- Branche
- januari 30, 2025
- 14 views
Eén miljoen warmtepompen in 2030 lijkt onhaalbaar
Sinds eind 2024 wordt 1 op 12 woningen verwarmd met een warmtepomp. Het beleidsdoel 2030 vraagt echter om stevige groei na 27% marktkrimp in 2024, vindt de brancheorganisatie voor leveranciers van warmtepompen Vereniging Warmtepompen, ondanks een opleving in het vierde kwartaal.
In heel 2024 werden door fabrikanten en importeurs 110.000 warmtepompen voor woningen verkocht, fors minder dan de 150.000 in 2023. Van de in totaal ruim 650.000 in woningen geïnstalleerde warmtepompen – momenteel 1 op 12 woningen, werden er sinds 2021 ruim 200.000 in bestaande woningen geplaatst. De relatief jonge warmtepompenmarkt wordt nog voornamelijk bepaald door overheidsbeleid. Stimuleringsmaatregelen worden momenteel echter afgebouwd en de doelstelling om van de huidige 1 op 12 naar 1 op 5 woningen in 2030 efficiënt te verwarmen met een warmtepomp lijkt uit beeld. Voor dat doel - 1 miljoen geïnstalleerde (hybride) warmtepompen in bestaande woningen in 2030 - zouden per jaar gemiddeld 150.000 warmtepompen moeten worden geïnstalleerd in bestaande woningen, en dus ruim 200.000 totaal per jaar inclusief in de nieuwbouw. Ook de markt van warmtepompen voor de utiliteitssector zag in 2024 een krimp. Met 16% t.o.v. 2023 bescheidener dan de 27% in de woningbouw, maar minstens even zorgwekkend. De minister moet in de voorjaarsnota met aanvullend beleid en middelen komen om haar doelen te behalen, vindt de Vereniging Warmtepompen.
Vooral nieuwbouw
Van de 110.000 warmtepompen voor woningen in 2024 waren zo’n 50.000 voor de nieuwbouw, vanwege de sinds 2018 verplicht aardgasloze nieuwbouw allemaal all-electric. Bijna 14.000 daarvan waren water/water-warmtepompen en ruim 36.000 lucht/water-warmtepompen. Van de 60.000 warmtepompen voor bestaande woningen waren er bijna 20.000 all-electric waarmee in 2024 de verhoudingstrend wordt gebroken in het voordeel van de hybride warmtepomp.
Marktkrimp
Het marktvolume in de eerste drie kwartalen van 2024 was de helft van dezelfde periode in 2023. Deze marktkrimp zette al in gedurende het laatste kwartaal 2023; in het recente kwartaal trok de markt voor zowel hybride als all-electric lucht/water warmtepompen voor de bestaande woningbouw juist aan door de voor 2025 aangekondigde verlaging van ISDE-subsidie op kleine lucht/water warmtepompen. De branche verwacht dan ook dat deze opleving van tijdelijke aard zal zijn, met een geleidelijke terugval in de loop van 2025, wegens de overgangsregeling voor nog in 2024 geaccepteerde particuliere offertes.
Afbouw capaciteit
De actuele en structurele krimp heeft fabrikanten genoopt om capaciteit af te bouwen. Er was in de jaren voorafgaand aan 2024 juist zwaar geïnvesteerd in productie- en installatiecapaciteit, vanuit afspraken tussen sector en overheid in het nationale actieplan (hybride) warmtepompen. Deze afspraken werden echter door het kabinet Schoof eenzijdig opgezegd met als evident resultaat economische schade voor fabrikanten en dat beleidsdoelen buiten beeld raakten, aldus de Vereniging Warmtepompen. ‘Hoewel een investering in een warmtepomp sowieso áltijd rendeert, vraagt versnelling in de huidige markt om aanvullend beleid om aanschaf en gebruik aantrekkelijk te houden. De aard van de klanten is aan het verschuiven van de ‘early adopters’ naar de kritischere ‘early majority’ waardoor alleen de spreekwoordelijke wortel – ISDE-subsidie – onvoldoende is voor versnelling. En die budgetten staan zelfs onder druk de komende jaren. Ook de verhouding tussen de prijs van elektriciteit en aardgas is een belangrijke driver.’
- Branche
- januari 30, 2025
- 49 views
Eigen stem voor opleidingsbedrijven binnen Techniek Nederland
Techniek Nederland introduceert een Vakcommissie Opleidingsbedrijven. Daarmee geeft de brancheorganisatie opleidingsbedrijven een eigen stem binnen de vereniging. Judith van Heeswijk, programmamanager Onderwijs, Scholing en Arbeidsmarkt, gaat de nieuwe Vakcommissie vanuit Techniek Nederland begeleiden. Van Heeswijk: “Opleidingsbedrijven zijn cruciaal voor de kwaliteit van technische vakmensen. Ze zijn onder meer van belang bij de instroom van zij-instromers. Met een eigen Vakcommissie hebben opleidingsbedrijven nu de gelegenheid om actuele thema’s op de agenda te zetten.”
De nieuwe Vakcommissie krijgt een belangrijke rol in de belangenbehartiging van opleidingsbedrijven. De groep kan daarbij gebruik maken van de contacten die Techniek Nederland heeft met onder meer media, ministeries, Tweede Kamerleden, ondernemerskoepels MKB Nederland en VNO-NCW, vakbonden en fabrikantenorganisaties. De vereniging biedt ondersteuning bij het ontwikkelen van visie en beleid op het gebied van opleidingen.
Voordelen voor opleidingsbedrijven
Opleidingsbedrijven die zich aansluiten bij Techniek Nederland kunnen gebruikmaken van producten en diensten van de vereniging, zoals juridische ondersteuning en het ledenvoordeelprogramma. Ook kunnen ze direct hun invloed laten gelden bij cao-onderhandelingen en deelnemen aan werk- en vakgroepen en commissies. Daarnaast hebben ze toegang tot informatiebronnen zoals circulaires, nieuwsbrieven en de website van Techniek Nederland.
Win-win
Volgens Van Heeswijk gaat de Vakcommissie zorgen voor een krachtiger belangenbehartiging. “Zowel bij de branchevereniging als bij de leden van de Vakcommissie is veel kennis aanwezig. Dit is écht een win-win situatie.” Ook Cor van den Heuvel, voorzitter van Installatiewerk Nederland, is enthousiast over de oprichting: “Opleidingsbedrijven zijn een wezenlijk onderdeel van de opleidingsinfrastructuur in de installatiebranche. Ze leiden ruim een derde op van alle studenten in het mbo en verzorgen jaarlijks scholingstrajecten voor meer dan 10.000 monteurs. Via de Vakcommissie kunnen we onze stem krachtiger laten horen.” Peter van Winsen van Goflex Group en voorzitter van de Vakcommissie: “Deze samenwerking is een eerste stap naar een kwalitatieve en transparante opleidingsinfrastructuur in Nederland voor de techniek. De volgende stap wordt het zoeken van samenwerking met de metaal- en de bouwopleiders om deze infrastructuur te verbreden.”
Brede vertegenwoordiging
Behalve de IW-vestigingen Zuid-Holland, Achterhoek Rivierenland, Noord-Holland, Oost & Flevoland, Zuid & Midden en Zuid-Oost hebben Goflex Group, De Techniekacademie, Coöperatieve Barneveldse Techniek Opleidingen, TEB Vakschool en TSH Vakopleidingen zich bij de Vakcommissie aangesloten. Met deze brede vertegenwoordiging legt de Vakcommissie een solide basis voor de verdere versterking van opleidingsbedrijven binnen de technieksector. Opleidingsbedrijven die als hoofddoel het opleiden van leerling-werknemers voor de installatiesector hebben én beschikken over opleidingsfaciliteiten kunnen lid worden van Techniek Nederland en daarmee van de Vakcommissie.
- Branche
- januari 23, 2025
- 28 views
Eerste warmtepomp op waterstof voor woningverwarming
De eerste niet-industriële warmtepomp op waterstof is een feit. De waterstofwarmtepomp is ontwikkeld door het Twentse technologiebedrijf Cooll. Op dit moment wordt een demonstratiewoning in Groningen verwarmd met een adsorptiewarmtepomp die op 100% waterstof draait. De door Cooll ontwikkelde technologie bleek eerder al succesvol voor high-tech ruimtevaarttoepassingen.
In vergelijking met een hr-ketel is met deze warmtepomp 30 tot 40% minder brandstof nodig om een woning te verwarmen. In de transitieperiode kan nog gebruikgemaakt worden van aardgas, wat al direct leidt tot een significante reductie van de CO2-uitstoot. Na omschakeling op groen gas ontstaat een CO2-neutrale verwarmingsoplossing.
Testen bij EnTrance in Groningen
Om de werking van de waterstofwarmtepomp te valideren, breidde Cooll haar labfaciliteiten in Hengelo uit met testopstellingen voor waterstof. Na initiële testen in eigen laboratoria werd de warmtepomp geïnstalleerd in het HEAT House van Entrance in Groningen, een onderzoekscentrum op het gebied van waterstoftoepassingen. Onder realistische omstandigheden zijn inmiddels verschillende buitencondities en warmtevraagscenario’s getest. De resultaten tonen aan dat de jaarronde prestaties van de waterstofwarmtepomp vergelijkbaar zijn met die van de aardgasvariant. Inmiddels heeft de warmtepomp een maand lang succesvol op waterstof gedraaid.
Succesvolle samenwerking
Het resultaat is bereikt door een succesvolle samenwerking tussen de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), Cooll, GasTerra en Entrance in Groningen. Het bouwt voort op de samenwerking met onder meer de Universiteit Twente en European Space Agency. De kerntechnologie wordt momenteel ook benut voor trillingsvrije koeling in de Einstein Telescope. Daarmee is Nederland een belangrijke speler is bij de ontwikkeling van duurzame thermodynamische innovaties.
Gerard Martinus, manager Energietransitie bij GasTerra merkt op: “Het ontsluiten van meerdere routes naar verduurzaming is voor GasTerra een belangrijk doel geweest. Hiermee leggen wij de basis voor een nieuwe ontwikkeling van de gasmarkt in Nederland, die van cruciaal belang is geweest voor de welvaartsgroei van Nederland. Met de ontwikkeling van deze technologie scheppen we opties voor de moeilijk te verduurzamen markt in de niet-industriële sector”.
Johannes Burger, technologie directeur en mede-oprichter van Cooll stelt: “Het is duidelijk dat de verwarmingsmarkt alternatieven nodig heeft nu de elektriciteitsmarkt en het elektriciteitsnet steeds meer vastlopen. De succesvolle demonstratie benadrukt het potentieel van waterstof en andere groene gassen als alternatieve energiebron voor woningverwarming”. Hij voegt daaraan toe: “Wij benadrukken de noodzaak om meerdere parallelle routes te bewandelen om onze verwarmingsvraag te verduurzamen. De H2-ready warmtepomp geeft perspectief voor de toekomst terwijl het tegelijk één van de routes is om ons aardgasverbruik op korte termijn te reduceren. Op langere termijn kan het bestaande gasnet gebruikt worden om over te schakelen naar groene gassen zoals biogas, groene waterstof of synthetisch gas.”
Een efficiënte en veelzijdige technologie
De adsorptiewarmtepomp van Cooll is een monoblock-warmtepomp die binnenshuis kan worden geplaatst. Het systeem werkt efficiënt met hogetemperatuurradiatoren, waardoor het geschikt is voor de grote meerderheid van lastig te verduurzamen woningen. Door de cv-ketel te vervangen vermindert deze warmtepomp het gasverbruik en de CO2-uitstoot met 30-40%, zónder toename van het elektriciteitsverbruik. Bovendien is de warmtepomp stil en kan deze in één dag worden geïnstalleerd. In combinatie met hoge temperatuur-radiatoren kan de technologie een hogere CO2- en energiebesparing opleveren dan elektrische en hybride warmtepompen
- Branche
- januari 23, 2025
- 12 views
“Wervingscampagnes voor de branche werken niet”
Ben Goossens was bijna 50 jaar lang werkzaam in de installatiebranche. In al die jaren heeft hij geen enkele wervingscampagne de revue zien passeren die vruchten afwierp. Is er sowieso wel een recept voor succes?
Goossens werkte zijn gehele carrière bij twee installatiebedrijven, waarvan het overgrote deel bij Kemkens. Hij schopte het tot afdelingshoofd van de afdeling woningbouw, waarbij hij zich ook boog over commerciële zaken. “Zolang ik me kan heugen is er altijd een gebrek aan aanwas geweest in onze branche en een grote kloof tussen het onderwijs en de praktijk. In de jaren 90 wilden we daar een kentering in brengen bij Kemkens door een eigen vakopleiding in het leven te roepen.”
Was dat een succes?
“Jazeker. We merkten dat leerlingen van de ROC’s met een BBL-opleiding vaak stukliepen op een gebrek aan begeleiding. Als ze een werk-/opleidingstraject volgden bij een installatiebedrijf, moesten ze al snel productie draaien, wat ten koste ging van hun verdere verdieping. In 1992 zijn we als Kemkens van start gegaan met een eigen avondopleiding, waar ze de nodige praktijkkennis konden opdoen en echt konden groeien in het vak. Dat pakte goed uit. De meesten werken nu nog bij Kemkens.”
Bestaat die eigen vakopleiding nog steeds?
“Ja, maar het is door geëvolueerd. In 2005 hebben we als Kemkens van de avondopleiding een dagopleiding gemaakt, waar de leerlingen 1 dag per week praktijklessen volgden. En tegenwoordig beschikken we over een eigen kenniscentrum.”
Maar eigenlijk is het schrijnend dat een installateur zelf die kennislacune moet opvullen. Dan schort er toch wat aan het regulier onderwijs?
“Ik denk dat er een sterke behoefte is aan hybride docenten. Vakmensen die deels werkzaam zijn in de installatiebranche en deels hun kennis en expertise willen overdragen op scholen. Daarnaast zouden fulltime docenten de tijd moeten krijgen om jaarlijks hun kennis bij te kunnen spijkeren. Op die manier zouden het onderwijs en de praktijk weer beter op elkaar aansluiten.”
Blijft natuurlijk de vraag hoe je jongeren zover krijgt om een werktuigbouwkundige opleiding te volgen.
“Top down initiatieven, zoals wervingscampagnes van brancheverenigingen en overheden werken niet. Allemaal verspilde tijd. Ik kan niet precies de vinger op de zere plek leggen, maar ik vermoed dat dergelijke campagnes worden opgezet door mensen die zelf weinig affiniteit hebben met de installatiebranche. En daardoor komen ze ongeloofwaardig over. De branche en dan heb ik het over de installateurs zelf, moet het voortouw nemen, is mijn ervaring. En dan kan je niet vroeg genoeg beginnen.”
Het complete artikel verschijnt binnenkort in de januari-uitgave van InstallateursZaken
- Branche
- januari 22, 2025
- 16 views
Terpstra treedt treedt terug als voorzitter van Techniek Nederland
Terpstra treedt treedt terug als voorzitter van Techniek Nederland
Doekle Terpstra treedt uiterlijk op 30 juni terug als voorzitter van Techniek Nederland. Zijn tweede en statutair laatste zittingstermijn is op 1 februari 2025 formeel afgelopen. Terpstra blijft nog in functie tot er een nieuwe voorzitter is gevonden. Wie zijn opvolger wordt, verwacht de brancheorganisatie dit voorjaar bekend te kunnen maken.
Doekle Terpstra is sinds 2017 voorzitter van Techniek Nederland. Tijdens zijn voorzitterschap heeft hij zich ingezet voor het versterken van de technieksector, daarbij aandacht vestigend op onder meer de cruciale rol van installateurs in de energietransitie en het grote maatschappelijk belang van het technisch beroepsonderwijs.
Op de kaart gezet
Algemeen directeur Erik van Engelen van Techniek Nederland vindt dat de branche veel aan Terpstra te danken heeft. “Hij heeft Techniek Nederland en de technieksector stevig op de kaart gezet, zowel bij beleidsmakers en politici als in de media. Zijn opvolger kan voortbouwen op wat Doekle heeft neergezet.”
- Branche
- januari 20, 2025
- 9 views
Nu ook elektra-assortiment voor W-installateurs bij Wasco
Nu ook elektra-assortiment voor W-installateurs bij Wasco
Technische groothandel Wasco heeft haar assortiment met elektra uitgebreid voor W-installateurs. Dankzij de strategische samenwerking met zusterbedrijf Rexel Nederland is het aanbod nu completer als het gaat om specifieke elektraproducten. Van elektra voor airco-, ventilatie en verwarmingssystemen tot oplossingen voor sanitair installaties.
“Met deze uitbreiding zetten we een belangrijke stap in het ondersteunen van W-installateurs, met name door randzaken te vereenvoudigen ,” aldus Xander Hagens, Commercieel Directeur bij Wasco. “De samenwerking met Rexel Nederland heeft ervoor gezorgd dat we sneller en flexibeler kunnen inspelen op deze vraag vanuit de markt. Bovendien kunnen onze klanten nu rekenen op een nóg breder assortiment, waardoor we steeds meer een echte onestopshop zijn voor onze klanten.”
Alles onder één dak
Met deze uitbreiding wil Wasco aansluiten bij de groeiende behoefte aan totaaloplossingen binnen de W-installatiebranche. Het aanvullende aanbod maakt het mogelijk om zowel installatiematerialen als bijbehorende elektra in te kopen bij de groothandel, waar nu onder andere ook (opbouw)schakelmateriaal, waterdicht schakelmateriaal, elektrabuizen, en thermostaatkabels verkrijgbaar zijn.
Het startassortiment elektra is al per direct te verkrijgen via de Wasco-webshop. In het eerste kwartaal worden ook de 36 vestigingen voorzien van het startassortiment. Het elektra-assortiment wordt dit jaar verder uitgebreid om installateurs bij alle W-installaties te kunnen bedienen op dit vlak.
- Branche
- januari 15, 2025
- 11 views
Checklist hotspots in waterleidingen
Ruimtegebrek in gebouwen zorgt er vaak voor dat (drink)waterleidingen en warme leidingen, zoals cv- en vloerverwarmingsbuizen, dicht bij elkaar worden geplaatst. Dit kan leiden tot ongewenste opwarming van waterleidingen, met mogelijke gevolgen voor de veiligheid en kwaliteit van het drinkwater. Om dit probleem aan te pakken, heeft ISSO het rapport 110970 ‘Checklist Hotspots in waterleidingen’ uitgebracht.
Het rapport biedt praktische richtlijnen voor professionals in de bouw- en installatiesector om leidingen veilig en efficiënt te ontwerpen. Het legt een sterke focus op situaties waarbij vloerverwarming en drinkwaterleidingen worden gecombineerd. Met behulp van tabellen geeft de checklist inzicht in de invloed van factoren zoals cv-ontwerptemperaturen, ruimtetemperaturen, isolatiematerialen en bouwkundige elementen, zoals verlaagde plafonds.
Belangrijke referentie
Het rapport sluit aan op de voorschriften in de NEN 1006 en het Besluit Bouwwerken Leefomgeving. Het is zo opgesteld dat het een belangrijke referentie vormt binnen andere publicaties, waaronder ISSO Publicaties 55, 55.1, en 55.2, en het Kleintje Legionellapreventie.
Met deze kennis kunnen professionals waterinstallaties optimaliseren en voldoen aan alle veiligheidseisen. Het rapport is daarmee een goed hulpmiddel voor het waarborgen van veilige en duurzame waterinstallaties in gebouwen.
Het ISSO-rapport 110970 ‘Checklist Hotspots in waterleidingen’ is beschikbaar via www.BouwZo.nl.
- Branche
- januari 14, 2025
- 11 views
Vier op de tien woningen binnen tien jaar energieneutraal
Vier op de tien woningen binnen tien jaar energieneutraal
Bijna vier op de tien Nederlanders verwachten binnen tien jaar volledig energieneutraal te wonen. Dat blijkt uit onderzoek van duurzaamheidsplatform Slimster.nl onder 1000 respondenten. Het wordt echter een behoorlijke kluif om iedereen mee te krijgen, want een op de vijf Nederlanders geeft namelijk weinig tot niets om energieneutraal wonen. “Het benadrukken van andere voordelen dan klimaatwinst, zoals meer wooncomfort en lagere lasten, is belangrijk om ook deze groep te motiveren”, aldus eigenaar Marco Schuurman van Slimster.
Huurders blijken optimistischer dan woningeigenaren: 40,6 procent van de huurders verwacht binnen tien jaar energieneutraal te wonen, tegenover 37,5 procent van de woningeigenaren. Opvallend, vindt Schuurman: “Huurwoningen worden toch vaak gezien als het ondergeschoven kindje in de energietransitie, maar huurders lijken nu het gevoel te krijgen dat verhuurders - al dan niet onder druk van regelgeving - wel degelijk sneller verduurzamen. Vaak betaalt men daardoor iets meer huur, maar wordt dat gecompenseerd door een besparing op de energierekening.”
Jongeren meest optimistisch
Ook tussen leeftijdsgroepen brengt het onderzoek duidelijke verschillen aan het licht. Twintigers zijn het meest positief gestemd: 60 procent verwacht binnen tien jaar energieneutraal te wonen, tegenover slechts 25 procent van de vijftigers. Over het belang daarvan is de jongste generatie volwassenen ook het meest uitgesproken: zowel het percentage dat energieneutraal woningen belangrijk als onbelangrijk vindt, is onder deze groep het hoogst. Veertigers en vijftigers lijken er - gezien het hoge percentage dat er ‘neutraal’ in staat - niet zo mee bezig te zijn.
Juiste informatie
“Het is goed om te zien dat veel Nederlanders intrinsiek gemotiveerd zijn om hun huis te verduurzamen”, zegt Schuurman. “Maar voor anderen is het belangrijk om de bijkomende voordelen van verduurzamen, zoals meer comfort en lagere kosten, te benadrukken. Met de juiste informatie kunnen we meer mensen helpen verduurzamen. Uiteindelijk is een duurzamere wereld iets waar we collectief baat bij hebben.”
Warmtepomp maakt meeste impact
De overstap van een gasgestookte cv-ketel naar een warmtepomp maakt hierbij vaak de meeste impact. Uit eerder onderzoek van Slimster bleek al dat bijna de helft van de huiseigenaren geïnteresseerd is in een warmtepomp. De meerderheid van de Nederlanders denkt bovendien dat zonnepanelen nog steeds rendabel zijn, ondanks het aflopen van de salderingsregeling in 2027. Dat laatste zorgt dan weer voor een groeiende interesse in thuisbatterijen: twee derde van de huiseigenaren met zonnepanelen verwacht een thuisaccu aan te schaffen.
- Branche
- januari 10, 2025
- 3 views
Een HT-warmtepomp is niet altijd interessant
Voor technische installaties in woningen bestaan vele oplossingen en producten. Per project dienen de beste keuzes te worden gemaakt. Het gaat fout als voordelen te zwaar worden gewogen en nadelen verwaarloosd. Zoals gebeurt bij de hoogtemperatuurwarmtepomp (HT-WP), ervaart adviseur ir. Sjoerd Eegerdingk in zijn dagelijkse praktijk.
De propaanwarmtepomp is bezig met een opmars en wordt soms zelfs al beschouwd als de nieuwe standaard. Voordelen zijn het milieuvriendelijke koudemiddel (R290) en de hoge afgiftetemperatuur tot 70 of zelfs 75 °C. Als monoblock is geen F-gassen certificaat (STEK) benodigd en door buitenplaatsing en een gesloten koudemiddelcircuit zijn de veiligheidseisen beperkt. Extra geluid en hogere kosten worden meestal zonder probleem geaccepteerd.
COP-waarde
De HT-WP is een eenvoudige oplossing bij vervanging van een gasketel in bestaande bouw. Te weinig wordt echter stilgestaan bij de invloed van de afgiftetemperatuur op het rendement en het energiegebruik. COP-waarden worden door fabrikanten en leveranciers meestal vermeld bij de meetconditie Air 7°C/Water 35°C, soms zelfs A7/W27. Bij grotere temperatuurverschillen nemen de prestaties en besparingen echter sterk af.
Nauwelijks zuiniger
Door die lage COP-waarden is een HT-WP-systeem bij de huidige energietarieven nauwelijks zuiniger dan een gasketel. En nog minder gunstig bij tapwaterverwarming, vanwege extra systeemverliezen en bijstook (legionella-risico) van de boiler. Verder geven leveranciers aan dat R290 wat minder presteert bij koelcondities en zal ook in de zomer meer energie worden gebruikt dan door LT-varianten.
Het complete artikel verschijnt binnenkort in de januari-uitgave van InstallateursZaken
Betere keuzes
Conclusie: besparingen met een HT-WP zijn aanmerkelijk lager dan met een LT-systeem en niet in alle gevallen interessant. Mogelijk kan beter eerst worden gekozen voor bouwkundige verbeteringen en aanpassing van het afgiftesysteem, met voorlopige handhaving van een gasketel en eventueel een kleine hybride warmtepomp.
- Branche
- januari 8, 2025
- 3 views
Onderzoek naar Brancheplan Verpakkingen om succes ervan beter te begrijpen
Het Brancheplan Verpakkingen in de installatiebranche heeft in drie jaar tijd opmerkelijke kwantitatieve resultaten opgeleverd. Zo wordt al 82% van de plastic verpakkingen en 93% van de kartonnen verpakkingen ingezameld voor recycling. Hogeschool Windesheim gaat nu onderzoeken welke kwalitatieve factoren hebben bijgedragen aan het succes. Met de resultaten van het onderzoek kunnen de technieksector zelf én andere branches hun voordeel doen.
Onderzoeksgroep Netwerken in een Circulaire Economie (NiCE) van Hogeschool Windesheim gaat het praktijkonderzoek uitvoeren. Ook Techniek Nederland en FEDET, initiatiefnemers van het Brancheplan Verpakkingen, zitten in het onderzoeksteam. Bedrijven als Breman, Famostar, Hanzestrohm, Remeha, Rensa en Zehnder werken mee. Het onderzoek is op 1 november van start gegaan en gaat een jaar duren.
Inspireren
Laurens de Vrijer is projectleider van het Brancheplan Verpakkingen bij Techniek Nederland. Hij constateert dat het Brancheplan niet alleen kwantitatief, maar ook kwalitatief succes heeft opgeleverd. “We hebben samen met de FEDET niet alleen partijen in de keten bij elkaar gebracht, maar we zijn er écht in geslaagd om mensen binnen uiteenlopende bedrijven en organisaties te inspireren. Er was bereidheid kennis te delen en van elkaar te leren. Die aanpak hebben óók nodig om de grote omslag naar méér circulariteit in onze branche te maken. Ook andere branches kunnen lering trekken uit het onderzoek.”
Wat werkt?
Marcus Popkema, associate lector van NiCE bij Hogeschool Windesheim: “Het brede netwerk van samenwerkende bedrijven en de kwantitatieve resultaten van het Brancheplan Verpakkingen zijn veelbelovend. De exemplarische rol van Techniek Nederland en FEDET bij het brancheplan benadrukt de kracht van deze relatiehouders. Door gezamenlijk praktijkonderzoek te verrichten hopen we beter te begrijpen hoe het brancheplan werkt. Hiermee willen we de activiteiten in het brancheplan overdraagbaar maken, zodat ook andere partijen het gebruik van verpakkingsmateriaal kunnen terugdringen en zo bijdragen aan duurzame doelstellingen.”
Breed draagvlak
Het Brancheplan Verpakkingen is een initiatief van Techniek Nederland en FEDET. Het plan wordt uitgevoerd in samenwerking met een stuurgroep, meer dan zeventig bedrijven in de keten en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Het onderzoek wordt mogelijk gemaakt door een subsidie van Regieorgaan Sia.