Heeft de bevochtiging van gebouwen ook impact op de levensduur van het coronavirus? En zo ja; wat kan ik dan adviseren aan klanten die hun gebouwen moeten openhouden? Denk bijvoorbeeld aan de politie, brandweer of supermarkten. In de vakwereld is hier inmiddels een stevige discussie over ontstaan door een artikel dat Installatienet gisteren publiceerde.

De afgelopen weken is wel duidelijk geworden dat ook wij als installatiebranche een rol spelen bij het voorkomen van de verdere verspreiding van het coronavirus. Denk bijvoorbeeld aan het REHVA-advies om toiletdeksels voor het doortrekken te sluiten en de toiletafzuiging 24/7 in de hoogste stand aan te zetten, omdat het coronavirus ook via fecesdeeltjes die in de lucht terechtkomen, kan worden verspreid.

Ventilatie
Gisteren sprak Installatienet uitgebreid met Atze Boerstra, vice-president van de REHVA. De Europese overkoepelende vakvereniging heeft vandaag een document gepubliceerd, waarin ze een aantal adviezen verstrekt om welk mogelijk risico dan ook op een mogelijke verspreiding van het virus via ventilatiesystemen in te dammen (zie: https://www.rehva.eu/activities/covid-19-guidance).

Bevochtiging
De REHVA zegt bij monde van Boerstra dat: “Wat betreft de instellingen voor de bevochtiging via luchtbehandelingskasten; hieraan niets hoeft te worden veranderd. De luchtvochtigheid moet echt extreem hoog zijn, meer dan 80%, om de levensvatbaarheid van het virus significant te verkorten. Extra bevochtigen om dat soort niveaus binnen te halen is meestal onmogelijk en om andere redenen (schimmelgroei, thermisch discomfort) zelfs ongewenst.”

Meer focus op installaties en gezondheid
Francesco Franchimon, was als Public Health Engineer betrokken bij het opstellen van dit document. “Het is belangrijk om te beseffen dat de autoriteiten de transmissie van het virus via de lucht niet erkennen als transmissieroute, maar zich vooral richten op de transmissie via druppels en contact. Vanuit de uitbraken van SARS (SARS-CoV-1) en MERS (MERS-CoV) was er wel een transmissie via de lucht ontdekt. Vanuit het voorzichtigheidsprincipe stellen wij in dit document een aantal voorzorgsmaatregelen vast die als proportioneel gezien kunnen worden met de huidige omstandigheden.”

Relatieve vochtigheid
Hij vervolgt: “Terugkomend op de invloed van de relatieve vochtigheid op het coronavirus; dit virus kan tegen een hoge relatieve vochtigheid. Pas bij een RV van 70-80% begint de levensvatbaarheid van het coronavirus significant af te nemen.” De Public Health Engineer, met een achtergrond in de installatietechniek, dringt aan op een verbreding van de aanwezige kennis bij installateurs. “We zijn de afgelopen jaren als branche volop bezig geweest met duurzaamheid. Het wordt tijd dat we ons meer gaan focussen op het belang van installaties voor de gezondheid van eindgebruikers. Vanuit historisch perspectief zijn bijna alle uitvindingen die betrekking hebben op installaties ooit bedoeld voor het behalen van gezondheidswinst. Dat zal op termijn ook leiden tot meer werk voor installateurs waar veel kennis van de volksgezondheid voor nodig is. Gebouwen dienen een preventieve werking te hebben op de ontwikkeling van bijvoorbeeld infectie- en chronische ziekten, zij moeten niet een extra ziektelast veroorzaken.”

Warmte en het coronavirus
Volgens hem zou de coronacrisis wel eens langer kunnen duren dan een aantal experts ons wil laten geloven als het seizoenseffect als belangrijkste mechanisme wordt gezien. “Er wordt wel gezegd dat het virus niet goed kan gedijen bij warmer lenteweer, maar dat is nog maar de vraag. Uit onderzoeken blijkt namelijk dat het virus niet direct verzwakt door de temperaturen die gangbaar zijn in het binnenmilieu en zoals ik al eerder aangaf blijft het virus ook bij een relatief hoge relatieve vochtigheid levensvatbaar. Dus het virus kan dan hardnekkig aanwezig blijven met de relatieve vochtigheden die wij in de lente en zomer in het binnenmilieu kennen.”

Initiatief
Franchimon is mede daarom een van de initiatiefnemers van het platform samenstoppenwijcorona.nl. De focus van dit initiatief ligt bij de situatie op de werkplek en de preventie van corona.

Lagere RV wel wenselijk?
Overigens klinkt er ook al een tegengeluid op Social Media. Wilfred Heesakkers, Sales Manager bij bevochtigingsexpert Condair reageerde gisterenavond op LinkedIn als volgt op het interview met Atze Boerstra en het standpunt van REHVA en dus ook Franchimon over relatieve vochtigheid. Hij verwees daarbij naar verschillende studies, onder andere naar het dit onderzoek, “waaruit het enorme belang en de bijdrage van RV 40%-60% blijkt om ook de verspreiding in het binnenklimaat van het Coronavirus te verminderen”, aldus Heesakkers.

Laatste reactie
De heer Franchimon om een reactie hierop gevraagd, zegt: “Wij kennen dit onderzoek. Het betreft een onderzoek waar gebruik is gemaakt van twee surrogaten van het coronavirus om het effect van verschillende relatieve vochtigheden en luchttemperaturen op de inactiviteit van deze surrogaten op oppervlakten te bestuderen. De uitkomsten daarvan wijken af van de studies waar onderzoekers wel gewerkt hebben met het echte coronavirus. Om die reden hebben wij vooral studies ingesloten in het Rehva document op basis van studies met echte het coronavirus.”

Overige onderzoeken
In de discussie op LiN worden ook nog andere onderzoeken aangehaald. Het voert echter te ver voor de scope van dit artikel om ze allemaal te gaan belichten.