Hybride in de warmtetransitie

De hybride warmtepomp is de minimale norm vanaf 2026. Welke bijdrage kan deze hybride leveren aan de duurzaamheidsamibities van gemeentes en woningcorporaties? Hoe zit het precies met de capaciteit bij producenten en installateurs en wat zijn verwachte toekomstige ontwikkelingen? Deze vragen staan centraal op het congres ‘Hybride in de warmtetransitie; de vragen beantwoord’ op 21 juni as. in TivoliVredenburg Utrecht.

Tijdens het congres worden de resultaten bekend gemaakt van het demonstratieproject Hybride warmtepompen in de gebouwde omgeving (www.demoprojecthybride.nl). Dit project is een samenwerking van de Nederlandse Verwarmingsindustrie (NVI), Techniek Nederland, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Universiteit Utrecht en Universiteit Twente.

Versnelling in de warmtetransitie
In dit project zijn 200 hybride warmtepompen in verschillende woningen een jaar lang gemonitord om hun energieprestaties te meten (energetisch, financieel en CO2-reductie). De conclusie is dat de hybride warmtepomp op korte termijn een grote bijdrage kan leveren aan het reduceren van het gasverbruik in de gebouwde omgeving. En in combinatie met (groen)gas zowel voor de korte als de lange termijn een goede oplossing kan zijn voor een versnelling in de warmtetransitie.
Het congres is kosteloos toegankelijk voor iedereen die betrokken is bij de energie- en warmtetransitie, waaronder professionals bij gemeentes en woningcorporaties.
Het volledige programma staat op https://hybrideverwarmd.nl/programma/