• september 2, 2020
  • 132 views
Scholen zorgen voor run op CO2-meters

Sinds het einde van de zomervakantie stijgt de vraag naar CO2-meters flink, melden verschillende leveranciers. Vooral scholen schaffen het apparaatje aan sinds het RIVM ze adviseerde te checken of hun ventilatie op orde is.

Een meerderheid van de scholen in Nederland dateert van vóór het bouwbesluit van 2012 en heeft geen mechanische ventilatie. Zij zijn voor frisse lucht afhankelijk van het openen van ramen en deuren. Met een CO2-meter kan op een relatief eenvoudige manier gemeten worden hoe het met de luchtkwaliteit in een ruimte gesteld is.
De meter wordt gezien als een tijdelijk goedkoop alternatief om iets aan de ventilatie te doen. Een ventilatiesysteem vervangen of aanpassen vergt een forse investering. Op nieuwe scholen, vanaf 2015, is een CO2-meter overigens verplicht.

  • augustus 11, 2020
  • 134 views
‘Ventilatiesysteem voldoet in veel gebouwen niet aan de eisen’

In veel gebouwen voldoet de ventilatie niet aan de minimumeisen die het Bouwbesluit stelt. Op basis van een inventarisatie onder gespecialiseerde leden komt Techniek Nederland tot de voorzichtige inschatting dat zeker 20% van de ventilatiesystemen niet naar behoren werkt. In scholen is de situatie ronduit alarmerend, stelt de branchekoepel. Uit onderzoek blijkt dat de ventilatie in een kwart van de schoolgebouwen onvoldoende is. Het RIVM benadrukt dat een goede ventilatie van belang is voor een gezond binnenklimaat.

In veel gevallen voldoet het ventilatiesysteem niet aan de eisen doordat de omstandigheden veranderd zijn. Gebouwen kunnen bijvoorbeeld in de loop van de tijd een andere functie krijgen of een andere bezettingsgraad. Ook een verbouwing kan voor een nieuwe situatie zorgen. Volgens Techniek Nederland zijn controle en aanpassing van het ventilatiesysteem te vaak een sluitpost bij het gebouwbeheer. Dat kan leiden tot een ongezonde werk- of onderwijsomgeving.

Controle vóór de herfst
Bij kouder weer wordt het onaangenaam om ramen of deuren open te zetten. Een goed ventilatiesysteem is dan noodzakelijk om voldoende verse lucht aan te voeren. Techniek Nederland adviseert gebouwbeheerders het ventilatiesysteem in elk geval vóór de herfst te laten controleren en zo nodig te laten aanpassen.

Coronavirus kan lang in slecht geventileerde ruimte aanwezig blijven
Over het verband tussen ventilatie en coronabesmettingen bestaat nog veel onduidelijkheid. Volgens het RIVM is het mogelijk dat het coronavirus in een slecht geventileerde ruimte urenlang aanwezig blijft in fijne vochtdruppels die in de lucht blijven hangen. Het instituut ziet nog geen bewijs dat deze aerosolen het virus ook kunnen overdragen. Aanvullende maatregelen voor ventilatiesystemen zijn volgens het RIVM niet nodig. Wél adviseert het RIVM om recirculatie van lucht in dezelfde ruimte zoveel mogelijk te voorkomen en de lucht voldoende te verversen. Het instituut benadrukt dat goede ventilatie uit het oogpunt van gezondheid altijd belangrijk is.

Onderzoek naar aerosolen
Om het besmettingsrisico van aerosolen te kunnen vaststellen is volgens het RIVM nader onderzoek nodig. De installatiebranche stelt daarvoor kennis beschikbaar. Vooralsnog staat het RIVM op het standpunt dat het belangrijk is om de geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies te volgen.

Aanvullende maatregelen zijn mogelijk, maar niet verplicht
Techniek Nederland adviseert wél om aanvullende maatregelen te nemen. Daarmee kan de eigenaar van een gebouw een hoger ‘ventilatievoud’ tot stand brengen. Het ventilatievoud geeft aan hoeveel keren per uur de lucht in een ruimte wordt ververst. Ook is het raadzaam om na te gaan of toepassing van filters en andere luchtreinigende apparaten zinvol is. Deze maatregelen zijn niet verplicht.

Debat in Tweede Kamer
Morgen debatteert de Tweede Kamer over het coronavirus. De oppositie heeft aangekondigd om meer aandacht te vragen voor ventilatiesystemen in de strijd tegen corona.

  • augustus 6, 2020
  • 135 views
Stilzwijgend wijzigen ventilatierichtlijn door RIVM verrast Techniek Nederland

Het RIVM heeft vorige week stilzwijgend de ventilatierichtlijn aangepast. Het advies is om waar mogelijk zoveel mogelijk verse lucht toe te voeren in systemen die gebruikmaken van recirculatie. Aanleiding is het onderzoek van het aantal besmettingen in een verpleeghuis in Maassluis. Techniek Nederland is verrast door het stilzwijgend wijzigen van de ventilatierichtlijn door het RIVM en roept op tot grotere transparantie.

De laatste weken is er veel media-aandacht geweest voor de mogelijke besmetting door aerosolen, de kleine, zwevende druppels die mensen uitstoten bij spreken, zingen en niezen. Er is steeds meer aanleiding om ook deze aerosolen te verdenken van het overbrengen van het coronavirus. Deze mogelijke besmettingsroute werd tot vorige week door het RIVM ontkend.

Verse lucht toevoeren
Nu roept het RIVM op zoveel mogelijk verse lucht toe te voeren in ruimten waar meerdere mensen langere tijd verblijven en daarbij het recirculeren van lucht zo veel mogelijk te vermijden. Er zijn systemen, zoals airconditioning, die lucht in één gemeenschappelijke ruimte recirculeren. Bij dit proces wordt de lucht niet ververst. Hierbij is verspreiding van zowel druppels als eventuele aerosolen verder dan 1,5 meter niet uit te sluiten, hoewel hard bewijs daarvoor nog ontbreekt. Uit voorzorg wordt geadviseerd om recirculatie binnen één ruimte waar meerdere personen gedurende langere tijd bij elkaar zijn zo veel mogelijk te vermijden en de lucht voldoende te verversen.

Gebruik de deskundigheid van de sector
Techniek Nederland doet een dringende oproep aan het RIVM om gebruik te maken van ventilatie-specialisten van onze sector. Voorzitter Doekle Terpstra: “Ventileren is een complex vakgebied. Virologen zouden meer met onze deskundigen en wetenschappers moeten overleggen om tot betere analyses en goede richtlijnen te komen. Ik dring aan op directe, verdergaande samenwerking tussen RIVM en deskundigen uit onze sector.”

Vóór de herfst controleren
Al eerder gaf Techniek Nederland aan dat de ventilatie in veel gebouwen niet aan de minimumeisen van het Bouwbesluit voldoet. Ook in scholen is de situatie zorgwekkend. Uit onderzoek blijkt dat de ventilatie in een kwart van de schoolgebouwen onvoldoende is. Het RIVM benadrukt dat een goede ventilatie van belang is voor een gezond binnenklimaat. Nu komt daar dus bij dat er zoveel mogelijk gebruik moet worden gemaakt van verse buitenlucht.

Aanvullende maatregelen zijn nu al mogelijk, maar niet verplicht
Techniek Nederland en de twee kennisorganisaties in de installatiebranche, TVVL en ISSO, adviseren al langer om aanvullende maatregelen te nemen. Daarmee kan de eigenaar van een gebouw een hoger ‘ventilatievoud’ tot stand brengen. Het ventilatievoud geeft aan hoeveel keren per uur de lucht in een ruimte wordt ververst. Ook is het raadzaam om recirculatie van lucht te minimaliseren en na te gaan of toepassing van filters en andere luchtreinigende apparaten zinvol is. Deze maatregelen zijn vooralsnog niet verplicht.

  • juli 7, 2020
  • 135 views
RIVM wijst op blootstelling aan coronavirus via aerosolenroute

De laatste maanden is er veel te doen geweest over de zogenaamde aerosolenroute. Volgens een aantal deskundigen zou de overdracht van het coronavirus theoretisch gezien via kleine vochtdruppels in de lucht kunnen plaatsvinden. Uit een net openbaar gemaakt onderzoek van het RIVM blijkt inderdaad dat in niet-geventileerde ruimtes mensen aan deze zogenaamde aerosolen kunnen worden blootgesteld.

De RIVM-wetenschappers keken in hun onderzoek onder meer naar hoeveel aerosolen er vrijkomen na bijvoorbeeld een hoest of bij praten. Daaruit blijkt dat na een nies de meeste kleine druppels in de lucht blijven hangen, gevolgd door een hoest, twintig minuten praten en ademen.

Kleine kans

In de meeste gevallen is de kans dat iemand in aanraking komt met het virus via aerosolen volgens de RIVM-onderzoekers minder dan 1 procent. Bij driekwart van de coronapatiënten zitten er een miljoen virusdeeltjes of minder in een milliliter vocht, en daarbij is de kans op overdracht klein.

Uitschieters

Maar er zijn ook uitschieters. Een op de twintig patiënten heeft een hoge virusconcentratie van honderd miljoen virusdeeltjes per milliliter vocht. Als zo iemand in een volle bus hevig niest, is de kans dat minstens één ander persoon wordt blootgesteld aan het virus 100 procent. In hoeverre het virus via aerosolen ook overgedragen wordt, blijft wel onduidelijk, benadrukken de onderzoekers. De besmettelijkheid van de virussen in de aerosolen is niet onderzocht.

Brief aan WHO

Afgelopen week hebben 239 wetenschappers uit 32 landen een open brief geschreven aan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO), waarin ze oproepen de corona-richtlijnen aan te passen. De wetenschappers zeggen genoeg bewijs te hebben dat het virus via aerosolen wordt overgedragen en adviseren daarom zelfs op anderhalve meter afstand een mondkapje te dragen. Ook schrijven ze dat het juist instellen van ventilatiesystemen, toepassing van UVC-verlichting en eventueel luchtreinigers belangrijk zijn om verspreiding te beperken. Deze laatste twee kunnen zinvol zijn, mocht de ventilatiecapaciteit ontoereikend zijn.

 Rol REHVA

De REHVA waarschuwde maanden geleden al voor de aerosolenroute. Vanuit het oogpunt van ‘Better safe than sorry’ heeft de Europese organisatie vervolgens richtlijnen opgesteld om de risico’s in te dammen door goed te ventileren. Francesco Franchimon, Public Health Engineer, was betrokken bij het opstellen van de richtlijnen. Hij is blij met dit onderzoek van het RIVM.

Advies installateur

“Het is hiermee nog niet bewezen dat er voldoende infectieus materiaal zit in de deeltjes om daadwerkelijk een besmetting te veroorzaken, maar we komen zo wel een stap verder. Het RIVM wees al op het belang van goed ventileren, maar daarbij wordt tot dusverre uitgegaan van de richtlijnen in het Bouwbesluit. Je kan je afvragen of alle gebouwen wel voldoen aan het Bouwbesluit en of de ventilatievouden die worden vermeld wel toereikend zijn om infecties te beperken. Dit is de reden om nog steeds uit te gaan van ‘Better safe than sorry’. Vervolgonderzoek zou tot meer helderheid kunnen leiden over het daadwerkelijke risico op besmetting via de aerosolenroute. Bijvoorbeeld het onderzoek dat nu plaatsvindt met Freten in het Erasmus MC. Dit kan een verdere onderbouwing geven over de nieuwe richtlijnen op het gebied van ventilatie. Ik raad de installateur dus aan om de ontwikkelingen goed te blijven volgen.”

  • juni 5, 2020
  • 135 views
Slim ventileren tegen corona

Het wordt steeds aannemelijker dat het coronavirus zich ook via de lucht verspreidt in binnenruimtes. Nader onderzoek hiernaar is noodzakelijk, maar kost tijd. Toch is het nu al van belang hier rekening mee te houden, stellen Marius Klerk en Elyane Khoury. Zij geven in dit artikel praktische tips aan de installateur.

Door te ventileren voorzien we ruimtes van verse lucht. Helaas is de ventilatie in veel gevallen onder de maat. Dat is te merken aan een muffe lucht, geurtjes en gebruikers die slaperig worden, omdat ze onvoldoende zuurstof binnenkrijgen. Daarnaast wordt er in veel situaties gebruik gemaakt van recirculatielucht om de warmte niet zomaar te laten verdwijnen naar buiten. Indien er in dit soort ruimtes een bron is voor het verspreiden van het coronavirus zal de ruimte langzaam maar zeker worden opgevuld met schadelijke deeltjes. Met als gevolg dat mensen in deze ruimte besmet kunnen raken. Daarom wordt geadviseerd om niet met recirculatielucht te werken indien mogelijk.

Doorspoeling ruimte
De meeste ventilatiesystemen zijn zo uitgelegd dat er wordt gezorgd voor vermenging van de lucht in de ruimtes. Dit geeft een gelijkmatige temperatuur ter plekke. Helaas zorgt het niet voor een optimale doorspoeling, zodat de schadelijke deeltjes uit de ruimte worden verwijderd.

Meer ventileren
Door meer te ventileren met verse lucht tot 60 m3/uur per persoon of indien dit niet haalbaar is door het ventilatiesysteem op de maximale stand te zetten zal de lucht in de ruimte worden verdund. Oftewel: de hoeveelheid verse lucht stijgt, waarmee wordt voorkomen dat het aantal besmette deeltjes in de ruimte toeneemt. Hiermee wordt het risico van overdracht van het virus geminimaliseerd, precies zoals dat ook gebeurt in de buitenlucht.

Spuien
Mocht er onvoldoende ventilatiecapaciteit voorhanden zijn, dan is het raadzaam om ramen tegen elkaar open te zetten. Mocht ook dit niet mogelijk zijn, dan kan ervoor gekozen worden om de lucht te filteren.

Filteren
Er zijn situaties waarbij extra ventileren op ruimteniveau niet mogelijk is. In dergelijke gevallen is het raadzaam om een stand alone filtersysteem te plaatsen, waarmee de lucht in de ruimte gezuiverd kan worden. Hierbij is het van belang dat geïnfecteerde deeltjes afgevangen worden en/of onschadelijk worden gemaakt.
Combinaties
De aangewezen mogelijkheden hiervoor zijn een combinatie van UV-C belichting en HEPA-filtering of een gesloten ionisatiesysteem met opvang collectoren, zoals bij de ASPRA technologie het geval is. Door het toepassen van één van deze twee opties worden de virussen gedeactiveerd (lucht gedesinfecteerd) en de overige aerosolen/deeltjes (dragers van het virus) afgevangen. Deze technieken zijn zowel van toepassing voor de ventilatielucht als voor de lucht in de ruimte zelf. De filtersystemen zijn al beschikbaar op de markt, maar het is wel belangrijk dat men zich goed laat adviseren over de juiste toepassing.

Advies aan installateur
Zorg eerst dat je een goed beeld hebt van de locatie en de ruimte-indeling. Stem vervolgens de ventilatievoud af op 60 m3/uur per persoon of als dat niet mogelijk is, laat dan het systeem meervoudig ventileren per ruimte. Let op: gebruik geen recirculatielucht. Is het niet mogelijk om het gewenste ventilatievoud te halen, kies dan voor filtering. Tot slot: stel geen regeltijden in, maar laat het ventilatiesysteem continu draaien.

Conclusie
Indien we kantoren, scholen, restaurants en andere werkplekken waar meer mensen samen komen weer willen gaan gebruiken, is gepaste afstand alleen niet voldoende. Het is daarnaast noodzakelijk om ook een gezond binnenklimaat met verse en schone lucht te creëren.

Over de auteurs
Elyane Khoury werkt bij Virus Free Air solution en is expert op het gebied van energie efficiënte luchtfiltratie. Marius Klerk is werkzaam voor Air@Work, leverancier van duurzame klimatiseringssystemen.

Dit is een ingekorte versie van een artikel dat verschijnt in de juni-uitgave van InstallateursZaken. Het gehele artikel is vanaf 23 juni 2020 hier te lezen.

  • juni 3, 2020
  • 219 views
RIVM: onvoldoende bewijs voor verspreiding corona via kleine druppeltjes

Vorige week was er in de media opnieuw aandacht voor de rol van ventilatie bij het voorkomen van coronabesmettingen. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) stelden vast dat kleine druppeltjes (aerosolen) langer in de lucht blijven hangen. Techniek Nederland vroeg het RIVM opnieuw om een reactie. Het instituut laat weten dat het UvA-onderzoek geen reden is om van standpunt te veranderen.

Het RIVM laat weten dat het onderzoek van de UvA inderdaad aantoont dat aerosolen in een slecht geventileerde ruimte langer in de lucht blijven hangen. Maar het UvA-onderzoek gaat niet over de verspreiding van het coronavirus via aerosolen. Het RIVM verandert daarom niet van standpunt; er is onvoldoende bewijs dat het virus via kleine druppeltjes besmettingen kan veroorzaken.

Ventilatie wel belangrijk
Ventileren is in het algemeen belangrijk, stelt ook het RIVM: ‘Goed ventileren is nodig voor het verversen van de lucht en draagt bij aan een prettig en gezond binnenklimaat.’ Over het verband tussen ventilatie en corona verandert het RIVM niet van mening. Het instituut ziet geen reden om aanvullende maatregelen te nemen voor ventilatiesystemen. De geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies kunnen worden gevolgd.
RIVM volgt de ontwikkelingen
Het RIVM vindt aanvullend onderzoek belangrijk. Verschillende universiteiten en instituten zijn hiermee bezig. Het RIVM kijkt ook zelf naar de mogelijkheid dat aerosolen tóch een rol spelen bij de verspreiding van het virus. Het instituut houdt de ontwikkelingen rond dit onderwerp in de gaten. Wanneer bewijs wordt gevonden dat coronabesmetting wél via aerosolen kan plaatsvinden, kan dat leiden tot herziening van het RIVM-standpunt.

Lees de uitspraak van het RIVM over verspreiding via de lucht en ventilatiesystemen.

 

  • juni 2, 2020
  • 141 views
Hotel Oud Londen in Zeist kiest voor steunpakket om legionella te voorkomen

Hotel en restaurant Oud London in Zeist maakt als eerste horecabedrijf in Nederland gebruik van het Steunpakket Veilig Drinkwater dat Holland Water aan ondernemers en gebouweigenaren aanbiedt om legionellabesmettingen na de lockdown te helpen voorkomen. Algemeen directeur Erik van Dijk wil er absoluut zeker van zijn dat zijn gasten en medewerkers straks weer voor honderd procent kunnen rekenen op veilig water, bijvoorbeeld om te drinken en te douchen.  “Want hun gezondheid staat natuurlijk altijd voorop”, aldus Van Dijk.

Holland Water sprak afgelopen maand al zijn vrees uit dat Nederland, als gebouwen weer (volledig) in gebruik worden genomen, wordt geconfronteerd met grootschalige legionella-uitbraken. Die kunnen de veteranenziekte, een ernstige vorm van longontsteking, veroorzaken, waaraan mensen met een zwakke of kwetsbare gezondheid kunnen overlijden. Het bedrijf uit Driebergen, in Europa en het Midden-Oosten marktleider in legionellabestrijding, voorziet een ‘ongekende legionellaontwikkeling’ door onderschatting van dit risico.

“Kans op legionellabesmettingen levensgroot”
“In de Covid-19 crisis worden veel gebouwen, zoals hotels, restaurants, campings, vakantiecentra, sportscholen, fitnesscentra en kantoren, niet of nauwelijks gebruikt, waardoor het water in de leidingen is komen stil te staan”, zegt Leo de Zeeuw, oprichter en DGA van Holland Water. “Het water warmt langzaam op, waardoor biofilm ontstaat. Hierin nestelen en vermenigvuldigen legionellabacteriën zich snel.” Deels door onbekendheid, maar ook doordat hun financiële positie door de coronacrisis ernstig is verzwakt, nemen veel ondernemers niet de nodige maatregelen om legionella te voorkomen, blijkt uit monitoring door Holland Water. Nu de accommodaties weer beginnen open te gaan, is de kans op legionellabesmettingen ‘levensgroot’, aldus De Zeeuw. “Gelukkig is er inmiddels steeds meer aandacht in de media voor het risico van legionellabesmettingen en ook de politiek bemoeit er zich nu actief mee.”

Steunpakket Veilig Drinkwater
Als expert op het gebied van legionellabestrijding en leverancier van monitorings- en bestrijdingssystemen wil Holland Water het niet laten bij alleen het constateren van het gevaar van legionellabesmettingen. “We maken ons oprecht zorgen en hebben daarom, onder meer samen met BNP Paribas Leasing Solutions, een Steunpakket Veilig Drinkwater samengesteld”, legt De Zeeuw uit. “Daarmee reiken we mede-ondernemers en gebouwbeheerders de helpende hand om zo samen legionella-uitbraken te voorkomen. We geven ze een steuntje in de rug door tegen zeer gunstige voorwaarden en zonder investeringen vooraf onze expertise en apparatuur beschikbaar te stellen”, aldus de DGA van Holland Water. “We zijn er trots op dat een zo gerenommeerd hotel als Oud London als eerste gebruik maakt van ons Steunpakket.”

“Verantwoorde investering”
Erik van Dijk is dus als eerste restaurateur/hotelier in Nederland ingegaan op het aanbod van Holland Water en heeft een zogeheten Bifipro® systeem laten plaatsen om legionellavorming te voorkomen. “De gezondheid van onze gasten en medewerkers is uiteraard het allerbelangrijkste”, zegt hij, “maar we hebben ook een reputatie hoog te houden. Als we weer opengaan, wil ik absolute zekerheid hebben dat ons water veilig is. Wij vinden dat geen enkele concessie mag worden gedaan aan het niveau van dienstverlening, dus moeten we ook zorgen dat we drinkwater aanbieden van de allerhoogste kwaliteit”, aldus de directeur van het in de Zeister bossen gevestigde Oud London. “Er is in de afgelopen periode keihard gewerkt aan de renovatie van kamers, er is geklust, schoongemaakt, opgeruimd en gepoetst. Het hotel staat er weer spic en span bij en we zijn blij dat we met het partnership met Holland Water ons ook op het gebied van waterkwaliteit op een positieve wijze kunnen onderscheiden en presenteren. De timing is ook erg goed, zo vlak voor het zomerseizoen, waarin we heel veel gasten verwachten.”

Serieuze investering
De aanschaf van de apparatuur van Holland Water vergt, zegt Van Dijk, een serieuze investering. “Ook nu ze tegen uiterst scherpe voorwaarden meedenken en -werken, maar ik vind dit een noodzakelijke en zeer verantwoorde uitgave”, aldus de hotelier en restaurateur. “Stel je voor dat we met legionella worden geconfronteerd. Dan zijn we veel meer geld kwijt en hadden we straks ook nog eens pas later kunnen heropenen.”

  • mei 29, 2020
  • 137 views
Techniek Nederland vraagt RIVM opnieuw helderheid te geven over relatie ventilatie en corona

Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, heeft opnieuw een brief gestuurd naar Jaap van Dissel van het RIVM waarin hij vraagt heldere en eenduidige informatie te geven over het verband tussen ventilatie en corona. Dit omdat er opnieuw verwarrende berichten in de media zijn verschenen over het belang van ventilatie bij het voorkomen van coronabesmettingen. Natuurkundigen en medisch onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) stellen vast dat kleine druppeltjes (aerosolen) langer in de lucht blijven hangen. Volgens het UvA-onderzoek vermindert ventileren het aantal aerosolen. Is daarmee dan tóch aangetoond dat goede ventilatie de verspreiding van het virus tegengaat?

Eerder deze maand stelde Doekle Terpstra ook al vragen aan het RIVM over het verband tussen ventilatie en corona. Het RIVM stelde toen dat er geen bewijs is dat beter ventileren leidt tot minder coronabesmettingen. Maar dat was vóórdat het hierboven genoemde UvA-onderzoek naar buiten kwam. Alle reden voor een nieuwe brief van Techniek Nederland aan het RIVM.

Vier vragen aan het RIVM
De technisch dienstverleners en installateurs die bij Techniek Nederland zijn aangesloten krijgen steeds meer vragen over de effecten van ventilatiesystemen op het coronavirus. De brancheorganisatie vindt het belangrijk haar leden en hun klanten hierover correct en feitelijk te kunnen informeren. Daarom legt Techniek Nederland vier vragen voor aan het RIVM naar aanleiding van het UvA-onderzoek:
- Is het UvA-onderzoek reden om uw mening ten aanzien van de rol van ventilatiesystemen en de kans  op besmetting met het coronavirus te herzien?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om na te gaan of goede ventilatiesystemen de kans op besmetting kunnen verkleinen?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om te onderzoeken of kleine waterdruppeltjes (aerosolen) gevaar opleveren voor overdracht van het coronavirus?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om alsnog aanpassing van ventilatiesystemen te adviseren om besmetting met het coronavirus te voorkomen?

Verspreiding van corona via de lucht niet aangetoond
In een reactie op de eerste brief die Techniek Nederland over dit onderwerp stuurde liet RIVM weten: ‘dat niet is aangetoond dat het coronavirus zich via de lucht verspreidt, dat er geen aanwijzingen zijn dat ventilatiesystemen een rol hebben gespeeld bij de verspreiding van het virus en dat aanpassing van ventilatiesystemen niet nodig is voor de bestrijding van het coronavirus.’

Ventilatie is wél belangrijk
Het RIVM benadrukte in de reactie op de eerste brief dat goede ventilatie belangrijk is en blijft. Niet om daarmee de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, maar wél om een prettig en gezond binnenklimaat te creëren. Installateurs zouden daarom de geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies moeten volgen. Zolang het standpunt van het RIVM niet verandert, blijft dat het advies van Techniek Nederland aan de leden.

  • mei 29, 2020
  • 167 views
Corona vraagt om ander legionellabeheer

Je kent ze wel, de borden langs de snelweg met het dringende verzoek om na de zomervakantie eerst de kranen door te spoelen voor gebruik. Dit, om een legionella-infectie te voorkomen. Na pakweg 3 maanden afgesloten te zijn geweest, worden binnenkort weer allerlei gebouwen in gebruik genomen. Ook nu adviseert de overheid om passende maatregelen te nemen tegen legionella. Opvallend genoeg gaan die verder dan gewoonlijk het geval is. Waarom?

In maart kwam onze economie tot stilstand. Met de ‘intelligente lockdown’ sloten tal van gebouwen hun deuren. Van scholen tot horeca-instellingen, kantoorgebouwen en sportcomplexen. Binnenkort gaan er weer een aantal open. Dat levert fikse risico’s op. Voor installateurs is het daarom opletten geblazen.

Prioritair en niet-prioritair
Voor het beheer en onderhoud van prioritaire installaties gelden strenge voorschriften. Denk maar aan het pakket aan maatregelen dat in acht moet worden genomen om legionella te voorkomen en te bestrijden bij onder andere zorginstellingen, ziekenhuizen, truckstops en sauna’s. Bij niet prioritaire installaties daarentegen blijft het advies na een vakantie meestal beperkt tot het doorspoelen van leidingen. Nu dringt de overheid aan op een stringentere benadering, waarom?

Verklaring
“Collectieve leidingwaterinstallaties hebben geen of slechts een beperkte stilstand gedurende het jaar”, legt Eric van der Blom, expert Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland, uit. “Nu is de ongebruikelijke situatie ontstaan dat er geen sprake is van een doorsnee zomerstilstand van een paar weken, maar dat veel van deze gebouwen 3 maanden (deels) niet of nauwelijks zijn gebruikt en dat de omgevingstemperatuur bij de waterleiding vrij hoog kan zijn. Kortom omstandigheden waar de legionellabacterie uitstekend bij gedijt”,

Maatregelen
Hij verduidelijkt wat het maatregelenpakket zoal inhoudt. “Er wordt aangedrongen op actief beheer en onderhoud, waarbij voor de belangrijkste onderdelen van beheer wordt verwezen naar de grondslagen van NEN 1006, WB 1.4 G, WB 2.4 en ISSO 55.2. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan het 20 x doorspoelen van leidingen met een snelheid van 1,5 meter per seconde. Dit houdt praktisch in dat per meter leidinglengte 10 seconden lang moet worden doorgespoeld. Ook kan je bij grotere diameters dan 100 inwendig en microbiologische vervuiling te maken krijgen met reinigen en desinfecteren. Daarnaast is het van belang dat de koudwatertemperatuur niet boven de 25 °C uitkomt en de warmwater temperatuur op minimaal 60°C zit bij de tappunten.”

Risicovolle situaties
Van der Blom adviseert installateurs om dit onderwerp onder de aandacht te brengen bij klanten. En niet alleen voor de directe ingebruikname, maar ook de periode erna. “Er zullen ongetwijfeld veel legionellabacteriën worden aangetroffen als er watermonsters worden genomen. Tegelijkertijd kan de toevoer van vers zuurstof- en voedselrijk water bij het doorspoelen ook de groei van de bacterie bevorderen. Vandaar dus dat er alertheid is geboden, ook in de weken na de ingebruikname van een drinkwaterinstallatie.”

Voor meer informatie over de geldende voorschriften, klik hier.

 

  • mei 28, 2020
  • 144 views
Startup komt met aanraakvrij, op spoeling gestuurd toilet

De Belgische Startup IPEE brengt een aanraakvrij, op spoeling gestuurd toilet op de markt. Een sensor meet continu het gebruik van het toilet. Is het gebruikt, dan wordt er pas gespoeld. Het toilet kan in zowel publieke ruimten als privé worden toegepast.

Jan Schoeters, mede-oprichter van IPEE: “Volgens de strenge coronarichtlijnen moeten we minstens anderhalve meter afstand houden van vrienden en collega’s, maar we gebruiken wél allemaal hetzelfde toilet. Je handen was je pas nàdat je de duwplaat van dat toilet hebt ingedrukt om door te spoelen. Met een automatisch gespoeld toilet is het aanraken van die duwplaat niet langer nodig.”

Alleen spoelen na gebruik
Klassieke spoelsystemen spoelen op basis van de aanwezigheid van personen die zij detecteren met een infraroodoog. De aanwezigheid van mensen volstaat om een spoeling te activeren, ook wanneer het toilet niet wordt gebruikt. Schoeters: “Daardoor verspillen deze systemen veel water en in geval van verstopping lopen ze over. Juist hiervoor bieden wij een oplossing.”

Sensor meet gebruik toilet
Het ei van Columbus zit ‘m in een stukje elektronica dat onzichtbaar in de keramiek verwerkt zit. De IPEE-sensor meet continu het gebruik van het toilet. Is het gebruikt, dan wordt er pas gespoeld. Niet gebruikt? Dan volgt er ook geen spoeling. Zo zorgt dit systeem voor een minimum aan waterverbruik – tot 50% minder in vergelijking met klassiek automatisch gespoelde toiletten, aldus Schoeters. “Bovendien waakt de sensor er ook over dat het toilet in geval van verstopping niet meer gespoeld  wordt.”

Overal toepasbaar
Bart Geraets, medeoprichter van IPEE: “De IPEE-toiletten kunnen overal worden toegepast: in luchthavens en publieke gebouwen, in scholen en in de horeca, in badkamers van ziekenhuizen, woonzorgcentra en hotels. En niet te vergeten: thuis. Het toilet zal niet beginnen te spoelen wanneer je je tanden staat te poetsen, maar wel wanneer je kinderen het hebben gebruikt.”

Aanraakvrij de nieuwe norm
Geraets: “Nu aanraakvrij de nieuwe norm wordt, groeit de behoefte om dit ook in de toiletomgeving te realiseren. Waar dit vroeger geen absolute prioriteit was, zien we ons vandaag de dag genoodzaakt om te streven naar een optimale hygiënische ervaring voor patienten, leerlingen of gasten. En dat is ook wat we zelf als toiletbezoeker steeds meer kunnen appreciëren.”