• maart 11, 2019
  • 131 views
Bosch investeert 100 miljoen euro in warmtepompen

Bosch Thermotechnology boekte vorig jaar een recordomzet van 3,5 miljard euro wereldwijd. In een moeilijke markt groeide de thermotechniek-divisie nominaal procent ten opzichte van het voorgaande jaar en met 4,6 procent als rekening wordt gehouden met wisselkoersschommelingen. De groei werd vooral gerealiseerd in de belangrijkste markten - Duitsland en Groot-Brittannië - en in Turkije. De business unit Residential Heating was opnieuw de belangrijkste groeimotor, waarbij warmtepompen de grootste bijdrage leverden aan het succes.

Op de ISH Energy-beurs in Frankfurt am Main presenteert Bosch Thermotechnology zich met een stand van 4.000 vierkante meter. “Met merken en producten voor digitalisering, decentralisatie en elektrificatie - de drie megatrends in onze industrie – heeft Bosch een uitstekende uitgangspositie”, aldus Uwe Glock, voorzitter van de Bosch Thermotechnology Division (foto).

Investeringen in technologieën van de toekomst
Elektrificatie speelt een steeds belangrijkere rol in de verwarmings- en klimaattechniek, waarbij elektrische oplossingen minstens zo belangrijk worden als gas- en oliegestookte apparaten. “We zullen ons assortiment warmtepompen, elektrische warmwateroplossingen en binnenklimaatsystemen uitbreiden. En we willen doorgroeien naar nieuwe marktsegmenten, zoals energiebeheer en brandstofceloplossingen”, zei Glock. De komende jaren zal Bosch Thermotechnology alleen al ongeveer 100 miljoen euro investeren in zijn warmtepompactiviteiten, waarbij de nadruk ligt op eenvoudig te installeren systeemoplossingen met digitale ondersteuning. Met 850.000 geïnstalleerde warmtepompen en ontwikkel- en productiecentra in Zweden, Portugal, Duitsland en Nederland is Bosch goed vertegenwoordigd in de Europese markt voor warmtepompen die 95 procent van de wereldmarkt uitmaakt.

Verdere ontwikkeling van brandstofceltechnologie
Bosch werkt ook aan de ontwikkeling van brandstofcellen voor kansrijke, nieuwe energiesystemen. Samen met technologie-specialist Ceres Power uit Groot-Brittannië, wil het bedrijf de solid-oxide brandstofcel (SOFC)-technologie verder ontwikkelen. Het doel is massaproductie voor centrale en decentrale energieopwekking voor steden en industrie, maar bijvoorbeeld ook laadstations voor elektrische voertuigen. In een steeds meer verstedelijkte wereld is brandstofceltechnologie onmisbaar voor de leverzekerheid: in 2050 wonen meer dan zes miljard mensen in steden, dat is 70 procent van de wereldbevolking. Op dit moment zijn stedelijke gebieden goed voor 75 procent van het wereldwijde energiegebruik. Tegen 2035 zal het energiegebruik met 30 procent zijn toegenomen. In de toekomst zullen grote energiecentrales niet langer volstaan om aan de vraag naar elektriciteit te voldoen. Bosch en Ceres Power werken daarom aan een nieuwe industriestandaard voor gedecentraliseerde energievoorziening met SOFC-technologie.

Systeemintegratie in woningen: de Bosch Energy Manager
Energiesystemen worden steeds meer elektrisch en steeds complexer. De Energy Manager van Bosch is een systeemregelaar die gebruikscomfort en energiekosten optimaliseert. Het helpt eigenaren van smart homes om ‘energieonafhankelijk’ te worden en maakt efficiënt beheer mogelijk van verschillende componenten, zoals warmtepompen, fotovoltaïsche systemen en elektrische voertuigen, in relatie tot energiegebruik, -opwekking en -opslag. De Energy Manager is geïntegreerd in Bosch Smart Home. Efficiënt management met de app stelt smart home-gebruikers in staat tot 70 procent op hun elektriciteitskosten besparen met zonne-energie en een batterijopslagsysteem. Aldus de fabrikant.

Systeemintegratie in woonwijken: elektrische opslagsystemen en laadinfrastructuur
Het beheer van decentrale elektriciteitssystemen vindt steeds meer plaats in steden en woonwijken. Intelligente integratie is nodig om te voldoen aan de wensen en eisen van bewoners. “Als je de energietransitie aan wilt kunnen, moet je op elk afzonderlijk vlak gelijktijdig besparingen realiseren”, aldus Glock op de Bosch Thermotechnology persconferentie ter gelegenheid van ISH. Afzonderlijke componenten, zoals elektrische opslagsystemen, snellaadstations, brandstofceltechnologie en beheersoftware, moeten worden geïntegreerd in een slim totaalsysteem. Door het verwerven van een belang van 39 procent in ads-tec Energy GmbH heeft het bedrijf zijn activiteiten op het gebied van elektrische opslagsystemen versterkt. “We kunnen complete systemen aanbieden voor decentraal energiebeheer in gebouwen en woonwijken, en zo een belangrijke bijdrage leveren aan de energietransitie”, aldus Glock.

  • maart 11, 2019
  • 139 views
De loodgieter is het gootsteenkastje al lang ontgroeid

Het is vandaag WereldLoodgietersDag. Voor Techniek Nederland aanleiding om opnieuw aandacht te vragen voor het tekort aan goed opgeleide technici. Bij het UWV staat de loodgieter inmiddels bovenin de Top-10 van openstaande vacatures. Ouders die hun kinderen een succesvolle carrière gunnen, zouden meer aandacht voor technische beroepsopleidingen moeten hebben dan voor de universiteit, aldus Techniek Nederland. Daarbij wijst voorzitter Doekle Terpstra er fijntjes op dat ook het woord loodgieter soms een rol speelt in het gebrek aan waardering. “Veel jongens en meisjes die nu een beroep kiezen, zullen zich niet enorm aangesproken voelen door de naam 'loodgieter'.”

Techniek Nederland vindt loodgieter een achterhaalde naam. Terpstra: “De loodgieter werkt echt niet de hele dag met zijn of haar hoofd in het gootsteenkastje; het is een geuzennaam geworden. Zolang we hem zien als de perfecte probleemoplosser, is er niets aan de hand. Als we maar wél weten, dat we het over moderne, innovatieve en goed opgeleide vakmensen hebben!”

Niet altijd een man
De voorzitter van ondernemersorganisatie voor installateurs en technisch dienstverleners wijst erop dat de loodgieter, ofwel de sanitair-installateur, al lang geen simpele ambachtsman meer is. “Om te beginnen is het lang niet in alle gevallen een man. Wat dat betreft is het vast geen toeval dat WereldLoodgietersDag en Internationale Vrouwendag in dezelfde week vallen. Maar een simpel ambacht is het helemáál niet. De installateur levert innovatieve oplossingen, die hard nodig zijn voor de grote maatschappelijke uitdagingen van deze tijd. Energiezuinige kantoren zijn ondenkbaar zonder moderne installatietechniek. Hetzelfde geldt voor een duurzaam huis, waarin je lang zelfstandig kunt blijven wonen als je ouder wordt; daar heb je goede adviezen en slimme techniek voor nodig. Denk aan comfortabele en veilige aanpassingen in het sanitair, allemaal het werk van de installateur.”

Riooljournalistiek
Riooltechniek is een van de vele terreinen waarop installatiebedrijven actief zijn. Op dagen als vandaag, waarop de regen met bakken uit de lucht komt, bewijzen volgens Techniek Nederland een goede hemelwaterafvoer en riolering ervoor dat straten en wegen begaanbaar blijven. Nu de hoeveelheden neerslag toenemen door het veranderende klimaat, wordt die techniek steeds belangrijker. Daar komt méér bij kijken dan hier en daar een extra afvoer. Het is een gecompliceerd vraagstuk, waarvoor hoogwaardig vakmanschap nodig is. Terpstra: “Het is een onderwerp dat weinig aandacht krijgt. Gezien het grote maatschappelijke belang is dat eigenlijk onbegrijpelijk. Je zou willen dat er méér riooljournalistiek zou plaatsvinden.”

Meer geld voor het beroepsonderwijs
Volgens Techniek Nederland verdient het technisch beroepsonderwijs meer aandacht en meer financiële middelen. Om aan de toenemende vraag naar technische vakmensen te kunnen voldoen, is het belangrijk dat de beroepsopleidingen inhoudelijk sterker en aantrekkelijker worden. Meer middelen, bijvoorbeeld voor geavanceerde praktijklokalen, zijn daarvoor essentieel. Dit voorjaar brengt Techniek Nederland met een publiekscampagne de carrièrekansen in de technische sector nog eens extra onder de aandacht.

  • maart 8, 2019
  • 150 views
TU Delft test paalfunderingen die gebouwen kunnen verwarmen en koelen

Voor het eerst worden in Nederland energiepaalfunderingen getest. Energiepalen hebben naast hun dragende functie de mogelijkheid om warmte in de bodem te stoppen en eruit te halen. Via de paalfundering kunnen gebouwen worden verwarmd en gekoeld door de natuurlijke temperatuur van de bodem te gebruiken.

TU Delft gaat de test uitvoeren. Dat is nodig omdat Nederlandse bouwbedrijven nog aarzelen over deze nieuwe technologie, die al jaren in de stijve, overgeconsolideerde klei in het Verenigd Koninkrijk en Zwitserland wordt toegepast. ‘Als een structuur wordt verhit, zetten de deeltjes uit; koelt hij af, dan trekken ze samen. Die extra langdurige belasting maakt het ontwerp van de energiepalen een grotere uitdaging’, legt TU Delft op haar website uit. ‘De zachte bodem maakt het nog complexer: als er niet goed op wordt geanticipeerd, kunnen er ongewenste vervormingen in de structuur ontstaan.’

Achtbaansysteem
Energiepalen verschillen van conventionele systemen door hun achtbaansysteem. Het water gaat vanuit het gebouw de bodem in - door de funderingspalen heen - en dan weer terug het gebouw in, waarbij de constante temperatuur van 12°C op dieper dan 5 meter in de Nederlandse bodem wordt gebruikt. In de winter neemt het water in de bodem warmte op en een warmtepomp in het gebouw drukt de vloeistof samen om hem verder op te warmen. In de zomer geeft het water warmte af in de bodem; de bodem is daar koel genoeg voor, dus het elektriciteitsverbruik is minimaal.

Energiepalen kunnen 20 keer zo weinig energie gebruiken voor koelen en tot 5 keer zo weinig voor verwarmen dan conventionele verwarmingssystemen. Bovendien werkt het systeem op elektriciteit in plaats van gas en kan zo het verbruik van fossiele brandstoffen worden afgebouwd.

  • maart 8, 2019
  • 126 views
ISH 2019: van batterij voor warm tapwater tot douchen met infrarood

Meer dan 2.500 exposanten presenteren volgende week hun noviteiten op ’s werelds grootste vakbeurs voor de installatietechnische branche, ISH 2019. De vakbeurs heeft een sterk internationaal karakter met meer dan 60 procent aan exposanten en 40 procent aan bezoekers die vanuit het buitenland naar Frankfurt afreizen. Vorige week gaven we alvast een voorproefje van wat er zoal te zien zal zijn. Dit maal enkele andere bijzondere introducties, waaronder een thermische batterij voor warm tapwater, werkend met Phase Change Material (PCM).

In 2050 moeten alle Nederlandse woningen in principe van het gas af zijn. Flamco introduceert hiervoor een oplossing die op de ISH te zien zal zijn: een thermisch laadstation dat elektriciteit direct omzet in warmte en deze opslaat voor warmwatervoorziening. De batterij werkt door middel van thermische opslag in Phase Change Material (PCM). Dit materiaal reageert op temperatuurverandering door te smelten of te kristalliseren en daarbij energie op te nemen respectievelijk af te geven. Het toestel past in elke woning en heeft energielabel A+ voor stilstandverliezen.

Anorganisch zout als PCM
De batterij bevat anorganisch zout als PCM. Dat wordt via een elektrische spiraal tot 70 graden Celsius opgewarmd. Bij die temperatuur is het zout helemaal vloeibaar. Bij een warm tapwatervraag koelt het zout weer af en geeft het de warmte-energie af aan met water gevulde warmtewisselaars, die warm tapwater genereren. De FlexTherm Eco 6E levert 12,5 liter warm water per minuut (CW5), hetgeen voldoende afgiftecapaciteit is voor minimaal 170 liter aan warm douchewater.
Het toestel past in elke woning. Het neemt een derde van de ruimte van een gemiddelde boiler in beslag (afmetingen bij type 6E: b x d x h = 37 x 57 x 65 cm). De gebruiker kan het toestel oneindig vaak op- en ontladen zonder verlies van rendement. Het apparaat werkt snel en efficiënt dankzij de hoge warmteopname en -afgifte en heeft een gering warmteverlies van 27W, mede dankzij het vacuüm isolatiepaneel. De FlexTherm Eco warmt in 2,5 uur volledig op. Verder is het toestel schoon en milieuvriendelijk, doordat het geen gassen verbrandt, geen giftige stoffen bevat, een lage CO2-uitstoot heeft en 100 procent recyclebaar is. Tot slot is de batterij makkelijk te installeren (met een water- en 230 V elektra-aansluiting) en onderhoudsarm (geen bewegende delen), wat kosten bespaart.
De FlexTherm Eco is een oplossing voor met name installateurs en woningbouwcorporaties die nieuwe mogelijkheden zoeken om duurzaam opgewekte energie op te slaan. Die noodzaak groeit, omdat het kabinet van plan is de salderingsregeling voor zonnepanelen in 2021 stop te zetten. Het toestel is geschikt voor nieuwbouw, renovatie en uitbreiding van woningen, appartementen en utiliteit. In combinatie met bijvoorbeeld pv-panelen (voor elektriciteit) en een warmtepomp (voor ruimteverwarming) ontstaat een CO2-neutrale energievoorziening.
Flamco levert de FlexTherm Eco in verschillende modellen, alle met KIWA-keur. Naast de standaard versie voor een gemiddeld huishouden (type 6E) is er een kleinere (type 3E) en een grotere versie (type 9E). Alle modellen hebben hetzelfde vermogen (CW5), maar ze verschillen in hoogte en daarmee opslagcapaciteit. Flamco levert de FlexTherm Eco met 10 jaar garantie via de installatiegroothandel.
PCM valt onder de Energie-investeringsaftrek 2019 (EIA van het ministerie van EZ en Klimaat). Daarmee kan de aftrek voor de FlexTherm Eco 9E oplopen tot 1.100 euro.
De FlexTherm Eco is te zien op de vakbeurzen ISH te Frankfurt (11-15 maart) en Duurzaam Verwarmd te Vijfhuizen (19-21 maart).

Perskoppeling voor meerlagenleidingen
Uponor, in ons land vertegenwoordigd door Nathan, zal in Frankfurt haar nieuwe S-Press PLUS koppeling-serie laten zien. De presskoppeling combineert het beste van de bestaande S-Press- en PPSU-koppelingen tot één next generation perskoppeling, aldus de fabrikant. Het is een perskoppeling voor meerlagenleidingen, beschikbaar in de maten 16 t/m 32 mm in zowel metaal als kunststof.
De belangrijkste kenmerken zijn:
-snelle diameterherkenning dankzij de felle kleurcodering en grote diameter-cijfers op de pershuls;
-betrouwbare verbindingen in seconden: knippen, insteken en persen;
-precieze persbekcentrering door de nieuwe pershuls en aanslagring;
-inspectievensters voor een eenvoudige controle van de insteekdiepte van de leiding;
-persindicator d.m.v. de speciaal ontworpen kleurgecodeerde folie rond de pershuls;
-beproefde betrouwbaarheid: de koppeling zal onmiddellijk lekken als deze niet goed is geperst, zelfs bij zeer lage waterdrukniveaus;
-tot 60% minder drukverlies;
-zeer goed bestand tegen zware mechanische belastingen, verschillende drinkwaterkwaliteiten en chemische bestanddelen in beton;
-100% backward compatibel met bestaande Uponor leidingen, koppelingen en gereedschappen;
-QR-code voor 24/7 directe informatie via de Uponor PRO app. 

Douchen met infrarood of zonlicht
Op de ISH ook volop aandacht voor sanitair en toebehoren. Een opvallende verschijning is de Sunshower: douches gecombineerd met infraroodwarmte of zonlicht. De fabrikant introduceert tijdens ISH 2019 Sunshower Black-modellen. Alle modellen uit de serie zijn nu ook in zwarte uitvoering verkrijgbaar.
Het aanbieden van directe infraroodwarmte of veilig zonlicht tijdens het douchen, verbeterd de gezondheid van de mens en geeft tegelijkertijd een ontspannen gevoel, aldus de fabrikant. Veilig zonlicht zorgt voor de aanmaak van vitamine D, een sterkere weerstand en een gezonde teint. Gecombineerd met de kracht van infrarood, zorgt dit voor een vermindering van rug- en nekpijn, verlichting van reumatische klachten, sneller herstel bij spierpijn en stijfheid, dieptereiniging van de huid en een snellere bloedcirculatie.
Het zwarte aluminium frame van de nieuwe modellen is geanodiseerd in plaats van gepoedercoat. Deze behandeling zorgt ervoor dat de zwarte laag beter bestand is tegen krasjes, schoonmaakmiddelen en beschadigingen op de hoeken. De Sunshower-producten zijn ontwikkeld in samenwerking met TNO en medisch specialisten van het LUMC en VUmc. Ze voldoen aan alle EU-installatierichtlijnen en dragen het CE-keurmerk.

Automatische drinkwaterhygiëne
Op de aankomende ISH onthult de Duitse armaturenfabrikant Schell de ‘Walis E’. Dit is de eerste in de handel verkrijgbare elektronische wanduitlooparmatuur die automatisch en zelfstandig waterstagnatie en kritische temperaturen kan voorkomen. De kraan is ontwikkeld voor wastafels die zich aan het einde van een leidingsysteem bevinden, bijvoorbeeld in een reinigings- of technische ruimte. Daar zorgt de nieuwe elektronische kraan voor het contactloos weg laten lopen van koud of voorgemengd drinkwater als de leiding lange tijd niet gebruikt is. Ze kan ook de belangrijke taak van een zelfactiverend spoelstation in combinatie met de SWS (het waterbeheersysteem) overnemen. In deze hoedanigheid simuleert ‘Walis E’ de reguliere werking en kan ze individueel worden geprogrammeerd: de nieuwe armatuur activeert het spoelen ofwel met voorgedefinieerde tijdsintervallen of door een thermische regeling om het overschrijden van kritische drinkwatertemperaturen te voorkomen.
De optionele PT 1000-temperatuursensor wordt gebruikt voor de thermische regeling en wordt rechtstreeks in de behuizing geïnstalleerd. Registreert de sensor een hygiënisch-kritisch temperatuurbereik van ≥25 ° C tot ≤ 55 ° C, dan wordt automatisch een spoeling in gang gezet. Uitgebreide ringinstallaties en de gebruikelijke praktijk om een extra drinkwaterstation te installeren in de directe nabijheid van het einde van het leidingsysteem, worden hiermee overbodig.
De ‘Walis E’ spoelt alleen de exacte hoeveelheid water die nodig is om de waterkwaliteit te waarborgen. Bij het plannen van de stagnatiespoelingen moet het geprogrammeerde watervolume overeenkomen met het volume van de voorliggende leidingen. Onnodig waterverbruik wordt voorkomen dankzij de nauwkeurige bepaling van de volumes van de automatische spoelingen. De normale spoelcapaciteit van de ‘Walis E’ is 5 l/min. Door de straalregelaar te vervangen, kan de stroomsnelheid worden verhoogd tot 10 l/min.
De ‘Walis E’ kan ook achteraf worden geïnstalleerd, zelfs wanneer er geen stopcontacten aanwezig zijn. De armatuur is ook verkrijgbaar met een aansluiting voor netvoeding. Beide variaties bieden ruimte voor een SWS-bus-extender of de SSC Bluetooth®-module. Hierdoor kan de armatuur worden geïntegreerd in het Schell SWS-waterbeheersysteem of de Schell SSC Single Control. Het voordeel: hygiënespoelingen kunnen dan worden gedocumenteerd.
De ‘Walis E’-armatuur is gemaakt van hoogglanzend verchroomd messing en is verkrijgbaar in drie verschillende lengtes: 110, 170 en 230 millimeter.

  • maart 7, 2019
  • 126 views
Duurzaamheid bestelauto’s voor installatie en onderhoud onderzocht

De hogescholen van Amsterdam HvA, Arnhem en Nijmegen HAN starten een twee jaar durend onderzoeksproject naar de inzet van elektrisch vervoer voor servicelogistiek, meldt RTV Arnhem. Daaronder vallen met name bestelauto’s die worden ingezet voor installatie-, reparatie- en onderhoudswerkzaamheden. Deze nemen een kwart van het totaal aan rondrijdende bestelauto’s in beslag.

Juist installatie-, reparatie- en onderhoudsbedrijven, die zich steeds vaker bezighouden met duurzame technieken, zouden daarom over een duurzaam wagenpark moeten beschikken, dus bijvoorbeeld geen bestelauto’s op diesel. Elektrisch vervoer wordt echter nog niet op grote schaal toegepast.

Het eerste doel van het project is nu om de knelpunten in kaart te brengen. Zo geven servicemonteurs aan dat de actieradius van elektrisch vervoer nog niet voldoende is.

Aan het onderzoek, genaamd 'Gas op Elektrisch, hebben twintig bedrijven, waaronder servicebedrijven, hun medewerking toegezegd.

  • maart 6, 2019
  • 157 views
Techniek Nederland pleit bij minister voor strengere energieprestatie-eisen nieuwbouw

Techniek Nederland vindt dat het kabinet te weinig ambitie toont bij de voorgestelde nieuwe norm voor bijna-energieneutrale gebouwen (BENG). “De nieuwe norm betekent een stap terug en blokkeert een versnelling van de energietransitie”, stelt Doekle Terpstra, voorzitter van de ondernemersorganisatie voor installateurs en technisch dienstverleners. In een brief aan minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken pleit hij voor strengere energieprestatie-eisen die recht doen aan de klimaatdoelstellingen van de overheid voor de gebouwde omgeving.

Terpstra: “De koplopers in de technische sector laten dagelijks zien dat zij met duurzame technieken probleemloos zeer energiezuinige en comfortabele huizen realiseren. Met de norm die de minister nu voorstelt kunnen er na 2020 woningen worden gebouwd die qua energieprestatie slechter zijn dan de huidige nieuwbouw. De overheid beloont de achterblijvers, terwijl we juist een sprong voorwaarts nodig hebben.”

Warmtevraag blijft groot
Techniek Nederland keert zich met name tegen de lage isolatie-eis in de voorgestelde norm. Is een huis onvoldoende geïsoleerd, dan blijft de warmtevraag groot en wordt het lastiger om in zo'n woning duurzame energietechnieken toe te passen. Daarnaast wil Techniek Nederland dat ventilatie-eisen onderdeel worden van de nieuwe BENG-norm. Terpstra: “Het kabinet stelt nu een norm voor die het mogelijk maakt woningen te voorzien van mechanische ventilatie met natuurlijke toevoer van de ventilatielucht. Dat is niet energiezuinig en leidt tot een ongezond binnenklimaat, doordat bewoners de ventilatieroosters in de winter vaak afsluiten.”

Geluid bij warmtepompen
Techniek Nederland maakt ook bezwaar tegen de geluidseisen voor de buiten-units van warmtepompen die minister Ollongren voorstelt. Terpstra: “We zijn niet tegen een geluidsnorm, maar een geluidseis van 40 dB (A) in 2020 is onhaalbaar. De sector innoveert snel, maar wat de minister nu voorstelt is niet realistisch.” Techniek Nederland wil daarom een overgangstermijn van vijf jaar om de voorgestelde geluidseis te bereiken. Daarnaast vindt de ondernemersorganisatie dat de geluidsnorm overdag ruimer zou moeten zijn dan in de avonduren en 's nachts. Warmtepompen kunnen overdag warmte bufferen door optimaal gebruik te maken van opgewekte zonnestroom  waardoor de geluidsproductie in de avonduren en ‘s nachts wordt beperkt. Ook een differentiatie van geluidsnormen voor bijvoorbeeld binnenstad en buitengebied kan ervoor zorgen dat geluidwerende maatregelen in veel gevallen niet nodig zijn.

  • maart 5, 2019
  • 118 views
DGMR beoordeelt als eerste Europese bureau of gebouwen gezond zijn

Als eerste bureau in Europa en als één van de weinige bureaus wereldwijd is DGMR sinds vandaag officieel WELL Performance Testing Organization. Deze certificering maakt het mogelijk om namens Green Business Certification Inc (GBCI) WELL-assessments uit te voeren op gezondheidsaspecten in gebouwen. DGMR is daarmee het enige bureau in Europa dat een volledig WELL-traject kan begeleiden.

Onlangs certificeerde het GBCI de eerste twee WELL Performance Testing Agents van Nederland, Marjon van Harten en Coen van der Graaf. Vanuit DGMR als gecertificeerde organisatie beoordelen ze de prestaties van gebouwen op het gebied van gezondheid. De certificering van DGMR en medewerkers voorziet in de behoefte van opdrachtgevers om snel te kunnen schakelen en een Nederlandse partij als aanspreekpunt te hebben.

De doorlooptijd van het assessment, de zogenoemde WELL Performance Verification, kan nu één tot anderhalve maand worden ingekort. Partijen die kiezen voor een WELL-certificatie zijn niet meer afhankelijk van assessoren die van ver moeten komen, wat ook in kosten een voordeel kan opleveren voor opdrachtgevers, aldus DGMR.

Advies tot en met beoordeling
Daarnaast kan DGMR partijen continuïteit bieden. Opdrachtgevers konden al de hulp in roepen van de drie WELL Accredited Professionals van DGMR, waaronder de eerste in Nederland, voor advies en procesbegeleiding. Nu kunnen hieraan de WELL-assessments toegevoegd worden, zodat DGMR het volledige traject van advies tot en met beoordeling kan uitvoeren.

  • maart 5, 2019
  • 133 views
Technisch dienstverlener Unica zet in op versterking innovatiekracht

Technisch dienstverlener Unica start met een innovatiecentrum. Het centrum heeft tot doel om relevante ontwikkelingen en innovaties te signaleren en de kennis over (nieuwe) technologie verder te verankeren binnen het bedrijf. Aanvullend krijgt het de taak om de verbindingen tussen de bedrijven uit het Unica-netwerk en eventuele externe partners te versterken.

Het Unica Innovation Center is een aanvulling op de bestaande innovaties binnen het Unica netwerk van bedrijven. Het richt zich op vernieuwingspotentieel in de markt, onder meer door actief samenwerking te zoeken met externe partners en startups. Het richt zich daarnaast op het uitvoeren van marktonderzoek en het bundelen van de beschikbare innovatiekennis in de eigen organisatie. Met deze strategische ondersteuning verwacht Unica de voedingsbodem voor innovaties binnen de Unica-bedrijven te versterken en zo het innovatiepotentieel van de organisatie verder te verhogen.

Belangrijke strategische pijler
John Quist, CEO van Unica, legt uit: “Innovatie is voor ons een belangrijke strategische pijler om de toegevoegde waarde die we onze klanten kunnen bieden te vergroten. Ons netwerk van bedrijven heeft veel gespecialiseerde kennis die tot innovatieve oplossingen leidt. Met het Unica Innovation Center gaan we die processen verder ondersteunen met nieuwe innovatietrajecten. Daarnaast gaat het Innovation Center de bedrijven ondersteunen om de gezamenlijke vernieuwingskracht te bundelen tot nieuwe tastbare oplossingen. Zo verwachten we onze klanten nog beter van dienst te kunnen zijn.”

Manager aangesteld
Stefan te Veluwe (foto) is aangesteld als manager van het Unica Innovation Center. Tot dit voorjaar was hij actief als Manager Operations bij Unica ICT Solutions, een van de bedrijven uit het Unica-netwerk. Hij heeft onder meer de managed services afdeling en innovatiestructuur van het ICT-bedrijf opgezet en het bedrijf qua techniek en operatie mede ontwikkeld.

Te Veluwe: “Het is een bijzonder mooie uitdaging om het innovatiepotentieel binnen Unica vanuit onze divisie verder te versterken. Ik verwacht dat we samen met de bedrijven in het netwerk, maar ook met externe partners of startups, ons portfolio verder kunnen doorontwikkelen. Het Unica Innovation Center opereert buiten de bestaande structuren, zodat er gerichte aandacht is voor innovaties. Naast het vormen en realiseren van ideeën helpen we bij de beoordeling van de technische haalbaarheid en levensvatbaarheid van bestaande initiatieven middels Proof of Concepts (PoC’s).”

  • maart 4, 2019
  • 133 views
‘Techniekcoalitie’ helpt technische sector in Limburg met toekomst

Kleine en middelgrote technische bedrijven in Limburg krijgen intensieve ondersteuning bij het opstellen van toekomst- en personeelsplannen. Het project, genaamd de ‘Techniekcoalitie’, koppelt het netwerk, de deskundigheid en middelen van Techniek Nederland, Koninklijke Metaalunie, FME en de scholingsfondsen OOM, A&O en OTIB aan capaciteit, middelen en plannen in Limburg. Dit gebeurt in samenspraak met de Limburgse arbeidsmarktregio’s, onderwijsinstellingen en vakverenigingen. De provincie Limburg brengt de partijen bij elkaar en ondersteunt ze met een bedrag van 1,1 miljoen euro.

“De personeelsplannen helpen de bedrijven een beter inzicht te krijgen in hun personeelsbehoefte. Het gaat daarbij niet alleen om de kennis en vaardigheden die medewerkers nodig hebben om de veranderingen in hun sector op te vangen, maar ook om scholingsinitiatieven die de duurzame inzetbaarheid van medewerkers versterken”, zegt gedeputeerde Economie van de provincie Limburg, Joost van den Akker.

Nieuwe beroepen
Techniek Nederland is blij met het Limburgse initiatief waardoor meer geld vrijkomt voor technisch vakonderwijs. Regiomanager Berthold van Benthem: “Ondernemers in de technische sector zitten te springen om technische vakmensen. Dit project draagt bij aan meer instroom in de technische sector. Bovendien brengen we de kennis en behoeften in kaart voor het ontwikkelen van nieuwe modulaire onderwijsmodules. De inhoud van beroepen verandert, maar er ontstaan ook nieuwe beroepen. Intensieve samenwerking tussen onderwijs en bedrijfsleven is nodig om het beroepsonderwijs gelijke tred te laten houden met de razendsnelle ontwikkelingen in de techniek.”

Versterking kwaliteit beroepsonderwijs
Het project zet in op een structurele, toekomstbestendige regionale ondersteuningsstructuur. De branches werken intersectoraal, waarbij landelijke en regionale middelen en instrumenten op elkaar afgestemd worden en werkgevers worden ondersteund.  Door de inzet van gebundelde opleidingsgelden vanuit de drie branches levert het project ook een bijdrage aan het versterken van de kwaliteit van het mbo en hbo in Limburg. Door in te zetten op structurele samenwerking van het beroepsonderwijs met het technisch mkb op het gebied van leven lang ontwikkelen, verbetert ook het initieel onderwijs voor de reguliere leerlingen en wordt de docent meer vanuit de praktijk geprofessionaliseerd.

Concrete resultaten en effecten
Het totale project loopt vier jaar, waarvan de provincie Limburg de eerste twee jaar ondersteunt. De initiatiefnemers gaan 165 bedrijven helpen bij het maken van verander- en strategische personeelsplannen, ongeveer 1.400 werknemers opleiden en bijscholen en 100 mensen vanuit een uitkeringssituatie laten instromen. Andere doelstellingen zijn het ontwikkelen van vernieuwde en modulair opgezette onderwijsmodules, het opleiden van vijftien hybride techniekdocenten en ondersteuning van 120 praktijkopleiders. Dankzij het project krijgen 800 bedrijven en 2.800 werknemers voorlichting over een leven lang ontwikkelen, methodieken voor werkplekleren en modules voor e-learning.

  • maart 1, 2019
  • 128 views
Uitzending Radar houdt gemoederen bezig in installatieland

Afgelopen week besteedde Radar uitgebreid aandacht aan de warmtepomp. Uit een enquête bleek dat 20 procent van de ondervraagden de woning niet op temperatuur kan krijgen en voor 17 procent de energierekening hoger uitvalt dan voorheen. Op onze Social Mediakanalen volgde een storm aan reacties. Verscheidene installateurs en adviseurs wezen op het belang van een goede isolatie en luchtdicht bouwen.

Zo zegt Chris van Laar, specialist Meet- & Regeltechniek bij ULC Installatietechniek op LinkedIn: “In een huis dat niet goed geïsoleerd is, kun je stoken tot je een ons weegt. Je krijgt het niet warm. Dom dat ze niet eerst advies geven om een huis goed te isoleren. Dat is altijd stap 1.”

Koudeval tegengaan
René van der Drift, eigenaar van Drift Engineering sluit zich bij hem aan. Maar “naast goed isoleren is ook het tegengaan van koudeval door natuurlijke ventilatie belangrijk, omdat meestal een warmtepomp in combinatie met lage temperatuurverwarming wordt toegepast. Dit is echt een issue, dat verduurzaming via warmtepompen in diskrediet kan brengen.”

Telegraaf nieuws
Pieter van Loon, Projectconsultant Duurzame Installatietechniek zet vraagtekens bij de representativiteit van het onderzoek: “Je kunt je afvragen of het onderzoek wel representatief is. Er zijn namelijk al meer dan 220.000 warmtepompen geplaatst in Nederland en zover ik weet zijn er geen grootschalige klachten. Anders zouden er 44.000 mensen ontevreden zijn over hun systeem en daar zouden we echt wel wat van horen. Het voelt voor mij als Telegraaf nieuws!”

“Kies niet massaal voor de warmtepomp”
Is het misschien verstandiger om niet massaal te kiezen voor de warmtepomp als duurzame oplossing, vraagt Erik de Bruin zich af. “Warmtepompen vergen relatief hoge investeringen en aanpassingen in de woning. Laagfrequent infrarood panelen vergen alleen een paar stopcontacten en die zijn er meestal al wel. Zijn ze er niet, dan moet je hooguit een aanpassing in de meterkast doorvoeren.”

Van een andere planeet
Tijdens de uitzending van Radar kwam tot slot ook Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, aan het woord. Op Facebook liet installateur Robert van der Poel zijn teleurstelling blijken over de uitspraken van Terpstra. “Hij zegt dat er duizenden technici met Green Skills worden opgeleid. Die gast komt van een andere planeet! Ten eerste zijn er onvoldoende opleidingsmogelijkheden en tweede kan je nu al niemand vinden voor onze normale werkzaamheden.”