- mei 14, 2019
- 129 views
Adviesbureau pleit voor één open warmtenet met meerdere warmteleveranciers
Adviesbureau HermanDeGroot Ingenieurs pleit voor open warmtenetten, waarbij meerdere leveranciers met elkaar concurreren op zowel prijs als duurzaamheid en kwaliteit van de geleverde warmte. ‘Warmtenetten zijn een belangrijke schakel in de omschakeling naar duurzame energiebronnen als biomassa, geothermie en restwarmte’, stelt het bureau in een persbericht. ‘Doordat huidige warmtenetten kleinschalig zijn, is er geen sprake van concurrentie tussen leveranciers en wordt het warmtetarief gebaseerd op de gasprijs.’
‘Een warmtenet – ook wel bekend als stadsverwarming – kan worden vergeleken met centrale verwarming, maar dan op het niveau van een wijk of stad. In plaats van zelf water te verwarmen met een cv-ketel op gas ontvangen huishoudens rechtstreeks warm water uit het warmtenet. Voor die warmte betaalt men niet meer dan wat een gemiddeld huishouden met een gasaansluiting betaalt voor gas. Die koppeling met de gasprijs wordt ook wel het ‘niet-meer-dan-anders-principe’ genoemd.
Efficiënte distributie van duurzame warmte
In de omschakeling van fossiele naar duurzame energiebronnen – ook wel de ‘energietransitie’ genoemd – vormen warmtenetten een belangrijke schakel. Via een warmtenet kan namelijk zeer efficiënt duurzame warmte uit bijvoorbeeld geothermie, restwarmte of biomassa worden getransporteerd. Huishoudens die zijn aangesloten op een warmtenet zijn wat dat betreft dus goed bezig, al helemaal als het warmtenet met duurzame energie wordt gevoed.
Verbinden van warmtenetten is een must
Wat HermanDeGroot Ingenieurs betreft zou de prijs voor warmte niet door de gasprijs moeten worden bepaald, maar door marktwerking. Die marktwerking kan bereikt worden door de bestaande warmtenetten met elkaar te verbinden tot open warmtenetten waar meerdere warmteleveranciers op zijn aangesloten. In tegenstelling tot de huidige situatie van lokale warmtenetten waarbij consumenten op één leverancier zijn aangewezen, moeten er dan meerdere warmteleveranciers met elkaar concurreren. Niet alleen op prijs, maar het liefst ook op de duurzaamheid en kwaliteit zoals bij elektriciteit ook het geval is.
Open warmtenetten zijn een grote kans voor onafhankelijke netbeheerders. Zij zorgen voor de aanleg en beheer van het netwerk en de verbinding tussen de energieleveranciers en de woningen. Voor het elektriciteit- en gasnet is dit al gebruikelijke situatie en het is tijd om die ook voor warmte te introduceren.
Er is werk aan de winkel
Open warmtenetten zijn een zeer efficiënte manier om duurzame warmte te transporteren en de klimaatdoelen voor 2030 te halen. Maar met de realisatie hiervan gaat tijd en inspanning gepaard. Daarom pleit HermanDeGroot Ingenieurs ervoor om nu al een start te maken met het verbinden van warmtenetten. Zo kunnen we in 2030 de grootstedelijke gebieden al van duurzame warmte voorzien.’
- mei 13, 2019
- 138 views
Installateur fraudeert voor honderdduizend euro met subsidies warmtepompen
De FIOD in Nijmegen doet onderzoek naar een 36-jarige eigenaar van een installatiebedrijf. De man vroeg particulieren een aanvraagformulier voor subsidie voor warmtepompen in te vullen en te ondertekenen. Hiervoor kregen zij direct enkele honderden euro’s contant van hem. De warmtepompen werden vrijwel nooit geleverd en geïnstalleerd, hoewel dat vereist is om subsidie te kunnen krijgen.
Aanvragen voor subsidie met een bewijs van aanschaf en een betalingsbewijs verzond de verdachte naar de RVO.nl (Rijksdienst voor Ondernemend Nederland). De subsidie werd vervolgens rechtstreeks aan de diverse particulieren betaald, die vermoedelijk volgens afspraak (een deel van) de subsidie contant aan de verdachte uitbetaalden. De RVO.nl heeft een aantal adressen bezocht. In 70% van de bezochte adressen zijn geen warmtepompen aangetroffen.
100.000 euro
De FIOD is het strafrechtelijk onderzoek gestart na een fraudemelding van RVO.nl. Vermoedelijk heeft de verdachte valse facturen en betalingsafschriften gemaakt, die door de particulieren gebruikt zijn als bewijs bij de subsidieaanvraag op een warmtepomp. Het vermoeden is dat er tot circa 100.000 euro onterecht aan de aanvragers is uitgekeerd uit de Investeringssubsidie duurzame energie.
Subsidieregeling
De Investeringssubsidie duurzame energie geeft een tegemoetkoming bij de aankoop van bijvoorbeeld warmtepompen en zonneboilers. De regeling is bedoeld om particulieren en zakelijke gebruikers te ondersteunen om te zorgen voor duurzame verwarming en dringt daarmee CO2 uitstoot terug. De subsidie wordt verleend door de RVO.nl. RVO.nl bewaakt ook de rechtmatige besteding ervan. Bij een vermoeden van fraude doet RVO.nl in alle gevallen aangifte. Ook zal RVO.nl de subsidie terugvorderen bij particulieren die deze onterecht hebben ontvangen.
- mei 10, 2019
- 137 views
Vakspecialisten gaan via Instagram Live lesgeven
Vandaag vindt de eerste les plaats van een nieuwe lesmethode waarbij leerlingen via Instagram Live les krijgen van verschillende vakspecialisten. De focus van deze les ligt op duurzaam bouwen. Via een interactieve helm beantwoorden vakspecialisten vragen die de studenten via de chat stellen. Dit gebeurt real-time terwijl ze aan het werk zijn. Het initiatief is bedoeld als aanvulling op het huidige praktijkonderwijs, beoogt een oplossing te bieden voor de groeiende behoefte aan actuele kennis over innovatie en duurzaamheid in het mbo-onderwijs en het beroepsperspectief van studenten te verbeteren.
91 procent van de mbo-studenten lijkt het leerzaam om les te krijgen van vakspecialisten uit de praktijk. Dit blijkt uit onderzoek dat is uitgevoerd onder studenten van ROC Amsterdam en mboRijnland, die gaan deelnemen aan de pilot die de naam ‘Klassewerk’ heeft meegekregen. 86 procent van de studenten lijkt het leuk om een kijkje achter de schermen te nemen bij vakspecialisten. Daarnaast geeft de meerderheid (61%) aan dat ze – aanvullend op hun huidige lesprogramma – meer willen leren over de praktijkervaringen van professionals uit het werkveld.
Toegevoegde waarde
Marjolein van Kooten, Opleidingsmanager Bouw, Infrastructuur & Onderhoud ROC Amsterdam, ziet een toegevoegde waarde voor het mbo-onderwijs van deze nieuwe aanvullende werkvorm: “Klassewerk draagt bij aan de verbinding tussen theorie en praktijk. Het laat studenten kennismaken met (nieuwe) werkvormen, zonder dat ze daarvoor de school uit hoeven. Je haalt de buitenwereld naar binnen.” Badr Moustaïne, docent en coördinator bij ROC Amsterdam, beaamt dit en geeft aan dat Klassewerk dynamischer is dan zijn gebruikelijke lesmethode: “De studenten zien de lesstof voor hun ogen worden toegepast. Dat is vrij zeldzaam en gebeurt nergens binnen het technisch onderwijs.” Omdat studenten zich dagelijks op Instagram begeven, is dit een laagdrempelige manier van kennisvergaring. Meer dan de helft (55%) van de studenten geeft dan ook aan het leuk te lijken om les te krijgen via Instagram.
Duurzame wisselwerking
Ook Harry Buijs, specialist in wind- en zonne-energie en één van de professionals die de Klassewerk lessen verzorgt, vindt dat theorie- en praktijkkennis beter op elkaar afgestemd kunnen worden: “Het verbaast me dat leerlingen vaak theoretisch al best veel weten, maar dat de praktijkkennis wat mager is.” Daarom vindt hij het belangrijk dat zijn kennis wordt doorgegeven aan een nieuwe generatie. Deze nieuwe manier van lesgeven heeft niet alleen een toegevoegde waarde voor de deelnemende studenten, illustreert Moustaïne: “Vakspecialisten dragen een steentje bij aan de opleiding van hun toekomstige medewerkers. In ruil draagt hun kennis uit de praktijk bij aan de ontwikkeling van de docenten. Er is sprake van een duurzame wisselwerking.”
Duurzaamheid en innovatie
Van Kooten ziet dat er een groeiende behoefte is in het mbo om het curriculum aan te vullen met lessen over duurzaamheid en innovatie: “Specialisten uit de praktijk hebben actuele kennis die op een school nooit in die mate aanwezig kan zijn.” Ook Moustaïne is hier actief mee bezig in zijn lessen: “Ik probeer mijn studenten bewust te maken van het feit dat we een nieuwe fase in gaan, waar duurzaamheid niet meer een bijzonderheid is maar de standaard wordt. Een initiatief als Klassewerk kan de vertaalslag, die nog nodig is binnen het onderwijs, ondersteunen.”
Beter beroepsperspectief
66 procent van de leerlingen geeft aan dat ze denken dat de kennis die ze opdoen bij Klassewerk hun kansen op de arbeidsmarkt vergroot. 70 procent ziet Klassewerk dan ook als een toegevoegde waarde op het huidige lesprogramma. Ook Buijs ziet een meerwaarde: “We hebben weinig tijd om mensen op te leiden in het veld. Het zou fijn zijn als mensen meer praktijkkennis zouden hebben. Door Klassewerk krijgen ze toch wat meer inzicht.”
Vakmensen van de toekomst
Klassewerk is een initiatief van Volkswagen Bedrijfswagens. In de eerste vier lessen verzorgen specialisten in duurzaam bouwen die een Volkswagen Bedrijfswagen rijden de live lessen. Voor de vijfde les kunnen vakmensen uit heel Nederland uit verschillende disciplines zich aanmelden, ook vakmensen die niet in een Volkswagen rijden. Daarnaast kunnen mbo-docenten die een Instagram Live les in hun klas willen organiseren, zich aanmelden. Na de pilot worden de aanmeldingen aan elkaar gekoppeld, zodat er meer Klassewerk live lessen gefaciliteerd kunnen worden – waarvan het aantal afhankelijk is van de hoeveelheid aanmeldingen.
Vakprofessionals en mbo-docenten kunnen zich aanmelden via: www.vwbedrijfswagens.nl/nl/klassewerk.html
- mei 10, 2019
- 132 views
“Chinese fabrikanten komen nu onze kant op”
In Beijing vond deze week het ISH van Azië plaats: ISH China & CIHE. De beurs verwelkomde zo’n 1.300 exposanten op 116.000 m2 tentoonstellingsruimte, waarop ruim 70.000 bezoekers afkwamen. Het 2,5 dagen durende evenement wordt jaarlijks georganiseerd. We gingen eens kijken wat de Aziatische markt zoal te bieden heeft. Een bondig eerste overzicht.
Poer Smart Controls exporteert o.a. slimme thermostaten en radiatorkranen naar Europa (foto links). Volgens Europese fabrikanten die hier actief zijn, gaat China in de komende tien jaar de leiding nemen op het gebied van digitalisering.
China volgt een tweesporenbeleid om de thermische energievoorziening te verduurzamen. Enerzijds stapt men over van kolen naar gas, waardoor veel nieuwe cv-ketels op de markt komen. Anderzijds wordt een all electric benadering gepusht, wat gunstig is voor warmtepompen.
Warmtepompspecialist Guangdong New Energy Technology Development exporteert o.a. naar Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Dit model (foto hieronder) is vrij populair.
Warmtepompspecialist Outes is een grote naam in China en exporteert al jaren naar Europa. Op de stand waren zowel stand alone oplossingen als totaalconcepten te zien. Deze 'All in One Heat Pump Water Heater' (3 versies) is een populair product.
GREE is geen onbekende in Nederland. Op de ISH China lieten ze o.a. deze luchtgebonden warmtepomp zien. De COP zit rond de 3.7. Ook hier aandacht voor systeemoplossingen.
Akli produceert een breed scala aan warmtepompen, deels bestemd voor de Poolse, Duitse, Franse, Engelse en Nederlandse markt. Deze ASH-55CHW/VI monoblock (15 kW) werd in 2018 gelanceerd. De COP ligt tussen de 2.5 - 4.8, afhankelijk van de buitentemperatuur.
GREE, Midea en Haier zijn de Chinese Daikins en Mitsubishi Electrics van de toekomst, volgens insiders op de beurs. Haier, mondiaal actief, laat o.a. deze nieuwe warmtepomp zien met een COP van 3.73.
Als je een Chinese fabrikant vraagt wat je moet doen om een oude woning te verduurzamen, adviseert hij je steevast om een grotere warmtepomp te kopen of elektrische bijverwarming te regelen. Over isolatie praten ze liever niet. Op de foto links een hybride oplossing van Royalstar.
Yondon produceert o.a. elektrische vloerverwarmingssystemen. Er zijn exportplannen, maar het certificeringstraject kan veeleisend zijn. Afzet regelen via Alibaba wordt voor kleinere spelers onaantrekkelijker, vanwege de stijgende kosten. Zeker als je succesvol bent.
Stiebel Eltron, Caleffi, Spirotech, Grundfos... ze zitten al jaren in China. "Vroeger was een ISH China voor 90% gevuld met Westerse standhouders, nu nog maar voor 10%", aldus Dirk Rosenberg, Managing Director van Aquatherm. “De Chinese fabrikanten komen nu onze kant op.”
Rinnai exporteert naar omringende landen en Europa. Onder andere de Q68-K Eco Smart hr-ketel is recentelijk gelanceerd.
Tsinghua Tongfang maakt laptops, maar ook ventilatie-units voor PassiefHuis gebouwen en warmtepompen. Een doorsnee warmtepomp in Nederland kost 4000 tot 5000 Euro; een Chinese warmtepomp 5000 tot 6000 Renmimbi, omgerekend 660 tot 800 euro.
Zelf een keer op onderzoek gaan om te kijken wat Chinese fabrikanten te bieden hebben? De ISH China zal in 2020 weer plaatsvinden in mei.
- mei 9, 2019
- 141 views
Werkvoorraad in de bouw blijft op zeer hoog niveau
De orderportefeuille voor de totale bouw is in maart toegenomen met één tiende maand naar 10 maanden werk. De orderportefeuilles blijven hiermee op een zeer hoog niveau. In de utiliteitsbouw nam de werkvoorraad in maart met drie tiende maand toe naar 10,2 maanden werk. De orderportefeuille in de woningbouw daalde met twee tiende maand tot 12,1 maanden werk. Voor de b&u als geheel bleef de werkvoorraad gelijk op 11,2 maanden werk.
Vier op de tien bouwbedrijven gaven aan stagnatie te ondervinden in onderhanden werk, waarbij problemen in de personeelsvoorziening de belangrijkste oorzaak vormt voor stagnatie. De productie is bij drie op de tien bedrijven in de afgelopen drie maanden toegenomen. Daarnaast beoordeelden bijna vier op de tien bedrijven hun huidige orderpositie als groot en slechts één op de tien bedrijven beoordeelt dit als klein. Bijna drie op de tien bouwbedrijven verwacht meer personeel aan te nemen in de komende drie maanden. Ruim de helft van de bouwbedrijven verwacht de prijzen in het komende kwartaal te verhogen.
Dit alles blijkt uit de conjunctuurmeting in de bouwnijverheid van april 2019 van het Economisch Instituut voor de Bouw. Deze meting wordt uitgevoerd in opdracht van de Europese Commissie. Aan de conjunctuurmeting verlenen ongeveer 250 hoofdaannemingsbedrijven met meer dan tien personeelsleden hun medewerking
- mei 8, 2019
- 162 views
Consument verwacht slimme woningen
Uit Amerikaans onderzoek komt naar voren dat consumenten in 2030 in een volledig duurzaam en slim willen wonen. 73 procent verwacht gebruik te maken van apparaten die ze met de stem kunnen activeren en op afstand kunnen monitoren. 49 procent verwacht in 2030 thuis de beschikking te hebben over een virtuele, gepersonaliseerde assistent of thuisrobot. 70 procent houdt rekening met volledig verbonden smarthomesystemen. Onder jongere en rijkere respondenten liggen de percentages nog hoger.
Dit blijkt uit het onderzoek 'City of 2030'. CITE Research voerde dit onderzoek in opdracht van Dassault Systèmes uit onder 1.000 Amerikaanse volwassenen.
Energie-efficiënter en veiliger
De respondenten zijn eensgezind over wat in 2030 de voordelen zijn van slimme woningen. Ongeveer twee derde denkt dat slimme apparaten en systemen huizen energie-efficiënter en veiliger maken. Meer dan de helft noemt toegang op afstand als een belangrijk voordeel. Onder de jongere deelnemers aan het onderzoek scoort 'personalisatie' van de woning opvallend hoog.
"Dat met name respondenten onder de 35 jaar personalisatie noemen als een belangrijk voordeel van smart homes, is iets waar de leveranciers van slimme systemen rekening mee moeten houden", zegt Tim Illingworth, Vice President Northern Europe van Dassault Systèmes. "Jongeren verwachten dat de beleving binnenshuis persoonlijker wordt. Het bevestigt dat gepersonaliseerde ervaringen een cruciaal uitgangspunt zijn voor innovatie."
Groeiende uitdagingen
De uitslag van het onderzoek vergroot de uitdagingen voor Nederlandse projectontwikkelaars en architecten. Door de stijgende vraag moeten zij in steeds hoger tempo nieuwe woningen opleveren, op een beperkt bouwoppervlak. Minister van Binnenlandse Zaken Kajsa Ollongren stelde vorig jaar dat in elf jaar tijd een miljoen nieuwe woningen nodig zijn. Tegelijkertijd legt het onderzoek de toenemende vraag naar duurzaamheid, uniciteit en kwaliteit bloot.
- mei 2, 2019
- 220 views
Ultra-Diepe Geothermie: CO2 vrije warmte voor woningen en gebouwen
In samenwerking met de Universiteit Utrecht deed HermandDeGroot ingenieurs onderzoek naar de grootste voordelen van Ultra-Diepe Geothermie (UDG) ten opzichte van alternatieve energiebronnen. Ook de effecten op de Nederlandse economie werden onderzocht. Wat kwam uit dit onderzoek naar voren?
Onze fossiele brandstoffen raken op en bij de verbranding ervan komt veel CO2 vrij, één van de grootste veroorzakers van het broeikaseffect. Daarom moeten we overschakelen op energiebronnen die niet uitgeput raken en CO2-vrij zijn: het doel van het Nederlandse concept-Klimaatakkoord is om de uitstoot van dit broeikasgas al in 2030 gehalveerd te hebben. De omschakeling naar duurzame bronnen van energie noemen we ook wel de ‘energietransitie’.
Wat is Ultra-Diepe Geothermie?
Diep onder de grond is het heel erg warm. Met Ultra-Diepe Geothermie wordt die warmte opgepompt en omgezet in CO2-vrije elektriciteit. Daarna blijft er restwarmte over met zo’n hoge temperatuur dat er gebouwen mee kunnen worden verwarmd door middel van een warmtenet. Een warmtenet kan worden vergeleken met centrale verwarming, maar dan op het niveau van een wijk of zelfs een hele stad.
Constante bron van elektriciteit en warmte
Bij duurzame energie wordt meestal eerst aan zonne-energie of windmolens gedacht. Het nadeel van deze energiebronnen is dat ze afhankelijk van het weer zijn. Ultra-Diepe Geothermie is een constante energiebron waarmee 95 procent van het jaar energie wordt opgewekt. Ter vergelijking: met windenergie kan slechts 34 procent en 26 procent (respectievelijk op zee en op land) van het jaar energie worden opgewekt en met zonne-energie zelfs maar 8,7 procent. Ook schommelingen in de vraag naar elektriciteit en warmte kunnen met UDG worden opgevangen, omdat er afhankelijk van de vraag gekozen kan worden om minder elektriciteit en meer warmte te produceren of juist andersom.
Ultra-Diepe Geothermie is CO2-vrij
De klimaatverandering die met de uitstoot van CO2 gepaard gaat brengt kosten met zich mee voor de maatschappij. Denk hierbij aan waterschade door piekbuien, het uitsterven van planten en bomen door temperatuurstijging en mislukte oogsten door extreme Powered by www.hermandegroot.nl 2/3 weersomstandigheden. Deze maatschappelijke kosten zijn in een onderzoek van het Amerikaanse Stanford University op zo’n 195 euro per ton CO2-uitstoot vastgesteld (Moore en Diaz, 2015). De opwekking van elektriciteit met UDG is CO2-vrij. De enige uitstoot van CO2 gaat gepaard met de levenscyclus van de geothermiecentrale zelf: er moeten immers putten worden geboord, de centrale moet worden gebouwd en onderhouden en uiteindelijk moet alles ooit weer gesloopt of gerenoveerd worden. De hoeveelheid CO2-uitstoot die hierbij komt kijken is echter verwaarloosbaar en kan geminimaliseerd worden door hergebruik van materialen. In vergelijking met andere elektriciteitsbronnen scoren alleen wind- en kernenergie lager op CO2-uitstoot en maatschappelijke kosten.
UDG is niet alleen een bron van elektriciteit, maar ook van warmte. Omdat deze warmte in feite een restproduct is, wordt hier geen CO2-uitstoot aan toegekend: alle CO2 die vrijkomt wordt toebedeeld aan de elektriciteitsproductie. Dit maakt UDG het enige CO2-vrije alternatief in vergelijking met andere warmtebronnen. Opvallend in de vergelijking is dat de warmtepomp, die vaak als duurzame vervanger voor de HRketel wordt genoemd, een hoge CO2-uitstoot heeft. Dit is te wijten aan het flinke elektriciteitsverbruik en het feit dat er een hoge mate van isolatie en vaak ook vloerverwarming nodig is om de warmtepomp effectief te kunnen laten verwarmen. Zowel voor elektriciteit als warmte leidt een geothermiecentrale dus tot grote besparingen in CO2-uitstoot en de daarmee gepaard gaande maatschappelijke kosten.
Onafhankelijkheid van het buitenland
Op dit moment is Nederland zeer afhankelijk van de elektriciteit uit het buitenland. Daardoor hebben we een slechte onderhandelingspositie en betalen we een hoge prijs voor elektriciteit. Deze positie zal alleen maar verslechteren als we ons moeten focussen op zon- en windenergie. Om ervoor te zorgen dat we geen energie uit het buitenland in hoeven te kopen is UDG als constante bron van elektriciteit onmisbaar.
Ook de vraag naar gas kan flink worden verlaagd dankzij UDG: met de restwarmte kunnen op grote schaal gebouwen verwarmd worden via een warmtenet. Dankzij de hoge temperatuur van de warmtetoevoer is dit ook voor minder goed geïsoleerde gebouwen een geschikte oplossing.
Beproefde methode
Ultra-Diepe Geothermie is niet nieuw, maar wordt over de hele wereld al succesvol toegepast. Een mooi voorbeeld hiervan is München, waar in 2040 de hele stad door middel van UDG van elektriciteit en warmte zal worden voorzien. De reden dat we UDG in Nederland nog niet hebben toegepast, is omdat we altijd op een aardgasbel hebben geleefd. Er was dus geen behoefte aan andere energiebronnen. Maar nu we overstappen op duurzame bronnen zonder CO2-uitstoot, is het tijd om Ultra-Diepe Geothermie ook in Nederland te introduceren.
De klok tikt door…
Het streven van het Nederlandse concept-Klimaatakkoord is dat al in 2030 minstens 70 procent van de elektriciteit uit duurzame bronnen wordt opgewekt en dat de CO2-uitstoot met 49 procent is verminderd. UDG heeft een grote potentie voor de omschakeling naar duurzame en CO2-vrije energie: het kan een relatief zeer grote bijdrage aan de nationale elektriciteits- en warmtebehoefte leveren, aangevuld met andere duurzame bronnen als waterstof, restwarmte en biomassa. Waar wachten we nog op?
- april 30, 2019
- 275 views
De weg naar de juiste BIM-strategie
Building Information Modelling (BIM) ligt op ieders lippen in de bouwsector. Maar bij nader inzien is deze term enigszins misleidend. Gaat het hier echt alleen maar om ’modelleren’? Eigenlijk bestrijkt het modelling-onderdeel van de afkorting niet alle aspecten van BIM. Vooral bij de ontwikkeling van een BIM-strategie is het belangrijk om dit te beseffen. Een alomvattende implementatiestrategie ontwikkelen is alleen mogelijk op basis van een juiste definitie van de term BIM.
Auteur: MSc. Sven-Eric Schapke, Directeur BIM/PLM bij think project!
BIM wordt steeds meer de standaard voor internationale en nationale bouwprojecten. De omschakeling naar de BIM-werkwijze is dan ook een belangrijke stap om de concurrentie voor te blijven. De voordelen liggen voor de hand: bouwbedrijven profiteren van een verbeterde planningskwaliteit en het naleven van kosten en deadlines. Maar hoe implementeren bedrijven op een succesvolle manier een BIM-strategie om deze voordelen daadwerkelijk te benutten?
Meer dan 3D en software
Alvorens in te gaan op de concrete planning van een BIM-implementatie, is het belangrijk dat dit proces gebaseerd is op het juiste begrip van BIM. Building Information Modelling wordt vaak gelijkgesteld met 3D-planning. Maar dit alleen dekt niet alles. Bedrijven kunnen BIM ook inzetten om aanvullende informatie, zoals productie-informatie voor bouwelementen of materiaaleigenschappen, toe te wijzen aan een 3D-model. Als tijd en kosten worden meegerekend, worden modellen gemaakt met een veel grotere diepgang van informatie over de gehele levenscyclus van het project. Daarnaast is BIM een methodologie die gebruikt kan worden om verschillende soorten informatie in een bouwproject te organiseren. Het doel is om al deze relevante informatie gemakkelijk toegankelijk en verspreidbaar te maken voor alle projectleden in alle bedrijven. Dit aspect van transparantie en digitaal informatiebeheer is de echte toegevoegde waarde van BIM. Bovendien kunnen al deze geregistreerde gegevens automatisch worden geïnterpreteerd. Dit maakt het mogelijk om sneller, beter en eerder beslissingen te nemen tijdens het bouwproces of al in de planningsfase.
BIM = infrastructuur en processen
BIM is vooral gericht op de omgang met gewijzigde informatie. Daarom is ’Building Information Management’ een bijzonder geschikte definitie. BIM heeft invloed op de structurele en procedurele organisatie van het bouwproject. Maar ook op de toekenning van plannings- en constructiediensten en op de inhoud van de contractuele voorschriften. Er valt dus al in de eerste fasen van een project veel te winnen met BIM. In de voorbereidende fasen leg je namelijk al de basis voor een succesvolle verwerking van BIM-projecten. Dit heeft gevolgen voor de ontwikkeling van een BIM-strategie. Werken met BIM betekent namelijk dat bedrijven gebruik moeten maken van noodzakelijke digitale infrastructuur en een proces op gang moeten brengen dat samenwerking in projecten mogelijk maakt. Dit omvat het definiëren van de doelstellingen, organisatiestructuren, verantwoordelijkheden en technische afspraken voor een specifiek project.
De dimensies van een BIM-strategie
Wat hebben bedrijven precies nodig als ze voor BIM kiezen? Waarop moeten ze letten, wat moeten ze vooraf definiëren? Allereerst zijn een duidelijke strategie en definitie van de eisen absoluut noodzakelijk. Daarnaast vereist een dergelijke ingrijpende digitale transformatie niet alleen technologische maar ook veranderingen in de bedrijfscultuur. De veranderingen moeten plaatsvinden op verschillende bedrijfsniveaus: op procesniveau (de diensten en workflows), op data- en technologisch niveau en op menselijk niveau. Dat laatste wil zeggen in de sociale structuur van het bedrijf en in het persoonlijke werkgedrag.
Mensen en regels
Digitalisering en de invoering van BIM leiden niet alleen tot de introductie van nieuwe tools, maar ook tot nieuwe vormen van samenwerken. Dit betekent dat er bijbehorende nieuwe regels moeten komen, die gezamenlijk moeten worden opgesteld. Communicatie en directe participatie van werknemers in de besluitvorming zijn belangrijke managementtaken om wantrouwen en angst te verminderen en enthousiasme voor verandering op te wekken. Even belangrijk is de kwalificatie van werknemers. Om Building Information Management succesvol toe te passen, moeten onder andere de volgende vragen worden beantwoord:
• Wie is verantwoordelijk voor de informatiesoevereiniteit?
• Wie is de eigenaar van de auteursrechten op de gecreëerde projectinformatie en wie is er verantwoordelijk voor?
• Hoe kan de medewerking van alle projectleden worden gewaarborgd?
• Beschikken alle projectleden over de benodigde kennis en hebben ze voldoende informatie voor succesvol BIM-projectwerk?
• Heeft het bedrijf een BIM-coördinator of een volledige personeelsafdeling nodig voor de implementatie en realisatie?
Processen
Een ander belangrijk niveau voor een BIM-strategie is de organisatie van bedrijfs- en projectprocessen. Dit komt omdat ongestructureerde processen niet automatisch door digitalisering een doelgerichte structuur krijgen. Daarom is het noodzakelijk om in de eerste fase de processen van het bedrijf te verwerken. Zo worden tekortkomingen, maar ook mogelijk nieuwe problemen die zijn veroorzaakt door ongestructureerde of ongedefinieerde processen, geïdentificeerd.
Op basis hiervan is het mogelijk om de noodzakelijke processen voor het werken met BIM vast te leggen. Dit moet een vlotte doorstroming van informatie en een gecoördineerde samenwerking tussen alle projectleden garanderen. De volgende vragen helpen om deze noodzakelijke processen te definiëren:
• Hoe worden de (deel)bouwmodellen van de verschillende vakgebieden gecoördineerd?
• Wie controleert de kwaliteit van de inhoud van het model en hoe kunnen deze worden vrijgegeven?
• Wie is betrokken bij de creatie van gegevens en hoe? Waar bevindt zich de gegevensoverdracht – en naar wie gaan welke gegevens, en in welke stap?
• Is voldaan aan de normen voor informatiebeheerprocessen (ISO 19650)?
Data
Het bouwen van informatiemodellering leidt tot een enorme hoeveelheid aan data. Deze gegevens, vooral wanneer bedrijven de kosten en tijd (4D- of 5D-modellen) meenemen, moeten allemaal op dezelfde manier worden beheerd. Bij het werken met verschillende soorten informatie en gegevens uit verschillende bronnen zijn er een aantal punten waarmee bedrijven rekening moeten houden om zo effectief mogelijk gebruik te kunnen maken van Building Information Management:
• De informatie- en gegevensvereisten moeten nauwkeurig worden gedefinieerd, zodat alle projectleden weten wat ze moeten aanleveren. Deze zogenoemde klantinformatie-eisen (AIA) kunnen zowel functionele als gedetailleerde eisen voor individuele modelelementen (Model View Definition, MVD) omvatten.
• Om Building Information Management goed te laten werken, moeten alle gebruikers kunnen vertrouwen op open uitwisselingsformaten (zoals IFC of BCF). Dit is de enige manier om te zorgen dat alle betrokkenen alle gegevens kunnen gebruiken.
Technologie
Investeringen in een veilige en flexibele IT-infrastructuur vormen de basis van alle digitaliseringsinspanningen, waaronder BIM. Omdat er echter meer is dan één soort BIM-software, moet er een fundamenteel onderscheid worden gemaakt tussen verschillende typen software:
• Software om BIM-informatie (authoring tools) te ontwikkelen
• Software om BIM-informatie te coördineren en te testen (BIM-testtools)
• Software om BIM-informatie te hergebruikenin verschillende toepassingsgebieden (analyse- en simulatiesoftware)
• Software voor het beheer van BIM-informatie en projectsamenwerking
Het laatste type software heeft betrekking op een BIM-gebaseerde Common Data Environment (CDE). Een CDE is een digitaal projectplatform waarop alle projectinformatie wordt verzameld, beheerd en verspreid. Een CDE zorgt ervoor dat elke stakeholder altijd de nieuwste BIM-modellen en -documenten bij de hand heeft tijdens het project en toegang heeft tot alle belangrijke, aanvullende informatie. Met behulp van een CDE wordt alle informatie centraal verzameld en georganiseerd. Hierdoor kunnen bedrijven gestandaardiseerde processen definiëren en kunnen ze fouten in het informatiebeheer of communicatieproblemen tussen projectleden aanzienlijk verminderen.
Conclusie
Het is duidelijk: BIM is méér dan alleen maar modelleren. Het gaat om een nieuwe manier van samenwerken. BIM zorgt voor gestructureerd en transparant data- en informatiebeheer wat betere en effectievere samenwerking tussen projecten stimuleert – zelfs over de bedrijfsgrenzen heen. Vandaar mijn aanbeveling: laten we het hebben over Building Information Management en dit gebruiken als basis voor de ontwikkeling van een passende en alomvattende BIM-strategie.
- april 26, 2019
- 228 views
Drie jaar langer salderen
Techniek Nederland is enthousiast over de verlenging van de salderingsregeling voor zonnepanelen. Doekle Terpstra, voorzitter van de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, denkt dat het besluit van minister Wiebes een stimulans zal zijn voor consumenten en bedrijven om méér daken te voorzien van zonnepanelen. “Consumenten en ondernemers hebben nu de zekerheid dat ze hun investering zullen terugverdienen. Dat is belangrijk, want zonne-energie speelt een cruciale rol in de energietransitie.”
Minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat en staatssecretaris Snel van Financiën maakten gisteren bekend dat eigenaren van zonnepanelen de stroom die ze opwekken tot 2023 volledig kunnen aftrekken van hun eigen verbruik. Dat is drie jaar langer dan aanvankelijk in het regeerakkoord was afgesproken. Ook na 2023 zullen eigenaren van zonnepanelen nog een vergoeding krijgen voor de terug geleverde stroom, maar het belastingvoordeel wordt dan geleidelijk afgebouwd. De regering besluit op een later moment hoe die afbouw in zijn werk zal gaan. Naar verwachting zal het fiscale voordeel in 2030 tot nul zijn teruggebracht.
Nog veel daken onbenut
De salderingsregeling heeft sterk bijgedragen aan het grote succes van zonne-energie in Nederland. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland denkt dat de verlengde salderingsregeling voor nieuwe groei zal zorgen: “Al meer dan een miljoen huishoudens hebben zonnepanelen op hun dak, maar de potentie is nog veel groter. Er zijn nog veel daken zonder zonnepanelen en ik denk dat daar de komende tijd snel verandering in komt.”
Terugverdientijd blijft zeven jaar
De gemiddelde terugverdientijd van zeven jaar op de investering in zonnepanelen blijft overeind, óók voor panelen die de komende tijd worden geplaatst. Woningeigenaren, verhuurders, scholen, sportverenigingen en bedrijven weten daardoor waar ze aan toe zijn. Techniek Nederland kan zich ook vinden in de stapsgewijze afbouw van de salderingsregeling die daarna zal plaatsvinden.
Opslag van zonnestroom
Omdat de overheidssubsidies na 2023 afnemen, kan de zonne-energiesector uiteindelijk zelfstandig verder. Tegelijkertijd wordt het voor eigenaren van zonnepanelen interessant om de opgewekte zonnestroom zoveel mogelijk zelf te gebruiken. Bijvoorbeeld door apparaten in te schakelen en de elektrische auto op te laden op momenten dat de zon veel elektriciteit levert. Daarnaast zal de opslag van zonnestroom meer aandacht krijgen. Techniek Nederland vindt dan ook dat de overheid op termijn energieopslag via thuisbatterijen aantrekkelijk zou moeten maken.
- april 26, 2019
- 137 views
Huidige salderingsregeling voor zonnepanelen tot 2023 geldig
De huidige salderingsregeling voor zonnepanelen blijft tot 1 januari 2023 geldig. Dit meldt het ministerie van Financiën. De regeling maakt het voor particulieren financieel aantrekkelijk te investeren in zonnepanelen. Bij het salderen wordt de stroom die particulieren met hun panelen opwekken verrekend met de stroom die wordt verbruikt. De regeling zou eigenlijk al veel eerder verdwijnen.
Het ministerie wil nu het voordeel dat huishoudens ontvangen op hun energiebelasting elk jaar verlagen vanaf 2023. Dit voordeel wordt uiteindelijk nihil. De particulier ontvangt alleen nog een vergoeding van de energieleverancier voor de terug geleverde zonnestroom. Het ministerie geeft aan dat dit in 2031 het geval zal zijn.




