Internationale beurs sluit af met bezoekersrecord
Deze week vond in Neurenberg de vierde editie plaats van de internationale beurs voor koudetechniek, luchtbehandeling, warmtepompen en ventilatie. Ruim 980 exposanten lieten van dinsdag tot donderdag in zeven hallen van de NürnbergMesse hun producten zien. De organisatie van de Chillventa liet al voor aanvang weten het evenement een succes te noemen. “Het aantal exposanten is maar liefst met 8% toegenomen ten opzichte van de vorige editie. Ook bestrijkt de beurs nu een grotere oppervlakte,” liet Richard Krowoza begin oktober optekenen in een persbericht. Krowoza was als lid van het Management Team van de NürnbergMesse toen ook al erg te spreken over het internationale karakter van de beurs, want “67% van de exposanten komt uit het buitenland.” In de standindeling was dat de afgelopen dagen zichtbaar door de aanwezigheid van een China Paviljoen en een Koreaanse hoekje. Nederland was dit jaar met 21 exposanten vertegenwoordigd. Ze toonden uiteenlopende producten; van luchtbevochtigers tot ventilatiesystemen en temperatuurbegrenzers. Op de vraag of deze editie van de Chillventa meer Nederlandse bezoekers heeft getrokken dan voorafgaande edities is nog geen antwoord te geven. Voor het eerst sinds de start van de beurs waren er meer dan 30.000 bezoekers op de beurs. De volgende Chillventa zal in 2016 plaatsvinden van 11 tot en met 13 oktober. Mee info: www.chillventa.de
Meer maatregelen nodig om doelen Energieakkoord te halen
“De alarmerende cijfers uit de Nationale Energie Verkenning (NEV) laten zien dat aanvullende maatregelen nodig zijn om de doelen uit het Energieakkoord te halen. Bovendien moet er meer vaart worden gemaakt met de uitvoering van de bestaande maatregelen. De rekenmeesters van ECN en PBL zijn onverbiddelijk: in het huidige tempo halen we de doelen niet. Bij de ondertekening van het akkoord waarschuwden ze al dat niet alle afspraken even concreet waren en soms te optimistisch ingeschat. Voor de zomer stelden groene werkgevers en natuur- en milieuorganisaties al dat er sprake was van ’code oranje’, mede omdat er te weinig leiderschap werd getoond bij de uitvoering van het akkoord. Dat beeld wordt nu bevestigd. Omdat de doelen heilig zijn, moet er een stevig tandje worden bijgeschakeld.” Dat zeggen Greenpeace, Natuur en Milieu, Milieudefensie, Natuur en Milieu Federaties, Wereld Natuur Fonds, Duurzame Energie Koepel, De Groene Zaak en Nederland Krijgt Nieuwe Energie in een reactie op de vandaag verschenen Nationale Energie Verkenning. De cijfers uit de NEV zijn niet mals. Het energiebesparingstempo daalt dit decennium ten opzichte van het vorige. De Planbureaus schatten de totale besparing in op minimaal 19 en maximaal 61 PJ in 2020, stukken minder dan de afgesproken 100 PJ. Bovendien liggen zowel het duurzame energiedoel van 14 procent in 2020 als het doel van 16 procent in 2023 buiten bereik. Als het tegen zit komen we in 2020 zelfs maar op 10,6 procent uit. Nu in het licht van de Oekraïnecrisis de wens van de Kamer groeit om minder afhankelijk te worden van de import van energie, is de noodzaak van het halen van de doelen uit het energieakkoord alleen maar groter geworden. Niet voor niets besloot de Tweede Kamer bij de Algemene Politieke Beschouwingen om de inzet op energiebesparing te willen intensiveren en in Europees verband actief te willen streven naar een substantiële vermindering van energieafhankelijkheid binnen…
Aan de slag: honderdduizenden woningen kunnen energiezuiniger
De bouw- en installatiesector staat klaar om honderdduizenden woningen echt energiezuinig te maken. “Na veel voorwerk in de afgelopen jaren staan de seinen nu op groen. Er zijn veel goede initiatieven die elkaar kunnen versterken, er zijn goede hulpmiddelen ontwikkeld”, vertelt Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. “Daarmee kan de consument geïnformeerd en verleid worden om te investeren in verduurzaming. En er zijn financiële middelen. We gaan bewoners en eigenaren warm maken voor het verduurzamen van hun woningen – en aan de slag.” Bouwend Nederland organiseerde een speciale sessie over dit thema, in de Bouwkeet die de brancheorganisatie deze week heeft neergezet op het Plein in Den Haag. Daar, op de stoep van de Tweede Kamer, horen politici direct van ondernemers wat er allemaal gebeurt in de bouw- en infrasector. Verhagen: “Stroomversnelling voor huur en koop, een energielabel-atlas, goedkope leningen en het nieuwe ondersteuningsprogramma ‘Kleur uw Gemeente Groen’. Die verschillende initiatieven moeten elkaar versterken. Zo brengen we Nederland grootschalig in beweging voor verduurzaming dichtbij, namelijk van je eigen huis.” “Iedereen doet mee. Overheden – Rijk, provincies en gemeenten, wij als bedrijfsleven en natuurlijk corporaties en een groeiend aantal van de ruim 4 miljoen woningbezitters. Er staan meer dan 7 miljoen woningen in Nederland. Het overgrote deel daarvan is nog niet energiezuinig. Veel bewoners weten het vaak niet echt, of ze nou huren of zelf eigenaar zijn. Daar moet dus heel nodig iets gebeuren. Daarom slaan we de handen ineen. De gemeente geeft je informatie, als bedrijven bieden we een one-stop-shop, zodat je als klant goed weet waar je aan toe bent en je op maat advies krijgt over techniek en financiën.” “Daar was voorwerk voor nodig. Er moeten veel randvoorwaarden ingevuld zijn, om vooral particulier woningbezitters zo ver te krijgen dat ze investeren in hun huis. Want een dakkapel, die zie je. Een nieuwe badkamer ook. Een nieuwe HR-ketel nauwelijks,…
Vakbladen nog steeds meest gebruikt voor informatiewinning
De rol van social media in de marketingmix van toeleveranciers in de bouw neemt nog altijd toe. Afnemers bestempelen social media echter nog zelden als favoriet oriëntatiemiddel. Deze positie is nog altijd weggelegd voor traditionele oriëntatiemiddelen als vakbladen en beurzen. Toch zijn afnemende partijen steeds vaker zakelijk op social media te vinden. Dit blijkt uit het onlangs verschenen BouwKennis Jaarrapport 2014/2015. Social media hebben hun weg in de marketingmix van de toelevering duidelijk gevonden. Uit het onderzoek ten behoeve van het rapport blijkt dat social media bij gemiddeld slechts 9% van de fabrikanten en handelaren geen onderdeel zijn van de huidige marketingstrategie. Ook denkt gemiddeld 70% dat social media de komende twee jaar een belangrijker onderdeel van de eigen marketingstrategie worden. Social media worden door afnemende partijen echter nog zelden als favoriet oriëntatiemiddel genoemd. Ook wanneer wordt gekeken naar specifieke manieren van oriëntatie, leggen ze het vaak af tegen de meer traditionele middelen als vakbladen en beurzen. Social media worden door gemiddeld 8% van de afnemers gezien als meest geschikte middel om op de hoogte te blijven van trends in het vakgebied, 7% vindt het de meest geschikte manier voor het inwinnen van actuele marktinformatie. Als middel voor de oriëntatie op merken en producten wordt social media als minder geschikt gezien. Dit geldt ook voor het opdoen van inspiratie voor toekomstige projecten. Ondanks dat social media een relatief kleine rol lijken te hebben in de zakelijke oriëntatie, zijn afnemers hier zelf wel degelijk actief. LinkedIn wordt het meest gebruikt binnen de bouwketen. Door de afnemers wordt LinkedIn gemiddeld veruit het meest genoemd (57%) als social medium dat wordt gebruikt (of ooit is gebruikt) voor zakelijke doeleinden. Van de toeleveranciers waarbij social media momenteel onderdeel zijn van de marketingstrategie, noemt zeven op de tien LinkedIn als kanaal dat hierbij wordt ingezet. Social media kunnen wel degelijk een rol spelen in het…
Branchevereniging wil meer ruimte voor renovatie
Uneto-VNI, de ondernemersorganisatie voor de installatiebranche, roept het kabinet op meer ruimte te scheppen voor renovatie van woningen en gebouwen. Gebeurt dit niet, dan ligt verpaupering van de binnensteden op de loer. Dit stelt de installateursvereniging in een reactie op de Miljoenennota. Uneto-VNI constateert dat woningcorporaties de regionale ontwikkelingsfunctie niet meer uitvoeren en roept de overheid op om deze lacune op te vullen door investeerders aan te trekken. Dankzij nieuwe investeringen kan de bestaande woningvoorraad comfortabel én energiezuinig worden gemaakt. Investeringen zijn ook nodig om de bestaande woningvoorraad aan te passen zodat ouderen en mensen met gebreken langer zelfstandig kunnen blijven wonen. Voorzitter Titia Siertsema van Uneto-VNI: “De komende jaren moeten tienduizenden woningen geschikt gemaakt worden voor ouderen. We willen samen met de overheid naar mogelijkheden zoeken om een grootschalige aanpak te realiseren én bestaande knelpunten weg te nemen. Belangrijk is om een oplossing te vinden voor de zogenaamde split incentive: het feit dat degene die investeert niet profiteert van de opbrengst van deze investering.” Uneto-VNI is blij met de verlenging van de lage btw tot 1 juli 2015. Siertsema: “Het is een verstandige maatregel die hard nodig is, gezien de nog altijd lastige marktomstandigheden. Nadelig is wel dat ondernemers nu middenin het kalenderjaar te maken krijgen met een ander btw-tarief. Dat levert veel administratieve rompslomp op.” Uneto-VNI constateert dat de werkkostenregeling niet leidt tot lastenverlichting voor ondernemers, maar nu ten bate komt van de overheid. Juist in de huidige economische situatie hebben ondernemers echter behoefte aan vermindering van de lasten. Uneto-VNI bepleit aanpassing van de regeling zodat de oorspronkelijke doelstelling wordt behaald. Er moet volgens Uneto-VNI meer gebeuren om de ventilatie op scholen in Nederland te verbeteren. Siertsema: “Zeker als er komende winter weer strenge vorst komt, stijgt het CO2-gehalte in veel klaslokalen tot een onaanvaardbaar hoog niveau. Wij pleiten voor CO2-metingen in alle scholen en gerichte investeringen.” He…
Besef veiligheidsrisico’s van natuurlijke koudemiddelen van levensbelang
Ammoniak is het meest gebruikte natuurlijke koudemiddel binnen de moderne koeltechniek. Dit blijkt uit onderzoek van ROVC, partner in trainingen en opleidingen voor technisch Nederland. 44 procent van de respondenten geeft aan het meest in aanraking te komen met dit koudemiddel tijdens de dagelijkse werkzaamheden. Het koudemiddel Kooldioxide staat op nummer twee (24%), gevolgd door Propaan (19%). Overige natuurlijke koudemiddelen zoals ISO-butaan, Freon en R134 worden door 13 procent van de respondenten genoemd. Het onderzoek van ROVC is uitgevoerd onder installateurs, technische dienstverleners en eindgebruikers van koel- en klimaatinstallaties. De resultaten zijn verwerkt in het whitepaper ‘Koelen, opleiden en innoveren’. Uit het onderzoek blijkt tevens dat 61 procent van de respondenten niet iedere dag te maken heeft met natuurlijke koudemiddelen. 39 procent werkt hier al wel dagelijks mee. Het is aannemelijk dat dit laatste percentage steeds verder toeneemt, omdat de uitfasering van synthetische koudemiddelen één van de grootste veranderingen is waar service- en onderhoudsmonteurs binnen het vakgebied mee te maken krijgen. De zwarte lijst met synthetische koudemiddelen wordt hierdoor langer en dit heeft tot gevolg dat natuurlijke koudemiddelen steeds meer tot de dagelijkse praktijk behoren. Roel Greutink, Manager Business Development bij ROVC, reageert op de onderzoeksresultaten: “Het is een goede ontwikkeling dat de koudebranche zich meer focust op het milieu. Echter zou ik ook graag zien dat er meer rekening wordt gehouden met de veiligheid van service- en onderhoudsmonteurs die met de natuurlijke koudemiddelen moeten werken. Door het hoge veiligheidsrisico van deze middelen is het van levensbelang dat monteurs exact weten waar ze mee bezig zijn. In tegenstelling tot synthetische koudemiddelen, bestaat er helaas nog geen verplicht certificaat voor het werken met natuurlijke koudemiddelen. Regulering hieromtrent staat nog in de kinderschoenen en daar zou ik graag verbetering in zien.” Voor meer informatie: www.rovc.nl
Vrouwen werkzaam in technische bedrijven trekken andere vrouwen aan
Bedrijven die al een of meerdere vrouwen op technische functies hebben, zijn vaker bereid te investeren om meer vrouwen te werven dan bedrijven die nog geen technische vakvrouwen in dienst hebben. Dit blijkt uit een representatieve steekproef onder 115 technische bedrijven die dit jaar de M/V bedrijvenscan op verzoek van TechniekTalent.nu invulden. De scan is ontwikkeld en uitgevoerd door VHTO, landelijk expertisebureau meisjes/vrouwen en bèta/techniek. Van de ondervraagde bedrijven geeft maar liefst 56 procent aan dat zij willen investeren in meer vrouwen in technische functies. De bereidheid tot investering in vrouwen in technische functies is hoger bij bedrijven waar al vrouwen in deze functies werkzaam zijn (77%). Hierdoor kan gesteld worden dat een grote meerderheid van technische bedrijven het als positief ervaren om meer vrouwen te werven en te behouden in hun bedrijf en een divers personeelsbestand als meerwaarde inzien. Opvallend is dat het hier niet enkel grote bedrijven betreft: ruim de helft van de bedrijven die de scan invulde, heeft een klein personeelsbestand (0-50). Ook kwam uit de M/V bedrijvenscan naar voren dat deeltijdwerken op alle functieniveaus bespreekbaar is bij ruim eenderde van alle bedrijven. Respondenten (63 van de 115) gaven aan het in hoge mate eens te zijn met de stelling dat mannen en vrouwen in het bedrijf gebruik maken van de mogelijkheden om in deeltijd te werken. “De trend zet zich voort dat veel bedrijven uit de technische sector zelf ook erkennen dat investeren in technische vrouwen van groot belang is. Uit de M/V bedrijvenscan blijkt wel dat langzaam maar zeker technische bedrijven gaan meedenken met de behoeften en voorwaarden van vrouwen zodat hun talenten optimaal worden ingezet”, aldus de voorzitter van TechniekTalent.nu, André van der Leest. Met de uitreiking van de jaarlijkse Femme Tech Bedrijven Award wil TechniekTalent.nu bedrijven die het goed doen op het gebied van het werven en behouden van vrouwen in het zonnetje…
Flink meer deelnemers inzamelsysteem energiezuinige verlichting
Het aantal deelnemers van Stichting LightRec – in Nederland verantwoordelijk voor de inzameling en recycling van energiezuinige verlichting – is de afgelopen maanden gestegen naar 437. Sinds januari 2014 hebben 22 nieuwe deelnemers zich aangemeld bij het inzamelsysteem. De toename is mede het gevolg van de Algemeen Verbindend Verklaring (AVV) voor verlichtingsproducenten die begin dit jaar van kracht werd. Vooral producenten en importeurs van ledverlichting hebben zich aangemeld als deelnemer voor het inzamelsysteem. Ook ledlampen, die steeds populairder worden, moet aan het einde van de levensduur op verantwoorde wijze worden ingezameld en gerecycled. LightRec is verheugd met de stroom aan nieuwe deelnemers en neemt aan dat hiermee het overgrote deel van de Nederlandse producenten en importeurs zich officieel bij haar heeft geregistreerd. De AVV, die sinds 1 januari 2014 van toepassing is, verplicht producenten en importeurs van verlichting om zorg te dragen voor de recycling van de eigen producten door zich aan te sluiten bij het inzamelsysteem van LightRec. Nog niet alle producenten hebben daar gehoor aan gegeven, aldus Jeroen Bartels, manager van LightRec. “Als meer producenten zich aanmelden kunnen we de financiering van de inzameling en recycling van verlichting ook voor de toekomst garanderen. Zodat we zoveel mogelijk lampen en armaturen kunnen recyclen en schaarse grondstoffen kunnen behouden.” LightRec hoopt met de AVV de nieuwe Europese 2019-doelstelling te halen, te weten 85 procent inzameling en recycling van al het vrijkomende elektronisch afval (e-waste). Hoewel deze doelstelling niet specifiek voor verlichting geldt, wil Lightrec dit doel ook voor lampen nastreven. Bovendien worden producenten en importeurs met de komst van de AVV maximaal ontzorgd. LightRec is vanaf nu aanspreekbaar op de prestaties van het systeem. Ook de wettelijke garantiestelling die individuele producenten en importeurs volgens de Europese regelgeving hebben, valt nu terug op de stichting. Producenten en importeurs die nog niet deelnemen aan het systeem, kunnen zich registreren via Wecycle. De…
Studenten doen integraal afstudeeronderzoek in de bouwkolom
Studenten van Hogeschool Utrecht hebben hun afstudeeronderzoek dit jaar voor het eerst gedaan bij meerdere bedrijven. Deze nieuwe onderzoeksvorm is mogelijk door Connecting Networks, een initiatief van het lectoraat Nieuwe Cultuur in de Bouwketen van de Hogeschool Utrecht in samenwerking met bedrijven in de bouwketen. Vijf bedrijven nemen actief deel aan het netwerkinitiatief: Unica Installatietechniek, BAM Utiliteitsbouw, JHK Architecten, Brink Groep en Talen Vastgoedonderhoud.
Connecting Networks bestaat uit een geselecteerde groep bedrijven die de hele bouwketen vertegenwoordigen. Van architect/constructeur, aannemer, bouwfysisch/installatieadviseur tot installateur. De onderzoeksthema’s en -vragen zijn in nauw overleg met de deelnemende bedrijven geformuleerd, zodat het onderzoek optimaal aansluit op de doelstellingen van het onderwijs en de vragen van het bedrijfsleven. Via de aangesloten organisaties van Connecting Networks kunnen de studenten hun onderzoeksvragen vanuit verschillende disciplines benaderen en op elkaar afstemmen.
Het doel van Connecting Networks is het versterken van netwerken en samenwerkingsvormen vanuit gedeelde onderzoeksvragen. Connecting Networks maakt het voor studenten mogelijk vanuit een integrale benadering onderzoek te doen in een multi-disciplinaire setting met toegang tot het zakelijke netwerk van de betrokken bedrijven. De studenten hebben hun onderzoek onlangs afgerond en hun bevindingen gepresenteerd aan de deelnemende bedrijven.
Het was voor Unica een logische stap om aan te sluiten bij Connecting Networks. Erol Aksoy, directeur Unica Hoevelaken, licht toe: “Om als katalysator te fungeren voor nieuwe ontwikkelingen, vernieuwend te zijn en onderscheidend op de markt te kunnen bewegen, dienen nieuwe paden bewandeld te worden. Voor bedrijven is het cruciaal om goed opgeleid personeel voor de branche te verkrijgen en de aansluiting bij de scholen (vice versa) te verstevigen.”
De thema´s waarop de afstudeeronderzoeken gericht zijn, betreffen ketensamenwerking, circulaire economie, kennismanagement en Lean. Ketensamenwerking omvat alle partijen die achtereenvolgens bij de totstandkoming van een project zijn betrokken (de bouwkolom). Circulaire economie is gericht op maximale herbruikbaarheid van producten en grondstoffen en minimale waardevernietiging. Lean staat voor maximale waarde voor de opdrachtgever met zo min mogelijk verspillingen.
Technisch dienstverlener Unica is als partner nauw betrokken bij Connecting Networks. Het bedrijf heeft door studenten van de Hogeschool Utrecht onderzoek laten doen naar onder andere flexibele, herbruikbare kantoorruimtes.
Rogier Laterveer, projectleider van Connecting Networks van de Hogeschool Utrecht, licht toe: “Met de steeds grotere noodzaak om studenten oplossingen te laten bedenken voor actuele onderwerpen heeft de Hogeschool Utrecht samen met studenten en de aangesloten bedrijven besloten om onderzoek te doen naar circulaire economie in de bouw en hier praktisch invulling aan te geven. Bijzonder hierin is dat de studenten bij minimaal twee bedrijven een werkplek hebben. Eén van de resultaten is een tijdelijke en geconditioneerde ruimte in een leegstaand kantoorgebouw. Dit hebben de studenten Mike de Bruijn en Floris Mooij vanuit diverse kanten benaderd en dus daadwerkelijk integraal ontworpen. Van marktonderzoek naar marketing en van installaties tot grondstoffenpaspoort. Door de resultaten in te brengen in het onderwijs zorgen we vanuit het lectoraat voor borging van de kennis en de student van de toekomst.”
Erol Aksoy vult aan: “Met het oog op de huidige leegstand in gebouwen en tegelijkertijd de vraag naar kantoorruimten met diversiteit in functievraag, wil Unica weten hoe zij hierop in kan spelen. De studenten hebben onderzocht hoe kantoorruimtes zijn te realiseren, die na hun gebruikscyclus hergebruikt kunnen worden. Op een andere plek of in een andere vorm. Kantoorverhuur wordt tegenwoordig vooral gerevitaliseerd door gehele kantoren op te knappen waar organisaties zich vervolgens kunnen huisvesten. Dit houdt in dat een kantoor wordt aangeboden als bezit en niet als dienst. Hier passen de studenten van de Hogeschool Utrecht de omgekeerde benadering op toe.”
Op de foto: studenten en bedrijven Connecting Networks; Erol Aksoy, directeur Unica Hoevelaken (rechts staand), Rogier Laterveer, projectleider Connecting Networks van de Hogeschool Utrecht (midden gehurkt).
Voor meer informatie: www.hu.nl en www.unica.nl
Zonnige aftrap van innovatietraject Slimbouwen
Slimbouwen heeft groen licht gekregen voor de start van een innovatietraject met tien deelnemende mkb ondernemers onder de noemer ‘Bouw ontmoet gebruiker’. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ondersteunt dit traject met IPC (Innovatie Prestatie Contract) subsidiegeld binnen de mkb Innovatiestimulering Topsectoren.
Er lijkt een groot gat te zitten tussen de bouwwereld en de uiteindelijke gebruikers van het opgeleverde resultaat. Techniek gaat vaak voor het gebruiksgemak, comfort en beleving.
Ook de bouwers en de gebruikers snappen elkaar soms niet, wat verklaart dat het opgeleverde resultaat vaak niet voldoet aan de wensen van deze gebruikers.
Op maandag 7 juli jl. vond de kick-off bijeenkomst van dit tweejarige innovatietraject plaats. De tien deelnemende bedrijven hebben hierbij een eerste stap gezet in de radicale transitie van de bouwsector. De technologisch georiënteerde blik verruimt zich en de sector zoekt de aansluiting met mensen en de daadwerkelijke gebruikers. De stelling is dat wanneer de bouw en gebruiker elkaars taal spreken, het niet langer zal gaan om een zo laag mogelijke prijs, maar om kwaliteit, comfort, gezondheid en duurzaam bouwen. Dit IPC project maakt dat waar.
Onder leiding Slimbouwen als penvoerder worden er in dit traject vier innovaties ontwikkeld:
– De collectieve ontwikkeling van een nieuwe manier van bewoner-gericht ontwikkelen;
– De ontwikkeling van een renovatieconcept/doos-in-doossysteem voor de bouwsector dat flexibel, duurzaam en energieneutraal ingezet kan worden en aandacht heeft voor de individuele wensen, ambities en bestedingsruimte van de bewoners, nu en in de toekomst;
– Het ontwikkelen en toetsen van een duurzaam concept met innovatieve producten dat een nieuwe dienst mogelijk maakt in de vorm van het aanbieden van een totaalconcept;
– De ontwikkeling van flexibele, modulaire, zelfvoorzienende, demontabele en herbruikbare units die als POP-UP werkplekken in het pand gerealiseerd kunnen worden.
Voor meer informatie: www.slimbouwen.nl