- januari 15, 2019
- 146 views
“Energietransitie mislukt zonder groene waterstof”
Zonder groene waterstof is het niet mogelijk om een betaalbare CO2-neutrale gebouwde omgeving te creëren. Dit concludeerden deskundigen tijdens het onlangs gehouden Smart Cities Event. Een eenzijdige keuze voor all-electric zorgt voor een te zware belasting van netwerken, die alleen te voorkomen is met onevenredig hoge investeringen in de elektrische infrastructuur. Bovendien is waterstof de enige groene energiedrager die energieopslag langer dan een week op grote schaal mogelijk maakt.
“We hebben alle duurzame energiedragers nodig, groene stroom, duurzame warmte én groene waterstof”, zei Marco Bijkerk, manager innovatieve technieken bij Remeha, tijdens het Smart Cities Event op 9 januari jl. Groene waterstof is waterstof gemaakt uit water en duurzame elektriciteit uit (offshore) windmolens of zonnepanelen, zonder CO2-emissies. Zijn verhaal werd kracht bij gezet door professor Ad van Wijk van de TU Delft. Wereldwijd ziet Van Wijk een duidelijke tendens om over te stappen op groene waterstof, waterstof dat met duurzaam opgewekte energie uit zon, wind of waterkracht wordt opgewekt. “Japan is daarin al ver gevorderd. De Olympische Spelen van 2020 zullen zij volledig met waterstof van energie voorzien; zowel de gebouwde omgeving als het transport.”
Keten voor groene waterstof bouwen
Zowel Bijkerk als Van Wijk zien ook voor Nederland goede kansen om de gebouwde omgeving met waterstof te verduurzamen. “Wij hebben een hele ruime, fijnmazige aardgasinfrastructuur die we bijna zonder aanpassingen voor waterstof kunnen gebruiken. We hebben alleen enige tijd nodig om alle technieken te vervolmaken”, zegt Bijkerk. “Daarnaast moeten we zo snel mogelijk bouwen aan een keten waarmee we groene waterstof produceren en kunnen leveren”, vindt Van Wijk.
Beide denken dat dit niet van de ene op de andere dag is gerealiseerd. Maar dat waterstof een cruciale rol gaat vervullen, daar zijn alle deskundigen het over eens. “Juist omdat waterstof een energiedrager is die je – in tegenstelling tot groene elektriciteit – eenvoudig en goedkoop kunt opslaan. Onze huidige gasinfrastructuur bezit hiervoor voldoende opslagcapaciteit. Zo kun je woningen en gebouwen ook in de nachten, op windstille dagen of in de winter van voldoende duurzame energie voorzien.”
Ondermijning van draagvlak
Als de overheid in de wijkgerichte aanpak uitsluitend all-electric of voor warmtenetten kiest, maakt ze onze energievoorziening onnodig duur, vindt professor Van Wijk. Dat ondermijnt het draagvlak bij de inwoners. “We kunnen bijvoorbeeld goedkoper slimme combinaties maken van elektrische warmtepompen waarbij waterstof cv-ketels voor de piekbelasting worden ingezet. Daarbij is een conversie van ons aardgassysteem naar een waterstofsysteem relatief eenvoudig en veel goedkoper dan verzwaring van ons elektriciteitsnet. En opslag van waterstof is bovendien ook veel goedkoper dan opslag van elektriciteit”, zegt Van Wijk.
De kostprijs van groene elektriciteit gaat volgens hem snel omlaag waardoor ook groene waterstof snel goedkoper wordt. In 2030, zo is de verwachting, zijn er al gelijkwaardige prijzen van groene waterstof ten opzichte van blauwe waterstof uit (geïmporteerd) aardgas. Van Wijk: “Wel zal ons land fors moeten investeren in grootschalige opwekking van waterstof op zee door wind of in de woestijn door de zon.”
Grijze waterstof is waterstof geproduceerd uit aardgas, waarbij de CO2 de lucht ingaat. Blauwe waterstof is waterstof uit aardgas waarbij CO2 wordt afgevangen en opgeborgen in lege gasvelden. Groene waterstof is waterstof gemaakt uit water en duurzame elektriciteit uit (offshore) windmolens of zonnepanelen, zonder CO2-emissies.
Foto: Ad van Wijk tijdens het Smart Cities Event
- januari 15, 2019
- 133 views
Warmtepompen en WKO-installatie voor wooncomplex
In het Rotterdamse woon- en kantorencomplex De Zalmhaven komt een warmte-/koudeopslag installatie die in verbinding staat met twee krachtige warmtepompen. Om beide warmtepompen efficiënter en duurzamer te laten werken, wordt teruggewonnen warmte uit de afzuiging van de parkeerventilatie benut. Voor piekmomenten in de energievraag wordt aansluiting op de Rotterdamse stadsverwarming gerealiseerd.
De betrokken ontwikkelingscombinatie Zalmhaven CV koos voor het integrale energieconcept van BAM Energy Systems, waarbij een 24/7 serviceverlening en een exploitatieperiode van dertig jaar is inbegrepen. De werking van de energie-installaties wordt geoptimaliseerd door continue monitoring met een energiemanagementsysteem. Dit leidt tot een tot efficiënt en voorspelbaar beheer en onderhoud. BAM richt een Energy Service Company (ESCo) op die eigenaar wordt van alle energie-installaties.
De Zalmhaven omvat een hoge toren van 215 meter, geflankeerd door twee middelhoge torens van 70 meter hoog. In de eerste toren komen 256 appartementen. In beide andere torens worden 196 appartementen en 33 eengezinswoningen gerealiseerd.
De verkoop van de eerste koopwoningen is in december gestart en zullen in 2022 worden opgeleverd.
- januari 15, 2019
- 145 views
Uneto-VNI heet nu Techniek Nederland
Uneto-VNI heet vanaf vandaag Techniek Nederland. De ondernemersvereniging voor technisch dienstverleners, installatiebedrijven en de technische detailhandel wil met deze nieuwe naam meer herkenbaarheid en een duidelijker profiel uitstralen. Een voorbeeld daarvan is de centrale rol die de vereniging wil vervullen bij de totstandkoming van het Klimaatakkoord. Voorzitter Doekle Terpstra doet daarom vandaag een oproep aan de milieubeweging en FNV om terug te keren aan de klimaattafel.
Doekle Terpstra: “We gaan gebouwen en woningen in ons land CO2-neutraal maken, een operatie waar we tot 2050 de tijd voor nemen. Dat is realistisch en haalbaar, maar dan moeten we nu wel in actie komen. De eerste mijlpaal is een CO2-reductie van 49%, de doelstelling voor 2030. Het is belangrijk dat de natuur- en milieuorganisaties én de FNV weer aan de klimaattafel komen. Als ook zij verantwoordelijkheid nemen en een actieve rol gaan spelen, zorgt dat voor meer draagvlak. Zo vergroten we de kans om de doelstellingen te realiseren.”
Snelle groei
De technieksector behoort tot de snelst groeiende bedrijfstakken in ons land. De sector is nu al goed voor zo’n 150.000 arbeidsplaatsen en groeit binnen afzienbare tijd door naar 200.000 werknemers. Het productievolume zal toenemen van 21 miljard euro in 2019 tot 23 miljard euro in 2023. Terpstra: “De hele sector ademt innovatie, dat geldt voor de grote ondernemingen, maar zeker ook voor de kleinere bedrijven. Onze leden zijn actief in de gebouwde omgeving, infra en industrie. De nieuwe naam maakt die veelzijdigheid meer dan ooit zichtbaar.”
Ambitieus maar realistisch
Terpstra: “Het is glashelder dat de energietransitie zonder techniek geen kans van slagen heeft. Techniek Nederland is ambitieus, maar ook realistisch. Het is niet zo dat we de cv-ketel en het gasleidingnetwerk al kunnen afschrijven. Integendeel; we hebben álle opties nodig om onze woningen en gebouwen te verduurzamen. Daar passen ook technieken in die nu nog volop in ontwikkeling zijn, zoals duurzaam gas en waterstofgas. Ons uitgangspunt is dat we burgers niet onnodig op kosten jagen én het bedrijfsleven concurrerend houden.”
Aanspreekpunt voor de hele technieksector
De technieksector wordt steeds veelzijdiger en digitaler. De ruim 5.000 leden van Techniek Nederland installeren technische systemen, maar houden zich ook bezig met digitale ontwerpen van gebouwen en infrastructuur, data-analyses voor beheer en onderhoud, vastgoed-energiemanagement en de energievoorziening voor elektrisch vervoer. Terpstra: “De grenzen tussen branches vervagen. Naast installatiebedrijven zullen ook andere soorten ondernemingen interesse hebben voor het lidmaatschap van Techniek Nederland. Ze zijn van harte welkom; onze vereniging wordt er alleen maar krachtiger van.”
Officieel startschot
Vanmiddag om 16 uur geeft vicevoorzitter Claudia Reiner op Rotterdam CS het officiële startsein voor de nieuwe naam van de vereniging. Met een druk op de knop onthult zij op een groot scherm het logo van Techniek Nederland.
- januari 14, 2019
- 131 views
Unica versterkt zich op gebied van brandbeveiliging
Unica heeft zich versterkt met Boele Fire Protection, gespecialiseerd in watervoorzieningen voor brandveiligheidsinstallaties. De overname betekent een verdieping van de gespecialiseerde activiteiten op het gebied van brandveiligheid, waarin Unica met het bedrijf Unica Fire Safety al actief is.
De overname past in de strategie van Unica om de expertise en het portfolio van de gespecialiseerde activiteiten te verdiepen. Vorige week maakte de technisch dienstverlener in dat kader nog de acquisitie van Dotwood bekend, waarmee de ICT-positionering werd versterkt. In voorgaande jaren werden ook de activiteiten op het gebied van security, industrie en energie uitgebreid, door middel van de overnames van respectievelijk Nsecure (2017), Pro-Fa Automation (2017) en Hellemans Consultancy (2015). Met Boele Fire Protection volgt nu een versterking van de specialisatie op het gebied van brandbeveiliging.
Landelijk actief familiebedrijf
Boele Fire Protection is gespecialiseerd in watervoorzieningen en sprinklerpompsets. De onderneming richt zich op nieuwbouw, vervanging, onderhoud, verhuur en renovatie van sprinklerpompen, sprinklertanks en complete prefab watervoorzieningen en is daarmee een leverancier voor installateurs van brandveiligheidsinstallaties zoals Unica. Boele Fire Protection is de enige onderneming in Nederland die met producten en diensten uit het eigen leveringsprogramma een complete watervoorziening ten behoeve van brandbeveiliging in eigen beheer kan bouwen. Het familiebedrijf telt ruim 25 werknemers en is landelijk actief vanuit het kantoor in Ede. Boele Fire Protection blijft vanuit dat kantoor zelfstandig en onder eigen naam opereren en alle werkzaamheden voor zijn klanten voortzetten.
Steeds strengere regelgeving
Unica is al langere tijd actief op het gebied van brandveiligheid met het bedrijf Unica Fire Safety, dat is uitgegroeid tot een top-5 speler in de markt met circa 200 medewerkers. De expertise en producten en diensten van Boele Fire Protection zorgen voor een verbreding en verdieping van de kennis van brandveiligheid en een verdere uitbreiding van het dienstenpakket. Samen denken de bedrijven nog beter te kunnen inspelen op de steeds strenger wordende regelgeving omtrent brandveiligheidsinstallaties. Veranderingen in de regelgeving zorgen bijvoorbeeld voor kansen om sprinklerinstallaties te verduurzamen en leggen een grotere focus op kwaliteitswaarborging. Boele Fire Protection brengt tevens extra kennis en expertise waarmee Unica zijn beheer- en onderhoudswerkzaamheden nog beter kan afstemmen op de klantbehoefte.
Volgende fase van groei
Peter Boele, directeur van Boele Fire Protection, licht toe: “De acquisitie door Unica maakt voor Boele Fire Protection een volgende fase van groei mogelijk. Het netwerk dat we hiermee bereiken biedt ons een scala aan nieuwe mogelijkheden om opdrachtgevers nog beter bij brandveiligheidsvraagstukken te kunnen ondersteunen. Voor ons is het essentieel dat wij na de overname onze onafhankelijke positie in de markt kunnen behouden. De samenwerking met Unica biedt ons de kracht van een grotere organisatie, maar ook de zelfstandigheid en flexibiliteit die voor onze klanten belangrijk is.” Boele Fire Protection blijft onder eigen naam en vanuit het eigen kantoor in Ede alle klanten bedienen, zoals ook bedrijven als Regel Partners, Hellemans Consultancy en Nsecure, die in de afgelopen jaren onderdeel werden van Unica, hun zelfstandigheid hebben behouden.
Verdieping van de specialisatie
John Quist, CEO van Unica, licht toe: “De acquisitie van Boele Fire Protection past in onze filosofie om onze klanten integrale dienstverlening te bieden. Met de expertise en producten en diensten van Boele Fire Protection kunnen we hen op het gebied van brandveiligheid meer toegevoegde waarde bieden. Het bedrijf staat voor kwaliteit en heeft een uitstekende reputatie in de markt, wat voor ons erg waardevol is.”
Tom Verschoor, directeur van Unica Fire Safety, ziet uit naar de samenwerking: “De overname van Boele Fire Protection geeft ons toegang tot kennis en onderscheidende producten die onze dienstverlening verder verbreden. De samenwerking stelt ons in staat om de complete installatieketen voor brandveiligheidsinstallaties voor met name sprinkler in eigen beheer te verzorgen en om onze klanten een centrale plek van expertise te kunnen bieden.”
- januari 11, 2019
- 148 views
Steeds meer opleidingen spelen in op verduurzaming gebouwde omgeving
De verduurzaming van de gebouwde omgeving staat momenteel in het middelpunt van de belangstelling. De installatietechniek speelt daarbij een cruciale rol. Bedenken, realiseren en onderhoud vragen om meer vaardigheden en andere kennis en kunde van de installatiesector. Dat leidt tot een toenemende vraag naar nieuwe opleidingen, zowel voor instromers in het vakgebied als voor bestaand personeel. Die opleidingen zien inmiddels ook steeds vaker het daglicht.
Zo start de Faculteit Techniek van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (HAN) in september met een Associate degree-opleiding in deeltijd: Gebouwgebonden Installatietechniek. Deelnemers die deze 2-jarige opleiding straks succesvol afronden kunnen onder andere aan de slag als accountmanager, engineer, projectmanager of technisch manager met een HBO-diploma. Multidisciplinair denken en handelen wordt steeds belangrijker. De opleiding zoomt daarom in op zowel de bouwkundige- en IT-kant als op elektrotechniek, werktuigbouwkunde, klimaattechniek en luchtbehandeling. De cursist leert om een installatieconcept af te stemmen op de wensen van de gebruiker. Iedere module kent ook een casus, om de kneepjes van het vak onder de knie te krijgen en te komen tot een geïntegreerd installatieconcept.
Een ander recent voorbeeld van een nieuwe opleiding binnen de sector is het initiatief van Stulz om in samenwerking met Sentir Opleidingen de rijks erkende MBO-2 opleiding ‘Medewerker Operationele Techniek Klimaatbeheersing’ op te starten. Ook deze opleiding duurt twee jaar en start begin februari al. De opleiding dient als een startkwalificatie voor medewerkers die nog niet veel ervaring hebben in de branche. De opleiding omvat naast de basiskennis van VRF, regelsystemen en warmtepompen ook aanvullende thema’s zoals STEK, F-gassen en VCA. Deelnemers aan deze opleiding gaan in samenwerking met een erkend leerbedrijf twee jaar lang de uitdaging aan om een rijks erkend diploma te bemachtigen.
Weer andere recente initiatieven zijn:
- januari 11, 2019
- 131 views
LT -warmtenetten winnen aan populariteit
Waar de warmtepomp met veel bombarie haar entree maakt in de gebouwde omgeving, groeit bijna onmerkbaar ook het aantal lage-temperatuurnetten. “Ik schat dat er honderden LT-warmtenetten zijn in Nederland”, vertelt Gijs van Heijster in de januari-uitgave van IZ. Hij is Asset Manager bij Ennatuurlijk, een onafhankelijk, duurzaam energiebedrijf. “In de meeste gevallen gaat het om een WKO-installatie die met behulp van een warmtepomp warmte levert aan woningen en utiliteitsgebouwen.”
Een installateur die te maken krijgen met een LT-warmtenet, moet op de volgende zaken letten bij de aanleg van een afgiftesysteem en de bereiding van warmtapwater. Kijk eerst of de bouwkundige schil wel voldoende geïsoleerd is om een LT-afgiftesysteem toe te passen. Van Heijster: “Ik zou adviseren om een RC-waarde aan te houden van minimaal 4.” Realiseer je dat er verschillende warmte-afgifteoplossingen zijn. De consument vraagt al snel om vloerverwarming, maar afhankelijk van de omstandigheden kan een andere oplossing financieel, bouwkundig of comfort-technisch misschien wel veel beter uitpakken. “Neem nu de renovatiemarkt”, zegt Heijster. “In bepaalde gevallen is het problematisch om een vloerverwarming aan te leggen in een bestaande woning. Je zou dan kunnen kiezen voor (passieve) convectoren of LT-radiatoren.”
Ook het inregelen vraagt om maatwerk, legt Van Heijster uit. “De afgiftetemperatuur ligt lager, dus de warme moet extra goed verdeeld zijn over de woning om het gewenste comfortniveau te behalen.” Resteert nog de warmtapwaterproductie. Van Heijster: “Let op de lengte van de leidingen vanwege het warmteverlies en houd rekening met het ruimtebeslag voor het boilervat. Wees je ervan bewust dat de watertemperatuur opgekrikt moet kunnen worden in het kader van legionellapreventie.”
Na de aanleg volgt het beheer. Van Heijster adviseert om een ‘periodieke APK’ uit te voeren. “Controleer of de aan- en retourtemperatuur kloppen, check op lekkages en vraag of het gewenste comfortniveau nog wordt behaald.”
Het gehele artikel staat in de januari-uitgave van IZ, die vanaf 29 januari a.s. hier te lezen is.
- januari 9, 2019
- 136 views
‘Warmtepompen vooral goedkoper als installateurs efficiënter en sneller gaan werken’
Warmtepompen kunnen vooral goedkoper worden als installateurs meer ervaring opdoen en efficiënter en sneller gaan werken. Dit zegt Peter Wagener in een interview met Het Financieele Dagblad. Hij is directeur van adviesbureau BDH in Harderwijk. ‘In tien jaar zou de gemiddelde warmtepomp met 30% in prijs kunnen dalen, is zijn prognose. Daarna moeten technische verfijningen voor verdere prijsreducties zorgen.’
'De componenten waaruit een warmtepomp is samengesteld, zijn duurder dan die van een cv-ketel. Het zal om die reden niet zo hard gaan met de prijsdalingen', legt Wagener in het artikel uit. ‘Toenemende concurrentie in de nog sterk gefragmenteerde markt van warmtepompen gaat wel voor enige prijsdruk zorgen.’
Eerder deze week legde Arthur van Schayk, bestuursvoorzitter van Remeha, in de Volkskrant nog uit dat ‘warmtepompen echt niet in prijs gaan dalen maar waarschijnlijk zelfs duurder worden door aankomende regelgeving.’
- januari 8, 2019
- 140 views
TU Delft gaat vijf jaar lang ontwikkelingen in de branche onderzoeken
De stichting Wetenschappelijk Onderwijs Installatietechniek (WOI) en de faculteit Bouwkunde van de TU Delft hebben een overeenkomst getekend voor een vijfjarig onderzoeksprogramma dat zich richt op de toekomstige ontwikkelingen in de installatiebranche. Een nieuwe praktijkleerstoel Installatietechniek van de faculteit Bouwkunde van de TU Delft maakt onderdeel uit van het programma. Het praktijkonderzoek wordt uitgevoerd in samenwerking met een aantal HBO-scholen en onderzoeksinstellingen.
Met de samenwerking willen onderwijs, kennisinstellingen en de installatiesector de innovatiekracht en het kennisniveau in de installatiesector versterken. Het belang van opleiding en kennis delen groeit in de installatiebranche, die steeds kennisintensiever wordt en waarin de technische ontwikkelingen razendsnel gaan.
Het onderzoeksprogramma richt zich op thema’s zoals de energietransitie, digitalisering, circulariteit, zorginnovatie en smart buildings, waarbij de vertaling naar praktisch toepasbare kennis centraal staat. Het project wordt mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van installatiebedrijven, adviesbureaus en de organisaties PIT en TVVL.
Stichting WOI heeft als doel het bevorderen van het wetenschappelijk en hoger beroepsonderwijs en onderzoek op het gebied van installatietechniek. Participanten in de stichting WOI zijn TVVL, ISSO, Koninklijke NLingenieurs en het opleidingsfonds OTIB.
Op de foto (v.l.n.r.): Piet van Staalduinen (bestuurslid WOI), Aart van Gelder (voorzitter WOI), Ulrich Knaack (Hoogleraar Design en Construction afdeling Archirectal Engineering en Technology, TU Delft), Peter Luscuere (Hoogleraar Building Physics and Services Afdeling Artitectural Engineering en Technology, TU Delft)
- januari 8, 2019
- 132 views
Van gas af is kennelijk niet altijd zinvol
‘Mijn bescheiden rijtjeshuis is te klein en te energiezuinig voor bedrijven die zich specialiseren in een totaalaanpak. Het huis is te apart om in standaardpakketten te passen, en bouwbedrijven en installateurs hebben het te druk om veel tijd en moeite in een relatief klein, maar stiekem toch ingewikkeld projectje te steken.’ Op de website van Energia doet Katrijn de Ronde verslag van haar zoektocht om haar huis van gas los te maken.
Gasloos, zo blijkt, zit er voorlopig niet in. En dat heeft niets met investeringskosten te maken, want die kan ze best wel opbrengen, schrijft ze. Navraag bij verschillende specialisten leerde haar echter dat ze beter nog even kan wachten met het gasloos maken van haar energielabel C woning.
Lees hier haar hele verhaal.
- januari 7, 2019
- 149 views
Techneco ingelijfd door Remeha
Remeha heeft per 1 januari van dit jaar alle aandelen van Techneco overgenomen. Techneco is een Nederlandse specialist in warmtepompen. Beide bedrijven hebben de ambitie om verder te groeien in de warmtepompmarkt. Daarom is besloten de gezamenlijke krachten te bundelen om zo een leidende positie in Nederland op te bouwen. Techneco blijft voorlopig als zelfstandige dochteronderneming van Remeha actief in de markt.
Remeha verwarmt meer dan 2 miljoen huizen in Nederland. De organisatie wil duurzame binnen-klimaatoplossingen haalbaar en betaalbaar maken. Dit om zo belangrijke stappen te zetten naar een CO2-neutrale samenleving. Daarom wil Remeha verder groeien in warmtepompen.
Techneco is 23 jaar geleden opgericht en is de specialist op het gebied van warmtepompen in Nederland. Techneco heeft onder meer hybride, lucht/water- en bodemgebonden warmtepompsystemen in huis. Het bedrijf is onder meer bekend van de Elga, een modulerende hybride warmtepomp die samenwerkt met elk cv-toestel.
Uitbreiding portfolio
“De komende jaren zullen we het gebruik van fossiele brandstoffen steeds verder terugdringen”, zegt Arthur van Schayk, Algemeen Directeur van Remeha B.V. “Voor die verduurzamingsroute ontwikkelen wij passende oplossingen en daarvoor hebben we een uitgebreid productportfolio nodig. Met de producten en de kennis van Techneco voegen we een innovatief en zeer compleet pakket toe aan de duurzaamheidsconcepten van Remeha.”
Meer slagkracht
Voor Techneco betekent de overname door Remeha vooral meer slagkracht om de ontwikkeling van haar marktpositie en producten te versnellen. “Techneco is de afgelopen jaren bijzonder snel gegroeid. Een sterk merk als Remeha biedt de beste mogelijkheden om verder te bouwen aan onze visie van een Nederland met enkel duurzame energiesystemen”, aldus Pieter van Alphen, oprichter en Algemeen Directeur van Techneco.