(Her)certificering in 2025

In het klimaatakkoord van Parijs dat inmiddels is ondertekend door 195 landen, hebben deze zichzelf ten doel gesteld om de CO2-uitstoot in 2030 te verminderen met 49% ten opzichte van 1990. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) heeft berekend dat Nederland nog steeds de hogere doelstelling van 55% kan halen. Daar zal echter veel voor moeten gebeuren in de komende jaren. Naast het verlagen van de uitstoot van de zware industrie, verkeer, luchtvaart en veestapel, zal ook de gebouwde omgeving een flinke bijdrage moeten leveren om deze doelstelling binnen bereik te houden.

Vanuit het perspectief van de gebouwde omgeving gezien zijn er drie knoppen waaraan we kunnen draaien:
1. Energie besparen door optimale isolatie, efficiënte installaties en goed ingeregelde en functionerende installaties. Er geldt immers dat je de energie die je niet gebruikt ook niet hoeft op te wekken.
2. Transitie van aardgas naar duurzaam opgewekte stroom als energiebron voor het verwarmen van gebouwen en woningen.
3. Hergebruik van de in de gebouwde omgeving toegepaste materialen. Dit voorkomt de CO2-uitstoot van winning van basismaterialen tot en met de productie van componenten die wij toepassen in de bouw. Het mag duidelijk zijn dat gezien de te verwachten technische levensduur van installaties ten opzichte van de bouwkundige elementen, de focus ligt op onze sector.
In dit artikel zullen we ons toespitsen op knop 2, al heeft dit uiteraard grote raakvlakken met knop 3. Het toevoegen van meer installatietechniek in gebouwen zorgt namelijk voor meer uitstoot bij de productie hiervan. Dit gegeven moet te allen tijde in afwegingen en ontwerpkeuzes worden meegenomen. Niet voor niets is door het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties naast de energieprestatie ook de milieuprestatie van installaties in de bouwregelgeving opgenomen.

Verkoopaantallen airco’s en warmtepompen
De transitie van aardgas naar duurzaam opgewekte stroom als energiebron voor het verwarming van gebouwen en woningen is mede door de oorlog in Oekraïne en de daarmee gepaard gaande boycot van Rusland als grootste leverancier van aardgas aardig op gang gekomen. Dit is te zien aan de verkoopaantallen van warmtepompen in de afgelopen vijf jaar (bron: Trendrapport Warmtepompen 2024):
- 2020: 59.000
- 2021: 67.000
- 2022: 112.000
- 2023: 154.000
- 2024: 103.000
Het trendrapport voorspelt in een zogenaamd ‘basisscenario’ dat de verkoopaantallen de komende jaren tussen de 110.000 en 125.000 stuks zullen zijn. Grote oorzaken dat de groei zich niet voortzet zoals in 2023 zijn onder andere het ontbreken van normering in de wetgeving. Het huidige kabinet heeft de verplichting tot het installeren van een duurzaam alternatief bij vervanging van de gasgestookte cv-ketel die per 1-1-2026 zou gaan gelden geschrapt. Ook is per 1-1-2025 de ISDE-subsidie op warmtepompen versobert. Daarnaast is de salderingsregeling voor zonnepanelen, die de businesscase voor de warmtepomp positief beïnvloed, per 1-1-2027 geschrapt door het kabinet. De krimp in de (nieuw)bouw van woningen en gebouwen als gevolg van beperkte stikstofruimte en beperkte capaciteit in het elektriciteitsnetwerk hebben ook een remmend effect op de groei in onze sector en dientengevolge op de transitie en doelstellingen. Dit alles laat eens temeer zien dat een consistent regeringsbeleid een kritische randvoorwaarde is voor een succesvolle energietransitie en het behalen van de doelstellingen. Nu zijn er door marktpartijen zoals fabrikanten, leveranciers en ook installatiebedrijven grote investeringen gedaan om de productie en installatie op te schalen, maar is men door het uitblijven hiervan genoodzaakt om deze weer af te bouwen.
Er is gelukkig ook een positieve trend te melden, want het aantal verkochte airco’s is ook in 2024 weer toegenomen. Er zijn in 2024 350.000 airco’s verkocht en deze zorgen op warme zomerdagen voor een behaaglijk klimaat in woningen en gebouwen. Ook beschikken ze zonder uitzondering over een verwarmingsfunctie, waardoor ze ook uitstekend als verwarmingsbron kunnen functioneren. Steeds meer mensen maken gebruik van deze warmtepompfunctie en leveren daarbij een bijdrage aan de transitie.

Veilig werken met alternatieve koudemiddelen
Er is een groot aandachtspunt in het kader van de genoemde transitie: alle duurzame technieken zoals warmtepompen en airco’s met warmtepompfunctie moeten wel geïnstalleerd en onderhouden worden. Hiervoor zijn in toenemende mate goed opgeleide en gekwalificeerde technici nodig. Daarbij komt dat een publiekelijk minder bekende maatregel is doorgevoerd door de Europese Commissie in de vorm van de F-gassenverordening. In deze verordening is de uitfasering van het gebruik van huidige koudemiddelen, die in warmtepompen en airco’s worden toegepast, geregeld. Er zijn uiteraard vervangende koudemiddelen, maar die zijn brandbaar/explosief (propaan), giftig (ammoniak) of functioneren onder drukken die het tienvoudige zijn van de huidige generatie koudemiddelen (kooldioxide). Deze zogenoemde ‘koudemiddelentransitie’ introduceert een focus op veilig werken met de nieuwe generatie koudemiddelen. Het betekent onder andere dat alle genoemde technici opnieuw gecertificeerd moeten worden voor het veilig werken met deze koudemiddelen voor installatie, service, onderhoud en terugwinning. Een gigantische opgave voor onze sector, omdat we in potentie praten over ca. 30.000 technici. Dit aantal zal alleen maar meer worden als er meer vaart gemaakt wordt met de energietransitie.
Per september 2025 treedt het nieuwe regime al in werking en worden nieuwkomers al opgeleid en gecertificeerd voor het veilig werken met genoemde alternatieve koudemiddelen. Ook zullen technici die al jaren in onze sector werken een certificaat moeten halen voor de koudemiddelen waar zij mee werken. Het is dan ook zaak voor installatiebedrijven om zich tijdig voor te bereiden op deze transitie en zo spoedig mogelijk plannen te maken voor het opleiden en certificeren van de technici die zij in dienst hebben. Daarnaast is het van belang om klanten te informeren over de aanstaande veranderingen. Eigenaren van woningen of gebouwen moeten zich namelijk voorbereiden op het feit dat er op korte of middellange termijn installaties worden geplaatst die veiligheidsrisico’s introduceren binnen hun bedrijfsvoering. Dit vraagt ook bij de eigenaren om het meenemen van medewerkers hierin en waarschijnlijk extra investeringen in veiligheidsmaatregelen 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Thermische batterij

TERUGLEVERKOSTEN VAN PV-PANELEN VOORKOMEN

Er is veel te doen rondom de terugleverkosten die energiemaatschappijen vragen voor zelf opgewekte energie. Er moet verduurzaamd worden, maar de consument wordt ‘gestraft’ met verlaagde subsidies op duurzame producten en terugleverkosten bij pv-opbrengst.

Fabrikant Masterwatt brengt een oplossing voor dit probleem op de markt. De Charge is een slimme besturingsunit i.c.m. een boiler die niet alleen regelt op dynamische energietarieven maar ook op de energieproductie van pv-panelen. Wanneer de spanning in het stroomnetwerk stijgt, heeft de Charge de mogelijkheid om aan te schakelen en de zelf opgewekte pv-energie te gebruiken voor het opwarmen van de boiler. Bij een dip in de spanning, kan het apparaat wachten met opladen tot een gunstiger tijdstip. Zo wordt het water in de boiler nog duurzamer verwarmd door gebruik van zelf opgewekte zonne-energie.
Doordat de ‘extra’ energie verkregen van de zonnepanelen direct gebruikt kan worden voor het verwarmen van het tapwater, worden terugleverkosten geminimaliseerd of in veel gevallen zelfs voorkomen.

Er kan meer
Naast de optie om te regelen op overschot van pv-panelen, kan het apparaat ook regelen op de Nord Pool day-ahead prijzen. Dit houdt in dat de boiler gaat opwarmen op het moment dat de energieprijzen het gunstigst zijn. Dit is handig wanneer er géén pv-panelen aanwezig zijn. Om dit te kunnen regelen, dient er wel een dynamisch energiecontract te zijn afgesloten. Het voordeel is dat de boiler gaat voorverwarmen op het gunstigste moment. Dit is nooit in een piekmoment wanneer iedereen water nodig heeft. Hiermee wordt de spanning op het energienet verlaagt en een bijdrage geleverd aan het voorkomen van netcongestie. Bovendien is het gunstig voor de portemonnee van de eindgebruiker.

Slimme functionaliteiten
Naast het kunnen regelen op pv-overschot en gunstige energietarieven, verkrijgt de boiler met de Charge een zelflerende functie. Hij ‘leert’ op basis van het verbruikspatroon van de gebruiker. Daarnaast beschikt de boiler over een dompelbuis met drie sensoren die continu de temperatuur in de boiler meten. Het opwarmingspatroon kan dus optimaal worden afgestemd, omdat het tappatroon van de gebruiker, de temperatuur in de boiler en de hoeveelheid water erin bekend zijn. Uiteraard wordt daarbij rekening gehouden met de kosten en het comfort van de gebruiker.

Slim beheer
Als onderdeel van de Charge is een mobiele app ontwikkeld waarmee de functionaliteiten van de boiler afgelezen en diverse opties ingesteld kunnen worden. Zo zijn onder ander de volgende functies instelbaar en afleesbaar:
- slaapmodus, wanneer er niemand thuis is;
- overzicht warmwaterverbruik;
- beveiliging tegen Legionella en vorstbescherming;
- regelen op de gunstigste scenario’s (pv-overschot, energietarieven of beide).
De Charge kan ook ingezet worden voor het verduurzamen van woningen van corporaties. Met het beheerder-dashbord kan het verbruik worden ingezien en kunnen ook bewoners specifieke functies instellen.
Het apparaat is beschikbaar in combinatie met een Wally 100 liter boiler of een Saga Standaard boiler van 200 of 300 liter.
Deze slimme oplossing is ook op aanvraag beschikbaar voor grote hoeveelheden warm water 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Plug & Play

Plug & Play is een veelgebruikte term in de installatiebranche, maar wat behelst het precies? In dit artikel geeft Ron M R Bosch een uitleg en laat hij praktijkvoorbeelden zien. Bosch is in het dagelijks leven werkzaam als adviseur en HBO-hoofddocent van de HAN Academie Built Environment.

In de installatietechniek zijn Plug & Play-systemen in opkomst. Deze systemen zijn ontworpen om snel en eenvoudig in bedrijf te worden gesteld en vereisen minimale technische aanpassingen of kennis. Ze bieden aanzienlijke voordelen op het gebied van installatiegemak en duurzaamheid, wat ze ideaal maakt voor toepassingen in HVAC (verwarming, ventilatie en airconditioning), sanitair en warmtepompen. Plug & Play-oplossingen beantwoorden aan de groeiende vraag naar efficiënte en duurzame en snel inzetbare technologie in zowel renovatie- als nieuwbouwprojecten. Dit artikel verkent de vier belangrijkste voordelen van Plug & Play-systemen: tijd- en kostenbesparing,
duurzaamheid en energie-efficiëntie, ruimtebesparing en flexibiliteit, en geluidsarme en comfortgerichte installaties.

Tijdbesparing
Installaties moeten steeds sneller en efficiënter worden gemonteerd, zeker nu er een tekort is aan gekwalificeerde technici. Plug & Play systemen zijn ontworpen om de installatietijd drastisch te verminderen. Componenten worden vooraf geassembleerd en getest in de fabriek, wat betekent dat installateurs op locatie alleen nog de nodige verbindingen hoeven te maken.

Luchtbehandelingsunit
Een goed voorbeeld hiervan is de Geniox luchtbehandelingsunit van Systemair, die wordt geleverd met een ingebouwde warmtepomp. Het compacte ontwerp (afmetingen variërend van 2,4 m x 1,8 m x 1,6 m tot 4,2 m x 2,0 m x 2,5 m) maakt plaatsing op daken eenvoudig. Dankzij het lichte gewicht (tussen 300 kg en 800 kg afhankelijk van het model) kunnen standaard hijsmiddelen worden gebruikt. De unit is eenvoudig aan te sluiten door de vooraf gemonteerde elektrische aansluitingen en leidingen te koppelen via duidelijke kleurcoderingen en plugverbindingen. Zo wordt de montagetijd met gemiddeld 30-40 % verkort, vergeleken met conventionele installaties. De voorgeconfigureerde bedieningspanelen tot slot, maken de inbedrijfstelling eenvoudig met een intuïtieve gebruikersinterface.

Ingebouwde regeling
Ook STULZ biedt vergelijkbare voordelen met zijn ClimaPac Compact luchtbehandelingskasten. De LBK’s zijn beschikbaar in verschillende maten (1,5 m x 0,8 m x 0,9 m tot 3,2 m x 1,6 m x 1,8 m), met gewichten tussen 200 kg en 600 kg. Dit maakt het systeem flexibel en geschikt voor diverse toepassingen, zoals technische ruimtes met een beperkte toegang. De ClimaPac Compact is speciaal ontwikkeld voor scholen en hotels en wordt geleverd met ingebouwde regelingen die eenvoudig aan te sluiten is op nieuwe of bestaande ventilatiesystemen.

Kosten
Door Plug & Play oplossingen te kiezen, besparen installateurs niet alleen tijd, maar ook kosten. Om maar een voorbeeld te noemen: het gemiddelde aantal arbeidsuren dat nodig is voor de installatie van een Plug & Play warmtepomp is gehalveerd in vergelijking met traditionele systemen. In renovatieprojecten, waar gebruikers zo min mogelijk hinder willen hebben van verbouwingen en energetische upgrades, bewijzen deze oplossingen dan ook direct hun waarde. Installateurs kunnen hun projecten sneller en met minder verstoringen voltooien.

Duurzaamheid en energie-efficiëntie
Plug & Play systemen dragen bij aan duurzaamheid, doordat er vaak al energiezuinige technologieën in zijn geïntegreerd. Zo zijn De Geniox-units van Systemair voorzien van geoptimaliseerde warmtewisselaars en warmtepompen met een seizoensgebonden energie-efficiëntieratio (SEER) van meer dan 5,0. Dat betekent lagere energiekosten en minder CO2-uitstoot. De ClimaPac Compact van STULZ voldoet ook aan hoge duurzaamheidsnormen, met een energielabel tot klasse A+. Het systeem maakt gebruik van EC-ventilatoren en geavanceerde warmtewisselaars, wat resulteert in een energiebesparing van gemiddeld 20 % ten opzichte van traditionele systemen.

Ruimtebesparing en flexibiliteit
Compacte en modulaire Plug & Play oplossingen zijn ideaal voor gebouwen met beperkte ruimte. Ze zijn flexibel te plaatsen en vragen weinig bouwkundige aanpassingen. Dit maakt ze geschikt voor zowel oude als nieuwe gebouwen en biedt installateurs veel installatiemogelijkheden, zelfs in krappe technische ruimtes. De ClimaPac Compact van STULZ en de Geniox-serie van Systemair zijn beide ontworpen met ruimtebesparing in gedachten. Ze zijn licht qua gewicht en kunnen eenvoudig op daken of in technische ruimten worden geïnstalleerd zonder omvangrijke aanpassingen. Zo hebben de Geniox-units een lage hoogte (vanaf 1,6 m). Door hun modulaire opbouw kunnen deze systemen bovendien eenvoudig worden uitgebreid om de capaciteit te verhogen als dat nodig is.

Geluidsarme en comfortgerichte Installaties
Plug & Play-systemen kunnen ook bijdragen aan geluidsreductie, wat vooral belangrijk is in scholen, hotels en kantoren. Hier zoeken klanten vaak naar oplossingen die zowel effectief als stil zijn om het comfort te vergroten. STULZ heeft met zijn geluidsarme luchtbehandelingssystemen een oplossing ontwikkeld die voldoet aan de eisen van geluidsgevoelige omgevingen. Deze systemen bieden tot 35 dB demping en kunnen snel en zonder veel aanpassingen worden geïnstalleerd. Dit maakt ze ideaal voor plekken waar geluidsbeheersing cruciaal is. Tegelijkertijd wordt het gebruikerscomfort ermee verhoogd. Ook Systemair biedt met haar Geniox-serie een uitstekende geluidsdemping, dankzij geïntegreerde geluidsabsorberende panelen. Klanten kunnen hierdoor rekenen op een systeem dat zowel effectief als stil is, wat ook hier resulteert in meer gebruikerscomfort.

Integratie
Ook bij warmtepomp- en sanitairsystemen zien we steeds meer Plug & Play oplossingen verschijnen. De Vasco Vica Sani 300 AI warmtepompboiler kan conventionele boilers vervangen zonder ingrijpende aanpassingen. Het compacte formaat (1,7 m hoog, 0,6 m breed) maakt installatie mogelijk in standaard technische ruimtes. Het systeem is Plug & Play voorbereid, met automatische configuratie via een bijgeleverde app. Warmtepompboilers, zoals de Vasco Vica Sani 300 AI, maken gebruik van omgevingslucht, wat leidt tot een energiebesparing van gemiddeld 60 %. Voor renovatieprojecten biedt dit een laagdrempelige manier om CO2-uitstoot te verminderen.
Voor gebouwen waar een snelle overstap naar duurzamer warm water gewenst is, bijvoorbeeld in hotels en woningen, bieden hybride warmtepompen die samenwerken met bestaande verwarmingssystemen een interessante optie. Door de Plug & Play- configuratie kunnen deze systemen stapsgewijs worden geïntegreerd, wat aantrekkelijk is voor zowel de klant als de installateur.

Onderscheiden
Plug & Play systemen bieden aanzienlijke voordelen op het gebied van tijdbesparing, duurzaamheid en flexibiliteit. Door specifiek in te gaan op montagegemak, ruimtebesparing en praktische specificaties, wordt duidelijk hoe deze technologieën installateurs en eindgebruikers ten goede komen. Van de geavanceerde luchtbehandelingsunits van Systemair en STULZ tot innovatieve warmtepompoplossingen van Vasco: Plug & Play is de toekomst van efficiënte en duurzame installaties. Daarnaast zijn duurzame Plug & Play systemen commercieel aantrekkelijk: klanten hechten waarde aan energiezuinige oplossingen en overheden stellen steeds strengere eisen op dit vlak. Installateurs die deze systemen aanbieden, kunnen zich onderscheiden als duurzame partners 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

  • artikel
  • februari 21, 2025
  • 80 views
Smart living

Renson brengt HVAC en elektrotechniek samen in een totaalconcept voor wonen. Het eigen Smart Living-gebouwbeheersys­teem komt samen met vraaggestuurde ventilatie en een nieuw warmtepomp-assortiment van eigen makelij voor verwarming en koeling. Opvolgen gaat via het online portaal en de ‘service hotline’ van de fabrikant biedt ondersteuning waar nodig.

Duurzame verwarming, efficiënte ventilatie en slimme automatisatie vinden elkaar in Renson One. Volgens vaste uitgewerkte schema’s kunnen geïntegreerde technieken voor uiteenlopende projecten tot stand worden gebracht. Het Renson One-portaal bewaart een digitale kopie van elk project. Als gebruiker krijg je in enkele klikken een installatierapport, kun je foutmeldingen analyseren en de digitale inregel- en opstartprocedure bekijken.
Onderdeel van dit totaalconcept is een nieuwe productfamilie bestaande uit een warmtepomp, warmtepompboiler en warmwatertank. Ook een nieuw in het programma opgenomen ventilatie-unit met warmteterugwinning (kadertekst) kan aan het concept worden toegevoegd.

Verwarming en koeling
De lucht/waterwarmtepomp Arean is een monobloc buitenunit die beschikbaar is in drie uitvoeringen met vermogens van 8 kW, 15 kW en 22 kW. De unit heeft het A+++ ecodesignlabel en een slimme aansturing. De werking op temperaturen tot 70 °C maakt het toestel geschikt voor zowel renovatie als nieuwbouw.
De warmwatertank Renson Taura is de sidekick van de warmtepomp voor sanitair warm water in individuele woningen. De tank kan tot 250 liter water met een temperatuur tot 65 °C opslaan. Het grote contactoppervlak van de geribbelde en spiraalvormige warmtewisselaar zorgt ervoor dat het sanitair water in de tank snel opwarmt en een energieverslindende weerstand overbodig is. De tank is licht en bestand tegen corrosie.
In collectieve woonprojecten voorziet een Renson Cygna warmtepompboiler de separate wooneenheden van sanitair warm water. De water/waterwarmtepomp boost de restwarmte uit het cv-circuit tot 65°C en buffert dat in een ingebouwde tank van 200 liter. De boiler verbruikt tot vijf keer minder dan een klassieke elektrische boiler, aldus de fabrikant; goed voor een A+ energielabel. ‘Gratis’ koelen is mogelijk door in de zomer het water van het circuit – dat afkoelt bij de aanmaak van sanitair warm water – door de vloerverwarming te sturen.

Automatische sturing
In elke opstelling zijn alle onderdelen met elkaar verbonden. Zowel de warmtepomp, warmtepompboiler, warmwatertank als hydraulische componenten van de installatie worden geautomatiseerd aangestuurd door een Brain-module in combinatie met een HVAC-module (beiden onderdeel van het Smart Living-gebouwbeheersysteem) in de elektriciteitskast. De Brain-module verbindt elke installatie bovendien via een ethernetpoort met de cloud, zodat een eventuele wisselwerking met andere technieken mogelijk is. Ook kan de installatie zo snel worden opgestart en ingeregeld met de ‘Renson Installer-app’. Werven opvolgen, monitoren en servicen kan via de ‘Renson Installer-portal’

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

  • artikel
  • februari 7, 2025
  • 103 views
Hoogwaardig hergebruik

Voor veel installateurs, fabrikanten en leveranciers stopt circulariteit bij de oud ijzerboer. Het gaat echter veel verder. Je kan ook op een hoogwaardige manier installatiemateriaal hergebruiken. Maar gaat dat wel samen met Plug & Play?

Wat behelst hoogwaardig hergebruik eigenlijk? Je kan bijvoorbeeld denken aan kabelgoten die uit een slooppand
worden gehaald en opnieuw 1:1 worden gebruikt in een renovatietraject. Of gerefurbishte cv-ketels die weer een woning ingaan. Als je bij de oud ijzerboer aanklopt, kan hij alleen laagwaardig hergebruik faciliteren door de materialen te recyclen.

‘Om’
“Moeilijk, moeilijk, moeilijk”, luidde het antwoord nog enkele jaren geleden als we als IZ vroegen aan slopers, fabrikanten, groothandels, adviseurs en installateurs of hoogwaardig hergebruik ooit de maatstaf kon worden in de installatiebranche. Inmiddels zijn de partijen wel om. Zie ook artikelen in het april- en novembernummer van IZ van vorig jaar.

Kennisevent
DGMR en BBA organiseerden afgelopen najaar een kennisevent over ‘circulair bouwen’ waarbij Atze Boerstra en Gert-Jan Wesenbeek uitgebreid ingingen op de mogelijkheden om circulair te installeren. IZ sprak na afloop met Wesenbeek.

Componenten
Circulariteit bestrijkt dus een breed spectrum: van laagwaardig hergebruik – lees recycling - tot hoogwaardig hergebruik – lees het 1 op 1 opnieuw benutten van installatiemateriaal -. Een belangrijk aspect hierbij is het onderscheid tussen statische en dynamische componenten, vertelt Wesenbeek.

Echt duurzaam?
Statische componenten zijn bijvoorbeeld leidingen, kabelgoten en schakelmateriaal. In theorie kan je deze componenten relatief makkelijk hergebruiken. Dat ligt anders voor dynamische componenten, zoals ventilatoren, verdeelkasten, warmtepompen, cv-ketels en regelkleppen. Deze onderdelen en systemen zijn aan voortdurende vernieuwing onderhevig, waarbij de rendementen verbeteren. Dat kan al snel leiden tot spanningen. Zo klinkt het heel milieubewust om een oude warmtepomp opnieuw te gebruiken, maar stel dat de energieprestaties significant minder zijn dan van nieuwe systemen; ben je dan wel echt zo duurzaam en toekomstbestendig bezig?

Plug & Play
Het is zomaar een voorbeeld. Circulariteit brengt de nodige hoofdbrekens met zich mee. Zeker als je te zijner tijd weer componenten en systemen Plug & Play beschikbaar wil stellen voor hoogwaardig hergebruik. Wesenbeek: “In theorie gaan circulariteit en Plug & Play goed samen. Denk aan een virtueel model, waarin je vastlegt waar de Plug & Play oplossingen zitten en hoe je ze eenvoudig kan terugwinnen uit een pand om te hergebruiken in een ander project. In de praktijk zie ik toch wel de nodige hobbels. Zo worden om de zoveel jaar connectoren vernieuwd – bijvoorbeeld bij de overgang van USB naar USB C - waardoor je niet zomaar een systeem kan hergebruiken.”

Voorkant
Een terugkerend refrein tijdens interviews over dit onderwerp is dan ook dat eigenlijk al van alles aan de voorkant geregeld moet worden. Waar moet je dan aan denken? Het begint al met wet- en regelgeving. Zo is vorig jaar in het EU-Publicatieblad een richtlijn verschenen die de reparatie van kapotte of defecte goederen bevordert, ook wel bekend als de ‘Richtlijn recht op reparatie’. De consument kan producten voortaan eenvoudiger laten repareren in plaats van ze te vervangen en reparatiediensten worden toegankelijker, transparanter en aantrekkelijker.

Contracten
Daarnaast wijst Wesenbeek op het belang van goede garantievoorwaarden en de keuze van contractvormen. Zo kan onder andere in het bouwcontract al worden vastgelegd dat een x-percentage van het aantal installaties uit duurzaam hergebruikte systemen bestaat. De opdrachtgever speelt een sleutelrol in het aanjagen van dergelijke initiatieven. “Maar een architect moet er ook welwillend tegenover staan. Zichtcomponenten hergebruiken betekent immers ook concessies durven doen.” De bouwkolom dient daar vervolgens invulling aan te geven. Het liefst in de vorm van partnerships, omdat je dan al veel aan de voorkant kan regelen en niet gedurende het bouwproces voortdurend wijzigingen hoeft door te voeren.

Bevestiging
Een van issues die speelt, is de bevestiging van installaties aan de gebouwschil. Kan dat op een wijze zodat de installatie weer eenvoudig valt los te koppelen en vervolgens te demonteren? En, is de opdrachtgever eventueel bereid om kleurverschillen, minimale beschadigingen of iets mindere prestaties te accepteren?

Gezondheid
Hoe zit het trouwens met gezondheidsaspecten? “We weten al van experimenten met kartonnen luchtkanalen, dat er een risico was op bacteriën en schimmelgroei, zeker als er binnen vocht achterbleef.” En zo kunnen kunststofleidingen ook niet zomaar overal worden hergebruikt voor sanitaire doeleinden. “Bij aantasting zet zich biofilm af tegen de binnenwanden, een voedingsbodem voor legionella.”

Warmtepomp
Nemen we heel concreet een systeem als de warmtepomp onder de loep, dan zie je al snel alle uitdagingen die komen kijken om hergebruik mogelijk te maken. Voor de omkasting en batterijen valt gemakkelijk een nieuwe bestemming te vinden, maar voor de resterende componenten liggen de zaken anders. Zo stapt de sector nu massaal over op natuurlijke koudemiddelen. Het gevolg is dat de oude leidingen niet zomaar hergebruikt kunnen worden, omdat natuurlijke koudemiddelen hogere drukken vereisen. Vragen, vragen en nog eens vragen.

Verdienmodel
Misschien de belangrijkste is wel dat adepten van circulair bouwen vaak ook voorstander zijn passieve bouwkundige oplossingen. Daarmee rijdt je de installateur in de wielen, omdat die immers gebaat is bij het naar binnen schuiven van zoveel mogelijk techniek. Hoe ga je dat probleem te lijf?

Kansen
Er zijn verschillende mogelijkheden. Zo zijn er al installateurs die zich ook op het bouwkundig vlak gaan bewegen en de isolatie van een pand voor hun rekening kunnen nemen. Een andere optie is om meer hoogwaardige technische oplossingen te verkopen, zodat de marges interessanter worden. En uiteraard valt er nog flink wat winst te behalen door efficiënter te produceren en manuren te besparen. Dus: prefabben

Ontwerpsoftware

DGMR heeft ook een softwaretak die onder andere programma’s levert voor het ontwerp van leidingen. IZ vroeg op de DigiBouw aan Richard Schmidt in hoeverre het al mogelijk is om in ontwerpsoftware rekening te houden met circulariteit en Plug & Play. Als je het circulaire gehalte van een ontwerp meetbaar wil maken, moeten de producten circulair gecertificeerd zijn, vertelde Schmidt. Anders loop je het risico in subjectieve discussies verzeild te raken, over wat circulariteit precies inhoudt. Door met filters werken in de software kan je er vervolgens voor zorgen dat Plug & Play oplossingen met een circulair karakter zichtbaar worden. Koppel je deze werkwijze aan AI, dan is het bovendien mogelijk dat de intelligente software zelf uit een database met talloze voltooide projecten de beste oplossing en/of werkwijze destilleert. Software kan ook een handige tool zijn om ná de oplevering tijdens de beheer- en onderhoudsfase en aan het einde van de levensduur van een gebouw het circulaire gehalte inzichtelijk te maken. Hoe? Door met z’n allen in een BIM te werken tijdens de ontwerpfase en bij oplevering ook een model ‘BIM as built’ aan de opdrachtgever te overhandigen. Koppel dit model aan Madaster, de circulaire materiaalbank en je maakt het circulaire gehalte inzichtelijk van het pand. Met deze informatie kan de opdrachtgever slimmere keuzes maken tijdens de levensduur van het gebouw en aan het einde de restwaarde inzichtelijk maken. Mogelijk zelfs waar kansen liggen om 1 op 1 Plug en Play oplossingen terug te winnen uit het slooppand en te hergebruiken in een nieuw project.

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

  • artikel
  • januari 23, 2025
  • 58 views
Hybride verwarmen

Eigenaren willen hun bestaande woningen best wel verduurzamen, als dat kan. Maar wel met als doel een betaalbaar binnenklimaat en een goede gebruikswaarde. Daarvoor is een integrale aanpak onontbeerlijk, betoogt Wouter Jansen van Samenondernemen.nl. Hij is al jarenlang betrokken bij grootschalige initiatieven om de bestaande woningvoorraad te verduurzamen.

Op dit moment is de hybride warmtepomp hot. Maar die kan niet zomaar in iedere woning worden geplaatst. Dat bleek onlangs nog bijvoorbeeld bij een grootschalig demoproject, waarin onder de regie van RVO.nl gemeten werd aan 200 grondgebonden woningen die een energetische upgrade hadden gekregen.

Warmteafgiftesysteem
De hybride warmtepompen konden pas goed functioneren in de bestaande woningen als die adequaat waren geïsoleerd. Daarnaast moest in de meeste gevallen het warmteafgiftesysteem aangepast worden om de warmtepomp effectief te kunnen laten werken bij de lagere watertemperaturen. Plaatsing van ventilatoren op de radiatoren werd als een eerste verbetering met succes uitgevoerd.

Natte zijde
Het belangrijkste is echter dat de gehele natte zijde meer aandacht verdient om tot een optimaal functionerend verwarmingssysteem te kunnen komen. Het plaatsen van lage temperatuur radiatoren en convectoren is technisch gezien noodzakelijk om tot het meest aantrekkelijke en rendabele systeem te komen. Zo verdient de woningeigenaar ook snel zijn geld weer terug.

Samenvoegen
Een hybride verwarmingssysteem vraagt ook in een bestaande woning om een doordachte aanpak om het vereiste rendement te realiseren. Op basis van een praktisch technisch ontwerp kunnen de verschillende apparaten conform de gebruikerswensen samengevoegd worden tot een effectief verwarmingssysteem. Het is dus slim dat de installateur of technisch adviseur eerst samen met de klant om de tafel gaat zitten om de uitgangspunten voor het project te formuleren.

Leidraad
Hiervoor is een praktische leidraad met een model klantwaarde en een daarbij behorende checklist ontwikkeld om gericht de eisen, wensen en behoeften van de eigenaar en zijn gebruikers vast te stellen. Op basis van deze snelle inventarisatie kan vastgesteld worden, hoe op een praktische en betaalbare wijze een duurzaam verwarmingssysteem kan worden gerealiseerd. Tevens kan dan omgaand ingeschat worden wat de totale kosten en baten van het systeem op jaarbasis zijn. Kortom, een reële basis voor de berekening van een terugverdientijd. Energiecoaches, die ondersteund worden door gemeenten en coöperaties, toetsen deze leidraad momenteel.

Maatwerk
Uiteindelijk komt de vraag naar voren in hoeverre de gekozen maatwerkoplossing geschikt is voor de betreffende bestaande woning. In het bijgevoegde model klantwaarde is te zien dat de extra kosten voor afschrijvingen en voor onderhoud/service en de baten dankzij energiebesparing het uiteindelijke systeemrendement bepalen. En dat is iets wat een directe relatie heeft met de portemonnee van de klant/eigenaar.

Gebruikswaarde
Daarnaast is het belangrijk te achterhalen wat de gebruikswaarde is voor de bewoners. In het voorbeeld linksonder op de vorige bladzijde is te zien dat het hier gaat om voordelen op het gebied van functionaliteit, gezondheid, veiligheid, design/uitstraling en ego. Deze punten zijn belangrijker dan op het eerste gezicht lijkt. Het zijn namelijk stuk voor stuk koopargumenten. En dan nog te bedenken dat er zelfs mensen zijn die het maatschappelijk belang en het milieu centraal stellen in hun koopgedrag. Het is daarom slim om potentiële kopers te vragen welke gebruikswaarde zij eigenlijk willen als basis voor een maatwerk oplossing. Hiermee worden ook onnodige vragen over goedkoopste oplossingen en laagste prijzen van apparaten zo veel mogelijk vermeden.

Samenwerking
Veel huisinstallateurs hebben moeite om de technologische ontwikkelingen bij te benen. Het kan lonen om expertises samen te voegen en samen klantgericht te gaan ondernemen.

Demoproject

De hybride warmtepomp vormt een eenvoudige en snelle oplossing voor de verduurzaming van de bestaande bouw. Met een relatief klein en licht apparaat kan een grote verduurzamingsstap worden gezet. Om de kansen van de hybride warmtepomp te kunnen bepalen, moeten we vaststellen wat de werkelijke prestaties zijn van de hybride warmtepomp in de praktijk. Vanuit deze vraagstelling ontstond het ‘Demonstratieproject Hybride Warmtepompen’. Het project is een initiatief van onder andere Techniek Nederland, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In dit demonstratieproject worden hybride installaties in ongeveer 200 woningen, die qua bouwjaar en type uiteenlopen, gedurende minimaal één stookseizoen gemonitord. Op dit moment zijn de resultaten van 120 woningen met toestellen van diverse merken geanalyseerd. Daarmee zijn er voldoende data verzameld om de eerste conclusies te trekken. Uitgebreide metingen tonen een verlaging van het energiegebruik die de hybride installatie realiseert. Zo is het nu mogelijk om zonder aannames of fictieve berekeningen vast te stellen wat de gevolgen zijn voor het gasgebruik, de CO2-uitstoot en de energiekosten. De tussentijdse conclusies op een rijtje:

- De deelnemende woningen hadden over de twee jaar voorafgaand aan het project een gemiddeld gasgebruik van 1850 m3.
- Door plaatsing van het hybride systeem is het gemiddeld gasgebruik 75 % verminderd tot 475 m3.
- Om deze besparing te behalen, gebruikten de woningen gemiddeld 2360 kWh aan extra elektriciteit per woning.
- Dit resulteert in een jaarlijkse besparing van bijna 1000 euro per woning. Daarbij werden de energietarieven volgens het prijsplafond gehanteerd: 1,45 euro voor een m3 gas en 0,40 euro voor een kWh. Gerekend met de marktgemiddelde tarieven van mei 2023 is deze besparing 1250 euro per jaar. Met de verwachting dat de energieprijzen in de toekomst zullen stijgen, wordt de besparing voor de bewoners groter en neemt de terugverdientijd verder af.
- Veel deelnemers aan het project hebben zonnepanelen, voor hen zal de besparing nog groter zijn.

Het onderzoek heeft laten zien dat oude woningen met de huidige radiatoren in combinatie met een hybride cv-installatie een goed resultaat geven, zolang het radiatoroppervlak in de belangrijke ruimten (woonkamer) en de doorstroming in die radiatoren voldoende is. Het is ook belangrijk dat lucht om en door de radiator goed kan bewegen. Daardoor kan een radiator zijn warmte goed afgeven. Installaties met complexe zoneregelingen, die eerder naar tevredenheid functioneerden, kunnen door lagere watertemperaturen problemen geven. Dit is overigens goed oplosbaar. Ook grote installaties, met een complexe loop van de leidingen, kunnen met lagere watertemperaturen problemen geven. Met een goede regeling en voldoende doorstroming is een buffertank niet nodig. Waterzijdig inregelen met drukonafhankelijke ventielen is aan te bevelen. In een paar gevallen, met duidelijk waarneembare afgifteproblemen, zijn ventilatorstrips of laagtemperatuurradiatoren in de woonkamer toegepast.. De extra winst van dit soort oplossingen wordt in een later stadium nog onderzocht, aldus een tussentijdse rapportage van RVO.

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

  • artikel
  • januari 10, 2025
  • 21 views
Compact en fluisterstil

ALL-ELECTRIC OPLOSSING IN EEN KRAPPE KAST

“Dit is echt een win-win-winsituatie,” zegt Sander Vis, installateur bij Boer en van Veen Kampen, enthousiast over de innovatieve all-electric oplossing van Vaillant. Voor het renovatieproject in Het Want, Dronten, werd gekozen voor de aroTHERM plus warmtepomp. Deze warmtepomp voorkomt geluidsoverlast, is makkelijk te installeren en gebruikt nauwelijks energie. Het project werd begin oktober dit jaar succesvol opgeleverd.

Uitdaging
Gasloos wonen klinkt ideaal, maar in oudere en compacte woningen kan het een uitdaging zijn. Waar nieuwbouwwoningen vaak standaard ruimte hebben voor duurzame installaties, is dat bij oudere gebouwen niet altijd het geval. De beperkte ruimte maakt het lastig om grote duurzame systemen te plaatsen.

Duurzame renovatie
In Dronten stonden twaalf appartementen van slechts 63 m2 gereed voor duurzame renovatie. Samen met Vaillant, Flamco en woningcorporatie OFW (Oost Flevoland Woondiensten) zocht Boer en Van Veen Kampen naar een efficiënte, ruimtebesparende oplossing. Die werd gevonden in de Vaillant aroTHERM plus warmtepomp. Dit systeem maakt duurzaam verwarmen ook in de kleinste ruimtes eenvoudig.

Efficiënt en stil
Sander: “De warmtepompen van Vaillant zijn efficiënt en toekomstbestendig. De aroTHERM plus bleek voor dit project de ideale oplossing voor bestaande, compacte woningen. Het systeem levert hoge temperaturen tot 75 °C en werkt gewoon met bestaande radiatoren. Met een COP van 5,4 is de warmtepomp zuinig. Voor verwarming heeft hij het energielabel A+++. Maar nog belangrijker: hij is fluisterstil. Dit maakt de warmtepomp geschikt voor renovatieprojecten in dichtbebouwde woonwijken zoals Het Want.”

Compact en compleet
De installatie van de aroTHERM is in één dag voltooid en biedt op lange termijn betrouwbare prestaties. Het systeem maakt gebruik van het natuurlijke koudemiddel R290 en levert een complete oplossing voor verwarming, koeling en warm water. In combinatie met de slimme Flamco thermische batterij, die een warmwaterboiler vervangt, neemt het hele systeem heel weinig ruimte in beslag. Voor Het Want project werd gebruik gemaakt van Vaillants losse onderdelen, zoals een 45-liter buffervat, een naverwarmer, een driewegklep en een slimme thermostaat voor optimale controle.

Slimme thermische opslag
“Naast de hoge energie-efficiëntie biedt de thermische batterij van Flamco een voordeel qua ruimtebesparing”, vervolgt Sander. “Deze batterij slaat warmte op met behulp van anorganisch zout als Phase Change Material (PCM). Wanneer er warmte nodig is, levert het systeem deze direct, zonder wachttijd. Het systeem vraagt bovendien minder opslagruimte, wat het perfect maakt voor deze krappe locatie. Dit is ideaal voor kleine appartementen.”

Samenwerking en maatwerk
Sander is erg te spreken over de samenwerking met Vaillant: “De installatie verliep super soepel door de geweldige ondersteuning. De warmtepomp is zelfs ‘s nachts fluisterstil. Dit is echt een gamechanger voor kleine woningen waar geluidsoverlast een probleem kan zijn.” Zijn advies voor andere installatiepartijen? “Wees creatief en betrek de fabrikant bij je project. Dat maakt maatwerkoplossingen veel eenvoudiger.”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Revelant nieuws

Fout: view 983b1bfq93 bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • december 13, 2024
  • 21 views
Hoog én laag

KLIMATISERING VOOR HET HELE MAGAZIJN

Het Friese Wolvega telt slechts 13.335 inwoners, maar heeft de grootste woonboulevard van Nederland. In Home Center laten 200 merken hun producten zien op een oppervlakte van maar liefst 76.000 m2. Klimaatgroep Holland mocht de afgelopen jaren het gigantische magazijn van een nieuwe klimaatinstallatie voorzien. Het resultaat mag er wezen.

Home Center is een echt familiebedrijf. De familie Kapenga heeft in 1995 Home Center overgenomen en dit omgezet tot de grootste woonbelevenis van Nederland. Door de jaren heen is men het gigantische complex geleidelijk aan gaan verduurzamen.

Verduurzaming
Zo werd in 2017 het grootste zonnedak van Nederland officieel in gebruik genomen. De 15.000 panelen wekken bijna 4 megawatt aan duurzame energie op. De stroom wordt voor een deel door Home Center zelf gebruikt. Een ander deel wordt beschikbaar gesteld aan de bezoekers van Home Center die hun elektrische auto of E-bike geheel gratis kunnen opladen.

Magazijn
Behalve een grote showroom heeft het Home Center ook een indrukwekkend magazijn, dat de laatste jaren is uitgebreid. Dit magazijn is opgedeeld in drie zones, die respectievelijk 11.605 m2, 18.000 m2 en 40.656 m2 aan oppervlakte hebben. De hoogte varieert nogal, de hoogste zone is 16 m hoog, de andere 5 en 7 m. In het magazijn werken in het totaal 38 mensen.

Constructie
Het magazijn heeft een betonnen fundering. Voor de wanden en het dak is een staalskelet gebruikt, gevuld met PIR-isolatie. De RC-waarde van de gevel bedraagt 4 en van het dak 6. Dat hoeft geen verwondering te wekken. De meeste warmte ontsnapt immers via het dak, dus een hoge RC-waarde is wenselijk.

Milieu
Anderhalf jaar geleden werd Klimaatgroep Holland gepolst of ze een idee hadden hoe het magazijn kon worden verduurzaamd. De belangrijkste reden om te verduurzamen was de zorg voor het milieu. Uiteraard zouden de lagere energiekosten die uit verduurzaming voortvloeien ook mooi meegenomen zijn. Destijds hingen er nog overal gasheaters, vertelt Jojanneke Wolthof die de Marketing en een deel van de Sales bij Klimaatgroep Holland en Templari Benelux voor haar rekening neemt.

Installatieconcept
Harry Vaatstra, directeur van Klimaatgroep Holland en Templari Benelux had een passende oplossing in petto. Hij presenteerde het totaalconcept van Templari Benelux, dat in de afgelopen jaren talloze grote utiliteitsgebouwen heeft verduurzaamd, waaronder sporthallen, distributiecentra en bouwmarkten. Dit totaalconcept bestaat, heel kort door de bocht, uit een combinatie van warmtepompen, de°stratificatieventilatoren, een slimme regeling en remote monitoring.

Warmtepompen
Op het dak van de hoogste zone, staan nu 3 Kita Air Cold warmtepompen (40 kW elk). Bovenop de hal met een oppervlakte van 11.605 m2 staan twee Kita Air Plus warmtepompen met allebei een vermogen van 46 kW en op het dak van de resterende hal staan wederom twee Kita Air Cold warmtepompen, elk met een vermogen van 40 kW.

SCOP
De Kita Air is een robuuste warmtepomp die bestand is tegen uitdagende temperaturen. Het buitendeel van de Kita Air Cold onttrekt warmte-energie uit de omgevingslucht, zelfs bij zeer lage temperaturen tot -30 °C. Het buitendeel heeft een warme koudemiddel vloeistofleiding aan de onderzijde van de luchtwisselaar. Daardoor is deze altijd warm, zelfs bij sneeuwval. Het binnendeel van de Kita Air Cold zet de aangevoerde warmte om in een comfortabele binnenklimaattemperatuur. Dit fluisterstille onderdeel zorgt voor een stabiele en tochtvrije temperatuurregeling, zowel voor verwarming als koeling. Het geluidsniveau binnen bedraagt slechts 30 dB(A).

Regeling
De ingebouwde intelligente regeling past automatisch de werking aan op basis van de buitentemperatuur en de gewenste binnentemperatuur, waardoor een maximale efficiëntie en minimaal energiegebruik wordt bereikt. De ontdooicyclus vindt alleen plaats wanneer dat echt nodig is. Dat betekent in de praktijk slechts 1 keer in de 5 á 6 uur. De SCOP van de warmtepomp bedraagt volgens Templari 5.25.

Koudemiddel
De warmtepomp maakt gebruik van het koudemiddel R32. R32 heeft goede thermodynamische eigenschappen en is moeilijk ontvlambaar, dus veilig in gebruik. Het is ook energie-efficiënter dan R410a, wat kan leiden tot lagere bedrijfskosten en minder koolstofemissies. Bovendien heeft R32 (657) een aanmerkelijk lager Global Warming Potential dan R410a (2088). Daarnaast heeft dit koudemiddel nog andere voordelen, zoals:

- R32 is minder ontvlambaar dan R410A.
- R32 wordt als minder giftig beschouwd dan R410A, maar moet toch voorzichtig worden behandeld om mogelijke schade aan mens en milieu te voorkomen.
- R32 is over het algemeen goedkoper dan R410A.

Ventilatoren
De warmtepompen zijn gekoppeld aan de°stratificatieventilatoren, die zorgen voor een optimale luchtcirculatie en een gebalanceerd temperatuurbeheer. De ventilator met een voeding van 230V en 2 Amp wordt eenvoudig geïntegreerd tussen de zoneregelaar en het buitendeel. Met een nominale capaciteit van 10.500 m3/uur en een maximale van 16.000 m3/uur zorgt de ventilator ervoor dat de warme lucht die zich ophoopt onder het dak efficiënt naar beneden wordt gebracht. In het totaal hangen er 17 de°stratificatieventilatoren in het magazijn.

Voelers
Dankzij de slimme regeling die werkt met een combinatie van hoog- en laagvoelers, wordt het temperatuurverschil tussen boven en beneden tot een minimum beperkt. Dit resulteert in een consistente en aangename temperatuur, zonder luchtlagen die energieverspilling veroorzaken. De downflowventilator zorgt er daarnaast voor dat de lucht goed circuleert. De toevoer van verse lucht vindt op een natuurlijke wijze plaats.

Afstand
De binnendelen van de warmtepomp hangen op een minimale hoogte van 3,5 m. Op die manier wordt ongewenste tocht voorkomen, legt Wolthof uit. De afstand tot de buitenunit is gering. Dit om transportverliezen tegen te gaan en te besparen op materiaal.

Uitdagingen
De grootste uitdaging was om in het hoogste magazijn te zorgen voor een gelijkmatige luchtspreiding, vertelt Wolthof. Dankzij de downflowventilatoren is dit op een passende wijze opgelost. Met het concept van Templari kon Home Center een EIA-subsidie krijgen en flink besparen op de energiekosten. “Ten opzichte van gasgestookte verwarming hebben we het over een 62 % reductie van de exploitatiekosten. Daardoor kunnen eindgebruikers de investering gemiddeld al binnen 4 jaar terugverdienen.”

Onderhoud
Twee keer per jaar wordt twee uur aan onderhoud ingepland voor de installaties. Dan gaan de monteurs een checklist langs en maken zij onder andere de filters schoon. “We verkopen het concept met een abonnement op de meldkamer. De installaties worden op afstand gemonitord. Mocht er een storingsmelding zijn of een signaal dat een onderdeel toe is aan vervanging, dan kan onmiddellijk worden ingegrepen. Zo besparen de eindgebruiker en wij ook op de kosten. De eindgebruikers/installateurs krijgen inlogcodes waarmee zij gemakkelijk het systeem op afstand kunnen beheren. Daarbij kan gedacht worden aan het instellen van de tempratuur en het beheren van schema’s.”

Modulair systeem
De installatiebranche gaat meer en meer toe naar totaalconcepten. Ook deze oplossing is daar een uitstekend voorbeeld van. “Alles zit inbegrepen in het totaalconcept: alle onderdelen en ook een database vol technische documentatie. De adviseurs van Templari Benelux maken een voorstel met schets, projectontwerp en break-even. Ons serviceteam komt altijd langs voor de laatste controle, zodat we altijd kunnen voldoen aan onze garantievoorwaarden. Kortom volledige ontzorging voor de installateur”, licht Wolthof toe. In de meeste gevallen hebben dit soort totaalconcepten een modulaire opbouw, zodat eventueel nog op- of afgeschaald kan worden. Al met al wordt het montagewerk voor de installateur er veel eenvoudiger op. En zo kan hij besparen op arbeid, een cruciale factor. Zeker nu we een chronisch tekort hebben aan vakpersoneel, een tekort dat inmiddels is opgelopen tot 20.000 mensen 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

  • artikel
  • november 22, 2024
  • 84 views
Prefabben

SLIMME WERKVOORBEREIDING

Installateurs kunnen slimmer en efficiënter hun werk voorbereiden door te prefabben. Ron Bosch, adviseur en HBO-hoofddocent Installatietechniek dook voor IZ in deze bijzondere wereld en sprak met een aantal koplopers.

Prefabben is het proces waarbij installatieonderdelen of samengebouwde installatiemodules van een gebouw of installatie vooraf in een fabriek of werkplaats worden geproduceerd en vervolgens op de bouwplaats worden gemonteerd. Dat kan variëren van kleine componenten, zoals warmtepompen en ventilatie-units, tot grotere modules, zoals een volledig afgewerkt WKO-systeem of zelfs de gehele warmteopwekkingsinstallatie in een container.

Voordelen
Prefabben biedt aanzienlijke voordelen, zoals tijd- en kostenbesparing, doordat componenten in een gecontroleerde omgeving worden geproduceerd, wat parallel kan lopen met andere bouwwerkzaamheden en leidt tot lagere productiekosten. De productie onder optimale omstandigheden verhoogt de kwaliteit en vermindert de materiaalverspilling. Daarnaast zorgt prefabben voor een veiligere werkomgeving en betere ergonomische omstandigheden, waardoor de fysieke belasting op de bouwplaats aanzienlijk wordt verminderd.

Risico’s
Prefabben kent enkele risico’s, zoals aansluitproblemen op de bouwplaats, wanneer onderdelen niet goed passen of niet juist worden geïnstalleerd. Dit kan leiden tot vertragingen en extra kosten. Daarnaast kunnen er logistieke uitdagingen zijn bij het transport van prefab elementen naar de bouwplaats. Inflexibiliteit speelt ook een rol, omdat aanpassingen op locatie moeilijker en duurder zijn. Verder vereist de prefab productie zelf aanzienlijke initiële investeringen in technologie en training. Tot slot hebben installateurs nogal eens de neiging om geprefabte onderdelen los te halen, omdat zij moeite hebben met de aansluiting of afwijkingen in de uitvoering.

Vakmanschap
Prefabben vermindert de noodzaak voor traditioneel vakmanschap op de bouwplaats, omdat het monteren van kant-en-klare modules minder specialistische kennis vraagt. Het aansluiten van geprefabte modules is eenvoudiger dan een gehele installatie ter plekke aanleggen. De complexiteit verschuift echter naar de prefab productie, waar nog steeds gespecialiseerde kennis en vaardigheden voor nodig zijn. Voor het installatieontwerp blijven technici essentieel, bijvoorbeeld bij het gebruik van biometrisch ontwerpen om efficiënte skids te ontwikkelen. Daarnaast vereist de inbedrijfstelling van units op de bouwplaats nog steeds vakkennis van installatietechniek. Kortom, de specialistische kennis verschuift van de bouwplaats naar de werkplaats, wat uiteindelijk resulteert in een toename van uitvoerende specialisten en een afname van vakmensen met kennis van de complete installatie.

Stand van zaken
Industrie Interduct, Rensa, Wasco, de Technische unie en andere koplopers zetten al volop in op de prefabricage van installaties. Enkele voorbeelden:
- Modulaire woningbouw: Bedrijven zoals Skender en Blokable produceren modulaire woningen, die volledig in een fabriek worden gebouwd en vervolgens op locatie worden gemonteerd.
- Prefab badkamers: Bedrijven zoals Prefab.nl leveren kant-en-klare badkamers die in appartementencomplexen worden geplaatst.
- Interduct levert complete prefab installatieruimtes voor een nieuwbouwwoning.
- ITBB Groep bouwt een nieuwe hal om 2500 prefab woninginstallaties te kunnen prefabriceren.
- Energiecentrales: INNAX en Engie werken aan prefab energiecentrales die eenvoudig kunnen worden aangesloten op bestaande gebouwsystemen.
- Aalberts bouw en Breman Hasselt zijn betrokken bij een initiatief om compleet geprefabte traptorens te maken, die voorzien zijn van primair cv-leidingwerk met vloerverwarmingsverdelers.

Noodzakelijke skills
Succesvol prefabben vereist de nodige technische achtergrond en vaardigheden. Denk aan:
- Technische vaardigheden: Begrip van technische tekeningen, kennis van moderne productietechnieken, automatisering en het vertalen van installatietekeningen naar prefab instructies.
- Opleiding: Een goede opleiding in integrale gebouwgebonden installatietechniek.
- Projectmanagement: Ervaring in het coördineren van complexe projecten, waarbij fabrieks- en bouwplaatsactiviteiten naadloos op elkaar moeten aansluiten.
- Kwaliteitscontrole: Expertise in kwaliteitsmanagement om te waarborgen dat prefab elementen voldoen aan de specificaties, voordat ze naar de bouwplaats worden verzonden.
- Logistieke kennis: Het vermogen om de logistieke uitdagingen van transport en installatie te beheren, zodat complete installaties zonder beschadiging op de bouwlocatie aankomen.

Daarnaast is het noodzakelijk om:
- Werkprocessen te automatiseren en te vereenvoudigen.
- Te analyseren welke werkzaamheden beter in de werkplaats uitgevoerd kunnen worden in plaats van op de bouw.

Inrichting bedrijf
Bedrijven moeten mogelijk aparte productieruimtes inrichten voor prefab activiteiten, die zijn uitgerust met de juiste technologieën en apparatuur. Dit betekent dat een deel van de traditionele werkplaatsactiviteiten naar een meer gestructureerde fabrieksomgeving verhuist. Het ombouwen van het traditionele magazijn naar een geoptimaliseerde werkplaats vereist niet alleen meer ruimte, maar ook aanpassingen in bedrijfsprocessen en management. Bedrijven zullen hun processen moeten herstructureren en het juiste personeel met kennis van prefab productie moeten aantrekken om de overgang soepel te laten verlopen.

Voorbeeld installateur
Installateur Breman vestiging Zuid heeft in Drunen een complete productiehal ingericht voor het project specifiek prefabben van vloerverwarmingsverdelers. De verdelers worden volledig samengesteld, afgesteld en voorzien van alle benodigde materialen. Ook wordt de regeling vooraf bekabeld en per installatie klaargemaakt in een montagebox. Deze sets zijn bestemd voor projecten van meerdere Breman-vestigingen. Steeds meer installateurs kiezen voor prefab oplossingen, met name in de woningbouw en utiliteitsbouw, om de installatietijd op de bouwplaats te verkorten. Ze werken nauw samen met fabrikanten en groothandels om maatwerkoplossingen zoals HVAC-systemen en elektrische kasten te produceren.
Overigens wordt bij alle Breman vestigingen alles wat mogelijk is geprefabt, waaronder rioleringssystemen, warmtepompopstellingen en ventilatiekanalen.

Renovatieprojecten
Prefabben is ook interessant voor renovatieprojecten. Bijvoorbeeld bij de renovatie van sociale huurwoningen kan gebruik worden gemaakt van prefabgevels of -daken om snel en efficiënt verouderde onderdelen te vervangen. De Alliantie, een woningcorporatie in Nederland, gebruikt prefab gevelelementen voor het verduurzamen van woningen.

Toekomst
Door de toenemende vraag naar snelle, hoogwaardige en duurzame bouwoplossingen zal prefabben steeds prominenter worden in zowel nieuwbouw- als renovatieprojecten. Met het oog op bouwtijdverkorting, kwaliteitsverbetering en het optimaliseren van processen zal prefab een cruciale rol gaan vervullen bij de realisatie van installaties in zowel de woningbouw als utiliteitsbouw 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Revelant nieuws

Fout: view 9be2413ugj bestaat mogelijk niet

  • artikel
  • november 12, 2024
  • 79 views
Warmtepompen

NETBEWUSTE INPASSING KAN BETER

Binnen de warmtetransitie wordt nadrukkelijk ingezet op de realisatie van warmtenetten. Dit komt door de veronderstelling van netbeheerders en gemeenten dat individuele warmtepompen zouden zorgen voor hogere maatschappelijke kosten door een zwaardere belasting van het elektriciteitsnet. Een goede, transparante en gevalideerde onderbouwing hiervoor ontbreekt echter, waardoor belangrijke beslissingen worden genomen op basis van foutieve informatie.

Dit was voor Merosch aanleiding om op eigen initiatief een onafhankelijk onderzoek uit te voeren. Uit praktijkgegevens van gerealiseerde projecten blijkt dat de netbelasting van één individuele warmtepomp aanzienlijk lager is dan beleidsmakers nu veronderstellen. Bij een netbewuste inpassing, waarbij een warmtepomp zo ontworpen en ingeregeld wordt dat de belasting op het elektriciteitsnet wordt geminimaliseerd, kan de netbelasting zelfs beperkt blijven tot minder dan 1 kW. Dit is een factor 6 verschil met de huidige kengetallen.

Netbelasting
Om te bepalen of deze lagere netbelasting ook moet leiden tot een herpositionering van individuele warmtepompen in de warmtetransitie, hebben wij een vergelijking gemaakt met de netbelasting van warmtenetten met een centrale warmtepomp. Uit meetgegevens en modelberekeningen blijkt dat de netbelasting van individuele warmtepompen op wijkniveau verglijkbaar of zelfs lager is dan de netbelasting van collectieve systemen. Dit komt doordat er geen verschil zit tussen de twee alternatieven in het benodigde verwarmingsvermogen en de gelijktijdigheid hiervan. Bij warmtenetten is er daarnaast vermogen nodig om de warmte in de wijk rond te pompen, terwijl ook warmteverliezen resulteren in een hogere netbelasting.

Rem
Wel is het zo dat individuele warmtepompen achter de meterkasten van huishoudens worden geplaatst. Het laagspanningsnet in de wijk moet dus in staat zijn om het extra benodigde vermogen voor de warmtepompen te leveren. Dit resulteert echter zelden of nooit in hogere maatschappelijke kosten. Vanwege de ontwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden en PV op daken, moet het laagspanningsnet in veel gevallen sowieso al verzwaard worden. De veronderstelde hoge maatschappelijke kosten voor netverzwaring, die in de praktijk dus lager uitvallen, resulteren in verkeerde keuzes en zetten een sterke rem op de warmtetransitie in de gebouwde omgeving.

Elektrisch element
Dat de netbelasting van individuele warmtepompen in de praktijk al lager uitvalt, neemt niet weg dat er meer aandacht moet komen voor de netbewuste inpassing van individuele warmtepompen. Momenteel worden warmtepompen nog vaak uitgevoerd met een elektrisch bijverwarmingselement. Dit element zet elektriciteit een-op-een om in warmte, en heeft daarmee een veel lagere efficiëntie dan de compressor van de warmtepomp. Op het moment dat het elektrische bijverwarmingselement wordt ingeschakeld om ruimteverwarming of warm tapwater te leveren, heeft dit aanzienlijke consequenties voor de netbelasting van warmtepompen. Bij een warmtepomp met een bèta-factor van 0,7 (aandeel vermogen compressor in totale vermogensvraag), neemt het benodigde vermogen tot met een factor 3 toe. Wij roepen de warmtepompleveranciers daarom op om zich te richten op de ontwikkeling van warmtepompen die geen elektrisch element meer hebben. Verschillende leveranciers bewijzen al dat dit mogelijk is, aangezien zij al productlijnen op de markt hebben waarbij dit het geval is.

Bufferwerking
Daarnaast is er nog veel winst te behalen in het netbewust inregelen en sturen van individuele warmtepompen. Bij netbewuste inpassing wordt het voorraadvat voor warm tapwater in een warmtepomp op temperatuur gebracht tijdens momenten die voor de netcongestie gunstig zijn. Dit kan bijvoorbeeld tijdens de nacht zijn wanneer de overige elektriciteitsvraag beperkt is of op momenten van een overschot aan opwek van PV op dak. Door de vermogensvraag voor warm tapwater naar buiten de ochtend- en avondpieken te verplaatsen, wordt het elektriciteitsnet aanzienlijk ontlast. Daarnaast kan ook de woning zelf als buffer worden benut. Door warmte met vloerverwarming op te slaan, kan de verwarmingsvraag worden verschoven in de tijd zonder dat dit ten koste gaat van het comfort van bewoners.

Integrale aanpak
Om de volledige flexibiliteit die warmtepompen bieden te kunnen benutten, is een integrale aanpak vereist waarbij naast het moment van de vermogensvraag van de warmtepomp ook het moment van de vermogensvraag van bijvoorbeeld laadpalen en de opwek van PV op daken worden meegenomen. Bij een integrale beschouwing en afstemming van deze vraag en aanbod, kunnen de pieken en dalen worden voorkomen en kan gestuurd worden op welke momenten de pieken en dalen op het net voorkomen.

‘Slim’ maken
Met de huidige warmtepompen kan technisch gezien al veel. De warmtepompen zijn in staat om via externe signalen aangestuurd te worden. Dit betekent echter niet dat huidige warmtepompen daadwerkelijk ‘slim’ zijn. Er kunnen namelijk nog geen signalen teruggekoppeld worden. De warmtepompen kunnen bijvoorbeeld wel worden aangestuurd om het voorraadvat voor warm tapwater te gaan laden bij lage energieprijzen, maar de warmtepompen kunnen niet terugkoppelen hoeveel warmte nog kan worden opgeslagen. Hierdoor worden kansen om energievraag en -aanbod op elkaar af te stemmen nog niet volledig benut. Verschillende fabrikanten hebben al wel eigen protocollen die dit mogelijk maken, maar deze zijn veelal enkel in staat om met het eigen energiemanagementsysteem te communiceren. Wij roepen de warmtepompleveranciers daarom op om met een open, standaard en toegankelijk protocol te komen. Momenteel worden hier, onder aanvoering van TNO, al de eerste stappen in gezet.

Geldprikkels
Daarnaast is er behoefte aan financiële prikkels voor consumenten. Uit de succesvolle invoering van het nachtstroomtarief in vorige eeuw blijkt dat het financieel belonen van consumenten een effectief middel is om de vermogensvraag in de tijd te verschuiven. Op dit moment is het bij verschillende warmtepompen al mogelijk om te sturen op de dynamische elektriciteitsprijs. Door het energiegebruik van de warmtepomp te verplaatsen naar momenten wanneer de prijs laag is, is er nu al een financieel voordeel van €100,- tot €200,- per jaar mogelijk. Deze wijze van sturing is in de meeste gevallen ook gunstig voor het reduceren van netbelasting (0,5 tot 1 kWe op woningniveau), aangezien de elektriciteitsprijs vaak laag is op momenten met een lage vraag. Een lage elektriciteitsprijs draagt echter niet altijd bij aan het voorkomen van (lokale) netcongestie. Het is daarom wenselijk om hiernaast een extra financiële stimulans te introduceren. Dit kan bijvoorbeeld met (lokale) dynamische capaciteitstarieven. De netwerkkosten die consumenten en bedrijven betalen zijn dan afhankelijk van de vermogens die op verschillende uren gevraagd worden.

Conclusie
Kortom, de netbelasting van individuele warmtepompen is aanzienlijk lager dan waar beleidsmakers momenteel van uitgaan. Bij een netbewuste inpassing kan de netbelasting zelfs nog verder omlaag worden gebracht. Het benutten van het potentieel aan flexibiliteit van individuele warmtepompen scheelt volgens Tennet 3 tot 5 gascentrales. Deze inzichten vragen daarom om een herpositionering van individuele warmtepompen binnen de warmtetransitie. Het huidige beeld dat individuele warmtepompen leiden tot een hogere netbelasting en dus hogere maatschappelijke kosten is onterecht en heeft verkeerde keuzes in de warmtetransitie tot gevolg. Het individuele warmtepompspoor heeft meer draagvlak, is veelal goedkoper en gaat nu al aanzienlijk sneller. Vanuit de verwachting dat slechts 20 % van de woningen aangesloten zal worden op warmtenetten, roepen we beleidsmakers op om zich niet blind te staren op warmtenetten en meer aandacht te geven aan de netbewuste inpassing van het individuele spoor 

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

Revelant nieuws

Fout: view 14b12afjzq bestaat mogelijk niet