De plannen zijn er
HOOFDROL INSTALLATIEBRANCHE BIJ ENERGIETRANSITIE
Klimaatverandering tegengaan staat al langer op de politieke agenda, maar nu liggen er nieuwe plannen. Het klimaatakkoord hadden we al, maar nu zijn ook de maatregelen gepresenteerd die moeten gaan zorgen voor een vermindering van broeikasgasemissies in Nederland met ten minste 55% in 2030 ten opzichte van 1990. Het kabinet hoopt met de plannen zelfs tot een vermindering van 60% te komen. In alle plannen is het helder: de technische installatiebranche heeft een hoofdrol. Zonder de vakmensen uit onze branche is het niet mogelijk. We nemen je in vogelvlucht mee in de plannen.
Verduurzaming
Het kernwoord in de plannen is -niet onlogisch- verduurzaming. Het gaat bijvoorbeeld om de verduurzaming van gebouwen. In 2030 moeten er miljoenen woningen en gebouwen zijn verbeterd, door onder meer duurzame verwarming en betere isolatie. Huizen met slechte energielabels horen daarmee tot het verleden. Zo mogen huizen met een energielabel van E, F of G-label niet meer verhuurd worden vanaf 2029. Het gaat daarnaast ook om de verduurzaming van de industrie. Denk hierbij aan het aanpassen van de CO2-heffing en het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe technologieën, zoals bio-based bouwen. Ook gaat de overheid scherpere eisen stellen aan plastics: vanaf 2027 moeten die voor minimaal 25 tot 30% bestaan uit hergebruikt- of biomateriaal. Dit moet helpen om de broeikasgasemissies van de industrie te verminderen. Verder moet ook het vervoer een impuls krijgen. Er worden verschillende maatregelen aangekondigd om elektrisch vervoer te bevorderen, zoals investeringen in laadinfrastructuur en het stimuleren van elektrisch rijden via fiscale maatregelen, en er wordt meer ingezet op biobrandstoffen. Alles is dus gericht op de versnelde transitie naar een duurzame economie om de klimaatdoelen van Nederland te halen. Voor de installatiebranche betekent dit werk aan de winkel.
Zonnepanelen
De ambitie is groot. Als het gaat om zonnepanelen wordt er bijvoorbeeld ingezet op 3 GigaWatt (GW) aan zonne-energie op zee in 2030. Deze panelen moeten tussen de toekomstige windmolens op zee komen te liggen. Verder wordt er 222 miljoen geïnvesteerd in zonnepanelen op daken van woningen en bedrijfspanden. Ook wordt er gewerkt aan een aantrekkelijker financieringsaanbod voor huishoudens in de huursector die zonnepanelen willen installeren.. Daarnaast is het van belang dat wordt ingezet op innovatie. Er wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in onderzoek naar nieuwe generaties zonnepanelen, zoals panelen die ook energie kunnen opwekken uit zonlicht dat niet rechtstreeks op de panelen valt.
Warmtepompen
En er is natuurlijk ambitie als het gaat om de groei van het aantal warmtepompen in de gebouwde omgeving van ongeveer 250.000 in 2023 naar 1,5 miljoen in 2030. Hoe? Via afspraken met de producenten van warmtepompen gaat de productie- en installatiecapaciteit omhoog, en er komt meer geld beschikbaar voor de aanschaf van warmtepompen, via de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Naast de beschikbare subsidies kunnen huishoudens via het Warmtefonds ook een lening krijgen. Het 0% rentetarief bij het Warmtefonds wordt verbreed naar inkomens tot € 60.000. Met andere woorden: er is geen financiële drempel meer voor de aanschaf van een warmtepomp.
Vanaf 2026 worden de eisen aan de efficiëntie van verwarmingsinstallaties verscherpt. De (hybride) warmtepomp wordt de norm voor het verwarmen van onze woningen, winkels, scholen en kantoren. Daarmee krijgen producenten ook meer duidelijkheid en kunnen zij investeren in bijvoorbeeld meer mogelijkheden om sneller warmtepompen te produceren. Ook wordt er, in samenwerking met de techniekbranche, ingezet op het sneller en meer opleiden van vakmensen.
Waterstof
Waterstof kan een belangrijke rol kan spelen als energieopslag, in de industrie en in de mobiliteitssector. Via verschillende investeringen zet het kabinet in op de ontwikkeling van waterstof. Dat doen ze bijvoorbeeld in Groningen, waar het grootste Europese Waterstofpark op zee moet komen. Verder wordt er € 50 miljoen vrijgemaakt voor de ontwikkeling van een waterstofnetwerk op zee en wordt er gewerkt aan de oprichting van een waterstofbank. Het gebruik van groene waterstof, geproduceerd uit duurzame bronnen zoals wind- en zonne-energie wordt gestimuleerd. Ook hier is dus voldoende ambitie.
Klimaatverandering tegengaan staat al langer op de politieke agenda, maar nu liggen er nieuwe plannen. Het klimaatakkoord hadden we al, maar nu zijn ook de maatregelen gepresenteerd die moeten gaan zorgen voor een vermindering van broeikasgasemissies in Nederland met ten minste 55% in 2030 ten opzichte van 1990. Het kabinet hoopt met de plannen zelfs tot een vermindering van 60% te komen. In alle plannen is het helder: de technische installatiebranche heeft een hoofdrol. Zonder de vakmensen uit onze branche is het niet mogelijk. We nemen je in vogelvlucht mee in de plannen.
Verduurzaming
Het kernwoord in de plannen is -niet onlogisch- verduurzaming. Het gaat bijvoorbeeld om de verduurzaming van gebouwen. In 2030 moeten er miljoenen woningen en gebouwen zijn verbeterd, door onder meer duurzame verwarming en betere isolatie. Huizen met slechte energielabels horen daarmee tot het verleden. Zo mogen huizen met een energielabel van E, F of G-label niet meer verhuurd worden vanaf 2029. Het gaat daarnaast ook om de verduurzaming van de industrie. Denk hierbij aan het aanpassen van de CO2-heffing en het stimuleren van de ontwikkeling van nieuwe technologieën, zoals bio-based bouwen. Ook gaat de overheid scherpere eisen stellen aan plastics: vanaf 2027 moeten die voor minimaal 25 tot 30% bestaan uit hergebruikt- of biomateriaal. Dit moet helpen om de broeikasgasemissies van de industrie te verminderen. Verder moet ook het vervoer een impuls krijgen. Er worden verschillende maatregelen aangekondigd om elektrisch vervoer te bevorderen, zoals investeringen in laadinfrastructuur en het stimuleren van elektrisch rijden via fiscale maatregelen, en er wordt meer ingezet op biobrandstoffen. Alles is dus gericht op de versnelde transitie naar een duurzame economie om de klimaatdoelen van Nederland te halen. Voor de installatiebranche betekent dit werk aan de winkel.
Zonnepanelen
De ambitie is groot. Als het gaat om zonnepanelen wordt er bijvoorbeeld ingezet op 3 GigaWatt (GW) aan zonne-energie op zee in 2030. Deze panelen moeten tussen de toekomstige windmolens op zee komen te liggen. Verder wordt er 222 miljoen geïnvesteerd in zonnepanelen op daken van woningen en bedrijfspanden. Ook wordt er gewerkt aan een aantrekkelijker financieringsaanbod voor huishoudens in de huursector die zonnepanelen willen installeren.. Daarnaast is het van belang dat wordt ingezet op innovatie. Er wordt bijvoorbeeld geïnvesteerd in onderzoek naar nieuwe generaties zonnepanelen, zoals panelen die ook energie kunnen opwekken uit zonlicht dat niet rechtstreeks op de panelen valt.
Warmtepompen
En er is natuurlijk ambitie als het gaat om de groei van het aantal warmtepompen in de gebouwde omgeving van ongeveer 250.000 in 2023 naar 1,5 miljoen in 2030. Hoe? Via afspraken met de producenten van warmtepompen gaat de productie- en installatiecapaciteit omhoog, en er komt meer geld beschikbaar voor de aanschaf van warmtepompen, via de Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE). Naast de beschikbare subsidies kunnen huishoudens via het Warmtefonds ook een lening krijgen. Het 0% rentetarief bij het Warmtefonds wordt verbreed naar inkomens tot € 60.000. Met andere woorden: er is geen financiële drempel meer voor de aanschaf van een warmtepomp.
Vanaf 2026 worden de eisen aan de efficiëntie van verwarmingsinstallaties verscherpt. De (hybride) warmtepomp wordt de norm voor het verwarmen van onze woningen, winkels, scholen en kantoren. Daarmee krijgen producenten ook meer duidelijkheid en kunnen zij investeren in bijvoorbeeld meer mogelijkheden om sneller warmtepompen te produceren. Ook wordt er, in samenwerking met de techniekbranche, ingezet op het sneller en meer opleiden van vakmensen.
Waterstof
Waterstof kan een belangrijke rol kan spelen als energieopslag, in de industrie en in de mobiliteitssector. Via verschillende investeringen zet het kabinet in op de ontwikkeling van waterstof. Dat doen ze bijvoorbeeld in Groningen, waar het grootste Europese Waterstofpark op zee moet komen. Verder wordt er € 50 miljoen vrijgemaakt voor de ontwikkeling van een waterstofnetwerk op zee en wordt er gewerkt aan de oprichting van een waterstofbank. Het gebruik van groene waterstof, geproduceerd uit duurzame bronnen zoals wind- en zonne-energie wordt gestimuleerd. Ook hier is dus voldoende ambitie.
Aan zet
Maar er kan geen transitie komen zonder de installatietechniek. En dat ziet men in Den Haag ook. Bij het versnellen van de energietransitie in de gebouwde omgeving te versnellen ligt er een sleutelrol van de vakman en vakvrouw. En dat in een tijd dat er juist hier krapte is. Dat vraagt om actie. Weet de student wel wat de installatiebranche te bieden heeft? Hoe benutten we zij-instroom? En vooral: hoe nemen we onze vakmensen van nu mee in alle ontwikkelingen. Ook daar heeft Den Haag oog voor. Het is noodzakelijk dat er aandacht besteed wordt aan scholing en opleiding om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te realiseren. Het is van belang dat nieuwe scholings- en trainingsprogramma’s voor vakmensen in de bouw- en installatiesector worden opgezet om hen te helpen de benodigde kennis en vaardigheden te verwerven om duurzame technologieën te installeren.
Meer dan plannen?
Wat betekenen die plannen op papier nu echt? Wordt dit ook werkelijkheid? Natuurlijk moet er politieke wil zijn om dit ook echt te gaan invoeren. Maar het begint ook bij de branche zelf. Zo is er bijvoorbeeld ingezet op het opleiden van zoveel mogelijk warmtepompmonteurs. In elke regio zijn er inmiddels opleidingslocaties en er is een mbo-deelcertificaat voor hybride warmtepompen. Daardoor kunnen we verwarmingsmonteurs overal bijscholen en kunnen zij-instromers sneller aan de slag. En dat is nog maar het begin! Opleiden en ontwikkelen is een onderdeel van de energietransitie, dat mag wel duidelijk zijn
Maar er kan geen transitie komen zonder de installatietechniek. En dat ziet men in Den Haag ook. Bij het versnellen van de energietransitie in de gebouwde omgeving te versnellen ligt er een sleutelrol van de vakman en vakvrouw. En dat in een tijd dat er juist hier krapte is. Dat vraagt om actie. Weet de student wel wat de installatiebranche te bieden heeft? Hoe benutten we zij-instroom? En vooral: hoe nemen we onze vakmensen van nu mee in alle ontwikkelingen. Ook daar heeft Den Haag oog voor. Het is noodzakelijk dat er aandacht besteed wordt aan scholing en opleiding om de verduurzaming van de gebouwde omgeving te realiseren. Het is van belang dat nieuwe scholings- en trainingsprogramma’s voor vakmensen in de bouw- en installatiesector worden opgezet om hen te helpen de benodigde kennis en vaardigheden te verwerven om duurzame technologieën te installeren.
Meer dan plannen?
Wat betekenen die plannen op papier nu echt? Wordt dit ook werkelijkheid? Natuurlijk moet er politieke wil zijn om dit ook echt te gaan invoeren. Maar het begint ook bij de branche zelf. Zo is er bijvoorbeeld ingezet op het opleiden van zoveel mogelijk warmtepompmonteurs. In elke regio zijn er inmiddels opleidingslocaties en er is een mbo-deelcertificaat voor hybride warmtepompen. Daardoor kunnen we verwarmingsmonteurs overal bijscholen en kunnen zij-instromers sneller aan de slag. En dat is nog maar het begin! Opleiden en ontwikkelen is een onderdeel van de energietransitie, dat mag wel duidelijk zijn
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl