Installatievolume neemt vooral in de woningbouw sterk toe

Het productievolume van de installatiebranche neemt dit jaar toe. Na een kortstondige daling in 2024 mag de sector voor het lopende jaar rekenen op een groei van 2%. Dat blijkt uit het rapport Economische vooruitzichten 2026 en verder, opgesteld door Bouwkennis in opdracht van brancheorganisatie Techniek Nederland. Op grond van de cijfers in het rapport kan de branche in 2026 en 2027 een gematigde groei verwachten van respectievelijk 1,5% en 0,9%.

Volgens Mark Harbers, voorzitter van Techniek Nederland, onderstrepen de cijfers dat het belang van techniek in de gebouwde omgeving steeds groter wordt. Harbers: “We zien een productiestijging in de nieuwbouw van woningen en een bescheiden herstel in de utiliteitsbouw. Omdat de rol van installaties in woningen en gebouwen belangrijker wordt, vertalen die groeicijfers zich onmiddellijk in een positieve ontwikkeling voor de technieksector.”

Meer werk, meer mensen, meer productiviteit
Harbers is positief over de groeicijfers, maar wijst ook op de uitdagingen waar de sector mee te maken heeft. “De komende jaren komt er veel werk op ons af. Dat vraagt om méér mensen en een verhoging van de productiviteit. Overheid, onderwijs én de sector zelf zullen moeten investeren in de instroom vanuit de technische vakopleidingen, maar ook in zij-instromers. Tegelijkertijd moeten we inzetten op AI, robotisering en digitalisering.”

Woningbouw als motor van herstel
Het installatievolume in de woningbouw laat met afstand de sterkste stijging zien. Voor 2025 wordt een groei van 4,3% verwacht, gevolgd door 2,1% in 2026 en 1,8% in 2027. De stijging is het resultaat van een toename in nieuwbouwprojecten. Het productievolume in renovatie en verduurzaming is in 2025 stabiel.

Lichte groei in infrastructuur
Ook het installatievolume in de infrastructuur veert op. Voor 2025 laat Economische vooruitzichten een groei zien van 1,1%, gevolgd door 2,0% in zowel 2026 als 2027. Het herstel is met name te danken aan de herstart van eerder uitgestelde projecten en de ontsluiting van nieuwe ontwikkelgebieden.

Bescheiden groei in de utiliteitsbouw
De utiliteitsbouw blijft iets achter met een groei van 0,8% in 2025, 1,2% in 2026 en 0,2% in 2027. De installatievolumes staan vooral onder druk door een krimp in de budgetsector, waaronder overheidsgebouwen, zorginstellingen en scholen.

Installatiequote neemt toe
Techniek neemt een steeds groter aandeel in de totale bouwkosten in. In de woningbouw is de installatiequote in relatief korte tijd verdubbeld; van 10% in 2012 naar 20% in 2024. In de utiliteitsbouw is het aandeel techniek in de bouwkosten al langere tijd hoog. Daar ligt de installatiequote in nieuwbouw, renovatie en onderhoud gemiddeld tussen 40% en 45%.

“Gasketelwet moet effectiever”

“Er moet méér gebeuren om de veiligheid in Nederlandse woningen te vergroten en het aantal ongevallen met koolmonoxide terug te dringen.” Net als de Toelatingsorganisatie Kwaliteitsborging Bouw (TloKB) vindt Techniek Nederland dat de uitvoering van het CO-stelsel (de ‘Gasketelwet’) beter en effectiever kan. Mark Harbers, voorzitter van Techniek Nederland, wil daarover snel in gesprek met het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en de TloKB. Harbers: “Het is goed dat de Gasketelwet er nu is, maar de effectiviteit schiet nog tekort. Het ontbreekt onder meer aan bekendheid, kennis en aan handhaving. Er zijn aanvullende maatregelen nodig om het stelsel écht te laten werken.”

Techniek Nederland en de TloKB willen de bestaande publiekscampagne grootschalig en voor meerdere jaren intensiveren. Harbers: “Alleen een gecertificeerd bedrijf mag aan een cv-ketel werken en zo’n bedrijf herken je aan het CO-vrij-logo. Die informatie is belangrijk voor je veiligheid, maar voor veel consumenten is het totaal onbekend. De inhoud van de wet moet breed onder de aandacht komen, te beginnen bij de start van het komende stookseizoen.”

Verplicht onderhoud
Net als de TloKB pleit Techniek Nederland voor verplicht periodiek onderhoud. In minstens 3,5 miljoen woningen krijgt de cv-ketel níét het noodzakelijke tweejaarlijkse onderhoud. Harbers: “Als je cv-ketel regelmatig wordt nagekeken en onderhouden door een gecertificeerd monteur, is de installatie veiliger en energiezuiniger. In omringende landen is periodiek onderhoud verplicht. Dat zou in Nederland ook zo moeten zijn.”

Effectiever handhaven door gemeenten
De taak om de Gasketelwet te handhaven ligt bij de gemeenten. TloKB en Techniek Nederland constateren dat die handhaving momenteel tekortschiet. Meldingen van misstanden blijven vaak liggen, waardoor onveilige situaties blijven bestaan. Bovendien vallen niet alle onveilige situaties onder de meldingsplicht. Techniek Nederland vindt dat gemeenten de middelen moeten krijgen om echt werk te maken van handhaving. Dat beschermt consumenten én het maakt onfrisse praktijken van niet-gecertificeerde aanbieders een stuk moeilijker. Uit het jaarverslag van TLoKB blijkt dat de helft van de ongevallen met koolmonoxide plaatsvindt buiten de verantwoordelijkheid van installatiebedrijven, bijvoorbeeld tijdens (ver)bouwwerkzaamheden door een aannemer.

Meldpunt
Om gevaarlijke situaties snel en eenvoudig te melden, heeft Techniek Nederland het platform meldpuntonveiligeinstallaties.nl ontwikkeld. De brancheorganisatie wil dit meldpunt beschikbaar stellen aan gecertificeerde installatiebedrijven, certificerende instellingen en gemeenten. Daarvoor moet wel voldaan worden aan een aantal randvoorwaarden, waaronder financiering. Samen met digiGO en VNG wordt hieraan gewerkt.

Extra maatregelen
Om de effectiviteit van het CO-stelsel te vergroten, zijn extra maatregelen nodig. Als het aan Techniek Nederland ligt, mag alleen een gecertificeerde installateur een cv-ketel aanschaffen. Directe verkoop aan consumenten zou beperkt moeten worden tot situaties waarin een gecertificeerd bedrijf de installatie verzorgt. Bij de aanschaf en installatie van airconditioningsystemen is dit al de standaardprocedure.

Haalbaar en betaalbaar
Techniek Nederland vindt dat CO-certificering haalbaar en betaalbaar moet zijn voor álle installateurs. Daarom blijft de brancheorganisatie pleiten voor een vorm van koepelcertificering. Daarmee dalen de kosten en wordt het certificeringsproces eenvoudiger, aldus Techniek Nederland.

Gecertificeerd vakmanschap groeit
Techniek Nederland benadrukt dat de Gasketelwet veel positieve effecten heeft gehad. Sinds de aankondiging en invoering is het aantal gecertificeerde bedrijven en vakbekwame monteurs sterk gegroeid. Inmiddels zijn 3.136 installatiebedrijven CO-gecertificeerd en werken er 25.000 vakbekwame monteurs onder het CO-stelsel. Zij hebben in 2024 samen 2,2 miljoen inbedrijfstellingen van cv-ketels uitgevoerd. Certificerende instellingen constateren dat gecertificeerde bedrijven over het algemeen goed werk leveren en vertrouwd raken met het stelsel. In 2024 werden 99 (bijna-)ongevallen met koolmonoxide gemeld – een daling van 6 ten opzichte van 2023.

Veenendaal krijgt nieuw warmtenet

De rijksoverheid kent twee belangrijke subsidies toe voor een nieuw warmtenet in Veenendaal. Dit zorgt ervoor dat de plannen voor het warmtenet financieel haalbaar zijn. Met de subsidies kan warmtebedrijf Veenwarmte de levering van betaalbare warmte aan bewoners garanderen. De komst van het warmtenet ten oosten van het centrum van Veenendaal is hiermee een stap dichterbij.

Eind 2024 keurden burgemeester en wethouders van de gemeente Veenendaal de plannen voor het nieuwe warmtenet goed. Daarna vroeg Veenwarmte de Warmtenetten Investeringssubsidie (WIS) aan. In mei liet de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) weten vertrouwen te hebben in de plannen van Veenwarmte en de subsidie te verlenen.

Betaalbaarheid voorop
Gerhard van de Lagemaat, directeur van Veenwarmte: “De toekenning van deze subsidie is een belangrijke stap in het waarmaken van onze plannen. We wisten al dat een warmtenet in dit deel van Veenendaal technisch haalbaar is. Dankzij deze subsidie wordt de aanleg van het warmtenet ook nog eens goed betaalbaar. Dat vertaalt zich straks naar gunstige warmtetarieven voor bewoners. En natuurlijk naar een belangrijke bijdrage aan de verduurzaming van Veenendaal.”

Beheersbare energierekening
Veenwarmte werkt voor het warmtenet nauw samen met woningcorporatie Veenvesters. Veenvesters investeert de komende jaren fors in de verduurzaming van bijna 1.900 appartementen. Aansluiting op het nieuwe warmtenet is daar een belangrijk onderdeel van. Ook de woningcorporatie krijgt hiervoor een subsidie van de RVO. Met de Stimuleringsregeling Aardgasvrije Huurwoningen (SAH) dekt Veenvesters een deel van de aansluitkosten op het warmtenet.
Trees van Haarst, directeur-bestuurder van Veenvesters: “We investeren flink in het toekomstbestendig én duurzaam maken van onze woningen. Betaalbaar wonen voor onze huurders is daarbij een belangrijke prioriteit. Mede dankzij deze subsidie en de afspraken die we met Veenwarmte hebben, kunnen we bewoners een duurzamere woning en meer comfort bieden én kunnen hun energiekosten omlaag.”

Stap voor stap
De komende zes jaar worden woningen in het beoogde gebied stapsgewijs benaderd voor aansluiting op het warmtenet. Particuliere woningeigenaren krijgen rechtstreeks een aanbod van Veenwarmte. Zij kunnen dan aangeven of zij willen aansluiten. Veenvesters vraagt per appartementencomplex de mening van haar huurders. Als minstens 70% van alle huurders in een gebouw akkoord is, kiest Veenvesters voor aansluiting op het warmtenet.
Het warmtenet van Veenwarmte past binnen de verduurzamingsstrategie van de gemeente Veenendaal. De gemeente onderstreept dat het warmtenet in dit deel van Veenendaal een efficiënte en voordelige oplossing is om aardgasvrij te wonen. Het plan draagt bij aan de opgave om in 2050 geen aardgas meer te gebruiken in Veenendaal.

(afbeelding gemaakt met behulp van AI)

VRV met CO2 voor de Europese markt 

Daikin lanceert een nieuwe VRV-reeks die gebruik maakt van het natuurlijke koelmiddel R-744 (CO2). Deze innovatie is specifiek ontwikkeld voor de Europese markt en past binnen de bredere strategie van het bedrijf om de milieu-impact van de HVAC-oplossingen verder te beperken. Met deze nieuwe VRV-reeks geeft het bedrijf meer inzicht in zijn toekomstvisie voor de markt van Variable Refrigerant Volume (VRV)- of Variable Refrigerant Flow (VRF)-systemen.

Daikin benadrukt dat de transitie naar een koolstofvrije gebouwensector vraagt om flexibiliteit in de keuze van koudemiddelen, aangezien de behoeften en toepassingsomstandigheden sterk uiteenlopen. Er bestaat geen universele oplossing en daarom kiest het bedrijf bewust voor een aanpak waarbij het koudemiddel wordt afgestemd op de specifieke toepassing. Daarbij wordt gestreefd naar een optimaal evenwicht tussen veiligheid, energie-efficiëntie, milieueffect en kosten over de volledige levenscyclus van het systeem.

Minimale klimaatimpact
De nieuwe CO2 VRV combineert de voordelen van VRV-technologie – snelle en eenvoudige installatie, flexibele zoneregeling en hoge energie-efficiëntie – met de die van een natuurlijk koudemiddel. R-744 wordt als niet-brandbaar (klasse A1 volgens ISO817) geclassificeerd en heeft met een GWP van 1 een lage klimaatimpact. De lancering van de Eurovent-gecertificeerde CO2 VRV, in combinatie met de Round Flow cassette, vormt een stap richting duurzame VRV/VRF-oplossingen in Europa.

Veilige toepassing
Om installateurs optimaal voor te bereiden op het werken met CO2 als koudemiddel, organiseert Daikin gerichte opleidingen. Deze trainingen zijn opgedeeld in commerciële en technische modules. In de commerciële sessies ligt de focus op de eigenschappen van CO2, de toepassingsmogelijkheden en de aandachtspunten bij installatie. De technische trainingen behandelen onder meer de veiligheidsmaatregelen en correcte installatiemethoden voor CO2-systemen. Zo zorgt Daikin ervoor dat professionals op het terrein over de nodige kennis en vaardigheden beschikken om veilig en efficiënt met deze nieuwe technologie aan de slag te gaan.

Kwart van de woningen heeft een airco

De oplopende temperaturen zorgen voor een groeiende interesse in airco’s, zo signaleert duurzaamheidsplatform Slimster. Uit een onderzoek van de site onder 1054 Nederlanders blijkt dat al bijna een kwart van de woningen over een airco beschikt. Met name in Limburg en Drenthe zijn ze flink in trek, terwijl er in de kustprovincies een stuk minder behoefte aan is.

Eigenaar Marco Schuurman van Slimster verwacht dat vooral huishoudens met zonnepanelen de komende jaren vaker gaan kiezen voor een airco. “Als we straks niet meer mogen salderen, is het gros van je zonnestroom in de zomer vrijwel niets waard, omdat je het teruglevert aan het net. Dan kun je het beter zelf gebruiken om je huis te koelen.” Dat lijken veel panelenbezitters ook te beseffen: 36 procent van de koopwoningen met zonnepanelen heeft een airco, tegen 16 procent van de koophuizen zonder panelen.

Airco meest in trek in Limburg
Sinds de zomer van 2018 is er sprake van een duidelijk toenemende interesse in airco’s, zo laat Google Trends zien. Vooral in het binnenland kan het ‘s zomers inmiddels flink warm worden en dat is ook terug te zien in het onderzoek van Slimster. Zo heeft meer dan vier op de tien woningen in Limburg een airco en loopt het percentage ook in Drenthe, Flevoland (met veel nieuwe, goed geïsoleerde woningen die warmte vasthouden) en Overijssel flink op. In Friesland is daarentegen duidelijk de verkoelende impact van de Waddenzee en het IJsselmeer terug te zien: hier heeft slechts een op de negen huizen een airco.

Ook huurders profiteren van koelte
Niet geheel verrassend zijn het vooral woningeigenaren die ervoor kiezen te investeren in een airco. Maar desondanks profiteert inmiddels ook een op de zeven huurders van koele lucht in de warme maanden. Met name in Drenthe, Flevoland en Overijssel hebben veel verhuurders hun woningen voorzien van een airco. In Gelderland, Groningen en Friesland ligt dit percentage aanzienlijk lager.

Airco om mee te verwarmen
Slimster-eigenaar Schuurman merkt op dat het aantal airco-aanvragen op zijn platform jaarlijks piekt tussen juni en augustus. “Maar airco’s kunnen in de koude maanden juist fungeren als lucht/lucht-warmtepomp, waarmee je drie à vier keer zo efficiënt kunt verwarmen als met een cv-ketel. Zeker in kleinere woningen, waar je maar een of enkele ruimten hoeft te verwarmen, kan dit een hoop geld schelen.”
Als een airco je gasverbruik met 80 procent vermindert, scheelt dat een doorsnee gezin bij de huidige energietarieven ongeveer 430 euro per jaar. Bijna een op de vijf airco-eigenaren gebruikt hun airco(’s) dan ook als voornaamste verwarmingsbron, zo blijkt uit het onderzoek van Slimster.

Handboek Bouw & Installatietechniek geactualiseerd

Deel 4 van het ISSO-handboek Bouw & Installatietechniek is beschikbaar gekomen op kennisplatform BouwZo. Dit handboek bevat praktische kennis voor het ontwerpen en installeren van werktuigkundige installaties in de utiliteitsbouw. De kennis is in lijn gebracht met actuele ontwikkelingen in de sector en met wijzigingen in de wetgeving.

Het Handboek Bouw & Installatietechniek is onderdeel van de vervanging van het verouderde Handboek Installatietechniek. Ook in dit voormalige handboek kwam het thema werktuigkundige installaties al ruim aan bod. De kennisontwikkelaars van ISSO gingen aan de slag om de verouderde kennis te vertalen naar actuele kennis. Het was belangrijk om deze af te stemmen op de nieuwste ontwikkelingen in de bouw- en installatietechniek. Ook recente wijzigingen en voorschriften in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), Europese normen en praktijkervaringen zijn hierin meegenomen.

Relevante theorie en praktische voorbeelden
Professionals die werken aan werktuigkundige installaties, kunnen dit deel van het handboek raadplegen. Hier vinden ze theorie, rekenvoorbeelden, ontwerpgegevens en verwijzingen naar relevante ISSO-producten. Centrale thema’s zijn het opwekken, distribueren, afgeven en regelen van warmte en koude. De nadruk ligt daarbij niet alleen op techniek, maar ook bij het effect van de installaties op comfort en energiegebruik.

Aandacht voor veel verschillende installaties
De publicatie behandelt diverse soorten werktuigkundige installaties in de volledige keten: van warmte- en koudeopwekking tot distributie en van afgifte tot regeling. Daarbij is aandacht voor zowel conventionele ketelsystemen zoals warmwater-, stoom- en heetwaterketels maar ook technieken als warmtepompen en andere laagtemperatuursystemen. Verder komen onderwerpen als luchtverwarmingssystemen, luchtbehandeling, gebouwautomatisering en koeling aan bod.

Handboek Bouw & Installatietechniek compleet
Met Deel 4 Werktuigkundige installaties is het nieuwe Handboek Bouw & Installatietechniek, dat ISSO sinds 2022 deel voor deel publiceerde, nu compleet. Met dit nieuwe handboek kan iedereen alle basiskennis over de meest uiteenlopende onderwerpen binnen de bouw en installatietechniek in één overzichtelijke uitgave terugvinden. Het handboek bestaat uit de volgende negen delen:
• Deel 1: Basis
• Deel 2: Bouwfysica
• Deel 3: Bouwtechniek
• Deel 4: Werktuigkundige installaties
• Deel 5: Binnenklimaattechniek
• Deel 6: Sanitairtechniek
• Deel 7: Elektrotechnische installaties
• Deel 8: Duurzame energietechniek
• Deel 9: Model kwaliteitsborging gebouwde omgeving
Alle delen zijn afzonderlijk te raadplegen via het kennisplatform BouwZo op www.bouwzo.nl.

Warmtepompmarkt krabbelt op

Na een recordgroei in 2023 kende de Nederlandse warmtepompmarkt in 2024 een duidelijke terugval.  Toch tonen de eerste maanden van 2025 voorzichtig positieve signalen van herstel. Dat blijkt uit het  nieuwe Warmtepomp Trendrapport 2025 van Dutch New Energy Research.

In 2024 daalde het in gebruik genomen vermogen aan warmtepompen met maar liefst 25 procent. De  verkoop van residentiële systemen daalde zelfs met 30 procent ten opzichte van 2023. Desondanks is het  vooruitzicht voor 2025 optimistisch. Als de trend van de eerste vier maanden doorzet, kan het niveau van 2023  mogelijk opnieuw worden bereikt.
De opleving is grotendeels te danken aan de inzet op marketing vanuit de sector, als reactie op wijzigingen  in de ISDE-subsidie. Met name (hybride) lucht/water-warmtepompen profiteren hiervan. Wel waarschuwen  de onderzoekers dat het onwaarschijnlijk is dat deze stijging langdurig aanhoudt zonder verdere  beleidsstimulans.

Beleid bepaalt
Overheidsbeleid blijkt van grote invloed op de adoptie van warmtepompen in het residentiële segment. De  ISDE-regeling is belangrijk om het momentum in de markt te behouden, zeker nu het aantal nieuwe  installaties in 2024 landelijk terugliep. Tegelijkertijd toont het rapport dat de afhankelijkheid van financiële  prikkels toeneemt doordat er een duidelijke reactie is vanuit de markt op zowel overheidsbeleid als de  retoriek vanuit het kabinet. Opvallend is dat de populariteit van airco’s toeneemt, zonder dat dit vanuit beleid wordt gestimuleerd.  Hoewel primair ontworpen voor koeling, kunnen deze apparaten woningen ook (gedeeltelijk) verwarmen.  Dat betekent dat mogelijk meer Nederlandse huishoudens ‘decarbonisatieklaar’ zijn dan eerder werd  aangenomen.

Minder hybride dan gepland
De onderzoekers verwachten dat het totaal aantal warmtepompen in woningen gestaag doorgroeit naar  bijna 300.000 eenheden per jaar in 2030. De beoogde doelstelling van 1 miljoen hybride warmtepompen in  dat jaar lijkt echter niet haalbaar, een realistischere prognose ligt rond de 720.000 systemen. De groei in  warmtepompen zal richting 2030 gestaag blijven toenemen. Het grootste aandeel blijft hierin weggelegd  voor all-electric systemen.

Waardevolle keuze
Frank Agterberg, voorzitter van Vereniging Warmtepompen, onderstreept het belang van het trendrapport:  “Als trotse partner van Dutch New Energy Research blijft Vereniging Warmtepompen zich inzetten om de  warmtepompenmarkt in kaart te brengen en marktontwikkelingen te duiden. Met dit Trendrapport willen wij beleidsmakers, stakeholders en potentiële kopers overtuigen van de voordelen van een  warmtepompinstallatie en van de belangrijke bijdrage die deze techniek levert aan de energietransitie. De  markt, zeker die voor warmtepompen in bestaande woningen, wordt immers nog steeds sterk beïnvloed  door overheidsbeleid.”

Staat de kwaliteit van systeemwater onder druk?

We staan er vaak niet bij stil als branche, maar de kwaliteit van het systeemwater kan een verwarmingsinstallatie maken of breken. Door de verduurzaming is wonderlijk genoeg juist meer oplettendheid geboden. Berend de Bie, Technisch Adviseur van Spirotech, legt uit waarom.

Spirotech is een specialist op het gebied van systeemwater. De fabrikant verkoopt onder andere lucht- en vuilafscheiders om het water schoon te houden, expansiesystemen voor drinkwaterinstallaties en monitoringssystemen om de waterkwaliteit te bewaken.

Wat zijn volgens hem de drie belangrijkste factoren die de kwaliteit van systeemwater beïnvloeden?
“De warmteopwekker die wordt gebruikt, welk water er in het systeem zit en het leiding- en appendagemateriaal.”

Kan je dat toelichten?
“Een cv-ketel werkt met hogere aanvoertemperaturen dan een warmtepomp. In het verleden zorgde deze temperatuur voor een goede ontgassing van het systeemwater. Pas je een warmtepomp toe, dan is de aanvoertemperatuur significant lager. Daardoor kan er meer (veel) meer gas, en dus ook zuurstof, achterblijven. Die opgeloste gassen kunnen problemen gaan geven en de waterkwaliteit negatief beïnvloeden. In 99 % van de gevallen wordt er drinkwater gebruikt als systeemwater. De eigenschappen kunnen echter nogal variëren. In sommige regio’s heb je bijvoorbeeld meer kalkrijk drinkwater, wat kan zorgen voor afzettingen in de leidingen. Daarnaast kan er bij het aanvullen van systeemwater per ongeluk vuil mee komen. Tot slot dringt zuurstof makkelijker binnen in kunststofleidingen dan in koperen varianten. En zuurstof is een risicofactor, omdat daardoor corrosie van stalen delen kan optreden met vervuiling en dichtgeslibde installaties als gevolg.”

Wat zijn de meest gemaakte fouten bij het onderhoud?
“Het komt sowieso nog regelmatig voor dat men het onderhoud helemaal vergeet. Vindt het wel plaats, dan kiezen installateurs vaak niet voor een integrale aanpak. Ze checken bijvoorbeeld wel de cv-ketel, maar niet de druk van het expansievat of de vuilafscheider. Dat werkt niet. Je hebt echt een totaalaanpak nodig om de kwaliteit van systeemwater op peil te houden.”

Hoe zit het met het kennisniveau van de installatiebranche als het op systeemwaterkwaliteit aankomt?
“Ik merk dat eenpitters vaak beter thuis zijn in de materie dan grote bedrijven. Daar is het kennisniveau nogal wisselend. Dat heeft alles te maken met het feit dat eenpitters meestal al de nodige ervaring hebben opgedaan in vaste dienst, voordat ze voor zichzelf beginnen.”

De verduurzaming van de gebouwde omgeving kan ook gevolgen hebben voor de kwaliteit van het systeemwater. Kan je daar nog verder op inzoomen?
“Wij merken dat verwarmingsinstallaties die gekoppeld zijn aan een warmtepomp gevoeliger zijn voor luchttoetreding en vuil. Ook blijkt het leidingwerk niet altijd goed gedimensioneerd te zijn voor de hoeveelheden en snelheid van het systeemwater. Daardoor kan je bijvoorbeeld geluidsklachten krijgen. Een ander euvel dat we nogal eens tegenkomen, is dat er beproefde standaardoplossingen worden toegepast voor een nieuw, duurzaam systeem. En dat er daardoor een mismatch ontstaat. Het is belangrijk dat een installateur eerst ter plekke een goede analyse maakt van de situatie en daarna pas op zoek gaat naar de geschikte oplossing.”

Zijn dit allemaal kinderziektes en denk je dat het op termijn wel goed komt of verwacht je dat deze problemen meer structureel karakter van aard zijn?
“Ik zie de toekomt wel positief tegemoet. Door zelfregulering van de markt en incentives van de overheid zal uiteindelijk het systeemdenken ingeburgerd raken en ook de scholing beter afgestemd worden op de juiste installatie en goed onderhoud van duurzame systemen, zoals warmtepompen.”

“Innoveren om personeelstekort en netcongestie aan te pakken”

Met Mark Harbers als nieuwe voorzitter van Techniek Nederland staat de technieksector aan het begin van een innovatieve versnelling. Harbers benadrukt dat innovatie onmisbaar is om het groeiende tekort aan technische vakmensen op te vangen én om de energietransitie te versnellen. “We moeten meer doen met hetzelfde aantal mensen. Dat kan alleen door fors in te zetten op technologische vernieuwing.”

De komende jaren blijft investeren in aantrekkelijk en modern techniekonderwijs een topprioriteit voor de brancheorganisatie. “We zetten alles op alles om de instroom van jongeren in de techniek te vergroten. Maar daarmee alleen redden we het niet”, stelt Harbers. “Innovaties zoals kunstmatige intelligentie, robotisering en industrieel bouwen zijn noodzakelijk om de productiviteit te verhogen en maatschappelijke opgaven zoals de energietransitie het hoofd te bieden.”

Slimme techniek tegen netcongestie
Netcongestie belemmert de energietransitie. Volgens Harbers beschikt de technieksector over de oplossingen om dit aan te pakken. Door installaties in gebouwen slimmer aan te sturen, kan de piekbelasting op het elektriciteitsnet met 25% worden verminderd.

Delen van duurzaam opgewekte stroom
Techniek Nederland pleit ervoor om lokale energie-uitwisseling – zoals het delen van duurzaam opgewekte stroom met buren of bedrijven – wettelijk mogelijk te maken. Ook megabatterijen, energiehubs en slimme energiemanagementsystemen kunnen helpen om vraag en aanbod op het elektriciteitsnet meer in balans te brengen. Volgens Harbers zijn installateurs en technisch dienstverleners in een unieke positie om netcongestie aan te pakken: “De technieksector heeft de kennis over energie, geeft advies over gedragsverandering en energiebesparing, kan technische maatregelen nemen én staat dagelijks in contact met klanten. Deze branche is dus onmisbaar.”

Load shifting en peak shaving
Daarnaast bieden technieken als load shifting (verplaatsen van energieverbruik naar daluren) en peak shaving (pieken in verbruik afvlakken door inzet van opslag of sturing) in grote gebouwen kansen om het net te ontlasten, zonder dat dit ten koste gaat van comfort, benadrukt de nieuwe voorzitter. “Samenwerking tussen bedrijven via energiehubs of smart grids op bedrijventerreinen zorgt bovendien voor betere afstemming tussen opwek en verbruik.”

Samenwerken aan slimme oplossingen
Techniek Nederland ziet het als essentieel dat publiek en privaat samenwerken aan innovatieve oplossingen. Harbers: “De technieksector is klaar om op te schalen, maar daar is wél soepelere wetgeving en gerichte stimulering voor nodig. Alleen zo kunnen we vaart maken met de energietransitie en de economie toekomstbestendig maken.”

‘Zolderwarmtepomp’ gaat voor innovatieprijs

De ATAG Interion warmtepomp is genomineerd voor de ‘Best Innovation Award’ van Green Heating Solutions 2025. Deze lucht/water-warmtepomp zonder buitenunit is speciaal ontwikkeld voor installatie op zolder. Het is een stille en ruimtebesparende oplossing voor woningen waar traditionele systemen moeilijk te plaatsen zijn. De warmtepomp biedt een eenvoudig te installeren indoor alternatief dat aansluit bij de architectuur van Nederlandse (tussen)woningen.

Green Heating Solutions is een vakbeurs voor duurzame klimaattechniek in de Benelux. Een onafhankelijke vakjury bekroont het meest onderscheidende nieuwe product of dienst – maximaal 12 maanden op de markt – met de Best Innovation Award.

Hybride combinatie
De nu genomineerde warmtepomp werkt naadloos samen met bestaande cv-ketels – ongeacht het merk – maar vormt samen met de nieuwe ATAG iQ cv-ketel een bijzonder efficiënte hybride combinatie, aldus de fabrikant. Dankzij de geïntegreerde Hybrid Zone module in de iQ is er geen losse binnenunit meer nodig bij hybride installaties.