Technieksector: pak netcongestie ook achter de meter aan

De problemen op het elektriciteitsnet kunnen voor een belangrijk deel worden opgelost door technische systemen in gebouwen en woningen slimmer aan te sturen. Volgens Techniek Nederland kunnen maatregelen ‘achter de meter’ de piekbelasting van het elektriciteitsnetwerk met 25% verminderen. De brancheorganisatie voor de technieksector zegt dit in een reactie op de Kamerbrief van minister Jetten van Economische Zaken en Klimaat over netcongestie die vandaag verschijnt.

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “Door overbelasting van het net loopt de energietransitie vertraging op. De technieksector kan een grote bijdrage leveren aan de oplossing. We kunnen netcongestie bijvoorbeeld verminderen door duurzaam opgewekte energie te delen met huizenbezitters of bedrijven in de directe omgeving. Overheid en netbeheerders zouden dat wettelijk mogelijk moeten maken.” Techniek Nederland ziet technische maatregelen niet als de enige oplossing voor netcongestie; energiebesparing en uitbreiding en verzwaring van het net blijven noodzakelijk.

Slim aansturen van apparatuur
In de brief van minister Jetten is veel aandacht voor het uitbreiden en verzwaren van het elektriciteitsnet. Techniek Nederland vindt het belangrijk dat ook maatregelen die ‘achter de meter’ worden genomen aandacht krijgen. De brancheorganisatie juicht dan ook toe dat energiehubs, slimme aanstuurbare apparatuur, energiemanagement systemen en hybride warmtepompen onderdeel uitmaken van de aanpak. Dergelijke initiatieven zouden een publiek-privaat karakter moeten hebben.

Duurzame energie delen
Techniek Nederland vindt dat het wettelijk mogelijk moet worden om duurzaam opgewekte energie aan de buren te leveren of aan bedrijven in de omgeving. De overheid zou ook meer moeten doen om de toepassing van thuisbatterijen en buurtbatterijen te stimuleren en innovatie te ondersteunen.

Load shifting en peak shaving
In grote gebouwen bieden energiemanagementsystemen de mogelijkheid om verwarmings- en koelsystemen en opslagsystemen efficiënter te laten samenwerken. Dat kan door load shifting en peak shaving. Bij load shifting schakelen systemen op piekmomenten automatisch uit of naar een lager vermogen. Ze worden weer ingeschakeld op het moment dat de energievraag lager is. Aangezien een gebouw warmte en koude lang vasthoudt, merken de gebruikers van een gebouw er niets van wanneer de klimaatinstallatie even wordt uitgeschakeld. Moderne gebouwen leveren op die manier nu al een bijdrage aan het verminderen van de piekbelasting op het net. Bij peak shaving spelen ook lokale energieopslag en generatoren een rol bij het ontlasten van het elektriciteitsnet. Soepeler wetgeving zou de mogelijkheden van load shifting en peak shaving aanzienlijk kunnen vergroten.

Energiehubs
Bedrijven kunnen ook samen méér doen om files op het net te verminderen. Met energiehubs of smart grids op bedrijventerreinen is het mogelijk om opwekking en verbruik van energie op elkaar af te stemmen en energie te delen. Daardoor ontstaat meer ruimte op het elektriciteitsnetwerk waardoor bedrijven die verduurzamen kunnen terugleveren aan het net en het weer mogelijk wordt om nieuwe bedrijven aan te sluiten.

Alle mogelijkheden benutten
Techniek Nederland benadrukt dat het uitbreiden verzwaren én slimmer maken van het elektriciteitsnetwerk de basis is en blijft voor een succesvolle aanpak van netcongestie. Terpstra: “Het tempo waarin dat gebeurt moet omhoog. Maar het zou kortzichtig zijn om de pijlen alleen daarop te richten. We moeten álle mogelijkheden benutten om méér ruimte op het elektriciteitsnet te creëren. Minister Jetten schrijft in de Kamerbrief graag met de technieksector in gesprek te blijven over mogelijke oplossingen. Dat aanbod nemen wij vanzelfsprekend aan. Onze leden weten namelijk als geen ander hoe het energieverbruik in woningen en gebouwen kan worden geoptimaliseerd.”

Gasketelwet: “Jaarlijkse kosten buiten proporties voor klein bedrijf!”

In onze oktober-editie van ons praktijkblad InstallateursZaken deden wij een oproep aan installateurs om hun ervaring met de Gasketelwet te delen. Wij verzamelen deze inzendingen voor een latere uitgave maar plaatsen in deze nieuwsbrief alvast de veelzeggende reactie van Kees Leijnse van Leijnse Installatietechniek. “Ik heb geen moeite met de gasketelwet indien wij als CO-keur installateur de k25000 erkenning krijgen zonder dat we daar nog meer energie in hoeven te stoppen”, begint hij zijn betoog. Om te vervolgen dat “de jaarlijkse onderhoudskosten buiten proporties zijn voor een klein bedrijf!”

“Mijn zoon en ik zijn CO-gecertificeerd en hebben beiden een servicekoffer. Ieder jaar keuren kost 800 euro per koffer! Het maakt niet uit of je 70 of 1.000 metingen verricht per jaar. Dit betekent per ketel al een kostenpost van 12 euro. Daar komt het CO-keurmerk lidmaatschap nog bij. Logisch dat een heleboel collega’s vinden dat ze dit niet door kunnen berekenen. Ze stoppen er dan maar mee. Weg is alle jaren opgebouwde ervaring.”

Groot probleem
Dit gaat een heel groot probleem worden. Alleen bij mij in de buurt op een afstand van nog geen 5 km zijn er nu al twee installateurs helemaal gestopt vanwege onder andere de gasketelwet en alle regelgeving. Slechts één installateur gaat direct met pensioen; de andere, veel jongere installateur is gewoon helemaal iets anders gaan doen (bedrijf gesloten). De derde installateur doet nu geen onderhoud meer. Die heb ik kunnen overhalen om nog wel nieuwe ketels te plaatsen, die ik dan voor hem inbedrijf stel.

Kosten keuren meetkoffer zijn lager
Navraag bij Euro-Index, waar de koffer vandaan komt, leert overigens dat de jaarlijkse kosten van €800,- voor het keuren van een meetkoffer geen juiste voorstelling van zaken is. De betreffende rookgasanalyser en de drukmeter waren in 2020 aangeschaft en vervolgens niet meer onderhouden. Als de rookgasanalyser jaarlijks was opgestuurd, dan was er 7 jaar volledige garantie van toepassing geweest en waren de onderhoudskosten €174,- per jaar geweest. Het onderhoud van de drukmeter was dan €74,- per jaar geweest, wat neerkomt op €248,- totaal per jaar. Doordat de set pas in 2023 is opgestuurd was de garantie vervallen en is, doordat er onderdelen en sensoren zijn vervangen, een eenmalige rekening geweest van circa € 800,-.

Vertel ons, net als Kees Leijnse, jouw ervaring met de Gasketelwet. Loop je ergens tegenaan (onnodige handelingen, extra papierwerk) of was het even wennen maar maakt het je allemaal niet zo veel uit? Mail je reactie naar: redactie@merlijnplus.nl o.v.v. Ervaringen Gasketelwet.
Nog even kort: Werk je met gasverbrandingsinstallaties zoals cv-ketels? Dan ben je vanaf 1 april 2023 verplicht om een BRL 6000-25 bedrijfscertificering (of K25000 voor kleine bedrijven) op zak te hebben. Deze certificering moet ervoor zorgen dat het aantal ongevallen door koolmonoxide omlaag gaat.

Dit bericht is aangepast nadat Euro-Index ons wees op de lagere kosten voor het keuren van de meetkoffer dan genoemd in het oorspronkelijke artikel

 

Fout: view 00e785d2ro bestaat mogelijk niet

Trainingscentrum voor installateurs die overschakelen op warmtepompen

Met de opening van een trainings- en belevingscentrum in Lichtenvoorde wil ATAG Verwarming de komende jaren bestaande en nieuwe installateurs opleiden die overschakelen van cv-ketels op elektrische en hybride warmtepompen. Afgelopen vrijdag werd het centrum geopend toen de onderneming op feestelijke wijze stilstond bij het 75-jarige bestaan.

Driekwart eeuw geleden besloten de oprichters Antoon Tijdink en Antoon van Goor samen te werken aan het maken van verwarmingsproducten. Begonnen in Ulft met kookstellen maakte ATAG na enige tijd ook gashaarden, waarnaar - na het ontdekken van de gasbel in Slochteren - grote vraag was. “We kijken terug op een rijke en mooie geschiedenis waarin vakmanschap, innovatie en Achterhoekse nuchterheid centraal staan”, zegt Rob Maassen, Country Manager Nederland van ATAG Verwarming. Al is het bedrijf inmiddels in handen van de Italiaanse Ariston Group, ATAG Verwarming is zijn roots altijd trouw gebleven. Tijdens de feestelijke opening waren vele installateurs en ATAG-partners naar Lichtenvoorde gekomen om het bijzondere jubileum te vieren en de ATAG ComfortHub, zoals het trainingscentrum wordt genoemd, met eigen ogen te aanschouwen en te ervaren.

Klaar voor de toekomst
ATAG Verwarming speelt met het nieuwe opleidingscentrum in op de toekomst en de rol die het bedrijf wil spelen in de energietransitie. “Met de opening van de ATAG ComtfortHub als springplank naar het nieuwe verwarmen laten we zien dat we onze rol als een van de vooraanstaande spelers op de Nederlandse verwarmingsmarkt serieus nemen”, zegt Maassen. “We hebben te maken met talloze uitdagingen. Denk aan tekorten in materiaal, schaarste als het gaat om installateurs en andere goede vakmensen, en het feit dat mensen te maken krijgen met relatief nieuwe technologie. Neem de warmtepomp. Die moet worden ingeregeld op de specifieke omstandigheden van een woning. Dat is precisiewerk. Wij hebben de afgelopen jaren gemerkt dat veel installateurs en consumenten het fijn vinden over een expert te beschikken die eventueel meekijkt. Met het nieuwe trainingscentrum hebben we nu een moderne en toekomstbestendige locatie om een nieuwe generatie installateurs op te leiden en te ondersteunen.”
In de ATAG ComfortHub wordt ook stilgestaan bij de oprichters van ATAG Verwarming. Zo heet de belevingruimte ‘Antoon’ en de trainingsruimte ‘Aristide’, genoemd naar Aristide Merlone, de man die in 1930 aan de wieg stond van de Ariston Group.

Nieuw dealermodel
Bij een nieuwe generatie installateurs past ook een nieuw dealermodel. Om installateurs die voorop willen lopen in de energietransitie een steun in de rug te bieden, introduceert ATAG Verwarming ‘ATAG GreenDealer’. Installateurs die zich GreenDealer mogen noemen, kunnen rekenen op extra support bij het installeren, afstellen en onderhouden van warmtepompinstallaties.
“Wij merken dat sommige installateurs in een spagaat terecht dreigen te komen”, licht Maassen toe. “Door tijdgebrek kunnen ze te weinig aandacht besteden aan het opdoen van kennis over de technisch vaak gecompliceerde warmtepompinstallaties. Terwijl ze zich maar al te goed realiseren dat de vraag naar duurzame verwarmingsoplossingen steeds groter wordt. Met dit nieuwe dealermodel willen we installateurs ontlasten en tegelijkertijd helpen hun service op het gebied van duurzaamheid een impuls te geven.”
Daarom heeft ATAG de zogeheten ATAG Comfortdiensten opgezet. Dit is een uitgebreid pakket aan ondersteunende diensten dat aansluit bij de behoeften van installateurs die willen overschakelen van cv-ketels naar hybride en elektrische warmtepompen. De ondersteuning richt zich op het optimaal installeren, inregelen en monitoren van de warmtepomp. Met het eigen digitale platform ATAG ProZone kunnen storingen aan de warmtepomp op afstand worden geconstateerd en worden opgelost.

Drie varianten
Uit onderzoek is gebleken dat er bij installateurs verschillende behoeften bestaan als het gaat om ondersteuning. Daarom zijn de Comfortdiensten ingedeeld in drie varianten. ATAG Inbedrijfstelling (IBS) richt zich op het optimaal installeren en inregelen van de warmtepomp. Het tweede servicepakket, ATAG OHC, focust op onderhoud en is er ook in verschillende varianten, van een eenmalige check een jaar na installatie inclusief het optimaliseren van de parameters, tot een tweejaarlijkse visuele en digitale inspectie en tenslotte tot inspectie en onderhoud door een gespecialiseerde ATAG-servicemonteur. Bij de derde servicevariant, ATAG ComfortConnect, worden door middel van monitoring en beheer op afstand storingen snel opgemerkt, vaak nog voordat de installatie dit zelf aangeeft. De installateur kan op deze manier al actief actie ondernemen en indien nodig nog vóór klantbezoek nieuwe onderdelen bestellen zodat het toestel snel weer optimaal functioneert en hij één rit bespaart. Daarnaast ontvangt zowel de eindgebruiker als de installateur één keer per kwartaal een digitaal rapport over de werking van de warmtepomp. Voor de ATAG GreenDealer is er exclusief de service ComfortConnect+, waarbij ComfortConnect en inbedrijfstelling worden samengevoegd.
Nieuwe GreenDealers komen ook in aanmerking voor producttrainingen, worden voorzien van door ATAG gekwalificeerde leads en krijgen individuele ondersteuning. Het bestaande dealermodel onder de noemer ATAG SelectDealer blijft gewoon bestaan, maar richt zich minder nadrukkelijk op duurzame verwarmingsoplossingen.
Maassen: “Vanwege de energietransitie liggen er enorme kansen die tegelijkertijd voor installateurs ook een bedreiging kunnen vormen als ze niet meegaan in die transitie. ATAG GreenDealers krijgen alle ondersteuning die ze nodig hebben om met vol vertrouwen naar de toekomst te kijken.”

Fotobijschrift: Rob Maassen, Country Manager ATAG Verwarming (l) en Jan Henk van der Wijk Marketing en Communicatie Manager

Slim samen verduurzamen

Brink, Essent Energy Infrastructure Solutions (EIS) en Kuijpers slaan de handen ineen. Als consortium Smart Business Parks gaan zij aan de slag met de verduurzaming van vijf aaneengesloten bedrijventerreinen in Veghel. Het doel is om een lokaal energienetwerk te realiseren waar vraag en aanbod van energie, warmte en koude op elkaar wordt afgestemd. Opdrachtgever is het Platform Ondernemend Meierijstad (POM) in samenwerking met de gemeente Meierijstad.

Een inhoudelijke bijeenkomst met verschillende bedrijven uit Veghel markeerde de start van de samenwerking en daarmee de verduurzaming van de bedrijventerreinen. Maya van Steenhoven, directeur energie van de Sustainable Scale-up foundation, trapte af en onderstreepte het belang van de samenwerking van het consortium. "Ondernemers willen graag verduurzamen en uitbreiden, maar dit wordt bemoeilijkt door de overal snel groeiende problemen van netcongestie. Door slim samen te werken kunnen bedrijven hier zelf heel veel aan doen." Bedrijven hebben vaak veel slimme ideeën omdat zij hun eigen gebied goed kennen. Overal in Nederland ziet van Steenhoven nu dit soort initiatieven ontstaan, waarbij veel wordt geleerd over slimme energiesamenwerking. "Veghel is koploper en 1 van de eerste 5 energiehubs die werkelijkheid wordt. In Veghel bevinden zich veel familiebedrijven en andere, lokale ondernemers die erg betrokken zijn bij hun directe omgeving. Dat draagt bij aan een succesvolle samenwerking", aldus van Steenhoven.

Helpende hand bieden
Alex Pols, Business Unit Manager bij VanderLinden Building Solutions, is een van de lokale ondernemers die uitlegde hoe deze samenwerking voor een doorbraak zorgt. "Wij als technisch dienstverlener lopen vaak tegen de netcongestie problematiek aan. Zo heeft één klant een dak vol zonnepanelen, maar mogen zij op sommige momenten de opgewekte stroom niet terug leveren. Het bedrijf aan de overkant van de straat kan deze stroom juist goed gebruiken om E-trucks te laden. Dankzij dit project kunnen we elkaar de helpende hand bieden." Jos van Asten, directeur van POM, voegde toe dat dit slechts een van de voorbeelden is. "Andere uitdagingen op de korte termijn zijn het niet kunnen elektrificeren van het wagenpark, bedrijfskavels die zonder netaansluiting worden uitgegeven en uitstel van automatisering," zo vulde hij aan. Het consortium biedt hier oplossing voor.

Rolverdeling
Namens het consortium bekrachtigden Peter Timmermans (Brink), Boudewijn den Herder (Essent), Menno Roozendaal (gemeente Meierijstad), Aukje Kuypers (Kuijpers) en Herman Molenaar (POM) met een symbolische handtekening de samenwerking. De partijen brengen ieder een eigen expertise mee. Brink pakt de rol van specialist in het ontwerpen en implementeren van complexe samenwerkingsprocessen op het gebied van bouw, vastgoed en infra. Kuijpers en Essent ontwikkelen het technische ontwerp en verzorgen de realisatie van de installatietechniek en digitale laag. Kuijpers blijft bovendien betrokken als servicepartner terwijl Essent (gedeeltelijk) eigenaar wordt van de infrastructuur en hoofdverantwoordelijk is voor de exploitatie. POM is belangenbehartiger van het collectieve bedrijfsleven en verbinder tussen partijen die zich inzetten voor een goed, duurzaam en toekomstbestendig vestigingsklimaat.

Lokaal energienetwerk als oplossing
Combinaties zoeken in vraag en aanbod en dat slim benutten, daar gelooft Smart Business Parks in. Smart Business Parks biedt met deze decentrale oplossing bedrijven en netbeheerders de helpende hand en wil samen met hen komen tot een juiste invulling van het netgebruik. De ambitie is om niet alleen in de toekomstige energiebehoefte te voorzien, maar al ruim voor 2040 fossielvrij te opereren, door bijvoorbeeld aardgas en diesel te vervangen door waterstof. Door daarnaast slim warmte, koude en elektriciteit uit te wisselen, kunnen pieken en dalen in energieopwekking en -afname worden opgevangen. Dit is duurzamer, ontlast het energienet en zorgt voor een daling van de kosten voor het transport van elektra. Daarvoor zijn al enkele pilots in Nederland gaande. Om hiermee verder te gaan, is het nodig de innovaties op te schalen, iets dat nu in Veghel gaat gebeuren. Zowel qua omvang als het collectieve belang een uniek project.

Stap voor stap verduurzamen
Op de vijf bedrijventerreinen in Veghel zijn ongeveer 400 bedrijven gevestigd. Na de afgeronde quickscan, een positieve business case en het bepalen van een technische standaard neemt Smart Business Parks nu de volgende stap met de eerste, concrete projecten. Dit start met een klein cluster van kansrijke bedrijven die veel energie gebruiken of juist opwekken en bovendien al concrete plannen hebben om te verduurzamen. Daarbij is de bedoeling dat binnen twee jaar alle bedrijven op de Veghelse bedrijventerreinen de eerste stappen hebben gezet op het gebied van verduurzaming en op de een of andere manier is gekoppeld aan het totale, gedeelde energiesysteem. Denk aan de start van het aanleggen van een warmtenet, het helpen van individuele bedrijven, het opzetten van kleine samenwerkingsverbanden van bedrijven, het creëren van aansluitovereenkomsten voor groepen en het werken aan de lobby voor aansluiting op nationale waterstofinfrastructuur. Naar verwachting worden de eerste contracten het komende half jaar getekend.

Fout: view dc27a84dbr bestaat mogelijk niet

Ergernis in technische branche over vakonbekwame sollicitanten

Ondanks grote aanhoudende tekorten aan technisch vakbekwaam personeel, staat de branche nog steeds negatief tegenover het aannemen van personeel uit andere sectoren. Maar liefst een derde (32%) van de technische bedrijven ergert zich aan vakonbekwame mensen die reageren op vacatures. Drie op de tien (29%) schrijven sollicitanten zonder de juiste diploma’s zelfs gelijk af. De reden? Ruim een kwart (27%) vindt dat het inwerken van zij-instromers meer kost dan het oplevert.

Dit blijkt uit de zevende editie van de TechBarometer van technisch opleider ROVC, dat onderzoek deed onder ruim 1.000 HR-beslissers, 2.700 technici en 1.000 potentiële zij-instromers naar de stand van zaken in de technische branche.

Structureel ondergewaardeerd
De terughoudendheid wat betreft het aannemen van zij-instromers is logischerwijs ook terug te zien in het aantal organisaties dat investeert om deze groep aan te trekken. Slechts 44 procent van de bedrijven zet zich actief in om meer zij-instromers te werven. Dat is opmerkelijk, aangezien de branche al jaren staat te springen om personeel. Het aantal openstaande vacatures bij technische bedrijven is anno 2023 zelfs toegenomen met maar liefst 45 procent. En de komende jaren wordt geen verbetering verwacht: acht op de tien HR-beslissers (79%) denken de komende vijf jaar nog een tekort aan technisch personeel te hebben. Dat zij-instromers een belangrijke oplossing vormen voor het terugdringen van het aanhoudende technicitekort in ons land, is iets dat 57 procent van de technische bedrijven wél onderstreept. Toch blijft bereidheid om hierin te investeren achter.

Begeleid leren
“Een gemiste kans”, aldus John Huizing, directeur van ROVC. Hij licht toe: “Techbedrijven blijven vasthouden aan strenge eisen voor personeel, ondanks dat de meesten van hen met de handen in het haar zitten vanwege enorme, aanhoudende tekorten aan vakbekwame technici. Hoewel sommigen de noodzaak van het aannemen van personeel uit andere sectoren zien, blijft concrete actie in vele gevallen uit. Veel techbedrijven weten niet hoe ze deze groep efficiënt kunnen inzetten en dat is zonde. Het inwerken van onervaren personeel hoeft absoluut geen langdurig of ingewikkeld proces te zijn. Bij begeleid leren op de werkplek begeleidt een ervaren vakman de startende techneut bij alle aspecten van leren op de werkplek: van instructie tot reflectie. Dit vergt weliswaar een tijdelijke investering, maar het levert veel meer op: in eerste instantie een functioneel inzetbare medewerker, dat wil zeggen iemand die routinematige taken kan overnemen. En na de inwerktijd zelfs een duurzaam inzetbare medewerker, en die zijn heel hard nodig. Ik roep bedrijven daarom op om te kijken naar slimme en flexibele oplossingen zoals deze.”

Fout: view 48592d1v90 bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • september 29, 2023
  • 4 views
Kennis over kleine individuele warmtepompen geactualiseerd

 

ISSO heeft het instructieboek voor het toepassen van kleine individuele warmtepompen in woningen geactualiseerd. Het biedt ontwerpers, projectleiders en adviseurs een naslagwerk met alle informatie die ze nodig hebben. De kennis in het boek focust zich op het toepassen van kleine individuele warmtepompen in woningen met een individueel gesloten bronsysteem.

Het instructieboek sluit aan bij de informatie die in ISSO-publicatie 72 te vinden is. Dat wil zeggen dat het instructieboek de gebruiker op een toegankelijke wijze, stap voor stap meeneemt in het ontwerpen, selecteren en inpassen van warmtepompen voor de individuele woningbouw. De inhoud van dit instructieboek kwam vooral tot stand op basis van ervaringen uit gerealiseerde warmtepompprojecten, beschikbare normen en ISSO-publicaties. De uitgave is geschikt voor gebruik bij opleidingen.

Voorwaarden voor succes
Uiteindelijk hangt een succesvolle installatie en werking van een warmtepompsysteem in hoge mate af van het ontwerp dat de uitvoerders krijgen aangeleverd. Of de installatie echt voor een substantiële energiebesparing zorgt, ligt zeker ook aan de inpassing van een warmtepompsysteem in een woning en de aansluiting op het afgiftesysteem. Juist al die cruciale voorwaarden komen in het PDT-instructieboek naar voren. Ook zaken als het benutten van passieve koeling van een warmtepomp met een bodembron en de mogelijkheden en randvoorwaarden om met een warmtepomp warmtapwater op te wekken, komen aan bod.

Fout: view e3f2f4amcy bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • september 29, 2023
  • 5 views
Campagne carrière in de techniek van start in Goes

De arbeidsmarktcampagne van Techniek Nederland is begonnen. Groep 8 van de Bisschop Ernstschool in Goes kreeg donderdag bezoek van Claudine, één van de superhelden. Samen met directeur Marijn Meijboom van Van de Velde Installatiegroep uit Yerseke nam ze de kinderen mee in een duurzaam technisch avontuur. Ook de techniekstand van Wij Techniek was in de school aanwezig.

New Energy Genius Claudine vertelde de Zeeuwse kinderen dat één van haar tools op mysterieuze wijze in een blok ijs terechtgekomen was. Marijn Meijboom ging samen met de klas aan de slag om het ijs te laten smelten door middel van een warmtepomp.

Op jonge leeftijd kennismaken met techniek
Marijn Meijboom is regelmatig op bassischolen om technieklessen te geven. “Het is belangrijk dat kinderen op deze leeftijd al met techniek in aanraking komen, dan weten ze later of ze het wel of niet leuk vinden.” Juf Jessica van de Bisschop Ernstschool ziet dat het werkt: “De kinderen vinden de techniekstand écht interessant.”

Vooral meisjes zien het helemaal zitten
Techniek is geen mannenvak meer en dat is in Goes te zien. Jongens en meisjes zijn samen druk bezig om de technische klus te klaren. Of het uiteindelijk gelukt is om het ijs te smelten en Claudine haar tool terug te geven, zie je in de video.

  • Branche
  • september 29, 2023
  • 0 views
Optimaal hybride verwarmen in de praktijk

De hybride warmtepomp werkt ideaal in de praktijk, maar vergt wel diverse aandachtspunten die je vaak met zogenaamde vuistregels simpel kan oplossen. “Wanneer je vooraf rekening houdt met de een aantal aspecten, weet je vrij nauwkeurig dat je een goede en efficiënte installatie kunt realiseren”, legt Jan Verdonck uit. Hij is voorzitter distributie- en afgiftesystemen van NVI-GO.

“Zo moet het systeem in orde zijn, wat wil zeggen dat je niet alleen moet kijken naar de opwekzijde, maar ook naar de distributie en afgifte. Kan deze installatie het gevraagde vermogen leveren bij lagere watertemperaturen (maximaal 45°C als toevoer)? Het simpel laten hangen van de bestaande afgifte kan niet altijd en de energiezuinigheid van de hybride zal hier zeker onder gaan lijden (zie ook de resultaten van het demonstratieproject Hybride warmtepompen. www.demoprojecthybride.nl).
Houd als vuistregel voor de richtwaarde van de minimale volumestroom in de installatie van een woning 175-180 l/h aan. Om dit alvast te garanderen, kunnen de voor-instelbare ventielen in de woonkamer op een ruime doorlaat gezet worden (KV waarde).
Gebruik altijd een kleine buffer, ook bij vloerverwarmingssystemen. Vuistregel: gebruik voor elke Kw warmteafgifte 10 liter water. Dit kan met een seriebuffer. Daarmee wordt het pendelgedrag van de warmtepomp veel minder en de levensduur flink hoger.
Bij nachtverlaging (alleen bij snelle afgiftesystemen) is het advies de temperatuur nooit meer te verlagen dan 3 graden ten opzichte van de gevraagde dagtemperatuur. Als de temperatuur ’s nachts nog verder wordt verlaagd, gebruikt de warmtepomp bij de opstart meer energie dan noodzakelijk.
Gebruik daarnaast de juiste ontgasser en vuilfilter in het systeem, dit verhoogt de levensduur van de installatie.
Als laatste punt is het van belang om de regeling van de hybride warmtepomp juist in te stellen, dus stel deze in voor het maximale vermogen dat je nodig hebt. Zo maak je optimaal gebruik van het hybride verwarmingssysteem!”

Dit is een artikel uit de print-editie van het vakblad IZ oktober. De digitale edities van IZ zijn gratis te raadplegen via www.installateurszaken.nl. Liever een print-editie op uw deurmat? Maak dan gebruik van onze tijdelijke actie en meld u nu aan voor een gratis abonnement op IZ via www.installateurszaken.nl

  • Branche
  • september 25, 2023
  • 0 views
“Hybride warmtepomp verdient zich wél op tijd terug”

De investering in een hybride warmtepomp is voor de meeste woningeigenaren binnen zeven jaar terug te verdienen, schrijft het AD. Zij baseren dit op cijfers van Milieu Centraal. In het artikel wordt uitgegaan van een gasbesparing van 60 tot 75 procent. Nefit Bosch laat weten dat uit meerdere praktijkonderzoeken van de afgelopen jaren blijkt dat met een hybride warmtepomp hogere besparingen mogelijk zijn voor veel woningen; tot wel 80 procent of meer.

“Daarnaast is het aannemelijker dat de gasprijzen op langere termijn relatief hoog blijven, dan dat ze blijvend dalen”, zegt Martine Straver, Marketing Director bij Bosch Thermotechniek. “Dat is een realistisch scenario als je kijkt naar wereldwijde ontwikkelingen, verstoringen in de markt en regulering vanuit de overheid. Het verschil tussen de gasprijs en de stroomprijs is bovendien relatief groot. Al met al zal de terugverdientijd voor veel huiseigenaren dus echt binnen de door de minister gehanteerde grens van 7 jaar vallen.”

Niet rijk rekenen
“Een verplichting is nooit sympathiek,” vervolgt Straver, “maar als huiseigenaar moet je je niet rijk rekenen. Ik denk dat het te optimistisch is om te stellen dat deze voor ‘veruit de meeste mensen’ niet zou gelden. Een langere terugverdientijd is alleen aannemelijk als je nu al weinig gas verbruikt, bijvoorbeeld als je een kleine of optimaal geïsoleerde woning hebt. Voor een groot deel van de woningeigenaren is dit niet van toepassing.
Zo weten we uit het demonstratieproject hybride warmtepompen dat het gemiddelde gasverbruik van 1850 m3 terugging naar 475 m3, oftewel een gemiddelde gasbesparing van 75 procent. Dus niet maximaal 75 procent. Het stroomverbruik van de warmtepomp was gemiddeld 2360 kWh. Bij de huidige prijzen resulteert dat in een netto jaarlijkse besparing van rond de 1000 euro per woning. Dan is de aanschaf van een hybride warmtepomp van rond de 3000 euro na aftrek van de subsidie in 3 à 4 jaar terugverdiend. Heb je zonnepanelen op het dak liggen, dan gaat dit nog sneller.”

Kwaliteit en regeltechniek
Voor de terugverdientijd maakt het wel uit hoe de installatie is ingeregeld en hoe de gebruiker omgaat met zijn warmtepomp. Straver: “Als je vooral optimaliseert op comfort, en dus de warmtepomp instelt op een hogere temperatuur, zullen de besparingen lager uitvallen. Let je in de eerste plaats op de efficiëntie van het verwarmingssysteem als geheel, dan is met relatief kleine verbeteringen een hogere besparing te realiseren. Ook de kwaliteit van de cv-installatie, meestal radiatoren en/of vloerverwarming, is van belang om tot goede prestaties en dus een korte terugverdientijd te komen.”

Fout: view a1711b6z5y bestaat mogelijk niet

  • Branche
  • september 22, 2023
  • 2 views
Techniek Nederland start campagne voor carrière in de techniek

Wie op zoek is naar werkgeluk, zou moeten kiezen voor een carrière in de techniek. In die sector zijn bijna alle werknemers buitengewoon blij met hun baan. Ze vinden dat hun werk ertoe doet, ze werken met plezier en ze zijn trots op hun vak. Dat blijkt uit ‘Werken in de techniek’, een marktonderzoek dat Techniek Nederland liet uitvoeren. De resultaten van het onderzoek zijn een steun in de rug voor de brancheorganisatie, die zich sterk maakt voor een grotere instroom van werknemers.

Vandaag geeft Techniek Nederland het startschot voor een langlopende campagne die de kansen laat zien om in deze sector carrière te maken. Onderdeel van de campagne is een test, waarmee je kunt checken of je geschikt bent voor een baan in de techniek.

Hoog rapportcijfer
Werknemers in de techniek vinden hun werk uitdagend. Ze zeggen dat ze nooit uitgeleerd zijn. Bovendien waarderen ze dat je in de techniek vrijwel zeker werk hebt voor de rest van je leven. Werknemers in de techniek geven hun baan gemiddeld een 8,1. Van alle respondenten geeft 35% zelfs een 9 of hoger. Vrouwen die werken in de techniek waarderen hun werk zelfs nog meer dan mannen. Zij geven als gemiddeld rapportcijfer een 8,3.

Technici zijn onmisbaar
Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland is niet verbaasd over de onderzoeksresultaten. “Als technische vakman of vakvrouw voel je dat je onmisbaar bent. Je doet belangrijk werk, waarmee we grote maatschappelijke vraagstukken kunnen oplossen. De energietransitie bijvoorbeeld, die krijgen we zonder techniek niet voor elkaar. Technici zijn de makers van morgen. Dat besef dringt steeds meer door.”

Campagne
De technieksector biedt werknemers veel carrièrekansen en zekerheid op een baan. Toch weet nog niet iedereen hoe gelukkig je wordt van een baan in de techniek. Techniek Nederland gaat daarom vandaag van start met een campagne: Je kunt zoveel meer in de techniek.
Techniek Nederland richt zicht met de campagne op jongeren die voor de keuze staan welke opleiding ze gaan doen. Daarnaast wil de brancheorganisatie mensen bereiken die nu nog in een andere branche werken, maar toe zijn aan een carrièreswitch. Terpstra: “Steeds meer zij-instromers vinden de weg naar de techniek. Dat is logisch, want de kansen liggen voor het oprapen. Gedreven, enthousiaste mensen die affiniteit hebben met techniek zijn in onze sector van harte welkom. Werkgevers ontvangen ze met open armen.”

Superhelden
De campagne #jekuntzoveelmeerindetechniek zal een aantal jaren gaan lopen. In de uitingen ligt de nadruk op de veelzijdigheid van de sector. De superhelden (‘Geniuses’) die de blikvangers van de campagne zijn, vertegenwoordigen de diverse deelmarkten in de techniek. Zo is er een Home & Living Genius, een Infra & Mobility Genius, een Business en Buildings Genius, een High Tech Genius en een New Energy Genius. De komende tijd zijn ze in de openbare ruimte te zien op billboards en abri’s, maar ook online en op social media.

Fout: view 48db577wb4 bestaat mogelijk niet