• februari 18, 2019
  • 147 views
PV-installaties voldoen vaak niet aan de eisen

Experts slaan alarm over de doorgaans slechte kwaliteit van PV-installaties, een belangrijke oorzaak van het toegenomen aantal (dak)branden. De installaties voldoen in veel gevallen niet aan de NEN 1010 eisen en worden na oplevering onvolledig of helemaal niet gekeurd. Argument: het inspecteren van PV-installaties is een ingewikkelde en tijdrovende klus.

Elke installateur is verplicht om visuele en (elektro)technische inspecties uit te voeren na het opleveren of aanpassen van een elektrische installatie. Bij zonnestroominstallaties hebben installateurs regelmatig vragen over de te volgen methodiek, de noodzakelijke metingen, voorbereiding, veiligheid en periodieke controle. Zij weten vaak niet hoe je met de opleverkeuring aan de NEN 1010 en de daaraan verbonden NEN-EN 62446 voldoet. Terwijl dit van essentieel belang is om de elektrische veiligheid en het rendement te waarborgen.
Juist bij PV-installaties is er behoefte aan een eerste en periodieke inspectie om de kostbare investering te bewaken. Door te meten, analyseren en documenteren krijg je inzicht in de conditie van de installaties. Zo worden rendementsverliezen en brandrisico’s inzichtelijk. Handig voor de eigen aansprakelijkheid, maar ook als uitgangspunt tijdens periodiek onderhoud.

PV-inspecties moeilijk en tijdrovend?
Mits de installateur beschikt over de juiste kennis over de geldende norm, de te volgen procedures en de juiste meetapparatuur is het inspecteren van een PV-installatie een formaliteit. De productspecialisten van KWx, kennispartner en leverancier van meetinstrumenten voor elektrotechnische inspecties, brengen deze kennis tijdens praktijkgerichte trainingen en workshops over aan de inspecteurs en installateurs.
De meetinstrumenten van KWx sluiten aan op het concept voor inspectie en oplevering van elektrische installaties en het keuren van elektrische arbeidsmiddelen. Installateurs gaan naar huis met voldoende kennis om snel en nauwkeurig inspecties uit te voeren conform de in Nederland geldende normen, waaronder de NEN 1010 en NEN 3140.

Solar Solutions 2019
Tijdens de Solar Solutions vakbeurs laat KWx de oplossingen zien uit het 'Zeker Meten' concept voor inspectie van zonnestroominstallaties. Aan de hand van een praktijkopstelling en de nieuwste meetinstrumenten neemt KWx je in vogelvlucht mee door alle stappen van de verplichte NEN 1010 inspectie. De vakbeurs vindt dit jaar plaats op 19, 20 en 21 maart in de Expo Haarlemmermeer.

De foto toont een defect zonnepaneel

  • februari 18, 2019
  • 130 views
‘Witte motor’ verwarmt huis

Dat de installatiebranche een belangrijke rol speelt bij duurzaamheid, is zo langzamerhand wel algemeen bekend. De inventiviteit die daarbij een rol speelt, misschien iets minder. Wat te denken van een woonhuis dat verwarmd wordt uit…melk! Installatiebedrijf F.H. Loohuis uit Saasveld stond aan de wieg van deze bijzondere uitvinding.

Milk2Heat is een eigen uitvinding van het installatiebedrijf, waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande technieken. Het werkingsprincipe is feitelijk eenvoudig: gemolken warme melk stroomt met een temperatuur van 37 °C uit een koe. Die melk wordt met een variabele temperatuur naar de melktank getransporteerd. Deze temperatuur is afhankelijk van de warmtevraag. Wanneer de melk wordt gekoeld van 37°C naar 3°C onttrekt de Milk2Heat-unit de restwarmte uit de melk die wordt getransporteerd naar het buffervat voor het verwarmingssysteem. Tegelijkertijd zorgt de Milk2Heat-unit voor de onderhoudskoeling zodat de melktemperatuur op 3°C in de melkkoeltank blijft.

Warmte terugwinnen
Tijdens het koelen van de melk ontstaat warmte die normaal gesproken afgegeven wordt aan de buitenlucht. Door middel van de Milk2Heat-installatie wordt deze warmte teruggewonnen en omgezet in bruikbare warmte voor het verwarmen van warm water en zelfs een woonhuis of andere gewenste doeleinden.

Duizenden euro's besparing
Inmiddels is het systeem bij verschillende agrariërs geïnstalleerd, en naar tevredenheid, zoals bij een melkveebedrijf in Fleringen. Dit bedrijf realiseert met de Milk2Heat-installatie een besparing van ongeveer 4.000 euro per jaar. Bovendien is er genoeg warmte over om het water mee te verwarmen waarmee de koeltank en de melkrobots worden schoongemaakt.

  • februari 15, 2019
  • 143 views
Groot deel nieuwe woningen zuiniger dan de norm

Bouwbedrijven bouwen steeds energiezuinigere woningen. Bijna 40% van de nieuwbouwwoningen is 25% zuiniger dan de wettelijke norm. In 2016 was het aandeel tweemaal zo klein. Nieuwbouwwoningen moeten wettelijk een Energieprestatiecoëfficiënt (EPC) hebben van maximaal 0,4. Uit de verleende bouwvergunningen in 2018 blijkt dat een groot deel veel beter presteert.

RVO.nl baseert deze cijfers op Bouwtrend, een online database met bouwvergunningen. Daaruit blijkt ook de opmars van zeer energiezuinige woningen, zoals nul-op-de-meterwoningen (NOM). Nog nooit was het aandeel woningen met een EPC-waarde van kleiner en gelijk aan 0,0 zo groot geweest: bijna 14%.

Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving
Naast de actuele trend op basis van bouwvergunningen voert RVO.nl de jaarlijkse Monitor Energiebesparing Gebouwde Omgeving uit. Daarin zijn cijfers en feiten te vinden over belangrijke onderwerpen rond de gebouwde omgeving. De monitoring gebeurt in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK).

Bijna energieneutrale gebouwen (BENG)
Alle nieuwbouw, zowel woningbouw als utiliteitsbouw, wordt vanaf 1 januari 2020 berekend met een nieuwe rekenmethode: de NTA 8800 'Energieprestatie van Gebouwen'. De EPC verdwijnt. Hieruit volgen ook nieuwe eisen waaraan vergunningsaanvragen nieuwbouw moeten voldoen. Daarnaast moeten vergunningsaanvragen vanaf 1 juli 2018 aardgasvrij zijn en hiermee voldoen aan de Wet Voortgang Energietransitie (VET).

  • februari 15, 2019
  • 135 views
‘Absurde’ BENG-eisen?

Vanaf 1 januari 2020 gelden er nieuwe energieprestatie-eisen voor de nieuwbouw. We nemen afscheid van de EPC en in plaats daarvan komen de BENG-eisen. Hoe die er precies uit gaan zien, is vooralsnog een raadsel. Wat is er aan de hand? Installatienet sprak erover met expert Carl-peter Goossen.

Carl-peter Goossen is mededirecteur van adviseur BouwNext. Daarnaast zat hij in een werkgroep die de NTA 8800 opstelde, een rekenmethode om de energieprestatie van gebouwen vast te stellen.

Uitleg BENG
“Met de BENG-eisen gaan we vanaf 2020 toetsen hoe energiezuinig een gebouw is”, vertelt Goossen. “Ze bestaan uit drie onderdelen. BENG 1 heeft betrekking op het totale energiegebruik voor het verwarmen en koelen in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar. BENG 2 gaat over de hoeveelheid fossiele brandstof in kWh per m2 gebruiksoppervlakte per jaar die nodig is voor verwarming, koeling, warmwaterinstallaties en opwekking. En BENG 3 zegt dat het percentage zelf opgewekte hernieuwbare energie, minimaal 50% moet bedragen.”

Eisen van 2015
Er zijn inmiddels twee ‘voorgenomen versies van de BENG-eisen’ verschenen. De eerste dateert uit 2015. Die werd niet bepaald enthousiast onthaald door de markt. Partijen in de bouwkolom maakten zich bijvoorbeeld grote zorgen of de eis om maximaal 25 kWh per m2 aan primaire energie te gebruiken wel haalbaar en betaalbaar zou zijn. Volgens Goossen was dat volstrekt onnodig. “Met passief bouwen is het prima haalbaar om aan de eis van maximaal 25 kWh per m2 per jaar aan primair energiegebruik te voldoen. Bovendien ben je dan goedkoper uit als je naar de hele levenscyclus kijkt van een gebouw.”

Eisen van 2018
Van overheidswege werd in 2018 gereageerd met een vernieuwde opzet voor de BENG-eisen. Ook deze ‘voorgenomen BENG-eisen’ kregen een weinig enthousiast onthaal. Deze keer struikelden stakeholders bijvoorbeeld over het raamwerk voor de ventilatie-eisen.
“Die zijn doorgeschoven van BENG 1 naar BENG 2. Absurd. Door de ventilatie-eisen uit BENG 1 te halen worden plotseling systemen met natuurlijke ongeregelde ventilatie als maatstaf genomen. Die gebruiken echter 4x meer energie dan de hedendaagse geregelde systeem C- en D-varianten. De stimulans om bouwkundig de BENG 1 naar beneden te brengen gaat daarmee grotendeels verloren. Terwijl in BENG 2 kWh'tjes sprokkelen door opwekking juist wordt gestimuleerd. Hierdoor wordt het mogelijk om bijvoorbeeld minder luchtdichte huizen neer te zetten. Een verkeerde gedachtegang. Je moet namelijk, getrouw aan de Trias Energetica, eerst de energievraag zoveel mogelijk beperken. Bovendien zou je zo ook het elektriciteitsnet zwaarder gaan belasten.”

Goedkoop bouwen
De grote vraag is nu natuurlijk waarom men dan toch van overheidswege aanstuurt op deze invulling van de BENG-eisen? Goossen heeft er wel zo zijn gedachten over. “De overheid wil zo snel en zo goedkoop mogelijk nieuwe woningen laten bouwen die van het gas af zijn. Daarbij wordt vooral uitgegaan van traditionele bouwmethodes. Er is weinig oog voor innovatie.”

En nu?
Hoe nu verder? Wanneer wordt definitief de knoop doorgehakt over inhoud van de BENG-eisen? Op de website van RVO valt er dit over te lezen: “In 2018 is getoetst of de voorgenomen BENG-eisen op een kostenoptimaal niveau liggen. De kostenoptimaliteitstudie is eind 2018 afgerond en gepubliceerd. Op basis van deze studie zijn de concept eisen uit 2015 aangepast. Vanaf 2 februari vindt de internetconsultatie plaats. De Tweede Kamer besluit in de loop van 2019 over de definitieve eisen. Deze worden naar verwachting na de zomer van 2019 gepubliceerd in het Staatsblad.” Wat verwacht Goossen zelf? “Ik denk dat ze in grote lijnen de voorgenomen eisen uit 2018 zullen aanhouden. Er zit een krachtige lobby achter. Ach, zolang de markt weet dat je tegen een aantrekkelijke prijs gebouwen kan neerzetten die beter scoren, zal je uiteindelijk eerder meer dan minder klanten krijgen.”

Meer weten? Lees dan het uitgebreide artikel in het maartnummer van InstallateursZaken

  • februari 15, 2019
  • 135 views
BAM gaat Centraal Museum Utrecht duurzaam beheren en onderhouden

BAM gaat het technisch beheer van en onderhoud aan het Centraal Museum Utrecht uitvoeren. Het contract dat hiervoor is afgesloten heeft een looptijd van vier jaar en kent de mogelijkheid tot verlenging met nog eens vier jaar. BAM zal het beheer en onderhoud op een duurzame en, bij voorkeur, circulaire wijze uitvoeren. Het museum heeft al het internationale keurmerk Green Key Gold voor duurzame museumlocatie in bezit. Als onderdeel van de opdracht adviseert BAM ook bij het verlengen van de technische levensduur van de te onderhouden gebouwen en installaties.

Het Centraal Museum is het oudste stedelijk museum van Nederland en bevindt zich in de Utrechtse binnenstad in een voormalig klooster. Ook in andere gebouwen zoals het nijntje museum en haar depot heeft het Centraal Museum kunstcollecties onder strenge klimaatcondities in bezit. BAM gaat deze condities waarborgen en onderhoudsactiviteiten uit te voeren met een minimum aan overlast voor het museum en haar bezoekers.

“We zijn er trots op dat we het Centraal Museum mogen ondersteunen bij het cultureel versterken van de stad Utrecht”, stelt Erik de Ruiter, directeur BAM Bouw en Techniek – Regio Midden. “Wij zorgen er graag voor dat de installaties van de museumgebouwen klaar zijn voor de toekomst zodat het museum zich kan richten op haar kerntaken.”

  • februari 13, 2019
  • 125 views
Totaaloplossingen en energietransitie populair op Bouwbeurs

Op de BouwBeurs, die afgelopen week in de Utrechtse Jaarbeurs plaatsvond, kwamen ruim 75.000 bezoekers af. Dat was ongeveer evenveel als twee jaar geleden. Ruim twintig procent van de bezoekers maakte voor het eerst kennis met de beurs. Opvallend was het animo onder studenten, die zichzelf oriënteren in de bouwwereld en kennis willen maken met potentiële nieuwe werkgevers. Het bieden van totaaloplossingen was een belangrijk terugkerend thema op de beurs. De kennissessies met betrekking tot energietransitie en verduurzaming zaten volledig vol.

Hoofddoel van het bezoek was voor 81% van de bezoekers het vergaren van kennis. Zij bezochten de beurs om op de hoogte te blijven van nieuwe product- en brancheontwikkelingen. Naast het vergaren van kennis was voor een derde van de bezoekers het onderhouden van hun netwerk een belangrijke reden voor een bezoek aan BouwBeurs. Voor een kwart was het opdoen van nieuwe contacten een van de redenen voor bezoek.

Het merendeel van de bezoekers aan de Bouwbeurs waren zzp’ers, uitvoerders en directeuren. Bezoekers waren gemiddeld ruim 4 uur aanwezig tijdens deze editie.

 

  • februari 12, 2019
  • 137 views
Remeha neemt zonnecentrale van 1750 panelen in gebruik

Remeha heeft in Apeldoorn een zonnecentrale officieel in gebruik genomen. De installatie bestaat uit 1.750 pv-panelen met een opwekvermogen van 445 kWpiek. Hiermee verzorgt het systeem een substantieel deel van het stroomgebruik van de fabrikant van verwarmingssystemen. De panelen liggen grotendeels op de assemblagehallen, waarin ook het grootste elektriciteitsverbruik plaatsvindt.

Bij de officiële ingebruikname van de zonnecentrale vertelde algemeen directeur Arthur van Schayk van Remeha dat de installatie een belangrijk onderdeel vormt binnen het verduurzamingsprogramma van het bedrijf. Met de 1.750 zonnepanelen kan Remeha ongeveer een kwart van haar jaarlijkse elektriciteitsverbruik zelf opwekken. De panelen liggen op een drietal daken; twee grote daken van de assemblagehal, en een relatief klein, schuin dak van een aangrenzende loods. Bij de ceremonie op 11 februari is een digitaal display onthuld waarop medewerkers en bezoekers realtime de opbrengst van de pv-installatie kunnen zien.

Samenwerking met partners
Bij de opening van de zonnecentrale sprak de Apeldoornse wethouder Duurzaamheid, Mark Sandmann van een grootse prestatie. “Apeldoorn wil koploper zijn in Nederland op het gebied van zonnepanelen, en Remeha helpt met deze centrale daar fors aan mee.” De wethouder is blij dat Remeha een voortrekkersrol in de verduurzaming vervult en daarbij ook oog heeft voor samenwerking met andere bedrijven in de gemeente.
De zonnepanelen zijn geleverd en op het dak gelegd door het Apeldoornse bedrijf BonGo Solar. Dit bedrijf is een partner van Remeha, evenals het Apeldoornse installatiebedrijf Hollander Techniek, dat de elektrotechnische installatie en integratie van de panelen en de omvormers verzorgde. De opgewekte elektriciteit wordt grotendeels gebruikt voor het laten draaien van de productielijnen in de assemblagehallen. Daarnaast voedt de installatie ook de laadsystemen voor de vorkheftrucks, de servers van het IT-systeem en de laadpalen voor de elektrische auto’s. Mochten de panelen op een prachtige zonnige dag in een weekend meer elektriciteit produceren dan Remeha nodig heeft, dan kan de installatie de opbrengst ook terugleveren aan het elektriciteitsnet.

Zorgvuldig gekozen dimensionering
“De dimensionering van de installatie is zodanig gekozen dat we bijna altijd alle opgewekte elektriciteit zelf kunnen gebruiken”, zegt Raymon Kerkvliet, manager Production Support. “Het zal sporadisch voorkomen dat we meer energie opwekken dan we zelf verbruiken.” Kerkvliet begon in 2017 al met de voorbereiding van de installatie en verzorgde onder meer de subsidieaanvraag. Remeha ontvangt de komende jaren een SDE-subsidie, waardoor de pv-installatie, ook voor een grote energieverbruiker als Remeha, rendabel is. “Bij de realisatie van een van de grootste centrales van Apeldoorn komt best veel kijken. Gelukkig hebben wij met BonGo Solar en Hollander Techniek twee partners die met veel kennis en kunde voor een vlotte realisatie hebben gezorgd.”

Verduurzamingsoperatie
De installatie van de bijna 1.750 zonnepanelen vormt onderdeel van een verduurzamingsoperatie waaraan Remeha gestaag werkt. Om op het elektriciteitsgebruik te besparen, liet Remeha al in 2017 in de assemblagehal 650 led-armaturen installeren. Vorig jaar volgde de installatie van energie- en waterbesparende douches. Dit was onderdeel van een stimuleringsprogramma dat ervoor zorgt dat meer medewerkers op de fiets naar hun werk kunnen komen.

Walk of Energy
Met alle maatregelen die Remeha neemt en nog zal nemen, wil het bedrijf zijn klanten en medewerkers meenemen over de Walk of Energy. Deze wandeling leidt langs alle duurzame initiatieven in het bedrijf. Zo staan er bij het pand twee speciaal aangeschafte E-bikes die medewerkers kunnen gebruiken als zij naar een klant, de tandarts of gewoon naar huis gaan. Ook zijn er al meerdere laadpalen voor elektrische auto’s; een aantal dat Remeha op termijn kan uitbreiden tot twintig laadpunten. Ook stapt Remeha, zodra de huidige contracten aflopen, voor haar poolauto’s over op elektrische auto’s.

  • februari 11, 2019
  • 183 views
Definitieve versie NTA 8800 ‘Energieprestatie van Gebouwen’ vrijgegeven

De definitieve versie van NTA 8800 ‘Energieprestatie van Gebouwen’ is gepubliceerd. Deze versie wordt vanaf 2020 aangewezen door de overheid en vervangt NTA 8800:2018.

In september 2018 is de eerste versie van NTA 8800 vrijgegeven. De afgelopen maanden zijn marktpartijen, zoals softwareleveranciers en adviseurs, met NTA 8800 aan de slag gegaan. Daarnaast is er een studie uitgevoerd naar de grootte van het effect van specifieke invoerparameters op het eindresultaat van de berekening.

Vereenvoudigingen en tekstuele verbeteringen
Naar aanleiding van de studie zijn vereenvoudigingen en (tekstuele) verbeteringen doorgevoerd in de NTA. Daarnaast is de koppeling met NEN 7125 ‘Energieprestatienorm voor maatregelen op gebiedsniveau (EMG) – Bepalingsmethode’ gelegd en is de waardering van restwarmte uitgewerkt. Deze aanpassingen zijn verwerkt in NTA 8800:2019.

Programmaraad
De NTA is ontwikkeld binnen randvoorwaarden zoals gesteld door het Ministerie van BZK. De NTA is opgesteld door de projectgroep NTA 8800 onder verantwoordelijkheid van de Programmaraad Stelsel Energieprestatie Gebouwen. In de Programmaraad zijn energie-, installatie- en bouwsector, gemeenten, vastgoedeigenaren, woningcorporaties en adviseurs vertegenwoordigd.

De definitieve versie van NTA 8800 is kosteloos beschikbaar in de NEN Shop.

  • februari 8, 2019
  • 133 views
“Verplicht isoleren warmtepomp maakt ze te duur”

Als minister Ollongren het isoleren van warmtepompen gaat verplichten om geluidsoverlast tegen te gaan, worden Europese warmtepompen nóg minder concurrerend met Aziatische. Dat zei Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, tegen BNR als reactie op de plannen van de minister. Uit een berekening van Sira Consulting blijkt dat het isoleren van warmtepompen de sector jaarlijks zo'n 30 miljoen euro zal kosten.

De minister wil een norm van 35 decibel hanteren. Terpstra vergelijkt dit bij BNR met het lawaai van een bibliotheek of een opnamestudio. Hij wil die ambitie wel volgen, maar zegt afhankelijk te zijn van de Aziatische markt waar geluidsbegrenzing minder belangrijk wordt gevonden. “Europa innoveert wel, maar onvoldoende snel om in 2020 die 35 decibel te halen. Europese pompen zijn al duurder dan Aziatische en als daar ook nog isolatiekosten bijkomen, maakt de consument een pas op de plaats en loopt het tempo van verduurzaming een deuk op.”

Op de foto een warmtepomp met een omkasting om geluidsoverlast te voorkomen

  • februari 8, 2019
  • 123 views
Sleutelrol voor installatiebranche op Bouwbeurs

De bouwkolom verandert en dat was deze week ook goed terug te zien op de Bouwbeurs. Waar de installateur vroeger onderaan de keten hing, komt hij nu steeds meer in de spotlights te staan. Dat voelt nog wat onwennig, voor hemzelf en zijn bouwpartners, maar deze trend zal onherroepelijk doorzetten.

De verschuivende verhoudingen in de bouwkolom, digitalisering, industrialisering, gebruikersgemak, circulair bouwen, systeemintegratie en de energietransitie. Dit waren in het kort wel de belangrijkste thema’s van deze Bouwbeurs. Installatienet maakte een uitgebreide rondgang, bezocht lezingen en sprak met verschillende exposanten.

Waterstofketel
Het was ongetwijfeld een van de hoogtepunten deze editie, maar toen wij langs kwamen was het er betrekkelijk rustig. We hebben het over de wand waar de nieuwe waterstofketel hing van Remeha. Waar menig andere fabrikant al definitief lijkt te hebben gekozen voor de ‘warmtepomproute’ naar verduurzaming, gelooft Remeha in een breed spectrum aan oplossingen. En daar zouden ze best nog wel eens gelijk in kunnen krijgen. Van warmtepompen, tot geothermie, warmtenetten en de waterstofketel; aan iedere duurzame thermische energieoplossing kleven namelijk wel voor- en nadelen.

Gasinfrastructuur
Zo ligt er al een uitgebreide infrastructuur voor aardgas, die relatief makkelijk geschikt kan worden gemaakt voor waterstof. Ook zullen we in de toekomst, zo luiden de prognoses, duurzame energie overhouden die we dan weer kunnen gebruiken om waterstof te produceren. Deze argumenten pleiten voor de toepassing van waterstofketels. Remeha test nu haar eigen exemplaar in het Rotterdamse Rozenburg. Op de beurs bleef het binnenwerk van de ketel dus nog even geheim. Maar we gaan er ongetwijfeld meer over horen.

Warmtepompen
De warmtepomp staat volop in de belangstelling. Verschillende fabrikanten lieten nieuwe varianten zien. Zoals Itho Daalderop, dat onder andere een Monobloc warmtepomp toonde met een vermogen van 5,5 kW. Monoblocs bestaan alleen uit een buitenunit, erg handig in verband met het ruimtebeslag. Bovendien hoeven geen F-gassenhandelingen te worden verricht om ze aan te sluiten. Een ideale oplossing kortom voor de renovatiemarkt.

Cv-ketel
Is de cv-ketel dan definitief naar het verleden verbannen? Nee, hoewel deze verwarmingsoplossing kampt met een tanende belangstelling, is er nog steeds een grote markt. Atag liet haar nieuwe P-serie zien, uitermate geschikt voor de vervangingsmarkt. De cv-ketel beschikt over een achterframe, waarachter de leidingen kunnen worden weggewerkt. Met afgedopte toe- en afvoer plus vlak expansievat is het apparaat bovendien ook te gebruiken als geiser.

Energiedak
‘Tijd om de krachten te bundelen’ was dit jaar het thema van de Bouwbeurs. De laatste jaren lijken de verschillende spelers in de bouwkolom elkaar makkelijker te vinden. Dit blijkt niet alleen uit innovatieve projecten, zoals 2nd Skin, waar verschillende partijen gezamenlijk oplossingen bedenken, maar ook op systeemniveau. Zo liet Emergo een prefab energiedak zien waar verschillende fabrikanten een bijdrage aan leveren. Het dak beschikt over geïntegreerde pv-panelen, die waterwerend zijn. Via een dakdoorvoer wordt het energiedak aangesloten op de thuisinstallatie, een typisch karweitje voor de installateur. Het energiedak heeft gemiddeld één keer per jaar een onderhoudsbeurt nodig.

BIM
De verschillende partijen in de bouwkolom lijken elkaar ook steeds makkelijker te vinden tijdens de ontwerpfase. In de Bouw & ICT-hoek hoorden we dat nu ook de mkb-installateur aan het bimmen is geslagen. Sterker nog, volgens Adomi pakken ze het zelfs sneller op dan bouwkundige aannemers. De reden? Installateurs zien direct de voordelen van Clash Controls en de mogelijkheden om faalkosten te reduceren.

Ventilatie
Duurzaam bouwen lijkt steeds meer gemeengoed te worden. Maar waar bouwkundige aannemers en architecten al volop bezig zijn om circulaire bouwprocessen te integreren in hun bouwprocessen, lijkt de installatiebranche daar nog niet echt mee bezig te zijn. Wel volop in de belangstelling staan bijvoorbeeld nieuwe ventilatieoplossingen. Want waar we steeds beter onze woningen en utiliteitsgebouwen gaan isoleren, neemt het belang van een goede ventilatie toe. Het lijkt erop dat de branche ernaar neigt eerder balansventilatiesystemen te installeren bij duurzame bouwprojecten, zoals NOM-woningen. Toch is er ook ruimte voor systeem C oplossingen. Met onder andere CO2-sturing, voorverwarming en een goede regeling blijft natuurlijke ventilatie ook interessant voor projecten met hoge duurzaamheidsambities, zo viel er te beluisterren. Duco toonde de nieuwe DucoTop 60 ZR Flens, een zelfregelend ventilatierooster. Dit rooster kan met glasvezelversterkende basiskoppelstukken makkelijk op kunststofkozijnen worden geplaatst. Een handige oplossing voor nieuwbouw en renovatie.

Haakse slijper
Gebruikersgemak was een duidelijk terugkerend thema bij de gereedschapsspecialisten. Zo toonde Hikoki, het voormalige Hitachi, een multivolt accu, die te combineren is met verschillende gereedschapsartikelen. Een handige, compacte en goedkope oplossing. Uiteraard liet Hikoki ook het nodige nieuwe gereedschap zien, waaronder een haakse slijper (de G-36) met een vermogen van 36 Volt. Handig voor de moeilijk toegankelijke plekken.

Belangrijke rol
Architecten, bouwkundige aannemers en installateurs lijken er allemaal steeds meer van te zijn doordrongen dat er een doorslaggevende rol is weggelegd voor de installatietechniek als we onze duurzame ambities willen realiseren. Tijdens lezingen, zoals over het 2nd Skin project en de Motown Movement (goedkoop en eenvoudig verduurzamen) werd er veelvuldig gerept over de energietransitie en duurzame installatietechniek. Maar ook in de Perskamer bleek dat installatietechniek niet langer het kleine broertje is dat ergens achteraan meedribbelt. Zo vertrouwde een concullega van een bouwblad ons toe dat “zodra we een item hebben over bijvoorbeeld warmtepompen, het storm loopt op onze website.” De tijden zijn veranderd, de Bouwbeurs heeft laten zien dat ze er goed op heeft weten in te springen.