Hoge ambities rond nieuwbouw en verduurzaming zijn realiseerbaar
De ambitie van het kabinet is om tot en met 2030 900.00 nieuwbouwwoningen te realiseren en 1.500.000 bestaande woningen aardgasvrij te maken. Vanuit de structurele groei van de bouwcapaciteit is dit realiseerbaar, meldt het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). In de periode 2022-2030 is dan een groei van de werkgelegenheid nodig van 1,8% per jaar en een groei van de arbeidsproductiviteit van 1,6% per jaar. Dit zijn stevige groeicijfers, maar het vergt geen grote opschaling of technologische doorbraken om dit te realiseren. Op korte termijn kunnen zeer hoge ambities wel knelpunten opleveren. Om in 2024 al direct op te schalen naar 100.000 woningen en tegelijkertijd een grote sprong bij verduurzaming te maken, zijn in de periode 2022 tot en met 2024 50.000 extra arbeidskrachten nodig.
Hoewel een dergelijke groei eerder is gerealiseerd in de periode 2017-2019, is de arbeidsmarkt in de uitgangssituatie nu duidelijk krapper. Hier rijst de vraag of een evenwichtigere fasering niet wenselijk is, ook al omdat andere factoren buiten de bouwcapaciteit een dermate snelle opschaling niet aannemelijk maken.
Realiseerbaar
Dit concludeert het EIB in de zojuist verschenen studie 'Analyse bouwcapaciteit'. Structureel
zijn de hoge productieniveaus haalbaar De centrale conclusie uit de analyse is dat een nieuwbouwproductie van 900.000 woningen in de periode 2022-2030 in combinatie met de hoge duurzaamheidsambities realiseerbaar moet zijn vanuit de bouwcapaciteit. Over de gehele periode bezien vereist dit een groei van de werkgelegenheid van 1,8% per jaar, terwijl de arbeidsproductiviteit met gemiddeld 1,6% per jaar moet toenemen. Een dergelijke groei van de arbeidsproductiviteit is bij de hoge productiegroei haalbaar en past bij een technologisch beeld van incrementele vooruitgang. Bij de werkgelegenheid kan instroom vanuit de opleidingen en structurele groei van buitenlandse arbeidskrachten het leeuwendeel van de vereiste structurele arbeidscapaciteit leveren in de periode 2022-2030.
Extra arbeidskrachten
Fasering van de beleidsambities vergt aandacht door snelle groei in korte tijd Wel verdient de fasering van de beleidsambities aandacht, omdat deze in korte tijd een onevenredig snelle groei van de bouwproductie vereist. Om in 2024 al 100.000 woningen te bouwen en tegelijk een grote sprong bij de verduurzaming te realiseren, zijn in de periode 2022-2024 cumulatief 50.000 extra arbeidskrachten nodig. Dit zijn zeer forse aantallen, waarbij al is gerekend met een sterke arbeidsproductiviteits- stijging. Een werkgelegenheidsgroei van 50.000 arbeidsjaren is weliswaar ook vertoond in de periode 2017-2019, maar toen was de uitgangssituatie op de bouwarbeidsmarkt duidelijk ruimer dan nu het geval is.
Vanzelf
Hier rijst de vraag of het niet wenselijk is om tot een wat evenwichtiger fasering te komen. De doelstellingen op middellange en lange termijn hoeven niet in gevaar te komen als wat meer tijd wordt genomen om in te groeien naar de hoge niveaus die moeten worden gerealiseerd. Ook rijst de vraag of het- geheel buiten de bouwcapaciteit om - wel mogelijk is om zo snel op te schalen bij met name de woningnieuwbouw. De kans lijkt met andere woorden groot dat een meer evenwichtige fasering vanzelf tot stand komt doordat het nu eenmaal tijd kost om zaken sterk in beweging te brengen.
Grote flexibiliteit
De capaciteit van de bouwsector is geen boekhoudsom. Er kunnen relatief grotere knelpunten bestaan bij specifieke beroepen, maar de knelpunten zelf roepen ook weer reacties op vanuit de bedrijven. Zo kunnen hulpkrachten vakmensen werk uit handen nemen, wordt gekeken of het werk zo kan worden ingericht dat er wat minder beroep hoeft te worden gedaan op de meest schaarse krachten en wordt geïnvesteerd in arbeidsbesparende technieken. Ook moet worden bedacht dat er heel veel bouwbedrijven zijn die in verschillende situaties verkeren. Zo blijkt uit de maandelijkse conjunctuur-enquêtes van EIB dat 20% van de bedrijven productiebelemmeringen ervaren door schaarste aan personeel, maar dit geldt dus lang niet voor alle bedrijven. Een belangrijke bron van flexibiliteit is voorts de instroom van buitenlandse arbeidskrachten. Dit aanbod kent een sterke structurele groei en naarmate de vraag toeneemt kan dit arbeidsaanbod extra toenemen door aantrekkelijker voorwaarden te bieden. Bij de berekeningen is hiermee overigens nog geen rekening gehouden.
Kritisch kijken
Ten slotte wordt in de studie aandacht gevraagd voor de relatie tussen overheidsbeleid en het beslag op bouwcapaciteit. De capaciteit van de bouw kan effectiever worden benut door kritisch te kijken naar het locatiebeleid - in het bijzonder de sterke nadruk op complexe, grootschalige binnenstedelijke woningbouw- en de stapeling van regelgeving.