- artikel
- april 16, 2021
- 3 views
De Waterrevolutie
De EPC ging ten onder aan zijn eigen succes. Op meer hadden we niet kunnen hopen als sector. Maar nu de energierevolutie al een flink eind op weg is, wordt het ook tijd om de waterhuishouding onder de loep te nemen. Moeten we de Waterprestatienorm verplicht gaan stellen?
Door klimaatverandering regent het veel meer en komen er steeds vaker hevige regenbuien voor. Dat levert overlast op. Tegelijkertijd zien we dat er zelfs in Nederland tekorten aan drinkwater kunnen ontstaan. Naast verdroging merken drinkwaterbedrijven bovendien dat een significant deel van hun bronnen onder druk staat door vervuiling. De overlast aan regenwater en de bedreiging van de drinkwatervoorziening maken verandering van onze watersystemen noodzakelijk. En die veranderingen zullen vooral in de gebouwde omgeving gaan plaatsvinden. Oftewel op het terrein van de installateur.
Pionier
Sinds 2017 nemen we ieder jaar de stand van zaken door met Johan Bel. Hij had al in een vroeg stadium door dat er een watertransitie aankwam en is de eigenaar van Mijn Waterfabriek. Het bedrijf levert intelligente systemen voor het gebruik van regenwater en voor het hergebruik van grijs water en zwart water.
Decentrale oplossingen
Volgens Bel is de watertransitie inmiddels al gaande. “We zitten nu op het punt waar we pakweg 10 jaar geleden zaten met de energietransitie. Daar verschoof de aandacht geleidelijk aan naar decentrale duurzame oplossingen, zoals PV-panelen en warmtepompen. In de watersector zien we nu een groeiende belangstelling voor regenwater- en grijswatersystemen, infiltratie-oplossingen voor het eigen perceel en waterbesparende technieken.”
Voortrekkersrol
Daarbij spelen grote steden als Amsterdam, Rotterdam, Eindhoven en Utrecht een voortrekkersrol, vervolgt Bel. “Deze steden willen klimaatadaptief worden, onder andere om hun waterhuishouding op orde te houden.” Ook de drinkwaterbedrijven doen een duit in het zakje, bijvoorbeeld door in toenemende mate campagnes te lanceren voor verantwoord watergebruik.
Doel
Het uiteindelijke doel is wat Bel betreft om waterneutrale gebouwen te realiseren. Analoog aan de Trias Energetica bedacht hij daarvoor de Trias Aqua als leidraad, die aangeeft welke stappen je zet als installateur om het gewenste doel te bereiken:
- Ten eerste pas je zoveel mogelijk waterbesparend sanitair toe.
- Vervolgens maak je gebruik van schoon, zacht en gratis hemelwater
- Blijft er dan nog een watervraag over, dan kun je ook het afvalwater gaan hergebruiken. Voor alle duidelijkheid: hieronder verstaan we grijs (licht verontreinigd) en zwart afvalwater.
Waterprestatienorm
Opvallend genoeg vinden de grote veranderingen nu juist plaats in de woningbouw. “Het Drinkwaterbesluit biedt meer ruimte om te sleutelen aan individuele leidingsystemen dan collectieve leidingsystemen”, legt Bel uit. Beleid kan dus een aanjager zijn van de watertransitie. In dat kader zou de waterspecialist graag zien dat de Waterprestatienorm verplicht wordt gesteld. Analoog aan de EPC is de WPN een rekenmethode waarmee voor een gebouw het theoretische watergebruik kan worden berekend, onder een bepaald gebruikerspatroon. Evenals bij de EPC zou een voortdurende aanscherping van de WPN uiteindelijk leiden tot waterneutrale gebouwen. “Het is wel broodnodig dat er dan eerst stappen worden gezet op beleidsmatig niveau, zodat verduurzaming van de waterhuishouding in de gebouwde omgeving wettelijk is ingebed. Daarnaast heb je een ‘sense of urgency’ nodig, om alle stakeholders en de consument aan boord te krijgen. Ik denk dat de WPN de eerstkomende 5 jaar nog geen verplichtend karakter zal krijgen.”
Waterkwaliteit
Maar niet alleen waterschaarste in de zomer of overvloedige regenbuien in andere seizoenen leveren uitdagingen op. Ook de waterkwaliteit komt meer en meer ter discussie te staan. Door verontreinigingen, denk onder andere aan medicijnresten, kost het drinkwaterbedrijven steeds meer moeite om de zuiverheid te garanderen. Dat zorgt onder andere voor een groeiende vraag naar filtersystemen, merkt Bel. Al met al meer business voor de installateur.
Installateur
En daarmee komen we bij de hamvraag: welke marktkansen brengt de watertransitie met zich mee voor de installateur? “De watertransitie moet nog op stoom komen, maar het kan geen kwaad om alvast kennis binnen te halen”, adviseert Bel. “Ik voorzie vooral extra vraag naar filteroplossingen, regenwater- en grijswatersystemen op termijn.” Het zal met name lastig worden voor de kleine installateur om al die ontwikkelingen bij te benen, want er gebeurt al zoveel in het vakgebied en we komen heel veel handen tekort.”
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
Regenwatersystemen
Door veranderende regelgeving worden particulieren bij nieuwbouw verplicht om het regenwater op eigen terrein te verwerken. De meest zinvolle manier om dat te doen is het opvangen en gebruiken van het regenwater binnen de woning. Bij Mijn Waterfabriek resulteert dat in een sterk toenemende vraag naar regenwatersystemen zoals de HOME Comfort. Dat is het basis regenwatersysteem dat geschikt is voor toiletspoeling, wasmachine en buitenkraan bij woningen. Het regenwater wordt opgevangen in een betonnen regenwatertank van 5 of 6m3, die voorzien is van een filter (nr.1) voor de verwijdering van blad en zand. Een krachtige onderwaterpomp (nr.3) perst het regenwater naar de aangesloten tappunten. In de tank hangt een niveaumeting (nr.4) die een signaal doorgeeft naar een LED-indicator (nr.6) in de woning. Als het niveau in de tank te laag wordt, schakelt deze een magneetventiel open. Dan wordt de tank met 10% leidingwater bijgevuld. De plaatsing van een dergelijk regenwatersysteem is typisch een klus voor installateurs.
- artikel
- april 9, 2021
- 3 views
Een nieuwe sanitaire revolutie?
Gezondheid en sanitaire oplossingen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Door de corona-epidemie is dat besef nu sterker dan ooit, merken drie deskundigen van Grohe, Wavin en Geberit. Welke trends signaleren zij?
Tot 1870 lag de gemiddelde levensverwachting rond de 40 jaar. Daarna zien we een stijgende lijn die erin heeft geresulteerd dat we tegenwoordig gemiddeld 81,56 jaar oud worden. Vaak wordt er daarbij gewezen op medische ontwikkelingen. Die zouden verantwoordelijk zijn voor de verbetering van de volksgezondheid. Hoewel antibiotica en vaccinaties om maar twee voorbeelden te noemen zeker een rol hebben gespeeld, is het voor een groot deel aan de verbeterde sanitatie te danken dat het vroegere 40 nu 81 is geworden.
Op het netvlies
Je zou zeggen dat we als installatiebranche doordrongen zouden moeten zijn van deze geweldige prestatie. Dat valt tegen. Hoewel sanitaire technieken en gezondheid onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden, merken experts dat de installateurs het maar “ergens op hun netvlies hebben staan”, zoals René Offringa het treffend verwoordt.
Veiligheid en gezondheid
De zestiger is al ruim 40 jaar werkzaam bij Wavin, onder andere als technisch adviseur en productontwikkelaar. “Installateurs zijn toch vooral met de techniek van de systemen bezig, veiligheid en gezondheid zijn geen hoofdthema’s voor hen.”
Praktijk
Offringa onderbouwt zijn verhaal met enkele praktijkvoorbeelden. “Hoe vaak zien we niet dat keurig verpakte Tigris of Hep2O fittingen uit de verpakking los in open kratten of boxen worden overgegooid en dan meteen vuil worden? Ook hotspots blijven een item, hoewel je daarvoor niet altijd naar de installateur kan wijzen. Vaak ligt het ook aan het ontwerp. Tot slot hoor ik nog regelmatig dat ontspanningsleidingen te dicht bij de inlaat van een ventilatiesysteem worden gemonteerd, waardoor er stankklachten optreden.”
Impact pandemie
Hoewel dus zeker voor verbetering vatbaar, lijken de branche, professionele opdrachtgever en ook reguliere consument wel iets meer oog te krijgen voor gezondheidsaspecten. Rogier van Dis wijst daarbij op invloed van de coronapandemie. Volgens de topman van Grohe Benelux en UK zijn bijvoorbeeld musea en horecagelegenheden naarstig op zoek naar aanrakingsvrije kranen. Dat heeft natuurlijk ook zijn weerslag op de inkoop en adviesrol van groothandelaren. Daarnaast schaft de consument bijvoorbeeld sneller bedieningspanelen aan met een antibacteriële laag. En de verkoop van de douche-wc, die al in de lift zat voor crisis, heeft eveneens een hoge vlucht genomen. Maar ook Van Dis kraakt een kritische noot, die eigenlijk goed aansluit bij de bevindingen van Offringa: “De installateur verstaat zijn vak, maar zou de klant daarin meer kunnen meenemen door het delen van kennis en kunde. Wij kunnen de installateur helpen met het geven van een goed advies, wat een positief effect heeft op hun verkoopresultaten en klanttevredenheid.”
Doorontwikkeling
Jeroen Bosman, Productmanager bij Geberit, neemt de gelegenheid te baat om de installateur nog maar eens te waarschuwen zich vooral te houden aan de NTR 3216, nu er een pittige discussie woedt over opspattend water en het gevaar op corona in toiletten. Hij verwacht dat de pandemie een impuls zal geven aan de verdere doorontwikkeling van sanitaire oplossingen, maar in de brede zin des woords. “Bijvoorbeeld door de fabricage van hogere tussenschotten voor urinoirs, zodat ook de adem wordt geblokkeerd.” Ook zal het onderhoud meer onder de loep komen te liggen. “Denk aan de regelmatige reiniging/vervanging van luchtfilters in sanitaire voorzieningen.”
Brede range
De geïnterviewden brengen een brede range aan sanitaire producten op de markt die een duidelijke link hebben met gezondheid. Behalve douche-wc’s en aanrakingsvrije bedieningsplaten en kranen kan er dan bijvoorbeeld gedacht worden aan perssystemen, sifons, inbouwsystemen, maar ook aan rainshowers om een wellness-ervaring te creëren tijdens het douchen.
Inzoomen
Die producten zoomen allemaal in op een ander gezondheidsaspect. Een waterloos sifon is bijvoorbeeld erg handig als je te maken krijgt met een warme omgeving. Zo voorkom je immers de stankklachten, die optreden als een doorsnee sifon opdroogt. Een perssysteem met trekvaste en waterdichte fittingen zorgt ervoor dat je eenvoudig lekkage kan voorkomen. En met een inbouwsysteem heb je geen randjes, waardoor het oppervlak schoner blijft. Douchegoten met een makkelijk te verwijderen haarzeef tot slot maken zowel de reiniging als het onderhoud een stuk eenvoudiger.
Versnelling
Bosman gaf het al aan: de pandemie zal zeker de doorontwikkeling van oplossingen stimuleren en eventueel versnellen. Van Dis onderschrijft zijn mening. Zo brengt Grohe onder andere nieuwe sensorkranen op de markt. Daarnaast komen langlopende vraagstukken, zoals het legionellaprobleem, wat meer in de spotlights te staan. Bij Grohe merken ze dat aan de grote belangstelling voor trainingen die ingaan op het belang van legionellapreventie bij de installatie en het onderhoud van drinkwatersystemen. Maar ondanks die groeiende aandacht, zijn er nog fikse obstakels te nemen. Offringa wijst bijvoorbeeld op rubbers in thermostaatkranen, “die een bron van zorg blijven”.
Waterbesparing
Uiteraard zijn er meer thema’s die hun stempel drukken op het vakgebied. Soms hebben die ook duidelijke raakvlakken met gezondheid. Denk aan waterbesparing. Offringa: “Toiletten met een 4 l spoeling blijken in de praktijk de nodige problemen met zich mee te brengen in de leidingsystemen bij de afvoer van urine en poep. Vaak gooien ze het toch weer omhoog naar 7 l.” Theoretisch gezien valt het probleem wel op te lossen met een vacuümriolering, maar dan raak je een ander heikel thema in de branche: energiebesparing. “Je gebruikt namelijk meer energie”, legt Bosman van Geberit uit.
Waterkwaliteit
Ook de waterkwaliteit zelf mag zich verheugen op toenemende belangstelling. Van Dis: “Het kost steeds meer moeite om de kwaliteit op peil te houden, door toenemende vervuiling. Microplastics, medicijn- en drugsresten zijn daar onder andere debet aan. Wij merken het onder andere aan de stijgende verkoop van filtersystemen, vooral in Zuid- en Oost-Europa.”
Milieuvriendelijk
En dan is er nog circulariteit of iets ruimer genomen: milieuvriendelijke productie. “Hier wordt op uiteenlopende manieren vorm aan gegeven. Zo dwingt de regelgeving ons nu om regenwater te verwerken op het eigen perceel. De belangstelling voor infiltratiesystemen is daarom booming”, vertelt Offringa van Wavin. En Grohe produceert al sinds vorige jaar haar kranen op een CO2-neutrale manier.
Grenzen
De consument en professionele opdrachtgever haken aan, maar stellen wel hun grenzen, blijkt uit het relaas van Bosman. “Op het moment dat bijvoorbeeld waterbesparing het comfortniveau beïnvloedt, is het andere koek. Uiteindelijk leven veel mensen wel voor hun comfort.”
Conclusie
De coronapandemie heeft de belangstelling voor sanitaire systemen en gezondheid in een stroomversnelling gebracht. Dit proces zal nog een fikse impuls krijgen door de watertransitie, die in navolging van de energietransitie de komende jaren haar stempel gaat drukken op de installatiesector. Gevolg: nog meer business voor de branche
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
- artikel
- april 9, 2021
- 3 views
Sanitaire installaties
Door de coronalockdown staat in veel gebouwen het water in leidingen stil. Bijkomende zorgen om de legionellabacterie maakt legionellapreventie nóg urgenter. Onno Leever houdt zich al ruim twintig jaar met Legionella bezig. Sinds januari zet hij zijn expertise in bij ISSO.
“Qua kennisontwikkeling op het gebied van Legionella, en sanitaire installaties in bredere zin, staat er voor 2021 weer van alles op stapel”, vertelt Onno Leever, van Leever installatie adviseurs. “Zo verschijnt er een nieuwe versie van ISSO-kleintje Legionellapreventie en wordt de ISSO-publicatie 55.1 ‘Handleiding legionellapreventie in leidingwater’ aangepast. Ook komt er een aanpassing op publicatie 55.2 ‘Zorgplicht legionellapreventie’. Daarnaast is een commissie bezig om de regelgeving voor legionellapreventie te evalueren, wat aangepaste legionellawetgeving zal opleveren.” Leever zit in deze begeleidingscommissie.
Kennisontwikkeling
In januari heeft hij het stokje overgenomen van Irene van Veelen, voormalig specialist Sanitair en Legionellapreventie bij ISSO. “Ik kende Irene onder andere al van de commissie NEN 1006 en ook vanuit de Waterwerkbladen hadden we al samengewerkt. Daarnaast hadden Irene en ik al eens samengewerkt bij een innovatiebijeenkomst over warmwatercirculatiesystemen”, vertelt Leever. “Toen ISSO een vervanger zocht voor de functie van Irene, heeft zij mijn naam laten vallen. Zo ging het balletje rollen. Ik was gelijk enthousiast. Binnen mijn eigen bedrijf doen we veel aan kennisdeling en aan zelf kennis opdoen. Als er een nieuw normblad of een nieuwe NTR uit is, sluit ik me bij wijze van spreken drie dagen op om hem te lezen. Daarna deel ik binnen mijn team wat de belangrijkste wijzigingen zijn. ISSO is ook zeer gericht op kennisontwikkeling. Het past daarom ontzettend goed; de missie van ISSO en die van mijzelf zijn gelijk.”
Waterschade-onderzoek
Leever startte zijn bedrijf in 1991 als zelfstandige. Destijds maakte hij vooral technische berekeningen en tekeningen voor installateurs. Het specialisme Legionella kwam er in 1999 bij. Inmiddels is zijn adviesbureau uitgegroeid tot een flinke organisatie die tekeningen en installatieberekeningen maakt voor wonen, werken en recreëren. “Overal waar het ingewikkeld wordt, komen wij kijken”, zegt Leever. “Zo bemiddelen we ook bij geschillen en we doen bijvoorbeeld waterschade-onderzoek.”
Verbrandingsgevaar door warm tapwater
Een thema waarvoor Leever een lans breekt en dat hij ook als discussiepunt heeft ingebracht in de NEN 1006 (waterwerkbladen) commissie, is dat van verbrandingsgevaar door te warm tapwater. Leever: “Het gaat bijvoorbeeld fout als in het warmwatergedeelte van de installatie wel een pomp zit maar in het koudwatergedeelte niet. Toch kun je dergelijke temperatuurschommelingen van tapwater, en dus verbrandingsgevaar tijdens het douchen, voorkomen. In ISSO-publicatie 55 ‘Leidingwaterinstallaties voor woon- en utiliteitsgebouwen’ staan daarover bijvoorbeeld adviezen. De technieken om dergelijke verbranding te voorkomen zijn er zeker, maar preventie is niet in de wet opgenomen. Deze huidige richtlijnen over de temperatuur voor warm tapwater in drinkwaterleidingen zijn vooral bedoeld om de groei van de legionellabacterie in leidingwaterinstallaties te voorkomen. Dat is inderdaad van groot belang, maar de focus moet eigenlijk op allebei liggen: én legionellapreventie, én het voorkomen van verbranding door warmtapwater. Er zijn zeker situaties waarin het verantwoord is om de taptemperatuur legionellaveilig te verlagen.”
Waterbesparing
Een tweede onderwerp dat de nieuwe specialist Sanitair en Legionellapreventie bij ISSO inbracht bij de NEN 1006 commissie, is waterbesparing. Zijn ideaalbeeld is om de balans te vinden waar installaties nog optimaal werken, met een maximum aan waterbesparende mogelijkheden. “Ik zou daarvoor graag ontwikkelingen terugzien in zowel producten, als wet- en regelgeving. Ook van thema’s als het scheiden van waterstromen van verschillende kwaliteit, dus huishoudwater en drinkwater, verwacht ik dat we de komende jaren meer gaan horen.”
Nieuwe wetgeving
Voor zijn nieuwe functie bij ISSO, die hij parttime invult naast zijn werk als adviseur Installatietechniek en legionellapreventie bij Leever installatie adviseurs, hoopt de specialist flinke stappen te zetten in gezondheid, veiligheid en comfort voor sanitaire installaties. Leever: “Ik zou het fantastisch vinden als we voor elkaar kunnen krijgen dat bepaalde delen uit ISSO-publicaties als wetgeving worden opgenomen. Bijvoorbeeld als het gaat om preventie van verbranding door te warm tapwater. En daarnaast vind ik het erg interessant om nu namens ISSO in de commissie te zitten voor de nieuwe legionellawetgeving.”
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
- artikel
- april 9, 2021
- 3 views
Brein buiten de douche
Ieder gezinslid zijn eigen doucheprofiel, met een instelmogelijkheid voor een maximale douchetijd of maximale temperatuur. Per persoon bekijken wat de kosten zijn van elke douchebeurt. De nieuwe Aqualisa elektronische mengkraan maakt bewust en duurzaam watergebruik mogelijk. De mengkraan is bovendien voorzien van connectiviteitsfuncties zoals Wi-Fi, App en spraakbesturing en kan worden verbonden met andere slimme toestellen in huis, zoals de slimme speakers als Amazon Alexa en Google Nest.
“Hey Google, zet mijn douche aan”, zal snel een vertrouwd commando worden in woningen met een nieuwe Aqualisa Smart Quartz Collectie Douche”, zegt Aqualisa Head of International Development, Zoe Nguyen. “Elektronische mengkraantechnologie bestaat al sinds 2001. Wij waren de eerste fabrikant die hiermee op de markt kwamen en denken dat landen zoals België en Nederland er nu klaar voor zijn. Zeker omdat woningen kleiner worden gebouwd en alles slimmer zal worden.”
‘Brein’ buiten doucheruimte
Het thermostatische gedeelte van deze mengkraan wordt letterlijk en figuurlijk weggetrokken vanuit de douche- of bad-omgeving (zie afbeelding). Alleen de bediening blijft zichtbaar. De controller staat in verbinding met een datakabel die aangesloten is op de SmartValve™; het effectieve brein van de installatie, die tot 10 meter van de doucheruimte geplaatst kan worden. Integreren in het plafond, onder het bad of in een kast behoort tot de opties.
Eén leiding voor warm en koud
In tegenstelling tot een klassiek thermostatisch ventiel, mengt het ventiel het koude en warme water elektronisch en gaat er slechts één leiding naar de hand- of regendouche. Indien er meerdere uitgangen zijn, is er een ‘omsteller’ beschikbaar. Zoe Nguyen: “Dit betekent een enorme kostenverlaging in accessoires en installatie-uren. Diepte in de wand is bij deze mengkraan niet meer nodig en dankzij de omsteller kunnen hand- en regendouches eenvoudig worden omgeleid zonder de leidingen aan te passen.”
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
- artikel
- maart 26, 2021
- 0 views
Salestechneut
Meer dan ooit zijn opdrachtgevers bereid om geld te steken in een goed werkend ventilatiesysteem. Dat hebben we deels te danken aan de coronapandemie. Specialisten, zoals Kouwer Installatietechniek, draaien nu topdagen, vertelt bedrijfsleider Tom Bruins.
Hij was ooit automonteur. Maar altijd met dezelfde mensen werken op dezelfde plek gaat vervelen, ondervond Bruins. Door een gelukkig toeval kon hij de overstap maken naar de installatietechniek. Inmiddels is hij alweer 18 jaar werkzaam in de branche.
Begintijd
Je ziet Bruins bijna glimlachen achter de telefoon, als hij vertelt over die begintijd. Hoe hij nadat hij afscheid had genomen bij de garage, toevallig hoorde dat ze een monteur zochten bij Ouderdorp Service. Er was gelijk een klik en Bruins mocht de volgende dag al meelopen. Eenmaal de smaak te pakken, haalde hij zijn papieren en werkte vervolgens bij verschillende installatiebedrijven.
Plezier
“Een geweldig vak”, vertelt hij enthousiast aan de lijn. “Veel op weg, verschillende klanten, uitdagende klussen...” Terugkijkend vond hij de storingsdiensten nog het leukste. “Het gevoel dat je kreeg als je iemand uit de penarie kon helpen, daar kon eigenlijk niks tegenop.”
Kouwer Installatietechniek
Bruins groeide door en werd vorige jaar bedrijfsleider bij Kouwer Installatietechniek. Het bedrijf bestaat nu pakweg 14 jaar en telt 15 medewerkers. Met als thuisbasis Huizen opereert de installateur vooral in ‘T Gooi. Kouwer Installatietechniek biedt een breed palet aan diensten aan, van cv-ketel installaties tot elektrotechnische en dakdekkers werkzaamheden. “Het zwaartepunt ligt bij de particuliere sector en dan doel ik vooral op renovaties.”
Waterstofketel
Bruins volgt de ontwikkelingen in de branche op de voet. Hij wordt enthousiast zodra de waterstofketel ter sprake komt. Volgens de gedreven techneut ligt er een grote toekomst in het verschiet voor deze warmteopwekker. “Deze techniek is uitstekend toe te passen in de bestaande bouw, ik vind de warmtepomp meer iets voor de nieuwbouw.”
Rijdende trein
Het is nog even afwachten welke weg de energietransitie zal inslaan. Vandaar dat Kouwer nog niet investeert in het bijspijkeren van medewerkers en de marketing van nieuwe diensten. “We springen liever op een rijdende trein”, legt Bruins uit.
Ventilatie
Voorlopig heeft hij trouwens al zijn handen vol aan bestaande opdrachten. Bruins merkt, evenals concullega’s, dat de corona-pandemie Nederlanders meer bewust heeft gemaakt van het belang van goede luchtkwaliteit. “Ze merken het ook sneller als er iets niet in de haak is, omdat ze veel thuiswerken.” En daar vloeit direct of indirect weer werk uit voort.
Project
Zo mag Kouwer Installatietechniek nu voor een opdrachtgever in maar liefst 690 woningen het ventilatiesysteem een opknapbeurt geven. Broodnodig, want “we liepen aan tegen verstopte kanalen en MV-boxen die dichtgeslibd waren. Het onderhoud lag al een jaar of 10 stil, vandaar.” Bruins heeft er vier man volcontinu opgezet. Ze doen eerst een beginmeting bij de afzuigventielen. Vervolgens worden de kanalen met roterende borstels schoongemaakt. Ook de MV-box gaat onder de loep. “Eerst wordt de bestaande box gedemonteerd en afhankelijk van de situatie krijgt hij een schoonmaakbeurt of wordt het apparaat vervangen.” Daarna is het tijd om een CO-sensor in de woonkamer te installeren en alle ventielen in te regelen. Kouwer Installatietechniek sluit af met een gedegen instructie aan de bewoners hoe ze in het vervolg met het ventilatiesysteem moeten omgaan.
Toekomst
Deze maand wil Bruins de werkzaamheden afronden. En dan in volle vaart naar de toekomst. “We zouden wel willen uitbreiden, doorgroeien tot een man of 20. En natuurlijk ook in de breedte een slag maken door er duurzame technieken bij te gaan doen.”
- artikel
- maart 19, 2021
- 1 views
Spierkracht sparen met een exoskelet
Verantwoord en gezond werken is voortdurend in beweging. En de techniek levert hier met de ontwikkeling van nieuwe hulpmiddelen een belangrijke bijdrage aan. Dat geldt zeker voor het exoskelet Skelex 360, een relatief recent ontwikkeld hulpmiddel dat met name gebruikt kan worden bij bovenhandse werkzaamheden. Hoe werkt het? Waar liggen de kansen en wat zijn de beperkingen? En hoe draagt het exoskelet bij aan veilig en gezond werken?
ArboTechniek heeft samen met SPIE Fire Protection & Security gewerkt aan een pilotproject om antwoord te geven op deze vragen. Hierbij is het exoskelet uitvoerig getest tijdens de installatie van sprinklers. Een mooi verhaal over de huidige stand van zaken.
Futuristisch instrument
Wat is een exoskelet? Albert Vullers en Carin van den Bosch kunnen deze vraag ieder vanuit hun perspectief uitgebreid en enthousiast beantwoorden. Albert is procesmanager bij SPIE Nederland en Carin is als ergonoom verbonden aan ArboTechniek. Beiden zijn betrokken bij een innovatief project waarin de Skelex volledig wordt getest. Gekeken wordt hoe het hulpmiddel benut kan worden in de technische installatie- en isolatiebranche. Albert: “Het exoskelet, de Skelex 360, is een op het oog futuristisch instrument dat ik tegenkwam op een techniekbeurs. Ik was meteen geïnteresseerd: hoe kan een installatiebedrijf als SPIE dit praktisch inzetten? In dit soort exoskeletten zorgen veren en bandjes ervoor dat bepaalde spiergroepen worden ontlast. Werkzaamheden hebben dan minder belasting op het lichaam en je kunt het langer onvermoeid volhouden.”
Gezamenlijke pilot
Carin zag ook al snel de waarde ervan in. “Het exoskelet wordt al veel gebruikt in de automotive industrie. Ook daar wordt ingezien dat je er onder andere je nekspieren, armspieren en schouderspieren mee ontlast. Voor mij was de vraag: hoe kan de installatie- en isolatiebranche hier in de breedte van profiteren? Het gaat hier immers om andere werkzaamheden. Deze pilot kan ons de antwoorden geven.” Hoe ziet de pilot eruit? Carin: “We hebben de pilot gezamenlijk opgezet. We weten dankzij onderzoek van TNO al hoeveel spierkracht je ongeveer bespaart met de Skelex, dus richt ons onderzoek zich op de praktijk. We zijn begonnen met een vragenlijst voor de monteurs die de Skelex testen. Hoe comfortabel zit het? Hoe is je bewegingsvrijheid? Welke werkzaamheden worden makkelijker? Welke lastiger? Deze vragen hebben we vergeleken met hun ervaringen zónder het exoskelet.”
Zorgvuldig
Zijn er al eerste resultaten van de pilot? Carin: “Ja, we zijn al flink wat wijzer geworden. Een gemengde groep van 9 monteurs heeft de Skelex getest; sommigen hebben het ook meerdere keren aangehad. Mensen die snel klachten krijgen merkten een heel sterk verschil. Anderen merkten weinig verschil, en weer anderen vonden het een lichte beperking bij sommige werkzaamheden. Naast de vragenlijst heb ik ook opnames gemaakt van monteurs die de Skelex gebruikten. Ik ga hun houding analyseren: hoeveel procent van de tijd werken ze boven schouderhoogte of met hun hoofd achterover gebogen? Je hebt het meeste profijt van de Skelex als je boven je hoofd werkt. Het heeft dus te maken met de werkzaamheden die je verricht. En met de bewegingsvrijheid. Als je bijvoorbeeld veel tussen stellingen moet werken, kan de Skelex juist een beperkende factor zijn. Je moet er daarom zorgvuldig mee omgaan.”
Sociale acceptatie
Volgens Albert kan een exoskelet ervoor zorgen dat het ziekteverzuim omlaag gaat. “We zien dat de Skelex bij mensen met bestaande lichamelijke klachten meteen curatief goed werkt. Daarnaast is het bij gezonde mensen een preventief hulpmiddel. Jonge, fitte mensen die aan het einde van een werkdag geen last hebben zullen op latere leeftijd minder klachten ervaren. De sociale acceptatie van het exoskelet is van belang, maar daarin is al een eerste stap gezet. Een jonge monteur die heeft mee-getest verwoordde het mooi: ‘Het maakt mij niet uit hoe het exoskelet eruitziet, als ik hiermee tien jaar langer met mijn zoontje kan voetballen is dat mij alles waard!’”
Een exoskelet in iedere bus
Carin beaamt dit. “Monteurs beginnen op relatief jonge leeftijd met werken. Je ziet dat ze rond hun 50ste, sommigen al eerder, last krijgen van fysieke klachten. Ze worden daar niet gelukkig van en op termijn kan het ook leiden tot psychische problemen.” Carin geeft aan dat het haar uitdaging is om uit te zoeken bij welke werkzaamheden het exoskelet gaat helpen, en dat vakmensen in de installatie- en isolatiebranche weten dat dit soort hulpmiddelen bestaan. En dat bedrijven voor zichzelf nagaan of zij het kunnen inzetten voor hun werkzaamheden.” Albert vult aan: “Het zou prachtig zijn als ieder techniekbedrijf in de toekomst een exoskelet in de bus heeft liggen om te gebruiken bij klussen waar dit het werk makkelijker, veiliger en gezonder maakt.”
Verdere implementatie
Hoe gaat Albert verder? “Ik zie graag voor me dat er verschillende pilots ontstaan om per werkzaamheid te ondervinden waar en hoe het exoskelet wel en beter niet ingezet kan worden. Dit kan in samenwerking met de fabrikant van de Skelex. Die heeft al veel ervaring met andere bedrijven en in verschillende branches. Hoe implementeer je de Skelex grootschalig en zorg je ervoor dat het goed gebruikt blijft worden? De eerste stap is nu gezet, proefondervindelijk zullen we verder onderzoeken. Het is een kostbaar hulpmiddel, maar als je het hebt over het terugdringen van ziekteverzuim dan is het in een mum van tijd terugverdiend.”
Unieke samenwerking
Carin is benieuwd of deze pilot kan leiden tot een breder gebruik van de Skelex. “Dit type is er al een paar jaar en wordt steeds beter. Veel bedrijven hebben er al een aangeschaft en aan de hand van de feedback wordt het product steeds verder verbeterd. Monteurs in de installatie- en isolatiebranche werken bijvoorbeeld vaak op hoogte. Daarom onderzoekt de fabrikant van de Skelex in hoeverre deze te integreren is met alle soorten van valbeveiliging.” De pilot met het exoskelet is een unieke samenwerking tussen installatiebedrijven, ontwikkelaars, brancheorganisaties, arbodeskundigen en zelfs verzekeraars. Albert: “Zorgverzekeraars zijn in het kader van gezond werken geïnteresseerd in het exoskelet. Onze verzekeraar heeft de aanschaf van ons eerste exoskelet alvast vergoed. Daar spreekt veel vertrouwen uit!”
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.n
Wat is een exoskelet?
Een exoskelet is een draagbaar skelet dat je zelf kunt aansturen. Exoskeletten worden toegepast in werksituaties waar fysieke belasting hoog is. De belangrijkste functie van een exoskelet is het ondersteunen van een of meerdere lichaamsdelen waardoor het lichaam minder wordt belast.
Gezond en veilig werken
Meer weten over veilig en gezond werken in de technische installatie- en isolatiebranche? Kijk dan op de site van ArboTechniek. Daar vind je onder andere de Arbocatalogus en het Toolboxplatform.
- artikel
- maart 12, 2021
- 2 views
Ventileren en stank
Het komt regelmatig voor dat gebruikers last hebben van stank. In hun woning, kantoor of op school. Vaak wordt de installateur dan ingeschakeld om de oorzaak te achterhalen. Hoe doe je dat? Twee experts uit het veld geven tips.
Lino Noya Mahn is eigenaar van installatiebedrijf Noya Installatietechniek. Als installateur voert hij de meest uiteenlopende projecten uit, maar zijn hart ligt toch bij de ventilatietechniek. Wouter Wijma is directeur van Ned Air en voorzitter van Binnenklimaat Nederland. Sinds zijn aantreden probeert hij het belang van ventilatie meer tussen de oren te krijgen bij opdrachtgevers en bouwpartners. IZ sprak met beide ventilatiedeskundigen, die gezamenlijk meer dan 40 jaar ervaring hebben in de installatiebranche.
Corona
De coronacrisis blijft de gemoederen bezighouden. Nadat er aanvankelijk vooral aandacht was voor de overdracht van het virus via de fysieke weg, nam gaandeweg ook de belangstelling toe voor een andere, mogelijke transmissieroute: via de lucht. Dat heeft geresulteerd in “meer interesse voor ventilatie”, vertelt Wijma. “Maar helaas vloeien er vooralsnog weinig concrete opdrachten uit voort.” Wijma weet wel waaraan dat ligt: geld. “Scholen zeggen vaak geen budget te hebben en in de kantoorsector gaat men niet investeren in gebouwen als het merendeel van de zakelijke gebruikers thuis werkt.”
Woningbouw
Ook in de woningbouw lijken opdrachtgevers meer doordrongen te raken van het belang van goede ventilatie. “Toch hangen ze in nieuwbouwprojecten uiteindelijk vaak weer eenvoudig te installeren ventilatiesystemen op, zonder aan de kwaliteit van de lucht te denken. Men kiest voor de goedkoopste oplossingen,” vertelt Wijma.
Onderhoud
Installateur Noya Mahn merkt ook dat de belangstelling voor ventilatie toeneemt, zeker in de particuliere woningbouw. “Klanten lijken zich vooral zorgen te maken over het onderhoud.” In zijn geval vloeien daar ook de nodige werkzaamheden uit voort. Het gaat dan veelal om het vervangen van filters, wisselaars én het reinigen van kanalen.
Belang reinigen
Dat is niet verwonderlijk, zowel Wijma als Noya Mahn kunnen met gemak de meest afschrikwekkende voorbeelden geven van achterstallig onderhoud. Uit de verhalen komt naar voren dat het vooral schort aan regelmaat en frequentie. Noya Mahn: “Van klanten die ventilatiesystemen hebben waarbij nog nóóit een filter of slecht functionerende wisselaar van een WTW is vervangen of een kanaal is gereinigd kijk ik inmiddels niet meer op.”
Stankklachten
Door gebrekkig onderhoud neemt de kans op klachten toe. Gebruikers krijgen eerder last van allergieën, ziektes, maar ook van stank. “Neem bijvoorbeeld de wisselaar van een WTW-unit waaraan vuil is vastgekoekt, daar hangt een geur omheen. Als je daar verse lucht overheen laat gaan, komt er stank in het pand.” Noya Mahn ziet ook klanten die zelf hun keukenafzuigkap aansluiten op een ventilatieventiel. “De motor van het de afzuigkap zorgt ervoor dat de vuile lucht dan weer het toilet of de badkamer wordt ingeduwd, met wederom stankoverlast.”
Mobiele airco
De afgelopen zomer steeg het kwik naar nieuwe hoogtes. Noya Mahn kwam bij klanten over de vloer die de afvoerslang van hun mobiele airco-units op een ventilatieventiel hadden aangesloten. Ook dat zorgde in een aantal gevallen voor de nodige stankklachten elders in de woning, vertelt hij.
Stilstand
Soms is een gebouw of alleen het ventilatiesysteem tijdelijk buiten gebruik. Ook dat levert in een aantal gevallen stankklachten op. “Heeft het gebouw een ventilatiesysteem met kanalenwerk, dan kan zich in de tussentijd allerlei ongedierte en/of vogels hebben genesteld in de kanalen. Neem je het systeem vervolgens weer in gebruik, dan komen de geurtjes van de achtergelaten resten het gebouw in.”
Riool
Wijma kent de horrorverhalen. Hij wijst nog op een andere veelvoorkomende oorzaak van stankoverlast: perikelen die te maken hebben met de riolering. “Neem nu de sifon, als die uitgedroogd is, gaat het stinken. Adviseer daarom altijd als installateur aan de bewoners om er een laagje slaolie in te doen, dan voorkom je dit soort klachten.” Ook gebeurt het regelmatig dat de beluchting van de riool wordt aangesloten op een gedeelde ventilatieschacht in een appartementencomplex, vertelt Wijma. “En dat is vragen om problemen.”
Remedies
Hoe kom je nu de oorzaak op het spoor en verhelp je vervolgens de klachten? “Eigenlijk zou ik nog een stap verder terug willen gaan en beginnen met preventie”, zegt Noya Mahn. “Zo weten veel mensen niet eens het verschil tussen luchten en ventileren. Ze snappen niet waarom de geurtjes in hun pand blijven hangen, als ze de ramen hebben opengezet. Maar zolang er geen sprake is van een drukverschil, ben je niet aan het ventileren, maar aan het luchten. Daarnaast krijgen bewoners bij de oplevering van een gebalanceerd ventilatiesysteem zelden een goede uitleg over de werking ervan en de noodzaak om filters te vervangen. Ook is er weinig nazorg. Daar vallen al slagen te maken.”
Voorlichting
Wijma is het eens met de installateur, maar merkt wel op dat het een uitdaging is om bewoners zover te krijgen dat ze zich gaan verdiepen in het ventilatiesysteem. “Als je ze een handleiding meegeeft, is de kans groot dat ze die niet gaan lezen. De jongere generatie bereik je sowieso beter via Youtube filmpjes. Eigenlijk zou je van tevoren al onderhoudsmomenten moeten inplannen. Maar ja, ook daar loop je al snel tegen een weerbarstige praktijk aan. Zo is het vaak bij scholen een ‘crime’ om een geschikt tijdstip te vinden. Overdag gaat niet omdat het gebouw in gebruik is, dus dan moet het ‘s avonds of in het weekend gebeuren. Die afstemming gaat niet altijd even makkelijk.”
Opsporen
Er zijn zogenaamde ‘snuffelaars’ op de markt waarmee de bron van de stank kan worden achterhaald, vertelt Wijma. “Maar meestal is het een kwestie van gezond verstand. Redeneer terug naar de bron.” Noya Mahn is het met hem eens. “Het is belangrijk om goed door te vragen bij klanten. Probeer erachter te komen hoe lang ze al last hebben van stank of het continu is of periodiek, op welke plekken en neem het ventilatiesysteem of de LBK grondig onder de loep.” Soms zijn klanten wat weifelend, zien ze op tegen al die inspectiewerkzaamheden. “Het kan helpen als je ze nog eens duidelijk maakt dat een goed werkend ventilatiesysteem energie bespaart en daarmee dus ook geld”, weet Noya Mahn uit ervaring.
Regelmaat
Daarnaast is het van belang om uit te leggen wat er gebeurt als ze het probleem niet aanpakken of sowieso het onderhoud laten versloffen. “Wijs je klanten op de gezondheidsklachten waar ze last van kunnen krijgen. Oogirritatie, vermoeidheid, benauwdheid, meer problemen met astma en dergelijke...” Zelf adviseert de installateur zijn klanten altijd om 1x per jaar onderhoud te laten plegen als ze een gebalanceerd ventilatiesysteem hebben. “En bij natuurlijke ventilatiesystemen raad ik aan om minimaal 1x per jaar 2 jaar, maar liever nog 1x per jaar onderhoud te laten plegen”, vult Wijma tot slot aan
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.n
- artikel
- maart 5, 2021
- 2 views
Te veel of te weinig?
Jarenlang werd er steen en been geklaagd over het binnenklimaat van scholen. Met name het ventilatieregime bleek vaak niet op orde te zijn. Maar toen kwam 2020. Nu klagen gebruikers juist dat er ‘overgeventileerd’ wordt. Bart Advokaat, energieadviseur van Merosch legt uit wat er aan de hand is.
Een docente Frans begint haar les. De scholieren zijn dik ingepakt. Ze dragen jassen, hebben fleecedekentjes over hun schoot, maar zitten nog te blauwbekken. De reden? Het is eind november, maar de ramen staan helemaal open. En tegen de kou kan zelfs geen overgedimensioneerde radiator opboksen. Hoe heeft het ooit zóver kunnen komen?
Laten we even het geheugen opfrissen. De afgelopen jaren zijn er heel wat initiatieven opgetuigd om het binnenklimaat in scholen te verbeteren. Kan je er drie noemen?
“Met het ‘Programma van Eisen Frisse scholen’ dat in 2008 door het RvO is ontwikkeld, was er een eerste stimulans om het binnenklimaat en ook het energiegebruik in scholen te verbeteren. Vervolgens zijn er rond 2015 in grote steden zoals Amsterdam en Rotterdam initiatieven opgetuigd om de luchtkwaliteit in bestaande scholen te verbeteren, vaak in samenwerking met de GGD. Daarnaast wil ik graag een nieuw initiatief noemen, namelijk de ‘Specifieke Uitkering Ventilatie in Scholen’. Met deze subsidie worden dezelfde doelen nagestreefd als in het PvE Frisse Scholen en bij de GGD-richtlijnen voor een goede luchtkwaliteit.”
Nog even recapitulerend: waar schortte het de afgelopen decennia vaak aan bij de ventilatie van schoolgebouwen?
“Voldoende luchtverversing. We kwamen bijvoorbeeld regelmatig situaties tegen waarbij de zonwering voor de gevelroosters was gemonteerd of de gevelroosters dichtgingen als het koud werd. Daarnaast liet het onderhoud vaak te wensen over, waardoor de filters dichtslibden en de kanalen smerig werden.”
De coronapandemie heeft daar radicaal verandering in gebracht. Hoe?
“De scholen moeten nu zoveel mogelijk ventileren. Veel gebouwen zijn daar niet op gemaakt, waardoor leerlingen en docenten zitten te koukleumen met open ramen.”
Ventilatie staat nu plotseling bovenaan de agenda van scholen. Merken jullie dat ook?
“Jazeker, als ik de geluiden in de markt mag geloven levert het zeker 20-30% meer werk op voor bijvoorbeeld adviesbureaus. Het gaat dan enerzijds om de inventarisatie van de bestaande voorzieningen en anderzijds om het verbetertraject inclusief ontwerpopgaven.”
Waar kiezen die scholen uiteindelijk meestal voor?
“Of een decentrale oplossing met een unit per lokaal of een centrale oplossing met kanalenwerk.”
Welke factoren geven meestal de doorslag bij de keuze?
“Hoogte van de lokalen, constructieve opbouw van het pand en het ruimtebeslag van het systeem. Een eventuele monumentenstatus kan ook een rol spelen, omdat je aan meer regels bent gebonden. Daarnaast doen lokale welstandscommissies regelmatig een duit in het zakje, door duidelijk te laten blijken waar hun voorkeur naar uitgaat.”
Ventilatie staat nu volop in de spotlights, de grote vraag is natuurlijk of die aandacht blijvend zal zijn na de pandemie…
“Ik denk van wel. In feite was er al sprake van een kentering voor de uitbraak van de coronacrisis. Dit is het extra zetje geweest. Meer en meer scholen zullen hun binnenklimaat op orde willen krijgen.”
En als we iets verder kijken naar de toekomst: hoe gaat het dan verder?
“Het is belangrijk om de noodzaak van goed onderhoud en beheer tussen de oren te krijgen bij schoolbesturen, want daar schort het nogal eens aan, zoals ik ook al eerder aangaf met voorbeelden. Het zijn nieuwe, complexe en ook dure installaties. We moeten natuurlijk niet in een situatie terecht komen waarin scholen de installaties niet goed onderhouden en we over een aantal jaar allerlei klachten krijgen te horen dat de investeringen in het binnenklimaat uiteindelijke geen vruchten hebben afgeworpen.”
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.n
- artikel
- februari 26, 2021
- 1 views
Gezond binnenmilieu
Vanwege de huidige corona-crisis ligt de focus bij scholen veelal op CO2 gestuurde regelingen. Ook de overheid stelt dit als een vereiste, om in aanmerking te komen voor subsidie. Maar enkel aansturen op CO2 is niet voldoende voor een gezond binnenklimaat.
Binnenmilieu omvat meer dan alleen CO2: temperatuur, luchtvochtigheid, geluid, VOC’s, (ultra)fijnstof, etc. Al deze factoren zorgen ervoor dat de gebruiker zich prettig, comfortabel en veilig voelt, en dragen bij aan de gezondheid van de gebruiker.
Nieuwbouw
Een optimaal binnenmilieu was het uitgangspunt voor het ontwerp van de luchtbehandeling voor de nieuwbouw van het Esdal College in Zwolle. Luchtbehandelingskasten (LBK) zorgen voor de verse lucht en een VRV-installatie voor de temperatuur. Beide installaties worden centraal aangestuurd vanuit de Daikin mini GBS iTouchManager (iTM). Deze regelt o.a. op basis van CO2 en temperatuur in iedere ruimte het binnenmilieu.
Speciale coating
Voor dit project zijn twee Daikin Professional LBK’s geleverd met een luchthoeveelheid van 18.000 m3/uur en 8.000 m3/uur. Eén verzorgt de verse lucht toevoer voor de keuken en heeft een kruisstroomwisselaar om de retour en toevoerlucht te scheiden. Dit ter voorkoming van geuroverdracht. De tweede LBK is gekoppeld aan de klaslokalen en overige ruimten. Deze unit heeft een sorptiewarmtewiel voor het behalen van een optimaal comfortniveau. Er is een speciale coating aangebracht voor het behalen van een nog hoger vocht rendement. Ook is de unit voorzien van een spoelzone om kortsluiting van de retourlucht naar de toevoerlucht te beperken tot ca. 1%.
Sensoren
Beide LBK’s zijn voorzien van sensoren die zorgen voor de beste luchttoevoerkwaliteit. Ze meten het aantal fijnstofdeeltjes (ePM1, 2.5, 10) voor- en na de filters. Hierdoor wordt het onzichtbare zichtbaar en kan het optimale moment worden bepaald voor vervanging van de filters.
Via een dashboard op een scherm, PC of tablet kan de toevoerluchtkwaliteit in real-time weergeven worden en iedereen geïnformeerd worden over de luchtkwaliteit
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl
Onbehaaglijk
Op vele scholen zijn slechte of zelfs geen ventilatievoorzieningen aanwezig. Zo ook bij het Wolfert Dalton College in Rotterdam. Het oude schoolgebouw (binnenkort vervangen door nieuwbouw) heeft geen ventilatie voorzieningen. Voor de gezondheid van docenten en leerlingen was men op zoek naar een noodoplossing tegen een, vanwege de tijdelijke aard, zo laag mogelijke investering.
De enige mogelijkheid voor ventilatie was het openen van ramen; een onbehaaglijke situatie in deze winterperiode. Als noodventilatie heeft Daikin ventilator-convectoren geselecteerd die in het raam worden gemonteerd en zo 100% buitenlucht in het lokaal blazen. De waterbatterij wordt aangesloten op de bestaande cv-leiding en de watertemperatuur wordt constant gehouden door een temperatuur gestuurde waterregelklep. Zo wordt altijd 100% verse buitenlucht voorverwarmd in het lokaal geblazen voor de doorspoeling van het lokaal met buitenlucht.
- artikel
- februari 19, 2021
- 4 views
NEN-norm
Met de verduurzaming van onze energievoorziening lijkt het erop dat we ook afscheid gaan nemen van de traditionele meterkast of toch niet? Op dit moment buigt een NEN-commissie zich over een mogelijke aanpassing van de norm. Welke impact heeft ‘van aardgas los’ precies op de indeling? En, wordt het werk van de installateur er makkelijker of juist moeilijker op?
Zoals we allemaal weten zijn meterruimtes in Nederland de plek waar aansluitingen op netwerken van nutsvoorzieningen (water, gas, warmte, elektra, telecom) in een woning bij elkaar komen. Naast een goede bereikbaarheid en toegankelijkheid zijn ook de betrouwbaarheid en de veiligheid van een meterruimte van belang. De Normcommissie Meterruimten van NEN ziet het als haar maatschappelijk taak om onveilige situaties en meterbranden te voorkomen. IZ sprak met consultant Saskia Schulten en normcommissievoorzitter Marcel Wennekes (ABB) over de marktconsultatie over de meterkast van de toekomst, die nu plaatsvindt.
Concepten
Wie van 9 november tot 11 december afreisde naar Nieuwegein kon 9 concepten van toekomstige meterkasten bewonderen. Ze stonden opgesteld in de Woonindustrie. Installateurs, architecten, adviseurs en andere partijen in de bouwkolom mochten er naar hartenlust op schieten. De bedoeling was om zoveel mogelijk input te vergaren voor de Normcommissie die zich nu buigt over NEN 2768 (Meterruimten en bijbehorende bouwkundige voorzieningen in woningen). Deze input wordt gebruikt om de conceptopstellingen te evalueren en de kansrijke uitvoeringen verder door te ontwikkelen.
Veranderingen
Wat is er aan de hand? Door de verduurzaming van onze energievoorziening verdwijnt zo zoetjes aan de aardgasgestookte cv-ketel uit de nieuwbouw. Tegelijkertijd staan andere installaties te dringen om een plekje. De douche-wtw bijvoorbeeld of laadapparatuur voor elektrische voertuigen. Ook dreigt de temperatuur in de meterkast op te lopen door de zwaardere belasting van installaties, klimaatverandering en betere isolatie van nieuwbouwwoningen.
Technische ruimte?
De normcommissie heeft naar aanleiding van deze ontwikkelingen overwogen om van de meterkast een technische ruimte te maken. Op die manier zou een breed scala aan installaties kunnen worden opgenomen in de meterkast. Dat idee is om praktische redenen losgelaten. Een belangrijk obstakel vormt de warmtelast. Op het moment dat de meterkast een technische ruimte wordt, heb je een warmteberekening nodig. Dat is een vrij ingewikkelde exercitie. Vandaar dat de normcommissie deze optie laat schieten. De meterkast blijft dus dezelfde doelstelling en functie behouden in de toekomst, dat staat inmiddels wel vast.
Ruimtebeslag
Ruimtebeslag, we hadden het er al eerder over, vormt ook een belangrijk thema dat is meegenomen in de marktconsultatie. Bij de proefopstelling in Nieuwegein waren dan ook meterkasten te beoordelen in verschillende formaten en met verschillende indelingen. Dat heeft deels te maken met de verduurzaming van installaties, maar ook met wensen van bewoners, installateurs en netbeheerders.
Aanpassingen
Bewoners willen graag meer ruimte. Nu al is het een vertrouwd beeld: je trekt de deur van de meterkast open en wordt direct bedolven onder de paraplu’s, stofzuigers, flessen terpentine, schoenen en wat dies meer zij. Met de trend richting ‘van aardgas los’ komt die ruimte beschikbaar. Een optie is om de meterkast dan aan te passen. Bijvoorbeeld door het deel voor de netbeheerder kleiner te maken, van 1.60 m naar 1.30 m om precies te zijn. Het bovenste deel is dan voor bewonersinstallaties. Een fysieke afscheiding tussen beide gedeeltes moet dit verduidelijken.
Kleiner maken
Het is natuurlijk ook mogelijk om de afmetingen van de meterkast zelf te wijzigen. Bijvoorbeeld door hem slechts 55 cm breed te maken of de totale hoogte te beperken tot 1.30 m, precies het deel dat nodig is voor de noodzakelijke installatievoorzieningen. Of je brengt een fysieke scheiding aan tussen het deel van de netbeheerder en de bewonersinstallaties. In dat geval krijgt een installateur elders in de woningen toegang tot zijn gedeelte. Hiermee speel je ook gelijk in op een trend om kleiner te gaan wonen, de zogenaamde ‘Tiny Houses’.
Geveloplossingen
Over het algemeen willen netbeheerders en installateurs liever niet de woning in. Begrijpelijk. Werkzaamheden brengen altijd het nodige ongemak met zich mee voor bewoners en ook de monteur kan zich beperkt voelen in zijn bewegingsruimte. Vandaar dat de Normcommissie ook nadenkt over geveloplossingen met een netbeheerdersdeel dat van buiten en een installatiedeel dat van binnenuit bereikbaar is. Theoretisch gezien zou het ook mogelijk zijn om twee kasten naast elkaar te plaatsen, waarvan de ene bestemd is voor warmte en de andere voor data, elektra en water. Het geheel wordt dan wel vrij breed.
Hoogbouw
Voor de hoogbouw denkt de Normcommissie in soortgelijke oplossingen. In plaats van twee meterkasten van 77 cm breed, zou wellicht de ene 55 cm en de andere 77 cm breed kunnen worden.
Materialisatie
Qua materiaalgebruik lijkt er weinig te veranderen. Uiteraard blijft brandveiligheid een issue, zegt de Normcommissie. Wellicht leiden nieuwe inzichten op termijn wel tot een andere materialisatie.
Kritiek
De Normcommissie heeft er bewust voor gekozen om de conceptkasten aan een breed publiek te laten zien. Dat leverde al de nodige input op. Zo vragen installateurs zich af hoe het zit met de ventilatie in de variant met een tussenschot. Een oplossing is om de plaat te perforeren, zodat er wel luchtdoorstroming plaatsvindt. De kleinere varianten bieden wellicht niet voldoende ruimte om alle meters weg te werken. Zeker als in de toekomst woningen mogelijkerwijze een waterstofmeter erbij krijgen. Daarnaast kan de temperatuur nog steeds oplopen in de prototypen van de meterkasten. Hoe ga je daarmee om?
Techniek Nederland
Techniek Nederland is ook betrokken bij de Normcommissie. Omdat het aantal installaties in de woningbouw toeneemt, is de meterkast in het verleden van 75 naar 77 cm verbreed, zodat twee installatiekasten naast elkaar passen. Door het netbeheerdersdeel kleiner te maken, ontstaat er ruimte voor twee installatiekasten boven elkaar. Daarnaast besteedt de branchevereniging veel aandacht aan de bereikbaarheid van de meterkast. In deze tijd, waarin het steeds moeilijker lijkt te worden om het personeelstekort op te vullen, is het van elementair belang dat service- en herstelwerkzaamheden zo veilig, snel en makkelijk mogelijk kunnen plaatsvinden.
Rijk aanbod
Hoe de meterkast van de toekomst eruit gaat zien, is dus nog de vraag. De Normcommissie denkt niet aan één variant, maar aan meerdere varianten die elk tegemoet komen aan andere eisen en behoeftes. Er is nog een ander aandachtspunt. Nu mag de meterkast maximaal 3 m van de toegangsdeur van een woning verwijderd zijn. De Normcommissie zou dat graag willen oprekken tot bijvoorbeeld 3,6 m. Zo ontstaat er meer flexibiliteit voor inpassing van de meterkast in een woning. Overigens geldt NEN 2768 alleen voor nieuwbouw of grootschalige renovatieprojecten. Voor bestaande woningen zijn de toekomstige aanpassingen in NEN 2768 niet verplicht.
Vorm
Het is dus nog even de vraag hoe de nieuwe NEN 2768 er precies uit gaat zien. De Normcommissie wil daar dit jaar uitsluitsel over geven. Tot dan zult u het dus als installateur in het slechtste geval nog even moeten doen met volgestouwde en soms te grote meterkasten
Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl