Hybride warmtepomp
JUISTE OF OVERBODIGE VERPLICHTING?
In 2022 maakte de overheid bekent dat iedere Nederlander vanaf 2026 bij de noodzakelijke vervanging van zijn cv-ketel, verplicht wordt naast de nieuwe cv-ketel een hybride warmtepomp te plaatsen. Techniek Nederland en de Nederlandse ketelfabrikanten stonden te juichen, maar hoe kijkt de Hollandse installateur naar deze ontwikkeling. Is hij ook zo blij?
Wanneer we er wat nuchterder naar kijken, zijn er aantal zaken die opvallen. De overheid zal zeggen ‘we nemen deze maatregel, omdat we daarmee noodzakelijke CO2 reduceren’. De branche of beter gezegd de fabrikanten van hr-ketels zijn blij, omdat hiermee hun aantallen cv-ketels nog jaren op een hoog niveau verkocht kunnen blijven worden. En mogelijk zijn de netwerkbeheerders blij, omdat hiermee in tijden van echte kou er minder aanspraak gemaakt wordt op hun dan overbelaste weerafhankelijke elektriciteitsnetwerk.
Technische noodzaak?
De gemiddelde installateur krijgt er opnieuw gespecialiseerd werk bij. Zij zullen daardoor meer en beter geschoold personeel moeten zien te vinden. Maar waar? De belangrijkste vragen zijn echter: Wordt hybride technisch een succes en is deze tussenstap technisch wel noodzakelijk? En dan de Nederlandse consument; die er op te wachten?
Het waarom
Om op deze vraag antwoord te geven, zouden we dit vanuit de posities van verschillende partijen moeten doen. Allereerst de consumenten. Zij zijn het vanaf 2026 eenvoudigweg verplicht. Waar nog weinigen over praten, is het feit dat dit soort installaties relatief duur zijn voor de consument. Hij weet al vanaf dag één dat hij na pakweg 15 jaar opnieuw een forse investering moet plegen en dan in installaties zonder aardgas.
Netcongestie
Onze overheid als andere belanghebbende wil de burger om twee redenen aan de hybride warmtepomp hebben. Natuurlijk vanuit het oogpunt van CO2-reductie en een lagere gasconsumptie. Maar tevens in deze eerste fase van verduurzaming vanwege de balans op ons elektriciteitsnetwerk. Als in de winter tijdens koude dagen velen volledig elektrisch (met warmtepompen en infraroodpanelen) hun huis willen verwarmen en wind- en zonne-energie tekort schieten, kan een netinfarct snel ontstaan. Tijdens deze momenten de hr-ketel laten werken, zou dan kunnen schelen.
Fabrikanten
Als voorlaatste partij in de rij zijn daar de verschillende fabrikanten van cv-ketels. Sinds jaar en dag verhandelen deze partijen ruim 400.000 cv-ketels per jaar. De aardgasloze toekomst zal deze partijen zeker benauwen. Daarom lijkt hun invloed onderbouwd met waarheidsgevoelige argumenten richting de overheid, te hebben geholpen. Met het verplichten van hybride hebben ze blessuretijd verkregen voor de handel van hun gasgestookte producten.
Installateurs
De laatste in de rij zijn de installatiebedrijven. Voor de installateur is een hybride installatie hydraulisch gezien aanzienlijk complexer. En mochten de warmtepomp en hr-ketel van verschillende merken zijn, dan moet hij ook nog eens een noodzakelijke en hopelijk slimme schakeling aanbrengen. Maar behalve regeltechniek en hydrauliek zal het in vele woningen stoeien worden met de ruimte. En dan hebben we nog niet eens gehad over voldoende en goed opgeleid personeel.
Werking
Hybride installaties bestaan uit een traditionele hr-combiketel, die hydraulisch vrijwel altijd gekoppeld is aan een lucht/water warmtepomp met een gering vermogen. In deze combinatie neemt de warmtepomp voor een deel de warmteproductie van de hr-combiketel over. Tijdens koudere winterse omstandigheden laat de warmtepomp de warmteproductie dan over aan de hr-combiketel. In voor- en najaar is de warmtepomp verantwoordelijk voor de productie van warmte. Wanneer de warmtepomp en ketel elkaar afwisselen verschilt van merk tot merk. Sommigen laten bij 4 °C buitentemperatuur de opwekking overschakelen naar de cv-combiketel, een ander laat dit over aan de vraag van de kamerthermostaat of kijkt naar het beste rendement.
Koppelingen
Wellicht niet altijd de beste maar zeker wel de betrouwbaarste zijn hybride combinaties waarvan de hydrauliek en regeltechniek op elkaar zijn afgestemd. In Nederland zijn nog zo’n 6 of 7 ketelfabrikanten actief tegenover misschien wel 30 tot 40 leveranciers van warmtepompen. Dat iedere combinatie goed werkend en energiebesparend zal zijn, lijkt dan ook een utopie. Soms zijn er twee pompen aanwezig, hoe wordt dan de afstemming geregeld en wie bepaalt regeltechnisch de afstemming tussen cv-ketel en warmtepomp? Ketelfabrikanten hebben na lang aarzelen de warmtepomp uit noodzaak omarmd en zijn met hun combinaties op dit front wellicht beter voorbereid op de gezamenlijke werking dan leveranciers uit de warmtepomphoek.
Geluid
Bij plaatsing zal rekening moeten worden gehouden met de plek van het buitendeel. Relatief eenvoudig moeten de leidingen van buitenunit naar binnenunit te realiseren zijn. Daarnaast dient men te letten op eventuele geluidsoverlast voor de bewoner zelf of voor één van zijn buren. Er wordt volop gewerkt aan geluidsreductie van deze units, maar ga er daarmee niet vanuit dat geluidsklachten niet meer voorkomen. Gelukkig hebben niet alle lucht/water warmtepompen een buitenunit nodig. Bij sommigen is het buitendeel in de binnenunit opgenomen. Dat is fijn voor de buren, maar daarmee is een eventuele geluidsklacht wel naar binnen gehaald. Anderen laten hun warmtepompen werken op afgezogen warme ventilatielucht. Daarmee is de kans op geluidsklachten minimaal.
Plaatsingsruimte
Voor een complexere installatie is simpelweg meer ruimte nodig. Voor hen die in één keer een all-electric warmtepomp willen, betekent dat nog meer installatieruimte. Bij all-electric komt er onder andere een groot boilervat en een flink buffervat bij. Daar moet wel ruimte voor zijn. Hybride vraagt dan minder ruimte, omdat de hr-combiketel zorgt voor de warmtapwaterproductie, waardoor boilervat en ook vaak het buffervat ontbreken. Toch zal in vele woningen waar al nauwelijks plaats is voor de hr-combiketel een hybride installatie lastig worden. We mogen hopen op het vernunft van de techneut. Want naast de installatie moet er ook bij service en onderhoud fatsoenlijk te werken zijn aan deze duidelijk complexere installaties.
Afgiftesystemen
Door het brede scala aan aanbieders is het moeilijk om eenduidige informatie te geven over dé hybride installatie. Wat we zeker niet mogen onderschatten, is welke invloed het afgiftesysteem kan hebben op het comfort en de mogelijke financiële besparing. Wanneer consumenten verplicht dit soort installaties moeten aanschaffen, zal voor hen de gereduceerde hoeveelheid CO2 bijzaak zijn. Zij zullen vooral blij zijn als het comfort minimaal gelijk blijft en zij daarnaast nog flink besparen op hun energiekosten. Natuurlijk zal het rendement van de warmtepomp gunstig worden beïnvloed, wanneer de woning is voorzien van vloerverwarming. Toch is dit lang niet altijd noodzakelijk en kunnen radiatoren en convectoren zeker ook goede resultaten geven. Moderne radiatoren kunnen vrijwel bij iedere temperatuurafgifte nuttig verwarmen met hoge rendementen. Convectoren zijn goed in te zetten wanneer het om nieuwe convectoren gaat, die zijn voorzien van kleine ventilatoren. Normale convectie is met een lage temperatuurvoeding nauwelijks gegarandeerd, waardoor er geforceerde convectie nodig is. Door deze aanschaf worden de totale kosten voor de consument natuurlijk wel weer hoger. Het gaan voor de laagste investering of voor het beste resultaat zal altijd een moeilijke afweging blijven. We mogen hopen dat leveranciers van hybride combinaties ook het juiste advies geven over de eisen waaraan afgiftesystemen dienen te voldoen. Dat geeft een grotere garantie op het behalen van prestaties.
Vragen
Installateurs moeten zich realiseren dat de consument bij de aanschaf van deze dure installaties een aantal vragen heeft. Als eerste wil hij natuurlijk weten welke financiële besparing er gerealiseerd gaat worden. Oftewel, is de terugverdientijd interessant? Daarnaast zit men zeker niet te wachten op meer problemen en storingen. De systemen zijn echter zonder meer ingewikkelder en kwetsbaarder geworden. Wanneer we kijken naar de beloften die diverse hybride leveranciers doen, dan zien we gasreducties tussen de 40% en 70%. Men lijkt echter minder transparant te zijn over de hoeveelheid noodzakelijke kilowatturen elektriciteit. Dat gasreductie in deze tijden essentieel is, mag duidelijk zijn, maar in de financiële winst voor klanten moet de aardgasreductie wel worden verrekend met het meer gebruiken van elektriciteit. De werkelijk besparing voor consumenten zal dan ook garant staan voor een lange terugverdientijd. Daar kijken milieu- en klimaatgelovigen minder naar dan de gemiddelde consument die straks verplicht is tot deze stap.
Bestaande woningbouw?
Natuurlijk wordt hybride binnen de branche breed gedragen. Met partijen als de overheid, ketelfabrikanten, Techniek Nederland lijkt er ook voldoende daadkracht te zijn. Maar hoe staan de fabrikanten en leveranciers van warmtepompen tegenover het hybride tijdperk? Behalve uit de warmtepomphoek van ketelfabrikanten blijft het voor de rest relatief stil. Geloven zij eigenlijk wel in hybride of zien ze meer in een directe overgang naar volledig elektrisch?
Milieu-impact
De ontwikkelingen staan in warmtepompland in ieder geval niet stil. Zo bleek recentelijk dat de milieu-impact van veel warmtepompen groter is dan werd aangenomen. Feitelijk gezien zouden ze zelfs verboden moeten worden, maar via een sluw geitenpaadje worden ze vooralsnog gedoogd. Echter, hoe zit het straks met de milieu-impact bij hybride installaties, met cv-ketel en warmtepomp?
HT-warmtepompen
Daarnaast zien we de doorontwikkeling van HT-warmtepompen. Vanuit die hoek valt te vernemen dat nageïsoleerde woningen vanaf de jaren ’80 relatief eenvoudig op een all-electric warmtepomp kunnen overstappen. Hun stelling is eenvoudig. Als de woning nu al met een hr-ketel 24 uur lang met maximaal 50 graden warm te houden én te krijgen is, dan kan een moderne HT-warmtepomp dat ook prima realiseren. Dat betekent dus in één keer van het aardgas af. Bovendien kan men het extra gebruik aan elektra deels compenseren met de eigen zonnepanelen. Wordt deze trend ingezet door warmtepomppartijen die niet actief zijn in de ketelproductie en verkoop dan kan in vele gevallen hybride een onnodige tussenstap zijn. De kans bestaat echter dat deze strijd beslecht wordt via lobbyisme, marketingkracht en regelgeving.
Advies
Hybride kan een goede oplossing zijn. Maar de kans op foute installaties, onvoldoende besparing en hoge storingspercentages doemt wel op aan de horizon. Mijn advies aan het consortium Team Duurzaam Installeren, dat momenteel onderzoekt hoe hybride slimmer en sneller geïnstalleerd zou kunnen worden, luidt dan ook: laat uitsluitend combinaties toe die gezamenlijk goede oplossingen hebben bedacht voor hydrauliek en regeltechniek. Blijft dit achterwege, dan staat hybride garant voor veel problemen en weinig besparing. Wat verder kan helpen, is als marktpartijen met hybride systemen hun serviceniveau en ondersteuning zouden verbeteren. Mijn contacten in de installatiebranche klagen hier steen en been over. De klachten gelden over de gehele linie; van marktleiders tot kleine nieuwe partijen. Blijkbaar denken directies nog altijd dat goede service geld kost, terwijl het tegenovergestelde vaak waar is
Auteur: Rob Verbrugge, Verbrugge Klimaat Advies
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl