Elektrotechniek helpt installateurs kennis te testen en te verhogen

Gemiddelde leestijd voor dit bericht is 267 seconden

Scholing is meer dan ooit belangrijk om bij te blijven in de elektrotechnische installatiewereld. Dat geldt zowel voor installateurs in loondienst als voor zzp’ers. Wie niet investeert in kennis, zal snel achterop raken. Elektrotechniek 2015 toont hoe je als (zelfstandig) installateur je eigen waarde op peil houdt. Het event vindt plaats van 29 september tot en met 2 oktober 2015 in de jaarbeurs in Utrecht.

Het Opleidings- en Ontwikkelingsfonds voor het Technisch Installatiebedrijf (OTIB) presenteert dit jaar op Elektrotechniek een aantal aanbieders van vernieuwende praktijkscholing. Dat gebeurt op het Loopbaanplein in hal 11, waar meerdere activiteiten plaatsvinden die vakmensen wegwijs maken hoe ze hun eigen waarde op peil houden met scholing. In hal 12 kunnen installateurs hun praktische vaardigheden en kennis over de nieuwe NEN 1010 norm testen bij de Elektrolympics. Tijdens Elektrotechniek 2015 is er dus veel aandacht voor het thema kennis.

Terecht, vindt Willem Ladiges van OTIB. “De scheiding tussen elektro en werktuigbouw wordt minder. Duurzame technieken zijn vaak vakgebied overschrijdend. Maar ook een bad met ingebouwde TV doet de grens tussen E en W vervagen. Internet of things, alles aan het internet, zal van vakmensen in onze branche ook kennis verlangen van internet en zaken als TCP/IP.” Hij geeft hiermee aan dat je als installateur niet alleen je kennis van het vakgebied elektrotechniek op niveau moet houden, maar dat ook kennis over aanpalende vakgebieden onontbeerlijk wordt.

Daarnaast is er nog een derde aspect dat aan belang wint. Klanten zijn veel beter geïnformeerd dan vroeger en worden mondiger. Hij ziet dat een groeiende groep installateurs daar proactief op reageert. “Je kunt niet meer volstaan met een apparaat of een installatie bij de klant neer te zetten. Je moet het gesprek aangaan met de klant en dan niet praten in techniek maar meedenken over wat de klant wil en over welke prestaties de techniek moet leveren. Dat vergt andere vaardigheden.” Hij heeft het dan vooral over de zogenaamde soft skills die naast vakkennis aan belang winnen. OTIB integreert die zoveel mogelijk in de technische cursussen.

OTIB richt zich als opleidings- en ontwikkelingsfonds, betaald vanuit een collectieve loonheffing, op werknemers en werkgevers in de installatiebranche. Daarmee dreigt een belangrijke groep buiten de boot te vallen. Weliswaar is het aantal zzp’ers in de installatiebranche minder groot dan in de bouw, deze groep is groeiende. Van de 4.500 leden die Uneto-VNI telt, zijn er zo’n 800 ingeschreven als ondernemer zonder personeel, een definitie die de branchevereniging liever gebruikt dan de term zzp’er. De branchevereniging ontplooit steeds meer activiteiten specifiek voor deze groep, maar een scholingsaanbod is er nog niet. Dat heeft te maken met de collectieve financiering via de CAO. Leo Rolf, die zich bij Uneto-VNI met werkgeverszaken bezighoudt, zegt: “Een zzp’er betaalt geen heffing en kan dus geen gebruik maken van het scholingsfonds. Dat is een landelijk probleem, net als de problematiek rond pensioenen en AOV-verzekeringen. Drie hot items omdat dit een nieuwe loot aan de stam is waar ons sociale stelsel niet op ingericht is.”

Judith van Heeswijk, adviseur Ontwikkeling, Scholing en Arbeidsmarkt bij Uneto-VNI, denkt dat veel van deze ondernemers zonder personeel zich wel bewust zijn van het belang van kennis. “Een bepaalde groep wil zich onderscheiden met producten en diensten of met een bepaald specialisme aan de slag gaan. Die groepen zullen zeker kennis verwerven.” Ook voor de anderen, die vaak de handjes leveren, is scholing echter onmisbaar. Daar begint juist de schoen te knellen, denkt Leo Rolf. Deze groep is minder op de langere termijn gericht, werkt klantgericht en wil altijd voor klanten klaar staan en zal minder snel zelf investeren in zichzelf. Een werkgroep van Uneto-VNI werkt momenteel aan een plan om het aanbod voor zelfstandigen zonder personeel op deze drie pijnpunten (scholing, pensioen en AOV) te verbeteren. De brancheorganisatie onderkent hiermee het steeds grotere belang van deze groep.

Toch denkt Willem Ladiges van OTIB dat noch de installatiebedrijven noch zelfstandige ondernemers achter kunnen blijven met investeren in hun kennisniveau. Alleen al niet wanneer je het puur bedrijfseconomisch bekijkt, een argument dat voor de hele sector opgaat. “De marges worden kleiner, de risico’s groter. Iemand hoeft maar één fout te maken, bijvoorbeeld een HR-ketel niet goed inregelen, en het systeem werkt al niet meer goed.” Bovendien wordt er steeds meer samengewerkt in de keten. Dat doen niet alleen bedrijven, juist ook de zzp’ers die voor bepaalde klussen partners zoeken om de opdracht gezamenlijk uit te voeren. Méér onderling afstemmen en leren van elkaar is de slag die de sector moet maken. De kosten daarvan kunnen makkelijk betaald worden uit de 10 procent faalkosten in de bouw. De praktijk die hij de laatste jaren ervaren heeft, is echter dat bedrijven juist minder investeren in scholing. “De spoeling is dunner, het vet is van de botten. Ze willen niet meer investeren. Tegelijk zie je de bedrijven die dit wel doen beter uit de crisis komen.”

Uneto-VNI organiseert op donderdag 1 oktober, als Elektrotechniek tot 21.00 uur geopend is, activiteiten die met name interessant zijn voor zelfstandige ondernemers zonder personeel en kleine installatiebedrijven. Zo schetst Ger Zwartendijk van Management Centrum de mogelijkheden van crowdfunding als financieringsinstrument voor investeringen. Beursbezoekers kunnen de lezing gratis bijwonen.

Elektrotechniek 2015 vindt plaats van 29 september tot en met 2 oktober in de Jaarbeurs in Utrecht. Meer informatie is te vinden via www.elektrotechniek-online.nl. Voor het laatste productnieuws, aanbiedingen en marktinformatie kan de professional ook terecht op www.elektrotechniek365.nl.