- mei 25, 2020
- 140 views
Consortium gaat verspreiding van coronavirus in binnenlucht onderzoeken
Hoogleraar Philomena Bluyssen start in een consortium met Christophe Hermans van NLR, Rob Hagmeijer van Universiteit Twente, Atze Boerstra van bba binnenmilieu en Paul Scheepers van Radboudumc, een onderzoek naar de verspreiding van microscopisch kleine druppels, zogenoemde aerosolen, via de lucht in binnenruimtes. Met een opstelling in de Experience room van het SenseLab aan de TU Delft wordt de verspreiding van aerosolen zichtbaar gemaakt onder verschillende ventilatiecondities.
Het onderzoek kan inzicht bieden welke extra maatregelen in gemeenschappelijke binnenruimtes genomen moeten worden om de verspreiding van het coronavirus nog beter tegen te gaan. De resultaten zullen worden gebruikt om het OMT, RIVM en GGDs van nieuwe inzichten te voorzien.
Verspreidingsroutes
Bij de verspreiding van het SARS-CoV-2 worden drie verspreidingsroutes onderscheiden via:
- (grote) druppels en spatten die slechts een korte afstand overbruggen;
- direct contact tussen mensen of met besmette oppervlakken;
- microscopisch kleine druppels (aerosolen) die op een luchtstroom kunnen worden meegevoerd.
In de huidige intelligente lockdown in Nederland wordt vooral rekening gehouden met de eerste twee vormen van verspreiding. 1,5 meter afstand houden en het regelmatig wassen van handen zijn voorbeelden van maatregelen om besmettingsrisico’s via respectievelijk grote druppels en direct contact te beheersen.
Dat er relatief minder aandacht is voor de derde besmettingsroute, via aerosolen, heeft te maken met de onzekerheid die er vooralsnog bestaat of deze kleine druppels genoeg virus kunnen bevatten om personen te besmetten. Het consortium wil de verspreiding van aerosolen in binnenruimtes met verschillende mate van ventilatie gaan bestuderen, zodat bij het treffen van concrete maatregelen alle verspreidingsroutes en daaraan gekoppelde besmettingsrisico’s ingedamd worden.
Bron: TU Delft
- mei 20, 2020
- 137 views
RIVM: Geen extra maatregelen voor ventilatie
Op 16 maart schreven wij al over het belang van ventilatie om eventuele transmissie van het coronavirus via de lucht tegen te gaan. Dit naar aanleiding van de guidelines die REHVA had opgesteld over dit thema. Het RIVM heeft nu ook een officieel standpunt hierover ingenomen. Volgens het instituut zijn er geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Francesco Franchimon is teleurgesteld. Hij was als Public Health Engineer betrokken bij het opstellen van de guidelines van de REHVA.
Het ministerie van VWS vroeg enige tijd geleden aan het RIVM advies over de rol van ventilatiesystemen bij overdracht van SARS-CoV-2. Op 18 mei kwam het instituut met een antwoord, dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.
Standpunt RIVM
Het RIVM zegt dat: “Op basis van de huidige inzichten zijn aanpassingen van ventilatiesystemen niet nodig. De geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies kunnen worden gevolgd. Het is wel van belang dat er mogelijkheden zijn om te ventileren; goed ventileren is nodig voor het verversen van de lucht en draagt bij aan een prettig en gezond binnenklimaat.”
‘Better safe than sorry’
Francesco Franchimon had op meer gehoopt. “Uiteindelijk gaat het om de vraag welk vertrekpunt je hanteert. Wij zeggen ‘better safe than sorry’, het RIVM wil blijkbaar eerst een volledig wetenschappelijke onderbouwing voordat het maatregelen adviseert.”
Onderzoek nodig
“Er is inderdaad nog geen sluitend antwoord op de vraag of virusdeeltjes die in de lucht zitten nog voldoende levensvatbaar zijn bij het inademen en dan daadwerkelijk infecties kunnen veroorzaken. Wil je dit 100 % helder krijgen, dan moet je aanvullend onderzoek plegen. En het liefst uiteraard zo snel mogelijk.” Daarvoor zijn echter gespecialiseerde laboratoria nodig en professionals met een bepaalde expertise. “En die zijn schaars, ook internationaal, zeker nu men zich volledig richt op het vinden van een vaccin.”
Najaar
Franchimon verwacht niet op korte termijn een koerswijziging van het RIVM. “Wellicht veranderen ze van mening in het najaar als we weer veelvuldig binnen zitten en er zich eventueel gevallen voordoen van besmettingen in gesloten ruimtes.”
- mei 18, 2020
- 126 views
Hardenberg luistert naar exposanten en verplaatst beurs naar eind november
De komende editie van Installatie & Elektro Vakbeurs die gepland stond op 8, 9 en 10 september 2020 in Evenementenhal Hardenberg wordt verplaatst naar 24, 25 en 26 november 2020. De corona-maatregelen die de Nederlandse overheid momenteel oplegt met betrekking tot evenementen houden in dat deze tot 1 september niet door mogen gaan. “Ondanks dat Installatie & Elektro Vakbeurs net na die periode plaatsvindt, hebben we in de afgelopen periode nauw contact gehad met onze exposanten. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat er draagvlak is vanuit een overgroot deel van hen om de beurs enkele maanden te verplaatsen”, zegt Mathilde Koniuszek namens Installatie & Elektro Vakbeurs.
In de komende periode beoogt beursorganisator Easyfairs een plan te maken om haar events vanaf dit najaar corona-proof te maken. Koniuszek: “Wij gaan ervan uit dat de 1,5 meter-samenleving voorlopig de norm blijft. Dit heeft grote gevolgen voor de wijze waarop wij beurzen en events vormgeven. Het uitgangspunt is dat onze events veilig zijn, en dat iedereen zich veilig voelt. We zijn daarom bezig om verschillende protocollen op te stellen om onze beurzen op een verantwoorde manier door te laten gaan. Denk bijvoorbeeld aan het invoeren van zogeheten ‘time slots’ voor bezoekers. Het voordeel hiervan is dat iedereen de tijd en ruimte krijgt om op een veilige manier producten en oplossingen te ontdekken en met elkaar in gesprek te gaan.”
Smart Badge
Ook de introductie van de Smart Badge is een manier om de 1,5 meter afstand te bewaren. Vanaf komende editie ontvangt iedere bezoeker bij binnenkomst een badge waarin een speciale chip is verwerkt: de Smart Badge. Met deze badge kan de bezoeker tijdens de beurs stands scannen om contactloos informatie uit te wisselen met exposanten. Na afloop van het beursbezoek ontvangt de bezoeker een e-mail met daarin een overzicht van alle exposanten die hij of zij gescand heeft.
- mei 15, 2020
- 137 views
Brancheorganisaties vragen overheid om subsidie voor bij- en omscholing technische vakmensen
Een grote coalitie van brancheorganisaties pleit voor de invoering van een ‘Deel- en Omscholings-NOW’. Onder meer Techniek Nederland, Bouwend Nederland, FME en Aannemersfederatie Nederland (AFNL) schrijven vandaag een brief aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarin vragen zij om aangepaste NOW-regelingen vanaf 1 september voor bedrijven in de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche. De nieuwe regelingen moeten werknemers in staat stellen om de tijd die ze niet kunnen werken te besteden aan bijscholing (Deel-NOW) of omscholing (Omscholings-NOW).
De huidige NOW-regelingen zorgen ervoor dat werkgevers een deel van de loonkosten vergoed krijgen voor werknemers waarvoor nu minder of geen werk is. Met de Deel- en Omscholings-NOW willen de werkgevers ervoor zorgen dat zij met behulp van bijscholing en omscholing technische vakmensen kunnen behouden en nieuwe vakmensen uit krimpsectoren kunnen aantrekken.
Sterke vraaguitval na de zomer
De brancheorganisaties voor de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche verwachten de echte klap van de crisis pas na de zomervakantie. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland voorziet een aanzienlijke vraaguitval: “In het derde en vierde kwartaal van dit jaar en in de eerste helft van 2021 zullen bedrijven minder bereid zijn om te investeren. Bovendien neemt het consumentenvertrouwen af. Daarom is het belangrijk dat er ook straks nog steun van de overheid beschikbaar is.”
Werknemer staat voorop
De Deel- en Omscholings-NOW is bedoeld om werknemers te behouden voor de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche. Daarnaast willen de werkgevers de instroom bevorderen vanuit branches met een minder gunstig arbeidsmarktperspectief. De brancheorganisaties willen bijvoorbeeld mensen opleiden voor het ontwerpen en toepassen van duurzame energietechnieken en voor digitale en technologische innovaties. Doekle Terpstra: “De komende jaren moeten tienduizenden vakmensen met green skills de energietransitie in ons land mogelijk maken. De talenten die daarvoor nodig zijn, moeten niet verloren gaan door de coronacrisis.”
Deel-NOW
Bedrijven die te maken krijgen met forse vraaguitval ontvangen in deze periode een gedeeltelijke loonkostenvergoeding voor werknemers voor wie zij minder werk hebben. Deze werknemers benutten de tijd die zij niet werken voor bijscholing of een vakopleiding. Die bijscholing wordt voor een deel gefaciliteerd vanuit een bedrijfstakplan of andere scholingstrajecten. De deel-NOW zou moeten regelen dat ook de overheid bijdraagt aan de bijscholing.
Omscholings-NOW
Een Omscholings-NOW kan werknemers in bedrijfstakken met een minder gunstig toekomstperspectief de mogelijkheid bieden om zich te kwalificeren voor een baan in een meer kansrijke sector. In de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche zijn de vooruitzichten voor ná de coronacrisis onverminderd positief. Bedrijven in deze sectoren zijn onmisbaar om de gebouwde omgeving en de infra te verduurzamen, de woningnood te verminderen, waterveiligheid te borgen, innovatieve apparatuur te ontwikkelen en de digitalisering te bevorderen. Naar verwachting zal hier binnen afzienbare tijd opnieuw een tekort ontstaan aan (technische) vakmensen. De Omscholings-NOW kan daarin voorzien. Overigens kan de regeling ook worden ingezet voor omscholing binnen een bedrijfstak.
Brede steun voor de voorstellen
Een groot aantal brancheorganisaties ondersteunt het voorstel aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Behalve Techniek Nederland, Bouwend Nederland, FME en Aannemersfederatie Nederland zijn dat Nederlandse Vereniging voor Afbouwbedrijven (NOA), Koninklijke OnderhoudNL, Cumela, Vereniging van Waterbouwers, GeoBusiness Nederland, Federatie Technologiebranches (FHI), NVKL en Branchevereniging Nederlandse architectenbureaus (BNA). Deze branches vertegenwoordigen in totaal ruim 23.000 bedrijven met 775.000 werknemers en meer dan 200 miljard euro omzet.
- mei 15, 2020
- 143 views
Adviseur Ron Bosch had corona: “Onderschat het niet!”
Hij kan het zich nog levendig herinneren, de eerste klachten. Begin maart voelde adviseur en HBO-docent Installatietechniek Ron Bosch zich wat duizelig en had hij last van diarree. Aan het einde van de week lag hij met 40 graden koorts op bed. Daarna volgden er heftige hoestaanvallen, waarbij hij regelmatig dacht dat hij ging stikken. Maar niet alleen hij, ook zijn vrouw en hoogzwangere dochter werden getroffen door het corona-virus. Hoe ga je om met zo’n situatie en hoe houdt je je bedrijf staande?
Begin maart zit Ron Bosch in de auto, onderweg naar een opdrachtgever. Hij voelt zich niet lekker. “Ik had last van duizeligheid”. In de loop van de week verergeren de klachten. Hij krijgt er diarree bij, op vrijdag wordt hij wakker met 40°C koorts.
Zelfstandig ondernemer
Ron heeft al jarenlang een eigen installatietechnisch adviesbureau, waarmee hij klanten in de woningbouw en utiliteit begeleidt. TIAB heeft drie mensen in dienst en onder andere projecten onder haar hoede in de nieuwbouw en zorg, luchtvaart (Schiphol) en entertainmentsector (pretparken).
Diagnose
Als dga voelt hij een zware verantwoordelijkheid rusten op zijn schouders. “Als ondernemer wil je doorgaan, voor je personeel, je klanten en natuurlijk ook simpelweg vanwege de omzet.” Maar het ging niet meer. Als de thermometer de 40°C aantikt, belt hij de huisarts die telefonisch een diagnose stelt. “Toen kreeg ik de keuze voorgeschoteld: ‘of Prednison of zware antibiotica.”
Suf
Ron is er niet gerust op, met zijn bronchitis behoort hij tot een risicogroep. Hij besluit om een antibioticakuur te volgen. “Het ging om zo’n zware dosis, dat je je continu suf voelde. Ik sliep bijna de hele dag door. Als ik overdag wakker werd, probeerde ik wat zakelijke emails te beantwoorden en mensen aan te sturen, maar daar had ik nauwelijks puf voor.”
Spaans benauwd
Hij voelt zich niet alleen suf, hij heeft het ook benauwd. Zodra Ron zijn ogen opent, begint het hoesten. Een droge hoest, die niet lijkt op te houden. “Mijn buurman zei me later: ‘ik dacht dat onze woningen goed geïsoleerd waren, maar soms leek het bijna alsof je dwars door de muur heen naar binnen kwam’.”
Een hel
Coronapatiënten krijgen vocht in hun longen, vandaar die hoestbuien. “Er kwam vaak geen einde aan, ik kon nauwelijks ademen en kreeg last van hyperventilatie.” De 57-jarige zwijgt even en klinkt daarna geëmotioneerd aan de lijn. “Als ik er weer aan terugdenk, krijg ik tranen in mijn ogen. Ik had het letterlijk Spaans benauwd. Het was verschrikkelijk, een hel.”
Valkuil
Na twee weken begint de situatie geleidelijk aan te verbeteren. “En dat is een valkuil. Als ondernemer wil je direct weer aan de slag, maar je lichaam heeft een enorme klap gehad en tijd nodig om te herstellen. Soms werd ik wakker, voelde ik me energiek, maar was ik na anderhalf uur werken alweer uitgeput.”
Fysiek herstel
Hij wil echter niet bij de pakken neer bij blijven zitten en gaat aan zijn fysieke herstel werken. “Iedere ochtend een stukje lopen, ik begon met 100 meter, inmiddels kan ik al een kilometer of 4 aan.” Daarnaast wandelt hij ook in de avonduren.
Meer ziektegevallen
Tot overmaat van ramp krijgt een week nadat Ron ziek wordt, zijn vrouw eveneens klachten. “Weliswaar in een mildere vorm, maar ook zij lag wekenlang op bed.” Ook zij is nu herstellende, evenals hun dochter, die als laatste ziek werd.
Coronatest
Inmiddels werken Ron en zijn vrouw weer. “Zij zit in de zorg, toen zij wilde terugkeren op de werkvloer moesten wij ons allemaal laten testen. Daaruit bleek inderdaad dat wij corona hadden gehad.”
Maanpakken
De dochter van Ron is nu op zoek naar een ziekenhuis waar ze kan bevallen. “Niet bepaald gemakkelijk. Alle ziekenhuizen hebben protocollen waar je rekening mee moet houden en er heerst toch een bepaalde angst voor ex-coronapatiënten. Zoals het er nu naar uitziet, zou ze wel eens in een maanlandschap kunnen bevallen, omgeven door mensen in witte pakken”, grapt Ron.
Bron
Terugkijkend weet Ron nog steeds niet wanneer en waar hij de infectie heeft opgelopen. “We hebben carnaval gevierd, vrienden gezien die op wintersport waren geweest en mijn vrouw had al vrij snel te maken met een coronapatiënte in het ziekenhuis. Allemaal mogelijke oorzaken.”
Omzetverlies
Hij vreest nog zeker enkele maanden zoet te zijn met het herstel. “Ik zit nu op, zeg 70% van mijn fysieke vermogen.” Zijn bedrijf heeft ook een fikse dreun gekregen door de coronacrisis. “De omzet is zeker met 40% teruggelopen.”
Advies
“Tegen alle installateurs en adviseurs die dit artikel lezen zou ik willen zeggen: ‘Onderschat het niet!’ Ik vind dat we er op dit moment als samenleving veel te nonchalant mee omgaan. Als ik zie hoeveel jongeren bijvoorbeeld in groepjes dichtbij elkaar lopen, dan houd ik mijn hart vast. Je kunt beter koste wat het kost vermijden om ziek te worden. Houd dus afstand, was je handen, wees voorzichtig. En neem alvast preventieve maatregelen.”
Buffer
Ron adviseert om als zelfstandig ondernemer sowieso een buffer achter de hand te houden voor het geval je ziek wordt. “Dus voldoende geld om in ieder geval de eerste drie maanden door te komen. En mocht je corona krijgen, probeer dan werk over te dragen aan concullega’s waar je een goede band mee hebt en onderhandel indien nodig over betalingstermijnen met leveranciers.” Maar het belangrijkste blijft uiteraard om naar je lichaam te luisteren. “Ga niet over je grenzen en houdt rekening met langdurig herstel.”
- mei 13, 2020
- 142 views
Steunpakket Veilig Drinkwater voor ondernemers en gebouwbeheerders
Nadat Holland Water en Normec Aqua Serva al eerder hun vrees uitspraken dat Nederland na de lockdown wordt geconfronteerd met grootschalige legionella-uitbraken met besmettingen en veteranenziekte tot gevolg, komen de bedrijven nu met een initiatief: het Steunpakket Veilig Drinkwater. Het doel hiervan is om Nederlandse ondernemers die hard zijn geraakt door de Covid-19 crisis, tegen zo laag mogelijke kosten te ondersteunen met passende legionellabeheersoplossingen.
Dit initiatief wordt ondersteund door ISSO, kennisinstituut voor bouw- en installatietechniek, en DAB Pumps en is mogelijk gemaakt door BNP Paribas Leasing Solutions. Inmiddels wordt de bezorgdheid van de initiatiefnemers steeds breder gedeeld, tot en met de minister-president aan toe.
Onderschatting
Holland Water uit Driebergen, specialist in legionellabestrijding, en Normec, onafhankelijk adviesbureau voor waterveiligheid, voorzien een ‘ongekende legionellaontwikkeling’ doordat ondernemers en gebouwbeheerders het risico op legionellavorming onderschatten. Legionella kan de veteranenziekte veroorzaken, een ernstige vorm van longontsteking waaraan mensen met een zwakke of kwetsbare gezondheid kunnen overlijden.
Kans op legionellabesmetting levensgroot
“In de Covid-19 crisis zijn veel gebouwen, zoals hotels, restaurants, campings, vakantiecentra, sportscholen, fitnesscentra en kantoren, niet of nauwelijks gebruikt, waardoor het water in de leidingen is komen stil te staan”, zegt Leo de Zeeuw, oprichter en DGA van Holland Water. ”Onder meer door de oplopende buitentemperaturen warmt het water op. Dat zijn ideale omstandigheden voor legionellavorming. Deels door onbekendheid, maar ook doordat hun financiële positie door de coronacrisis ernstig is verzwakt, verzuimen veel ondernemers preventieve spoelregimes uit te voeren en monstername te doen om legionellavorming te monitoren en te voorkomen. Dit blijkt uit monitoringsdata van Holland Water en Normec. Nu de accommodaties weer beginnen open te gaan, is de kans op legionellabesmetting levensgroot”, aldus De Zeeuw.
Steunpakket Veilig Drinkwater
“We maken ons oprecht zorgen en hebben daarom het initiatief genomen om samen met Normec en enkele andere partijen het Steunpakket Veilig Drinkwater samen te stellen”, legt De Zeeuw uit. Ric de Jong, managing director van Normec, licht toe: “Daarmee reiken we mede-ondernemers en gebouwbeheerders de helpende hand om zo samen legionella-uitbraken te voorkomen. We geven ze een steuntje in de rug door tegen gunstige voorwaarden onze expertise en apparatuur beschikbaar te stellen.” De Zeeuw vult aan dat ‘nood nu eenmaal wet breekt’ en dat ondernemers met beperkte middelen de doorgaans kostbare high-tech apparatuur daarom nu tijdelijk kunnen aanschaffen zonder enige investering vooraf.
Oproep Inspectie
Nadat Holland Water de publiciteit zocht met zijn waarschuwing voor het risico op legionella-uitbraken, heeft de Inspectie Leefomgeving & Transport bedrijven en instellingen opgeroepen werk te maken van het op orde brengen van het legionellabeheer. Ze heeft ook laten weten te gaan controleren of door de genomen maatregelen de risico’s daadwerkelijk zijn verminderd. De inspectie wijst op verhoogde risico’s, nu sprake is van versoepeling van de coronamaatregelen.
Ook premier waarschuwt
In zijn wekelijkse persconferentie waarschuwde premier Rutte afgelopen vrijdag ook voor het gevaar van legionella en vroeg iedereen om zijn leidingen goed door te spoelen in het geval ze lang niet zijn gebruikt. De fractie van 50PLUS in de Tweede Kamer deelt eveneens de zorgen van Holland Water. Ze heeft afgelopen week over de risico’s op legionellavorming Kamervragen gesteld aan Cora van Nieuwenhuizen, minister van Infrastructuur en Waterstaat.
- mei 11, 2020
- 166 views
Opleidingsbedrijf wil nieuwe leerling monteurs werven voor na coronacrisis
Opleidingsbedrijf IW Nederland zet extra in op de werving van studenten voor installatietechniek en elektrotechniek. “De vraag naar leerlingen zal komende maanden mogelijk afnemen maar de vraag naar vakbekwame installatie- en elektromonteurs neemt na de crisis alleen maar toe”, stelt Ronald Olij, voorzitter van IW Nederland en directeur van IW Noord-Holland. “We zetten daarom alles op alles om veel nieuwe leerling-monteurs te werven en - bij tijdelijk afnemende vraag – kunnen er duobanen worden gecreëerd met twee leerling-monteurs op één plek bij een bedrijf.
Het opleidingsbedrijf werkt momenteel aan plannen om intensief nieuwe studenten te werven voor Beroeps Begeleidende Leerwegtrajecten (BBL) in de installatiebranche. Dit gebeurt middels online instrumenten om jongeren kennis te laten maken met het technisch vakonderwijs. Ook zijn er plannen in de maak om open dagen te organiseren waarin jongeren, op gepaste afstand, toch kennis kunnen maken met het techniekonderwijs en de vakdocenten. “We kunnen door de coronamaatregelen weliswaar minder in groepen doen, maar dat maakt de kennismaking misschien wel persoonlijker en meer tastbaar. We zoeken het ook meer in beleving en zelf dingen doen.”
Baangarantie
IW Nederland zet ook alle zeilen bij om ervoor te zorgen dat zittende BBL’ers door de coronacrisis niet gehinderd worden hun opleiding af te ronden. “Ook willen we dat ze hun baangarantie behouden. Na elke crisis is er namelijk weer grote vraag naar installatie- en elektromonteurs.” Het bedrijf leidt jongeren op in Beroeps Begeleidende Leerwegtrajecten. De MBO-studenten gaan een dag in de week naar school, krijgen een dag in de week praktijkopleiding en werken drie dagen bij een leerbedrijf.
Door de coronamaatregelen van de overheid hebben veel leerbedrijven moeite om de BBL’ers aan het werk te houden. IW Nederland constateert niettemin dat de leerbedrijven de MBO-ers, met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften van het RIVM, zoveel mogelijk blijven inzetten.
Investeringen
Leerbedrijven investeren veel in de studenten. De vraag naar vakbekwaam personeel in de installatiebranche is groot. In de meeste gevallen komen de jongeren, na hun studie, dan ook bij het leerbedrijf in dienst. “We zien niet graag dat een leerbedrijf de investeringen in een student in rook op ziet gaan doordat die door de coronacrisis thuis komt te zitten en zijn studie niet afrondt. Dat is slecht voor de werkgever, de student en de installatiebranche. Voortijdige uitstroom moet daarom beslist voorkomen worden.”
Het opleidingsbedrijf zoekt daarom met alle stakeholders ook naar manieren om de jongeren optimaal aan het werk te houden. “Dat gebeurt onder meer door ons goed voor te bereiden op de 'anderhalve-meter-economie' waarin we nu terecht gaan komen. We kijken, samen met de ROC’s, leerbedrijven en andere stakeholders hoe we straks veilig de draad weer kunnen oppakken. We maken plannen en protocollen om snel en veilig weer aan de slag te gaan.”
Nieuwe kansen
Dat de installatiebranche ook na de crisis weer ernstig verlegen zit om gekwalificeerd personeel staat volgens Olij vast. Hij wijst in dit verband onder meer op het grote tekort aan betaalbare woningen dat nog weggewerkt moet worden. “En voor de bestaande woningvoorraad geldt bovendien dat ze de komende jaren snel verduurzaamd gaat worden.”
Ook zal de post-corona economie nieuwe kansen bieden voor bestaande technologie en innovaties, verwacht Olij. “Denk bijvoorbeeld aan geavanceerde klimaattechnologie die het binnenklimaat in gebouwen schoon en veilig houdt. Zo gauw de coronacrisis voorbij is, zal de vraag naar gekwalificeerde installatiemonteurs weer razendsnel toenemen, is onze stellige overtuiging. Daar zijn we nu op aan het voorsorteren.”
- mei 11, 2020
- 145 views
Coronacrisis raakt Kuijpers vooralsnog licht
Technisch dienstverlener Kuijpers maakt bekend in 2019 met 8,5 miljoen een iets lagere nettowinst te hebben gerealiseerd dan in 2018. De omzet van 260 miljoen euro laat een stabiele groei van 12% ten opzichte van het voorgaande boekjaar zien. Het bedrijf investeerde onder meer in de ontwikkeling van de samenwerking tussen medewerkers, opleidingen, kennisontwikkeling van farmaceutische productieomgevingen en in een integrale propositie voor verduurzamen van de gebouwde omgeving. De coronacrisis raakt het bedrijf vooralsnog licht.
Ondanks dat de winstdoelstelling niet volledig gehaald is, kijkt algemeen directeur Aukje Kuypers met gepaste trots terug op het voorgaande jaar. “Investeren in kennis en ontwikkeling - en daarmee in onze mensen en in de lange termijn - hoort bij het DNA van ons bedrijf. De huidige coronacrisis bevestigt ons geloof in duurzame en vooral ook veilige en gezonde omgevingen. We blijven dan ook investeren. Gericht op een gezonde bedrijfsvoering, met oog voor de huidige ontwikkelingen én de toekomst.”
Coronacrisis met vertraging
De coronacrisis raakt het bedrijf vooralsnog licht. Hoe de markt zich dit jaar verder ontwikkelt, is vandaag niet met zekerheid te zeggen. De bouw- en installatiesector reageert altijd met enige vertraging op economische ontwikkelingen. Dat zal nu ook het geval zijn. De verwachting is dat eind 2020 ook deze sector geraakt wordt. Met het protocol ‘samen veilig doorwerken’ heeft de bouw- en technieksector alle maatregelen getroffen die in deze tijd nodig zijn om een veilige werkomgeving te bieden voor iedereen op de bouw en bij klanten. Kuijpers volgt dit protocol en heeft op sommige vlakken richtlijnen aangescherpt. Aukje Kuypers: “De veiligheid en gezondheid van onze mensen en klanten staan voorop. In 2019 zijn we een programma gestart om veiligheid nog beter te verankeren. Juist in deze tijd merken we dat onze duidelijke visie op veiligheid en bijbehorend gedrag een goede basis vormen voor ons huidig handelen.”
Steeds vaker hoofdaannemer
Slimme techniek speelt een groeiende rol in de samenleving. Hierdoor is Kuijpers steeds vaker als hoofdaannemer eindverantwoordelijk in projectenIn 2019 heeft Kuijpers bewust de stap richting bouw ingezet en geïnvesteerd in de interne opbouw van kennis en expertise op dit vlak. Het bedrijf biedt klanten hiermee als regisseur en verbinder een integrale benadering voor verduurzamingsvraagstukken. Een mooi praktijkvoorbeeld is de verduurzaming van het hoofdgebouw van de Provincie Zuid-Holland in Den Haag. De renovatie - techniek én bouw, inclusief 15 jaar onderhoud - is gegund aan Kuijpers als hoofdaannemer. Vanaf de aanbiedingsfase hebben alle betrokken disciplines nauw samengewerkt. Ook realiseerde de technisch dienstverlener in die rol eind vorig jaar in Leiden de nieuwe productiefaciliteit voor biofarmaceutisch bedrijf HALIX. Kuijpers was eindverantwoordelijk voor het ontwerp en de realisatie van de nieuwe productiefaciliteit. Zowel voor het gebouw zelf - compleet met cleanrooms - als voor de technische installaties.
Gestage groei
Vanuit veertien locaties in Nederland bedient Kuijpers de markt. Het bedrijf ziet dat de relatief nieuwe locaties in de randstad en het noorden van Nederland een gestage groei doormaken. Zo realiseerde Kuijpers voor familiebedrijf Klaremelk Feed uit Harderwijk de proces- en gebouwgebonden installaties van een nieuwe en moderne mengvoerfabriek. Vanuit Zwolle en Amsterdam ontwikkelden o.a. de activiteiten op het gebied van beveiligingssystemen. Landelijk wist het bedrijfsonderdeel gericht op de exploitatie en het beheer van installaties een aantal opdrachten te scoren bij onder meer netwerkbedrijf Alliander en gehandicaptenzorgorganisatie Ipse de Brugge.
Brede dienstverlening als basis
Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) heeft in zijn prognose begin april aangegeven dat er voor de derde keer in twaalf jaar tijd een crisis dreigt voor de Nederlandse bouwsector. Kuijpers ziet dit nu vooral terug bij klanten in de industriesector. In deze sector zetten bedrijven in tijden van onzekerheid als eerste hun investeringen op pauze. Ondanks dat heeft Kuijpers recent een opdracht gekregen van Lamb Weston / Meijer voor de realisatie van een nieuwe productiefaciliteit voor gedroogde aardappelproducten. De technisch dienstverlener is het aanspreekpunt op het gebied van procesautomatisering en klimaatbeheersing. Door actief in verbinding te blijven met klanten, ziet Kuijpers mogelijkheden om oplossingen te bieden die passen bij de huidige tijd. Musea en onderwijsinstellingen halen onderhoudswerkzaamheden naar voren. Ook staat het bedrijf ziekenhuizen bij met uitbreiding van apotheek- en IC-capaciteit en in de farmacie zorgen de voorbereidingen op de mogelijke productie van coronavaccins voor nieuwe aanvragen. De brede dienstverlening van Kuijpers, verdeeld over verschillende sectoren, maakt dat het bedrijf de lichte terugval van omzet en efficiency vooralsnog kan opvangen.
Schouders eronder
Daar waar Kuijpers aan het begin van dit jaar uitging van groei, zoals voorgaande jaren, verwacht het bedrijf voor 2020 een stabilisatie dan wel lichte groei ten opzichte van de omzet van 2019. De huidige prognose is gebaseerd op de werkvoorraad, vaste klantenkring, marktpositie en commerciële organisatie. Aukje Kuypers: “We zetten onze technische kennis en expertise in om gebouwen en installaties duurzamer en gezonder te maken. Voor onze medewerkers, voor onze klanten en voor de generaties na ons. De huidige coronacrisis bevestigt ons geloof in duurzame en vooral ook gezonde omgevingen. Ons familiebedrijf heeft al vaker moeilijke tijden doorstaan. Steeds is het ons gelukt om hier - met het vizier op de toekomst - doorheen te komen. Door er samen de schouders onder te zetten.”
- mei 8, 2020
- 150 views
“1,5 meter niet per se veilig in ruimte met slechte ventilatie”
Op 16 maart schreven wij al over het belang van ventilatie om eventuele transmissie van het coronavirus via de lucht tegen te gaan. Dit naar aanleiding van de guidelines die REHVA had opgesteld over dit thema. Tot dusverre heeft het RIVM nog geen officieel standpunt ingenomen hierover. En dat terwijl volgende week bijvoorbeeld al de scholen open gaan.
De REHVA was er al snel bij. In een aantal interviews met Installatienet legde vice-president dr.ir. Atze Boerstra afgelopen maanden uit waarom ventilatie zo belangrijk is. “We weten we dat de hoofdmoot van de besmettingen met het coronavirus via direct contact of via de ‘korte luchtroute’ plaatsvindt. Bij direct contact moet je dan bijvoorbeeld denken aan hand-op-hand contact of het aanraken van oppervlaktes die kort tevoren zijn aangeraakt door een besmet persoon. Bij luchtoverdracht zit het grootste risico in het verspreiden van druppeltjes (grootte: circa 10 micrometer) waar virussen in zitten, na niezen en hoesten. Die druppeltjes verdwijnen binnen een paar milliseconden na uitademing en/of slaan snel neer, vandaar dat standaard gesteld wordt dat een afstand tot een besmet persoon van 1 tot 2 meter als de gevarenzone geldt.”
‘Tweede luchtroute’
“Los van de standaard besmettingsroutes: er zijn aanwijzingen in de literatuur dat er in sommige situaties ook sprake kan zijn van een ‘tweede luchtroute’ waarbij Corona virussen in aerosolvorm (als ultrakleine deeltjes of druppeltjes) langere tijd in de lucht aanwezig blijven en (binnen) grotere afstanden af kunnen leggen, waarna ze (bij de juiste dosis) tot besmettingen kunnen leiden, met name in slecht geventileerde binnenruimten moet men de aerosolroute niet onderschatten. Vandaar het advies van REHVA om (ALARA-aanpak, voorzorgsprincipe) tijdens de huidige pandemie een aantal ventilatiemaatregelen te nemen die vaak relatief eenvoudig zijn.”
Advies
Met een mogelijke transmissie van het virus over langere afstanden, is het volgens Boerstra dus verstandig (specifiek in gebouwen die vol in gebruik blijven tijdens de pandemie) om het risico op verspreiding van het virus via ventilatiesystemen te beperken. Met name de ventilatie en het voorkomen van hoge bezettingsgraden zijn daarbij belangrijk.
Voortdurend ventileren
Boerstra benadrukt daarbij nog eens extra het belang van voldoende ventileren op kamerniveau. “Idealiter moet je dan denken aan 60 kuub verse lucht per persoon (= klasse A niveau van het PvE Gezonde Kantoren) als ondergrens; bij voorkeur op een zo efficiënt mogelijke manier toegevoerd. Dus niet zodanig dat de uitgeademde lucht van de ene persoon bijvoorbeeld langs de ademzone van een andere persoon in de ruimte wordt gevoerd alvorens deze lucht afgezogen wordt.”
1,5 meter grens
“Tot dusverre legt de RIVM de nadruk op het aanhouden van 1,5 meter afstand. Dat gaat prima op in buitensituaties en gebouwen die goed geventileerd worden. Maar in een slecht geventileerde ruimte waarin men langere tijd met meerdere personen verblijft, zou het aanhouden van deze regel wel eens alleen schijnveiligheid kunnen opleveren”, zegt Boerstra. Hij denkt dan bijvoorbeeld aan vergaderruimtes, bussen, klaslokalen of oefenruimtes voor koren.
Scholen
Volgende week gaan de scholen weer gedeeltelijk open. “De bezetting van de klassen is gehalveerd, maar het zou maar kunnen dat het vanaf juni weer business as usual is. Er zijn gelukkig in het kader van ‘Frisse Scholen’ programma’s flink wat scholen onder handen genomen, waardoor de ventilatie verbeterd is. Maar voor tientallen procenten van de schoolgebouwen is dat nog niet het geval en is de verse luchttoevoer nog steeds onder de maat.”
Zorgen
Boerstra maakt zich hier oprecht zorgen over. “We moeten in ieder geval bij de leraren tussen de oren krijgen dat ze de komende maanden de ramen vaak (bij voorkeur continue) openzetten, tijdens de lessen en/of tussen de lessen door. Ook is het belangrijk dat een eventueel aanwezig mechanische ventilatiesysteem in de lokalen aanstaan.”
RIVM
Uiteraard zou het helpen als het RIVM de REHVA guidelines overneemt. “De afgelopen maanden stond het RIVM in een andere modus, ze moesten eerst de uitbraak beteugelen. Ik snap dat heel goed. Nu zitten we echt wat mij betreft in een nieuwe fase en met de openstelling van scholen en over een paar weken misschien ook de horecagelegenheden is het thema ventilatie en corona plotseling super actueel. De druk op het RIVM om hierover een standpunt in te nemen wordt nu wel van verschillende kanten opgevoerd.”
EenVandaag
Zo deed de bekende viroloog Ab Osterhaus afgelopen week nog de nodige uitspraken over het onderwerp. Op de website van EenVandaag valt bijvoorbeeld nog het volgende te lezen: ‘Feit is dat de besmettingskansen groter zijn in afgesloten ruimtes waar veel mensen bij elkaar zijn dan buiten. Ventilatie speelt hierbij een belangrijke rol. Er is buiten veel meer sprake van luchtbeweging. Bovendien is het buiten lastiger om iemand anders te besmetten, doordat er veelal beter afstand kan worden gehouden dan binnen.’
Techniek Nederland
De REHVA heeft het thema ‘corona en ventilatie’ al begin maart op de kaart gezet. In de afgelopen maanden is hierover ook contact geweest met branchevereniging Techniek Nederland. Op 6 mei heeft de branchevereniging bij monde van voorzitter Doekle Terpstra een brief verstuurd aan het RIVM met de vraag of het aanpassen van ventilatiesystemen de verspreiding van het coronavirus kan voorkomen. Op het moment van schrijven had het RIVM nog geen officiële reactie gegeven.
- mei 7, 2020
- 146 views
‘Gebrek aan ventilatie en niet airco zorgt voor verspreiding coronavirus’
Volgens Chinese onderzoekers is er een verband tussen de luchtstroom van een airconditioner en de verspreiding van het coronavirus. Ze maakten een analyse van een restaurant in hun stad waar op 24 januari negen personen door één andere persoon zijn besmet met het coronavirus. De mensen die besmet raakten, zaten aan dezelfde tafel als de besmette persoon en twee tafels verderop. De luchtstroom van een splitunit-airco aan de muur ging over en langs de drie tafels. Atze Boerstra laat aan RCC K&L weten dat niet de airco maar het ontbreken van goede ventilatie de boosdoener is.
In het restaurant waren in totaal 78 gasten aanwezig, verdeeld over 18 tafels. Daarnaast liep er bedienend personeel rond. Alleen de gasten aan de betreffende drie tafels raakten besmet. Het gros daarvan zat op meer dan twee meter afstand van patiënt 0. Ook kon worden achterhaald dat er geen onderling fysiek contact is geweest tussen mensen aan de verschillende tafels.
Luchtstroom van de airconditioning
De onderzoekers concluderen dat de besmetting plaatsvond door microdruppels met virusdeeltjes (aerosolen) afkomstig van patiënt 0. Op basis van een simulatie constateerden ze dat die deeltjes via de luchtstroom van de airconditioning boven de twee andere tafels terecht zijn gekomen. Een andere belangrijke conclusie is dat de besmetting het gevolg kan zijn van de slechte ventilatie in het restaurant. In berichten over dit onderzoek wordt echter vooral gewezen op de rol van de airconditioning.
Onvoldoende verdunde lucht
Binnenluchtspecialist dr. ir. Atze Boerstra (managing director van bba binnenmilieu en vice-president van REHVA) meldt aan RCC K&L dat de airco niet de oorzaak van de besmettingen in het restaurant in China kan zijn geweest. “De kernoorzaak hier is het ontbreken van verse-luchttoevoer, waardoor de lucht met het virus erin onvoldoende werd verdund. Er was sprake van minder dan 1 liter/seconde per persoon aan verse luchttoevoer. Dat is absurd weinig. Ter vergelijking: in Nederlandse kantoren ga je normaliter uit van minimaal 10 liter/seconde per persoon, en meer dan 15 liter/seconde/persoon is ideaal: dat is zeker tien tot vijftien keer zo veel!”
Installatienet sprak eerder al met Boerstra over de relatie tussen Corona en ventileren n.a.v. het verschijnen van een document met praktische adviezen om het Corona besmettingsgevaar in gebouwen te beperken. Een initiatief van REHVA en Francisco Franchimon. Vandaag heeft Techniek Nederland in een brief aan directeur Jaap van Dissel van het RIVM gevraagd of het aanpassen van ventilatiesystemen de verspreiding van het coronavirus kan voorkomen.
Op de afbeelding: Simulatie van de luchtstroming vanuit de airco en de verspreiding van het coronavirus vanuit patiënt 0 (paars) richting de personen die besmet zijn geraakt (rood). De andere mensen (goudkleur) raakten niet besmet.







