• april 5, 2019
  • 141 views
Extra aandacht voor ouderen in installatiebranche

Nu het capaciteitstekort schrikbarende vormen aanneemt, is de 55-plusser meer dan ooit in trek. “Het is alle hens aan dek”, stelde Rob Witjes gisteren in Cobouw, het dagblad voor de bouwwereld. Hij is hoofd arbeidsmarktinformatie van het UWV. “Het personeelstekort in de bouw is zó groot, dat leeftijd een steeds minder belangrijke rol speelt.” Volgende week gaan de cao-onderhandelingen voor de installatiebranche van start. Techniek Nederland wil zich inzetten voor de positie van ouderen.

Voorzitter Doekle Terpstra: “Het is goed nieuws voor ouderen dat zij in toenemende mate kans hebben op een baan in de techniek. Dit toont aan dat  technisch dienstverleners en installateurs zien dat deze groep grote toegevoegde waarde heeft voor hun bedrijf. Ze hebben ervaring, een grote dosis kennis en zijn niet snel van hun stuk te brengen. Ze hebben veel inzicht; dat helpt bij het uitvoeren van complexe projecten. In de ketensamenwerking komen hun autoriteit en communicatieve vaardigheden prima van pas. Veel werkgevers hebben wellicht te lang onderschat dat het veel voordelen biedt om ouderen in dienst te hebben. In onze sector is dat besef er in toenemende mate. Bedrijven kunnen daarbij wel ondersteuning gebruiken.”

Volgens Terpstra doet Techniek Nederland er veel aan om het aantrekken van oudere werknemers aantrekkelijk te maken voor werkgevers. “Samen met de vakbonden werken we hard aan duurzame inzetbaarheid; we willen dat ouderen vitaal de eindstreep kunnen halen. In de cao-onderhandelingen die volgende week van start gaan, is dit wat ons betreft een belangrijk onderwerp.”De bestuursvoorzitter van de technische sector ziet voor oudere werknemers ook mogelijkheden om het grote tekort aan techniekdocenten te verminderen. “Wat ons betreft worden hybride docenten de norm. Hybride docenten zijn professionals die een deel van de week actief zijn in de snel veranderende bedrijfsomgeving en een deel van de week voor de klas staan. Dat is boeiend voor de betreffende werknemers en goed voor de sector.”

  • april 4, 2019
  • 138 views
Verdere groei bouw ondanks capaciteitstekorten en afvlakkende economie

Als gevolg van een tekort aan personeel kan de bouw de grote vraag naar woningen en utiliteitsgebouwen nauwelijks aan. De afvlakkende economische groei remt daarnaast de groei van de (bedrijfs)investeringen, waardoor de utiliteitsbouwproductie in de komende jaren minder hard groeit dan in de afgelopen jaren. Door een stijgende arbeidsproductiviteit is er toch ruimte voor een bescheiden groei van de bouwproductie. BouwKennis gaat in haar meest recente raming uit van een woningbouwproductie van 67.500 nieuwbouwwoningen in 2019, 69.000 in 2020 en 70.000 in 2021. De utiliteitsbouw komt naar verwachting in 2019 uit op € 4,075 miljard. In de jaren daarna groeit de utiliteitsbouw verder naar ongeveer € 4,25 miljard in 2020 en ruim € 4,5 miljard in 2021.

Ondanks de grote vraag naar woningen en de nog altijd oververhitte woningmarkt, zal de woningbouwproductie in 2019 minder hard groeien dan in de afgelopen jaren. Belangrijkste oorzaak is het tekort aan personeel bij uitvoerende partijen in de bouw. Dat de vergunningverlening niet verder doorgroeit, lijkt hier een reactie op te zijn. Nieuwe bouwprojecten kunnen veelal niet direct ten uitvoer gebracht worden en belanden ‘op de plank’ bij aannemers. Het gevolg is dat de orderportefeuille van woningbouwers momenteel snel verder vol loopt. De huidige werkvoorraad is daarnaast een stuk groter dan tijdens de vorige piek vlak voor het uitbreken van de crisis. Capaciteitsproblemen bij fabrikanten zorgen voor schaarste en flinke prijsstijgingen van bouwmaterialen. Daardoor rijzen de verkoopprijzen van nieuwbouwwoningen momenteel de pan uit. Ook bij gemeentes lijkt er weinig aangelegen om de woningbouwproductie verder te stimuleren. Zo daalden de investeringen in grond en het bouw- en woonrijp maken in 2018 juist ten opzichte van het jaar ervoor, terwijl er wel flink meer winst gemaakt werd op de grondexploitatie.

Plafond bereikt
Nadat er in 2018 bijna 66.000 nieuwbouwwoningen opgeleverd werden, bereikt de woningbouw in 2019 voorlopig het plafond. Het personeelstekort bij uitvoerende partijen in de bouw remt de woningbouwproductie in de komende jaren af. Als gevolg van procesverbeteringen door prefab, BIM en standaardisering stijgt de arbeidsproductiviteit en is er ruimte voor een bescheiden groei in de komende jaren. BouwKennis gaat ervan uit dat de woningbouwproductie in 2019 doorgroeit naar 67.500 nieuwbouwwoningen. Ook in de jaren daarna groeit de productie verder, naar 69.000 opgeleverde nieuwbouwwoningen in 2020 en 70.000 nieuwbouwwoningen in 2021.

Teruglopende groei van bedrijfsinvesteringen
In de komende jaren vlakt de economische groei sneller af dan waar eerder vanuit gegaan werd. Een belangrijke oorzaak hiervan is de teruglopende groei van bedrijfsinvesteringen. Doordat bedrijven minder investeren loopt ook de vraag naar nieuwe utiliteitsgebouwen terug. De forse groei van utiliteitsbouw in de afgelopen twee jaar, is nagenoeg volledig toe te schrijven aan bedrijfshallen en distributiecentra. Na 2019 wordt de groei breder gedragen. Dit komt enerzijds door een aantrekkende budgetsector (zorg en onderwijs) en anderzijds door de ruimte voor verdere groei die er nog is voor distributiecentra. Daarmee verschuift de groeifocus binnen de utiliteitsbouw langzaam van de marktsector naar de budgetsector. In omvang blijft de marktsector echter wel aanzienlijk groter dan de budgetsector. De utiliteitsbouw groeit in 2019 met 4% naar een waarde van € 4,075 miljard, in 2020 naar € 4,245 miljard (+4,3%) en in 2021 naar € 4,525 miljard (+6,5%).

  • april 4, 2019
  • 141 views
Waterstof als opslagmiddel voor warmte en elektriciteit

Het Belgische bedrijf Solenco heeft een opslagsysteem ontwikkeld voor warmte en elektriciteit door gebruik te maken van waterstofgas als opslagmiddel. Het betreft een slim energiesysteem, zo groot als een koelkast, dat gebruik maakt van het overschot aan elektriciteit dat zonnepanelen produceren en splitst water in waterstof en zuurstof. De waterstof wordt als gas opgeslagen in een tank en naar de zogenoemde Powerbox geleid op de momenten dat zonnepanelen te weinig energie produceren. De box zet dit gas om in stroom en warmte voor verwarming en sanitair water.

De Powerbox is er in vermogens van 1 kW tot 10 kW. De hoeveelheid waterstofgas die daaruit voortkomt is 5 kWh tot 1800 kWh. Per huis zijn er 24 flessen nodig (40 centimeter bij 150 centimeter) om de waterstof op te kunnen slaan.

De Powerbox wordt op dit moment in de praktijk getest op het Duitse Waddeneiland Borkum in een proefwoning. Het project kreeg daarvoor Europese subsidie. Bouwbedrijf Broekman, uitgeroepen tot de meest duurzaamste bouwer, gaat de powerbox al toepassen in nog te bouwen energieneutrale huizen in Wilhelminaoord. Hiervoor wordt subsidie aangevraagd bij de provincie en het Rijk. Het gaat om twee autarkische koloniewoningen. Het zijn woningen die zonder water, zonder riolering en zonder elektra gebouwd zullen worden.

 

  • april 4, 2019
  • 161 views
Domotica heeft nog enorm groeipotentieel

Het wordt tijd om de digitale en fysieke producten in woningen te combineren op een manier die toegevoegde waarde creëert. Dat is de uitkomst van het rondetafelgesprek, geïnitieerd door Grohe, Miele en Viessmann, tijdens het ISH-evenement afgelopen maand in Frankfurt.

Tijdens het Intelligent Living Summit stelden Michael Rauterkus (Grohe CEO), Dr. Axel Kniehl (Miele Executive Director) en Max Viessman (Viessman CEO) gezamenlijk vast dat de consument tastbare resultaten verwacht met onder meer besparing op energie en kosten. Het marktpotentieel is enorm: tegen 2030 zullen het aantal sensoren en apparaten die zijn aangesloten op het internet naar verwachting toenemen van 21 miljard in 2018 tot ongeveer 125 miljard wereldwijd, blijkt uit onderzoek van Juniper Research (2019).

Sterk team
"Samen zijn we een sterk team, want we streven allemaal naar een hoger doel: het ontwikkelen van nieuwe en baanbrekende oplossingen in en rondom woningen voor de komende generaties. Voor Viessmann heeft vermindering van de CO2-uitstoot de hoogste prioriteit", zegt Max Viessmann. Wanneer iemand zijn of haar verwarmingssysteem vervangt door een moderne oplossing van Viessmann, verbetert diegene de CO2-balans van zijn of haar huishouden met gemiddeld één ton per jaar.

Waterlekkages voorkomen
"Twee jaar geleden introduceerden Grohe het Sense-systeem om waterlekkages te detecteren en schade te voorkomen. Inmiddels werken we samen met meerdere verzekeringsmaatschappijen om duizenden klanten van apparaten te voorzien, waardoor de hoge kosten van waterschade worden gereduceerd”, zegt Michael Rauterkus. Grohe introduceerde onlangs ook de Blue Connected series. Hiermee bedien je de Blue Home-kraan met de smartphone app voor optimaal gebruiksgemak, stel je de taphoeveelheid in en monitor je je waterverbruik. Bovendien laat het weten wanneer de filter of Co2 vervangen moet worden, en bestelt het automatisch nieuwe. Dit nieuwe product combineert gemak en plezier op duurzame wijze. De verandering die we hebben ondergaan de laatste jaren is enorm. Ik besteed nu net zo veel tijd aan de digitale business van Grohe als aan de traditionele bedrijfssectoren. Daarbij is luisteren, openstaan voor andere ideeën, ervaringen en meningen cruciaal.”

Gebruikerservaringen
"De toekomst van Intelligent Living is niet enkel het ontwikkelen van uitstekende producten, maar ook het creëren van ervaringen voor de gebruikers. Digitalisering levert hier een onmisbare bijdrage aan", zegt Axel Kniehl. "Voor nieuwe producten en diensten moet de focus liggen op de voordelen voor de klant, waarbij eenvoud het uiteindelijke doel is. De software op alle nieuwe apparaten kan volledig worden bijgewerkt via Remote Service, zodat nieuwe functies kunnen worden toegevoegd en bewezen programma's verder kunnen worden geoptimaliseerd.”

 

 

  • april 3, 2019
  • 134 views
Praktijkrichtlijn ‘Telling Legionella in water’ gepubliceerd

NEN heeft de Nederlandse praktijkrichtlijn ‘NPR 6278 - Water - Toelichting bij de telling van Legionella volgens NEN-EN-ISO 11731’ gepubliceerd. Deze richtlijn beschrijft naast de telling, ook het nader identificeren van Legionella verdachte kolonies op grond van hun verschijningsvorm.

De richtlijn, NPR 6278:2019, behandelt een aantal onderwerpen ter toelichting op de beschreven methoden in de norm NEN‐EN‐ISO 11731:2017 voor de telling van Legionella in water. Deze ISO-norm heeft een Nederlands voorwoord, waarin de aanpassingen die gelden voor de Nederlandse situatie worden weergegeven. Deze aanpassingen zijn van toepassing op het onderdeel ‘monstername’. Sinds 1 januari 2019 verwijst de Regeling legionellapreventie in drinkwater en warm tapwater van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat voor het nemen en analyseren van monsters ook naar NEN-EN-ISO 11731.

Uitkomsten Legionella-workshop: de basis voor NPR 6278
Ter voorbereiding van het opstellen van deze NPR vond de workshop ‘Legionella: van NEN 6265 naar NEN-EN-ISO 11731’ plaats. Een deel van deze dag stond in het teken om van de deelnemers te horen voor welke onderwerpen uit NEN EN ISO 11731 meer toelichting nodig was. De workshop vormde de basis voor het opstellen van NPR 6278 door de normsubcommissie ‘Microbiologische parameters’, onder leiding van drie projectleiders (Bureau de Wit-Eurofins, Kiwa Inspection & Testing en Vitens).

Legionella in water
Onderzoek naar de aanwezigheid van Legionella in water wordt uitgevoerd omdat het, vooral bij personen met een verminderde weerstand, longontsteking of Ponticac-koorts (legionellose) kan veroorzaken. Dit komt door zogenaamde aerosolvorming van water besmet met Legionella. Daarnaast vormt drinkwater met Legionella een verhoogd risico voor mensen die zich regelmatig verslikken.

  • april 3, 2019
  • 126 views
Kostenneutraal verduurzamen van eigen woning

Op 1 mei a.s start een pilot om woningeigenaren te ontzorgen bij de verduurzaming van de eigen woning, inclusief een woninggebonden financiering. Deze integrale verduurzamingsoplossing is door De Woonpas ontwikkeld in samenwerking met de Erasmus Universiteit en TNO met als doel verduurzaming voor iedere woningbezitter haalbaar en betaalbaar te maken.

De oplossing combineert een woninggebonden financiering met de volledige ontzorging van de woningeigenaar in de uitvoering van de verduurzaming. De betaalbaarheid wordt geborgd doordat de investering wordt bekostigd uit de besparing op de energielasten. De woningeigenaar kan daarmee verduurzamen zonder hiervoor een bedrag op tafel te hoeven leggen.

Aflossen met gemeentelijke baatbelasting
De financiering van de verduurzamingsmaatregelen wordt verstrekt op basis van de vooraf gecalculeerde besparing op de energierekening en niet op basis van de leencapaciteit van de woningeigenaar. De aflossing van de financiering is in lijn met de economische en technische levensduur van de uitgevoerde verduurzamingsmaatregelen. De aflossing loopt via de Gemeentelijke Baatbelasting. De woningeigenaar gaat hiervoor een overeenkomst aan met de gemeente. Deze oplossing zorgt er voor dat de financiering voor iedere woningeigenaar toegankelijk is. Bovendien is de financiering overdraagbaar bij verkoop van de woning. De toekomstige woningeigenaar neemt de eventueel resterende betalingstermijnen over. De huidige woningeigenaar loopt daardoor geen investeringsrisico.
BNG Bank is de beoogde financier van de woninggebonden financiering. Met Energiefonds Overijssel zijn de voorbereidingen in een vergevorderd stadium om een garantiefonds in te richten. Hiermee wordt het kredietrisico volledig afgedekt. Gemeenten kunnen dan ook zónder risico en zónder balansverzwaring deelnemen.

Zorgeloos verduurzamen
Woningeigenaren die hun woning willen verduurzamen, kunnen kiezen uit de verduurzamingsmaatregelen die specifiek voor hun woning worden voorgesteld op basis van een calculatie vooraf en inspectie ter plaatse. Het betreft de zogeheten ‘no-regret’ maatregelen (waaronder bijvoorbeeld isolatie en zonnepanelen) die alle woningeigenaren in de komende jaren zullen moeten nemen om ‘van het gas af mogelijk te maken.
Voor de uitvoering van de verduurzamingsmaatregelen wordt samengewerkt met (lokale) uitvoerders die een samenwerking aangaan met De Woonpas. Deze laatste draagt zorg voor de planning en ziet toe op de kwaliteit van de uitvoering. De woningeigenaar ontvangt van De Woonpas een garantie op de energieprestatie van de getroffen maatregelen.

 

 

 

 

  • april 2, 2019
  • 120 views
“Brandstofcel micro-WKK heeft toekomst”

Tijdens de Hannover Messe deze week en de recente ISH beurs, nam de brandstofcel micro-warmtekrachtkoppelingssector (brandstofcel micro-WKK) van de gelegenheid gebruik om het potentieel van deze technologie te onderstrepen. Het vijfjarige Europese PACE-project dat door de Fuel Cells and Hydrogen Joint Undertaking gefinancieerd wordt, denkt een doorbraak te kunnen zijn voor de verspreiding van deze technologie.

Brandstofcel micro-WKK laat huishoudens en kleine ondernemingen toe om op een efficiënte manier tegelijkertijd warmte en electriciteit te genereren. Het doel van het PACE-project is om tegen 2021 minstens 2.800 brandstofcel micro-WKK-eenheden geplaatst te hebben in tien Europese landen. Met 1.391 verkochte eenheden is het project op schema.

Momenteel zijn er bijna 10.000 brandstofcel micro-WKK-eenheden verdeeld over Europa.  “We willen iedereen eraan herinneren dat deze splinternieuwe technologie bestaat, een enorm potentieel heeft, en in heel Europa wordt ingezet,” zegt Hans Korteweg, Managing Director van COGEN Europe.

Er is een groeiende belangstelling van commerciële eindgebruikers en huishoudens in Nederland voor brandstofcel micro-WKK. Ondanks het grote marktpotentieel heeft de Nederlandse overheid echter het initiatief genomen om woningen en bedrijven af te sluiten van het gasnet, waardoor investeringen in brandstofcel micro-WKK onrendabel worden. “De fabrikanten zijn ervan overtuigd dat er een mooie toekomst op deze technologie staat te wachten en zijn reeds bezig met het lanceren van nieuwe en verbeterde eenheden. Dit heeft op zijn beurt de aandacht getrokken van politici, de toeleveringsketen en eindgebruikers over heel Europa. Omdat het product hoogst efficiënt is, zien deze eindgebruikers dit ook als een technologie die de CO2-uitstoot gevoelig vermindert, en stikstofoxiden, zwaveloxiden en fijnstof zelfs bijna helemaal buiten spel zet,” vervolgt Hans Korteweg.

“Europese huishoudens zijn meer en meer geïnteresseerd in duurzamere en klimaatvriendelijkere energieoplossingen voor hun woning. Dat maakt onze technologie aantrekkelijk,” zegt Hans Korteweg. “Bovendien is in landen waar elektriciteit duur is, je eigen elektriciteit en warmte genereren met een brandstofcel micro-WKK eenheid erg interessant voor de portemonnee.”

Het PACE-project brengt de vijf grootste Europese leveranciers (BDR Thermea, Bosch, SOLIDpower, Sunfire and Viessmann) samen en focust op particuliere woningen en kleine ondernemingen. Deze fabrikanten worden gesteund door vier partners die elk hun specifieke expertise aanleveren. Deze partners zijn COGEN Europe, DTU, Element Energy en EWE. Deze partners vertegenwoordigen de nutssector, federaties, de consultancy-sector en de onderzoeksgemeenschap.

  • april 2, 2019
  • 120 views
Nieuwe opleiding voor technische experts grootkeuken

Er komt nieuwe grootkeukentechniekopleiding voor het mbo. Beide zijn ontwikkeld om zowel jongeren als zij-instromers enthousiast te maken voor dit specialisme. De zij-instromers kunnen zich laten omscholen tot expert in de grootkeukentechniek in een vierdaagse cursus. Daarnaast gaat ROC Midden Nederland grootkeukentechniek als keuzedelen aanbieden bij bestaande BBL-installatietechniek opleidingen voor nieuwe instromers.

Het tekort aan goed opgeleide medewerkers is een van de grootste bedreigingen voor de toekomst van de technologische industrie van ons land. Zo vertelt Bart Jasperse (voorzitter NVLG): “Zodra er ook maar één servicemonteur ziek is stopt de gehele business. Dit is enorm lastig schakelen voor iedereen binnen de branche. Ik moedig iedereen binnen de sector met deze reden aan hier verantwoordelijkheid in te nemen.”
Hanneke Ackermann (programmamanager Onderwijs en Arbeidsmarkt FME) ondersteunt dit: “Deze opleiding is een schoolvoorbeeld van hoe de samenwerking tussen het onderwijs en bedrijfsleven zou moeten zijn”. Ackermann vertelde tijdens de lancering over het belang van goed opgeleid personeel. Het voortbestaan van de technologische industrie in Nederland hangt voor een groot deel samen met de beschikbaarheid van gekwalificeerde technici. FME maakt zich hier dagelijks hard voor en stimuleert bedrijven en branches om samen te werken met het onderwijs door bijvoorbeeld certificaten en modules aan te bieden.

Expert in de Grootkeukentechniek
De opleiding ‘Installeren’ brengt leerlingen in de wereld van apparatuur en installaties voor professionele grootkeukens. Zij maken kennis met het leveren, plaatsen, installeren van specifieke grootkeukenapparatuur bij gebruikers die in totaal miljoenen maaltijden per dag produceren. De opleiding Grootkeukenapparatuur ‘Onderhoud & Service’ is een vervolg op de installatie opleiding en leert leerlingen alles over het preventief en correctief onderhoud. Met het behalen van het certificaat is een monteur in staat om zelfstandig service te verlenen en storingen van grootkeukenapparaten te verhelpen. De opleidingen starten op basis van een open inschrijving en zijn gedurende het jaar te volgen.

Meer informatie is te vinden op: www.grootkeukenopleiding.nl

  • april 1, 2019
  • 121 views
Warm water als ‘simpel product’ bij warmtenetten”

Marnix Norder, voorzitter van Aedes, landelijke vereniging van woningcorporaties, wil dat woningcorporaties bij aansluiting op een warmtenet simpelweg een product kunnen afnemen. “Gewoon warm water met daarbij een prijs. Het zou erg helpen als er voor iedere wijk die aangesloten wordt op het warmtenet niet drie jaar lang onderhandeld hoeft te worden, maar er modelcontracten komen. Een afvinklijstje waardoor het eenduidig wordt. Dat kan echt helpen om te versnellen en om kosten te besparen voor zowel corporaties als voor eigenaren van warmtenetten.”

Norder onderstreept dat woningcorporaties een grote rol spelen bij de energietransitie. Echter geeft hij ook aan dat het voor hen steeds moeilijker wordt gemaakt om daarin te investeren vanwege de toenemende heffingen die het Rijk hen oplegt. Hieruit kan geconcludeerd worden dat tot de overheid dit spanningsveld voor woningcorporaties wegneemt, de markt op deze realiteit zal moeten inspelen om de energietransitie te versnellen. Hoe? Door oplossingen aan te bieden welke aansluiten op de behoeftes van woningcorporaties. Versimpeling staat hierbij centraal, kijkend naar de suggesties van Norder om warmte af te nemen als product en te werken met modelcontracten voor aansluitingen.

Norder: “Ik vind het niet logisch dat risico's van de aanleg van warmtenetten bij woningcorporaties gelegd worden. Eigenaren van warmtenetten zijn de leverancier, leg daar dan ook de financiële risico's, of vanwege het grote belang om snel te verduurzamen, desnoods bij het Rijk. En bovendien denk ik dat warmtenetten gebaat zijn bij meer marktwerking.”

Het volledige interview met Marnix Norder is hier te lezen

  • april 1, 2019
  • 143 views
Essent zoekt 1.500 monteurs voor verduurzamen woningen en gebouwen

De servicebedrijven van Essent zien een sterke groei in de vraag naar zonnepanelen, isolatie en warmtepompen. Om aan die vraag te voldoen, hebben zij in de aankomende drie jaar zeker 1.500 vakmensen nodig. De invulling van het klimaatakkoord zal leiden tot een nog grotere vraag naar verduurzamingsmaatregelen. Om haar servicebedrijven aan voldoende personeel te helpen, start Essent een wervingscampagne voor monteurs.

De servicepartnerbedrijven van Essent merken dat hun klanten steeds vaker kiezen voor zonnepanelen, aanvullende isolerende maatregelen of warmtepompen. De groei wordt bevestigd door onderzoeksbureau GFK. Zij becijferde dat in 2018 140.000 huishoudens kozen voor zonnepanelen, bijna 600.000 huishoudens (aanvullende) isolerende maatregelen hadden genomen en 66.000 huishoudens kozen voor een warmte pomp. Honderdduizenden huishoudens zeggen te overwegen een van bovengenoemde producten aan te schaffen.

Sander Leenders, algemeen directeur servicepartnerbedrijven bij Essent: "Door het Klimaatakkoord neemt de nu al grote vraag naar het verduurzamen van woningen en gebouwen zeker toe. Dat is een fantastische ontwikkeling, maar alleen al onze servicebedrijven hebben 1.500 vakmensen in de aankomende drie jaar nodig. Zonder vakmensen gaat Nederland de doelstelling van 49% CO2 reductie in 2030 niet halen."
Essent wil aan het behalen van die klimaatdoelstellingen bijdragen door haar klanten te helpen hun CO2 uitstoot per 2025 met 20% terug te brengen. En daar heeft zij vakmensen voor nodig.

Eigen campagne
Om over voldoende, goed opgeleide vakmensen te beschikken, leiden de servicepartners van Essent zelf monteurs op en zoeken zij continu de aansluiting bij opleidingen. Maar ook zij-instromers en werkzoekenden zijn meer dan welkom. Om die broodnodige krachten te interesseren, starten Essent en haar servicebedrijven een campagne.

Vrouwen welkom
Leender: "Het zijn de monteurs die handen en voeten geven aan het verduurzamen van Nederland. Via deze weg roepen we de politiek, opleidingen en fabrikanten van energie-gerelateerde producten en diensten op om mee te blijven denken over een structurele oplossing voor de sector en de toekomst van dit mooie vak in Nederland."
Essent denkt aan het slimmer inrichten van opleidingstrajecten, het combineren van productontwikkeling in combinatie met training en het aantrekkelijker maken van het vakgebied. Ook voor vrouwen. Op dit moment is het aandeel vrouwen in het monteursvak slechts drie procent. Essent ziet dat aandeel graag toenemen als structurele oplossing voor deze uitdaging die de energietransitie met zich meebrengt.