75°C. De warmtepomp is dan ook geschikt is voor zowel nieuwbouw als bestaande verwarmingssystemen met conventionele radiatoren. De Compress 5800i AW kan warm tapwater leveren tot 75°C.
Geruisloos
De Compress 5800i AW wordt ook meteen de stilste warmtepomp van Nefit Bosch. Op een afstand van drie meter bedraagt het geluidsdrukniveau van de 5 kW-variant 28,5 dB(A), zo goed als onhoorbaar. Daarmee is de nieuwe lijn nog stiller dan de tot nu toe stilste warmtepomp van Nefit Bosch, de Compress 7400i. Deze kwam in de meest recente warmtepomptesten van de Consumentenbond (2020 en 2021) als ‘stilste hybride’ naar voren en is ook leverbaar als all-electric variant.
BENG/NTA8800-proof
De Compress 5800i AW-serie omvat twee typen buitenunits in vijf vermogensklassen van 4 tot 12 kW. Alle varianten hebben een energielabel A+++ en een hoge COP, tot 4,85 bij A7/W35. Qua binnenunit kan worden gekozen voor een compacte wandhangende uitvoering of een Tower-variant met onder andere een geïntegreerde warmwatervoorraad.
Installatievriendelijk
Installateurs hebben geen F-gassencertificering nodig om Compress 5800i AW units te installeren. De buitenunits zijn vrij te plaatsen tot 25 meter afstand van de binnenunit. Middels een optionele internetmodule kan de binnenunit worden verbonden met het Internet. Bediening en beheer op afstand zijn mogelijk via het installateursplatform van Nefit Bosch, HomeCom Pro.
Bijzondere variant
Een bijzondere variant van de nieuwe monoblock-lijn is de specifiek voor de Nederlands markt ontwikkelde all-electric dakwarmtepomp, de Compress 5800i AWR, waarbij de R staat voor ‘roof’. Bij uitstek geschikt voor grote renovatieprojecten met alle voordelen van de 5800i-serie. De productie van deze variant start later dit jaar in Deventer.
Marktintroductie
De marktintroductie van de nieuwe serie monoblock luchtwarmtepompen staat gepland voor het derde kwartaal van 2023. Naast de Bosch Compress 5800i AW blijven de Nefit EnviLine Monoblock warmtepompen in het leveringsprogramma van Nefit Bosch.
Daarnaast introduceert Nefit Bosch een omvangrijke serie nieuwe warmtepompen voor de utiliteit met maar liefst 80 varianten in 10 vermogensklassen: de Compress 3000 AWP. Deze lucht/water warmtepomp is geschikt voor zowel nieuwbouw, als voor verduurzaming van bijvoorbeeld gestapelde woningbouw, kantoren, winkel- en bedrijfsruimtes en zorginstellingen. De serie maakt zowel all-electric, als hybride oplossingen mogelijk en wordt in het tweede kwartaal van 2023 geïntroduceerd.
In uiteenlopende vermogens van 16 tot en met 89 kW in tal van configuraties biedt de Compress 3000 AWP een oplossing op maat voor de meest uiteenlopende situaties in het zakelijke segment voor kleine en middelgrote vermogens. In totaal zijn 80 varianten leverbaar in 10 vermogensklassen. Er zijn drie verschillende chassis, steeds gebaseerd op hetzelfde basisconcept. Voor de (zeer) grote vermogensvraag biedt de nieuwe serie een schaalbare oplossing. Tot 16 units kunnen in cascade worden opgesteld, goed voor een maximaal vermogen van maar liefst 1.440 kW.
Full Inverter technologie
De inverter-aangedreven compressor draagt bij aan de prestaties van de Compress 3000 AWP. De warmtepomp heeft een SCOP tot 4,41 en energie-efficiëntieklasse A++. De hoge aanvoertemperatuur tot 60°C biedt flexibiliteit bij verduurzamingsprojecten, zowel gasloos, als hybride.
Installatiegemak
De Compress 3000 AWP kent geen binnenunit en is eenvoudig te installeren en in te regelen. Het ontwerp voorziet in goede toegankelijkheid bij onderhoudswerkzaamheden. De garantietermijn is vijf jaar wanneer de warmtepomp door een servicetechnicus van Nefit Bosch in bedrijf gesteld wordt.
Marktintroductie
De marktintroductie van de Compress 3000 AWP is voorzien voor het tweede kwartaal van 2023. Naast de Compress 3000 AWP, heeft Nefit Bosch Compress 5000 AW warmtepompen voor de grote vermogensvraag tot 150 kW.
- februari 6, 2023
- 268 views
Minister De Jonge opent BouwBeurs 2023
Vanmorgen heeft minister Hugo de Jonge voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening BouwBeurs 2023, het grootste bouwevent van Nederland, officieel geopend. De Jonge noemde het gebrek aan locaties het grootste probleem voor de kolossale woningbouwopgave. Daarnaast lanceerde Koninklijke Jaarbeurs de Bouw & Installatie Hub: een online kennisplatform met als doel professionals in de bouw- en installatiebranche samen te brengen, te verbinden en duurzame groei in de sector te versnellen. Ook zijn de winnaars van de BouwBeurs Awards bekendgemaakt. BouwBeurs staat vanaf vandaag tot en met vrijdag 10 februari in het teken van circulariteit, industrialisering en digitalisering.
Minister Hugo de Jonge ging in op de gigantische woningbouwopgave die er ligt: er zijn 900.000 nieuwe woningen nodig tot 2030. Volgens De Jonge is dit aantal echt nodig om het huidige tekort van 300.000 woningen aan te pakken en bij te bouwen voor mensen die er nog bij komen in Nederland. “Dit is het realistische getal waarvoor we aan de lat staan”, aldus de minister. Dat het niet makkelijk is om dit aantal te realiseren erkent de minister, maar hij gaf aan niet te opteren voor de weg van de minste weerstand door dan maar minder te bouwen.
Online platform Bouw & Installatie Hub
Jeroen van Hooff, CEO Koninklijke Jaarbeurs: “Jaarbeurs is het middelpunt van de Bouw & Installatie sector en organiseert al jarenlang de vakbeurzen BouwBeurs en VSK. De laatste jaren zien we dat onder invloed van de verduurzaming en de energietransitie bouw en techniek steeds verder in elkaars richting groeien, verbonden raken. Gebouwen worden complexer en technischer, wat vraagt om meer samenwerking in een eerder stadium. Om deze samenwerking te versterken en duurzame groei te versnellen heeft Jaarbeurs de Bouw & Installatie Hub in het leven geroepen; een online platform met ruim 300.000 profielen, een open community, met content vanuit leveranciers, media, kennisinstellingen, overheid en brancheorganisaties. Een platform gericht op beslissers en influencers; een plek waar kennisdelen, verbinden en elkaar ontmoeten centraal staat, 365 dagen per jaar.”
Prangende kwesties
Vanaf vandaag is op de Hub de eerste Bouw en Installatie Monitor te vinden. Een onderzoek onder bijna 3.000 respondenten naar hun mening over prangende kwesties in de bouw- en installatiemarkt. Uit dit onderzoek blijkt dat de branche zelf sceptisch is over de door minister Hugo de Jonge genoemde opgave. Veel genoemde bezwaren zijn stijgende rente, personeelstekort, slepende procedures en stijgende prijzen van bouwmaterialen. Daarnaast springt het gebrek aan personeel eruit als het thema waar de markt zich zorgen over maakt.
Winnaars BouwBeurs Awards
De eerste BouwBeurs Awards werden uitgereikt voor innovaties in de sector. De jury koos de winnaars uit negen inzendingen in drie categorieën: Circulariteit, Slim & Efficiënt en Vakmensen. De jury, bestaande uit Teun Schröder, Marjet Rutten, Margo Caspers, Dennis Koster en Martijn Carlier, bekroonde onder andere de ComfoVar Aero ventilatieoplossing van Zehnder Group Nederland. De jury heeft de winnaars gekozen uit negen inzendingen in drie categorieën: Circulariteit, Slim & Efficiënt en Vakmensen.
Foto: Minister Hugo de Jonge en Jeroen van Hooff CEO Koninklijke Jaarbeurs openen BouwBeurs
- februari 3, 2023
- 160 views
Eerste warmtepompen met categorie 1 materialenpaspoort
Vaillant is sinds kort de eerste fabrikant die in Nederland warmtepompen aanbiedt met een categorie 1 materialenpaspoort. Het materialenpaspoort is opgesteld op basis van een uitgebreide levenscyclusanalyse (LCA) om de milieu-impact te meten en is onafhankelijk getoetst. Hiermee bereidt Vaillant zich voor op de Nederlandse ambitie om in 2050 een volledig circulaire economie te bereiken.
Een materialenpaspoort bevat gedetailleerde informatie over onder andere de kwaliteit, herkomst en duurzaamheid van materialen en producten. Het geeft daarmee inzicht in de materiële, circulaire en financiële (rest)waarde van een gebouw. De som van alle gebruikte materialen in een bouwproject vertaalt zich in een score; de Milieu Prestatie voor Gebouwen (MPG). Nieuwe gebouwen in Nederland zijn gebonden aan de MPG. Het gevalideerde meetinstrument drukt in een cijfer uit wat de belasting van het gebouw (of een compleet project) is op het milieu. Sinds 2021 mocht de MPG maximaal 1,0 zijn, sinds juli 2021 is dat nog maar 0,8 en nieuwe gebouwen mogen in 2030 slechts 0,5 scoren.
Interessante keus voor projecten
De aroTHERM split en plus lucht-water warmtepompen hebben nu dus een categorie 1 materialenpaspoort. Dat wil zeggen dat de producten dermate duurzaam zijn, dat ze 30 tot maximaal 50 procent minder bijdragen aan de MPG-score dan warmtepompen uit categorie 3. Dat maakt de aroTHERM split en plus een interessante keuze voor projectontwikkelaars en aannemers, omdat de producten minder zwaar op de MPG drukken dan alternatieven in de markt. De lucht-water warmtepompen worden opgenomen in het Madaster en de Nationale Milieudatabase (NMD), waarin onafhankelijk milieudata van bouwproducten worden verzameld.
Meedenken in het voortraject
“We willen meegaan met de tijd, we kiezen voor toekomstbestendigheid en daar horen een LCA en materialenpaspoort bij”, aldus Matthijs Westerhof, Business Manager warmtepompen bij Vaillant. Door dit materialenpaspoort wordt duidelijker wat de impact van het product is en waar de verbeteringen in het productieproces zitten. Daardoor kun je er in de toekomst beter op sturen. Wij hebben hiermee dus een mooie stap gezet om in het voortraject van de bouw te kunnen meedenken en werken aan de verduurzaming van deze wereld.”
[pt_view id="1c6c3138ax"]

