‘Langere wachttijd bij cv-storing door Gasketelwet’

De verplichte certificering voor verwarmingsinstallateurs kan deze winter voor langere wachttijden zorgen. Sinds april van dit jaar moeten verwarmingsmonteurs een certificaat hebben om koolmonoxiderisico’s bij een cv-ketel of geiser terug te dringen. Veel kleinere installateurs en zzp’ers vinden de kosten van de certificering te hoog en zien op tegen de administratieve rompslomp die erbij hoort. Sommige ondernemers denken er zelfs over om geen onderhouds- en reparatiewerk aan cv-ketels meer te doen. Bij een vorstperiode met veel storingen kan dat ertoe leiden dat consumenten lang in de kou zitten. Branchevereniging Techniek Nederland vindt dat de overheid voor kleine ondernemers een vereenvoudigde CO-certificering zou moeten toestaan.

De ‘Gasketelwet’, die de zogenaamde CO-certificering verplicht stelt, is na een lange aanloopperiode dit jaar ingevoerd. De wet is bedoeld om ongelukken met koolmonoxide te voorkomen. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, is bang dat cv-installaties nu juist onveiliger worden: “Natuurlijk staan wij achter de certificeringsregeling, maar die is niet geschikt voor kleinere bedrijven en zzp’ers. Als die niet meer aan cv-ketels mogen werken, lopen de wachttijden voor onderhoud en hulp bij storingen op. Dat kan gevaarlijke situaties veroorzaken. Met een vereenvoudigde certificering lossen we dat op. De opzet ligt al klaar en kan morgen worden ingevoerd.”

Meer bewustzijn rond veiligheid
Techniek Nederland is altijd voorstander geweest van een verplichte certificering. Voor de branchevereniging heeft het voorkomen van ongelukken met koolmonoxide bij cv-ketels prioriteit. Terpstra: “Dankzij de certificering is het bewustzijn rond de veiligheid van cv-installaties de afgelopen tijd enorm toegenomen in de sector. Ruim 19.000 cv-monteurs zijn bijgeschoold en hebben een examen behaald om de risico’s van koolmonoxide bij cv-ketels, geisers en gashaarden terug te dringen. Gasverbrandingsinstallaties in ons land zijn daardoor nu al een stuk veiliger.”

Snelle actie is nodig
Met name kleinere installatiebedrijven en zzp’ers zijn kritisch over de certificeringsregeling. Terpstra begrijpt dat. “De regeling brengt aanzienlijke kosten en administratieve lasten met zich mee. Daarom hebben wij een vereenvoudigde certificering voor kleine bedrijven en zzp’ers voorgesteld. Tot nu toe heeft de overheid daar nog niet positief op gereageerd, maar we moeten snel in actie komen. We hebben een tekort aan verwarmingsinstallateurs en de winter is al begonnen. Met een vereenvoudigde regeling voor zzp’ers en het kleinbedrijf kunnen we méér bedrijven certificeren en wordt het veiliger in Nederland.”

Onderzoeksraad voor Veiligheid
Aanleiding voor de certificering is een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2015. In het rapport concludeerde de Raad in 2015 dat er te veel ongelukken gebeuren met koolmonoxide bij cv-ketels, geisers en gashaarden. Daarop kwam er een wettelijk verplichte certificering die bekend werd als de ‘Gasketelwet’. Er zijn inmiddels ruim 1.300 bedrijven gecertificeerd. Techniek Nederland verwacht dat minimaal 1.700 bedrijven zich nog moeten certificeren.

‘Gasketelwet’ kan effectiever
De Onderzoeksraad voor Veiligheid stelde in haar rapport dat gastoestellen failsafe en foolproof zouden moeten zijn. In de praktijk betekent dit, dat een cv-ketel automatisch afslaat wanneer er te veel koolmonoxide wordt geproduceerd. De verplichting is niet in de Gasketelwet terechtgekomen, maar zou cv-ketels veel veiliger kunnen maken. Daarnaast wil de brancheorganisatie een verplichting om koolmonoxidemelders te plaatsen in alle woningen, maar in elk geval in appartementencomplexen.

Evaluatie van de wet
Techniek Nederland wil dat gemeenten de wet actief gaan handhaven. De installateurskoepel vindt verder dat onderhoud van de cv-ketel verplicht moet worden. De verkoop van cv-ketels aan particulieren zou alleen mogelijk moeten zijn als de cv-ketel door een vakbekwame monteur wordt geïnstalleerd. Volgend jaar wordt de ‘Gasketelwet’ geëvalueerd. Techniek Nederland zal alle kritiekpunten inbrengen in de evaluatie.

Onderhoud CV-ketel

Fout: view e08b79eo6l bestaat mogelijk niet

Zonder vrijstelling staan elektrische bestelauto’s na 1 juli 2024 stil

Tot 1 juli 2024 is het toegestaan om elektrische bestelauto’s tot 4.250 kg te besturen met een normaal rijbewijs (B). Het Openbaar Ministerie wil die vrijstelling niet verlengen. Daardoor dreigen veel elektrische bedrijfsauto’s ongebruikt op de parkeerplaats achter te blijven. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland: “Monteurs van installatiebedrijven hebben meestal geen vrachtwagenrijbewijs. Als de vrijstelling niet wordt verlengd, is dat een stap terug in de ontwikkeling naar duurzame mobiliteit en schone binnensteden.” Techniek Nederland roept samen met onder meer Bouwend Nederland, Transport & Logistiek Nederland, BOVAG en INRetail de politiek op om de vrijstellingsregeling te verlengen. 

Het Openbaar Ministerie wil met het oog op de verkeersveiligheid al op 1 juli 2024 een streep zetten door de huidige vrijstellingsregeling. De branches wijzen op een praktijkproef die uitwijst dat het besturen van een elektrische bestelauto met een B-rijbewijs geen risico vormt voor de verkeersveiligheid. Terpstra: “Er is geen goede reden voor het beëindigen van de vrijstellingsregeling, maar er zijn wél grote nadelen. Veel ondernemers hebben geïnvesteerd in elektrische bestelauto’s en kunnen die straks niet gebruiken. Als de technieksector de overstap maakt naar zero-emissie vervoer, is daar steun voor nodig in de vorm van helder overheidsbeleid. Wij willen verduurzamen én de binnensteden en winkelgebieden leefbaarder maken. Dat dreigt nu vertraging op te lopen.” Naar verwachting is er nog zeker een jaar nodig om wetgeving tot stand te brengen die het mogelijk maakt om een elektrische bestelauto te besturen met een gewoon rijbewijs. Daarom vragen de brancheorganisaties de nieuwe Tweede Kamer om de bestaande vrijstellingsregeling minimaal te verlengen tot 1 januari 2025.

Batterijpakket maakt bestelauto’s zwaarder
Normaal gesproken is voor voertuigen die zwaarder zijn dan 3.500 kg een vrachtwagenrijbewijs (C) nodig. Elektrische auto’s hebben een zwaar batterijpakket en daardoor komen veel bestelbusjes boven die grens uit. Om dat te compenseren, is voor elektrische bestelauto’s het maximumgewicht voor een gewoon rijbewijs tijdelijk verhoogd naar 4.250 kg. Om ook na 1 juli elektrische bestelauto’s nog te kunnen besturen met een B-rijbewijs, zou het maximumgewicht met 750 kg moeten worden teruggebracht. In de praktijk betekent dat een halvering van het laadvermogen, waardoor de bestelauto’s veel minder efficiënt worden.

 

Fout: view fadd553sxq bestaat mogelijk niet

Normen voor vewarmings-apparaten op vaste brandstoffen herzien

Er is een nieuwe reeks normen voor huishoudelijke verwarmingsapparaten op vaste brandstoffen gepubliceerd, de normserie EN 16510-2. Het betreft de harmonisatie en herziening van de normen voor vaste brandstoftoestellen. De nieuwe structuur van de EN 16510 normenreeks is bedoeld om het gebruik door fabrikanten en keuringslabs eenvoudiger te maken. Met de nieuwe normenserie wordt ook de kans op interpretatieverschillen verkleind.

Testmethodes en emissiemeetmethoden zijn nu gelijk voor heel Europa. Daarnaast moeten fabrikanten een duurzaamheidsverklaring opstellen voor hun vaste brandstoftoestellen. De hele normenserie is verkrijgbaar bij NEN. Eerder werd EN 16510-1 al gepubliceerd. Deze norm bevat de algemene eisen en tests voor alle huishoudelijke vaste-brandstoftoestellen. Vanaf nu moet deze norm worden toegepast in combinatie met een specifiek deel 2 voor het overeenkomstige type toestel.
Het gaat om de delen:
EN 16510-2-1: Huishoudelijke ruimteverwarmingstoestellen voor vaste brandstoffen;
EN 16510-2-2: Inzet- en inbouwhaarden inclusief open haarden voor vaste brandstoffen;
EN 16510-2-3: Met vaste brandstof gestookte huishoudelijke kooktoestellen;
EN 16510-2-4: Met vaste brandstof gestookte verwarmingen en warmwatervoorraadtoestellen met een nominale belasting tot 50 kW;
EN 16510-2-6: Huishoudelijke ruimteverwarmingstoestellen gestookt met houtpellets

Deze delen vervangen de normen: EN 13240 voor ruimteverwarmers, EN 13229 voor inzethaarden en open haarden, EN 14785 voor toestellen gestookt met houtpellets, EN 12809 voor met vaste brandstof gestookte verwarmingen en warmwatervoorraadtoestellen met een nominale belasting tot 50 kW en EN 12815 voor met vaste brandstof gestookte huishoudelijke kooktoestellen.

Gedetailleerder
In de nieuwe EN 16510 normenserie zijn de testprocedure en emissiemeetmethoden voor de emissie van NOx en OGC gedetailleerder beschreven dan in de oude normen. De normserie beschrijft daarnaast een nieuwe methode om de fijnstof (PM) emissie te meten. Deze methode – EN-PME - vervangt de huidige drie methoden om de stofemissie te meten. Met deze methode kan de stofemissie in heel Europa op een gelijke wijze worden bepaald. Dat voorkomt onduidelijkheden in de onderlinge duiding van de resultaten van de drie oude methoden. De methode zorgt ook voor een aangetoond betere reproduceerbaarheid en nauwkeurigheid.

Verdere innovaties
Voor het eerst behandelt EN 16510 de gezamenlijke werking van vaste brandstoftoestellen en ventilatiesystemen (zoals woonhuisventilatie en afzuigventilatoren) op normalisatieniveau. Er zijn een testmethode en eisen beschreven om de lekdichtheid van een toestel te meten ten opzichte van de ruimte waarin deze is geïnstalleerd, inclusief bijbehorende dichtheidseisen. De normenserie bevat ook een overzicht van mogelijke afwijkingen (inclusief meettoleranties) in emissies en energetisch rendementmetingen voor markttoezichtinstanties (een onnauwkeurigheidsrange). Dit geeft deze instanties een handvat om de resultaten van controletesten te beoordelen.

Duurzaamheidsverklaring
Vanwege de toenemende aandacht voor de duurzaamheid van producten en productieprocessen bevat EN 16510 de mogelijkheid voor fabrikanten om een duurzaamheidsverklaring op te stellen voor hun vaste brandstoftoestellen. De duurzaamheidsverklaring van een toestel moet betrekking hebben op de volgende levenscyclusfasen:
•             Productiefase (inclusief transport);
•             Gebruiksfase;
•             Einde van de levensduur;
•             Hergebruik en recycling potentieel.

De normenserie beschrijft een methode om de duurzaamheid van gebruikte grondstoffen en het eindproduct te bepalen. Deze methode is een van de uitvloeisels van de Europese Green Deal.

De geharmoniseerde normen zijn opgenomen in het Publicatieblad van de Europese Unie en zijn daarmee per 9 november 2023 – met een overgangstermijn van 2 jaar -  bindend in verband met de bouwproductenverordening voor CE-markering en het opstellen van prestatieverklaringen.

herzien NEN

“Doucheputje is grootste energielek in woning”

Zeker 40 tot 70% van de energie die nodig is voor het opwarmen van tapwater is eenvoudig terug te winnen. Dat zegt Luuk Dijkhuis van de Vereniging Duurzaam Tapwater Nederland. Volgens de kersverse voorzitter moeten we nu stappen zetten, want “het doucheputje is het grootste energielek in de woning.”

De Vereniging Duurzaam Tapwater Nederland bestaat nog maar kort. Volgens voorzitter Dijkhuis was de oprichting broodnodig. “De afgelopen decennia heeft de focus gelegen op energie-efficiënte verwarming, isolatie en het beperken van transmissieverliezen van woningen. Op die terreinen zijn aansprekende resultaten geboekt. Maar de aandacht voor tapwater is daarmee wel achtergebleven.”

NTA 8800
Ter illustratie wijst Dijkhuis onder andere op de NTA 8800 waarin slechts een COP van 1 wordt gevraagd voor het toestel dat warm tapwater maakt en er weinig aandacht is voor de wijze waarop de productie van warm tapwater plaatsvindt. En dat terwijl in de nieuwbouw inmiddels 50 % van het energiegebruik gaat naar de productie van warm tapwater, “want we douchen vaker en langer”.

Omslag
Er is een omslag nodig. Het zou al flink helpen als de installateur vaker de klant attendeert op mogelijkheden om energie te besparen bij de productie van warm tapwater. Helaas gebeurt dat nog maar zelden, merkt Dijkhuis. “Ik zie desondanks wel een groei van het aantal douche-wtw’s en warmtepompboilers dat wordt afgezet.”

WTW voor studenten
Zo zijn recentelijk 750 studentenwoningen op de Leidse Bio Science Park Campus voorzien van wtw-installaties voor douchewater. Technea en AB Sales & Trade ontwikkelde hiervoor een prefab installatie, die eenvoudig te installeren was en precies aansloot op het al aangebrachte leidingwerk. Met het terugwinnen van warmte verbetert de efficiency van de doorstromer met een factor 100 % naar COP = 2. In de decentrale opstelling is per 2 kamers een technische ruimte gemaakt, die vanaf de buitenzijde te benaderen is. Op deze manier is de douche-wtw in de gestapelde bouw goed toepasbaar en de tapwaterinstallatie met de doorstromer eenvoudig te bereiken.

Dit is een verkorte weergave van een artikel dat verschijnt in de decemberuitgave van InstallateursZaken, praktijkblad voor de installatiebranche

 

Afb. III

Technische talenten bedenken plan voor duurzame herinrichting

Techniek Nederland organiseerde onlangs voor de vierde keer de Techathon. Acht teams van mbo’ers, hbo’ers en talenten uit het bedrijfsleven gingen met elkaar de strijd aan. Ze maakten plannen voor de herinrichting van een kavel in het Rotterdamse Keilekwartier. De opdracht was een werk-woonconcept te bedenken dat niet alleen klaar is voor de toekomst, maar óók energiezuinig, duurzaam, circulair en klimaatbestendig is. Het team Spie/Hogeschool Rotterdam/Zadkine/Techniek College Rotterdam won met het plan ‘Samen bouwen aan de nieuwe energie van morgen’.

In De Fruitvis in Rotterdam gingen de teams in alle vroegte aan de slag. De Techathon vond plaats op een steenworp afstand van de kavel in het Keilekwartier waarvoor de teams een complete metamorfose moesten bedenken. Programmamanager Innovatie Terry Heemskerk van Techniek Nederland: “Bij de Techathon gaan we altijd uit van een daadwerkelijke uitdaging. Dat maakt het heel inspirerend voor de deelnemende teams. Motto van deze editie van de Techathon is Mix, make & adapt. Opdrachtgevers zijn de gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf. De opdracht was een werk-woonconcept te bedenken dat niet alleen klaar is voor de toekomst, maar óók energiezuinig, duurzaam, circulair en klimaatbestendig.”

Makers van morgen
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland en Petra de Groene, directeur Economie en Duurzaam van de gemeente Rotterdam gaven in De Fruitvis het startschot voor de Techathon ‘23. Volgens Terpstra zijn de deelnemers de Makers van Morgen. “Jullie denkkracht, creativiteit en kennis zijn onmisbaar. Dat geldt voor de challenge die jullie vandaag aangaan, maar eigenlijk voor jullie hele carrière. Zonder jullie gaat de verduurzaming van ons land niet lukken.” Petra de Groene was enthousiast over de komst van de Techathon naar haar stad: “Dit verwaarloosde terrein wordt straks een gebied waar het fijn is om te wonen en te werken. Een bruisende, innovatieve plek waar je je thuis voelt. Voor een duurzaam, klimaatbestendig plan voor deze kavel hebben we jullie technische talent heel hard nodig.”

Het winnende plan
Het kostte de jury veel moeite om de uiteindelijke winnaar te bepalen. Juryvoorzitter Van der Wal: “Architecten doen hier een half jaar over, jullie doen het in een dag. Heel knap gedaan. Er zat enorm veel passie en energie in alle teams.” De keuze viel uiteindelijk op het team Spie/Hogeschool Rotterdam/Zadkine/Techniek College Rotterdam, omdat dit plan zich volgens de jury onderscheidt door de nadruk op het sociale aspect. Er is veel aandacht voor de bewoners en de opzet bevordert de interactie tussen mensen. In het ruimtelijk ontwerp staat het gemeenschapsgevoel centraal. Daarnaast is kostenreductie voor de bewoners een belangrijk uitgangspunt en is de combinatie wonen-werken slim in het plan geïntegreerd.

Showcase voor de branche
Na de bekendmaking van de winnaar was het de beurt aan algemeen directeur Erik van Engelen om de beker én een cheque van 5.000 euro uit te reiken aan het winnende team. Van Engelen vond de Techathon een showcase voor de branche. “Hiermee laten we zien hoe belangrijk de maatschappelijke functie van techniek is.” De twee best geklasseerde teams (op de tweede plaats eindigde team (Spindler/WeKonekt/Hogeschool Inholland/Techniek College Rotterdam) presenteren hun plannen binnenkort bij Techniek Nederland en bij het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Brede samenwerking
Techniek Nederland organiseerde de Techathon in samenwerking met de gemeente Rotterdam en Havenbedrijf Rotterdam én met de kennisorganisaties Wij Techniek, ISSO en TVVL. Techathon ‘23 komt voort uit de toekomstverkenningen voor de techniekbranche: CONNECT2025, SCENARIO2040 en CONNECT2030.’

 

Het winnende Team van Techathon 2023_Team Spie, Hogeschool Rotterdam, Zadkine, Techniek College Rotterdam

  • Branche
  • november 29, 2023
  • 1 views
Jaren 60 woningen all electric met warmtepomp zonder buitendeel

In een recent pilotproject is een aantal jaren 60 woningen gasloos gemaakt met een lucht/water-warmtepomp in combinatie met een 200 liter voorraadvat. De installatie is onderdeel van een pilot met in totaal vijf woningen van deltaWonen, waaronder twee eengezinswoningen uit 1964 in Zwolle en drie jaren ‘80 woningen in Kampen. Het betreft een warmtepomp zonder buitendeel.

Bij het pilotproject in Zwolle en Kampen is gekozen voor de Vincent all electric opstelling van Itho. Dankzij het ontbreken van een buitendeel wordt deze volledig binnen in de woning opgesteld. Hierdoor is de warmtepomp snel te plaatsen en onderhouden en is er geen buitenruimte nodig.

Compact
Daarnaast is Vincent dankzij zijn compacte formaat makkelijk inpasbaar, zelfs op kleine zolders en onder schuine daken. Dat bevestigt ook installateur Albaro Metselaar, namens De Vreeden Installatietechniek betrokken bij de pilot: “Dankzij de flexibele slangen en aansluitingen, kun je met Vincent in de bestaande bouw goed variëren. De opstelling met het voorraadvat is gemakkelijk aan te passen, bijvoorbeeld aan de huizen in deze pilot. Dit zijn eigenlijk standaard verhuurwoningen voor een woningbouwcorporatie.” Ook het plaatsen van de dakkap ervaart hij als gemakkelijk in de montage. “Als installateur hebben we al meerdere tientallen van deze warmtepompen geplaatst. En ja, we merkten gewoon dat het prettig werken was, omdat het makkelijk en flexibel was”, voegt hij toe.

Ruime ervaring
DeltaWonen heeft ca. 15.000 woningen in beheer in de gemeenten Zwolle, Kampen en Oldebroek. De corporatie is druk bezig met verduurzaming van haar woningportefeuille. Ze streeft ernaar om voor 2030 circa 3100 woningen te verduurzamen. Dat komt neer op zo’n 450 wooneenheden per jaar. Daarom heeft zij Trans-id gevraagd om mee te denken over de invulling van deze pilot met een aantal modelwoningen. Trans-id heeft ruime ervaring op het gebied van verduurzaming bij bestaande woningbouw; van planontwikkeling tot installatie.

60 woning

  • Branche
  • november 22, 2023
  • 2 views
Alles over systemen voor zonnewarmte in één uitgave

Met het verschijnen van het ISSO-Kleintje Zonnewarmte is alle kennis voor deze specifieke duurzame-energiesystemen gebundeld. Tot op heden maakten zonnewarmtesystemen deel uit van het Kleintje Zonne-energie. Deze uitgave is inmiddels vervangen door een Kleintje Zonnestroom en nu dus ook het Kleintje Zonnewarmte.

Met het ISSO-Kleintje Zonnewarmte heeft de professional alle kennis over de montage van deze installaties. Naast de montage en in bedrijfstelling komen ook de bouwkundige aspecten aan bod die betrekking hebben op het kwalitatief goed monteren van zonnewarmtetoepassingen. Zo begint het Kleintje met een uiteenzetting van de soorten zonnewarmtesystemen en toepassingen. Ook is er een uitleg over de verschillen tussen vlakkeplaatcollectoren, vacuümbuizen en heatpipes, en wat onafgedekte collectoren doen.

Veel aandacht voor veiligheid
Verder is er informatie over de voorbereiding van een installatieklus. Hoe maak je een werkomschrijving en welk gereedschap heb je nodig? Een ander, aspect dat veel aandacht krijgt, is veiligheid op het werk. Het Kleintje biedt veel informatie over werken op hoogte en verticaal transport. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de randvoorwaarden en het gebruik van valbeveiliging, ladders, steigers, hijskranen en persoonlijke beschermingsmiddelen.

Plaatsbepaling op het dak
Vervolgens behandelt het Kleintje de plaatsbepaling op het dak. Hoe weet de installateur welke belasting een dak aan kan en hoe houdt hij of zij rekening met bouwvoorschriften, vergunningseisen en windbelasting? De wijze waarop de professional de systemen moet plaatsen ten opzichte van obstakels op het dak, zoals ramen, schoorstenen en dakkapellen is ook opgenomen in deze uitgave. Zaken als de schaduwval op een dak en het beoordelen van de plaatsing op verschillende type daken spelen daarin een rol.

Montage en in bedrijf stellen
Daarna beschrijft het Kleintje de daadwerkelijke plaatsing van de thermische collectoren, de bevestiging daarvan op verschillende daken, het aanbrengen van de dakdoorvoer en de aansluitingen naar binnen toe. Het plaatsen van de zonneboiler in de woning of het gebouw komt ook aan de orde. Daarbij gaat het om de opstellingsruimte, het leidingwerk, de pomp, de regeling, de warmtewisselaar, de afsluiter en nog vele andere onderdelen. Ook bevat deze uitgave een checklist die de professional kan gebruiken bij de oplevering van zonnewarmtesystemen.

Het nieuwe ISSO Kleintje Zonnewarmte is verkrijgbaar via https://open.isso.nl

655dca3ccd41d (2)

Fout: view 676389c49d bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • november 20, 2023
  • 1 views
“Te kort door de bocht om hybride als tussenstap te zien”

‘Nieuw soort warmtepomp maakt gasaansluiting helemaal overbodig’, kopte RTL Nieuws op 17 november. De hybride warmtepomp wordt in het artikel afgedaan als een ‘onnodige tussenstap’. “Zeker, met de nieuwe generatie volledig elektrische warmtepompen kunnen veel woningen van het gas af”, zegt Martine Straver, Marketing Director, Bosch Thermotechniek, “en dat is waar we in Nederland naar streven. Maar het is te kort door de bocht om hybride als tussenstap te zien. Voor een aanzienlijk deel van de Nederlandse huiseigenaren is een hybride warmtepomp juist de beste oplossing. Daar zijn een paar simpele redenen voor.”

“Ten eerste de kosten”, vervolgt Straver, “met volledig gasloos verwarmen is een hogere investering gemoeid dan met hybride verwarmen. Niet alleen de warmtepomp zelf is duurder dan een hybride variant, er zijn vaak nogal wat bijkomende kosten. Veel woningen moeten eerst grondig worden aangepakt met extra isolatie en het aanleggen van vloerverwarming of een vergelijkbaar systeem. Doe je dat niet, dan gaat je rendement ook met de nieuwe warmtepompen flink omlaag.”

Grotere warmtepomp nodig
“Bovendien heb je voor gasloos verwarmen altijd een grotere warmtepomp nodig. Een hybride warmtepomp kan het af met minder vermogen. De cv-ketel zorgt immers voor warm water en fungeert als back-up op hele koude dagen. Eigenaren van oudere woningen kunnen dus direct gas besparen met een goedkopere hybride warmtepomp en zonder investeringen in isolatie, vloerverwarming en andere maatregelen. Een hybride warmtepomp bespaart gemiddeld wel 70 procent gas, blijkt uit onafhankelijk onderzoek. Ga je later alsnog investeren in isolatie of vloerverwarming, dan kan de temperatuur van de warmtepomp omlaag en levert hij een optimaal rendement”, aldus Straver.

Koude kermis
Straver besluit: “Bijkomend voordeel van hybride verwarmen is dat je niet afhankelijk bent van een energiebron. Het systeem kiest automatisch de meest economische manier van verwarmen op basis van de geldende energietarieven. Kortom, volledig gasloos verwarmen is niet voor elke woning de beste oplossing. Door te snel all-electric te willen verwarmen, kun je wel eens van een koude kermis thuiskomen. Een hybride warmtepomp kan in veel gevallen ook voor de lange termijn de juiste keuze zijn.”

De hybride warmtepomp is bezig aan razendsnelle opmars

Fout: view 362826ch5g bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • november 17, 2023
  • 1 views
Samen de energietransitie versnellen

De energietransitie brengt voor installateurs, die overschakelen van cv-ketels naar elektrische en hybride warmtepompen uitdagingen met zich mee die vooral te maken hebben met kennis en tijd. Door tijdgebrek komt men in een spagaat terecht, omdat er te weinig aandacht besteed kan worden aan het opdoen van kennis van vaak gecompliceerde warmtepompinstallaties. Terwijl men zich maar al te goed realiseert dat de vraag naar duurzame verwarmingsoplossingen steeds groter wordt. Hoe kun je dit nu tegengaan en de installateur helpen de energietransitie een impuls te geven?

“Een belangrijke rol hierbij is weggelegd voor fabrikanten van warmtepompen om het kennisniveau te verhogen en de installatietijd te verkorten en zo de transitie aan te moedigen en te versnellen”, legt Jan Henk van der Wijk uit. Hij is Marketing en Communicatie Manager bij ATAG en spreekt namens de Vereniging voor Duurzame Warmte, lid NVI-GO. “De ondersteuning richt zich met name op het optimaal installeren, inregelen en monitoren van de warmtepomp.”

Initiatieven
Van der Wijk: “Diverse vooraanstaande fabrikanten openen opleidingscentra, waardoor aanbod en leercapaciteit fors worden verhoogd. Daarnaast zijn er initiatieven ontwikkeld gericht op monitoring en beheer op afstand van verwarmingsoplossingen. Met digitale platformen kan er op afstand worden meegekeken naar de werking en worden mogelijke storingen op afstand geconstateerd en opgelost, vaak nog voordat de installatie dit zelf aangeeft. Hierdoor kan er actief actie worden genomen en kan men, indien nodig, nog vóór klantbezoek nieuwe onderdelen bestellen zodat het toestel snel weer functioneert en een rit wordt bespaard. Zo ontstaat er ook meer tijd voor het installeren van nieuwe toestellen.”

Enorme kansen
“Vanwege de energietransitie liggen er enorme kansen die tegelijkertijd voor installateurs een bedreiging kunnen vormen als ze hierin niet meegaan”, besluit Van der Wijk. “Aan de fabrikant om ervoor te zorgen dat de installateurs alle ondersteuning krijgt die ze nodig hebben om met vol vertrouwen naar de toekomst te kijken.”

Deze column verschijnt binnenkort in de decemberuitgave van Installateurszaken, hét praktijkblad voor de installatiebranche

Beeld: Aalberts hydronic flow control

Fout: view 43ade90i5r bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • november 17, 2023
  • 1 views
“De technieksector is cruciaal voor Nederland”

Volgende week zijn de verkiezingen voor de Tweede Kamer. Landelijk wordt hier uiteraard volop aandacht aan besteed met onder andere verschillende verkiezingsdebatten. Dit keer deed de installatiebranche ook een duit in het zakje. Techniek Nederland organiseerde het Grote Techniek Debat, waaraan een vijftal politici van prominente partijen deelnam. “Dat zegt iets over de relevantie van de branche”, aldus een trotse voorzitter Doekle Terpstra.

Het was bomvol, op 8 november in de TechnoHUB in Woerden. Tijdens het levendige Grote Techniek Debat kreeg de sector een goed beeld van de visie die de politiek heeft op onderwerpen als de energietransitie, de toegankelijkheid van grote steden en de instroom van technische vakmensen. Mona Keijzer (BBB), Derk Boswijk (CDA) , Tjebbe van Oostenbruggen (NSC), Silvio Erkens (VVD) en Suzanne Kröger (GroenLinks-PvdA) gingen in debat met elkaar én met diverse ondernemers in de zaal. Het debat maakte duidelijk dat er veel meningsverschillen zijn, maar over één ding waren de deelnemers het eens: de technieksector is cruciaal voor Nederland.

Sterkere positie
Voorzitter Doekle Terpstra benadrukte dat de positie van Techniek Nederland sterker is geworden: “Vier jaar geleden zou het ondenkbaar zijn geweest dat we deze politici op een podium zouden krijgen voor een debat over techniek. Dat krijgen we nu voor elkaar. Dat zegt iets over de relevantie van de branche.”

Geweldig podium

Voormalig ondernemer Tjebbe van Ooostenbruggen genoot van het debat. Het kandidaat-Kamerlid voor NSC zei direct na afloop: “Dit is een geweldig podium om op te staan. Techniek Nederland, ondernemers onder elkaar. Supergaaf. Je gaat bijna terugverlangen naar het ondernemerschap.”

Kijk de video terug op YouTube: https://youtu.be/vfKNYZdyrrw

Fout: view 974eb01947 bestaat mogelijk niet