• Branche
  • december 19, 2024
  • 2 views
Vakbeurs ISH binnenkort ook weer in Beijing

Van 20 tot en met 22 februari a.s. wordt in China wederom ISH China & CIHE georganiseerd, de Chinese internationale vakbeurs voor verwarming, ventilatie, airconditioning, sanitair en thuiscomfortsystemen. Het China International Exhibition Center (Shunyi Hall) in Beijing huisvest dan meer dan 1.300 exposanten op een oppervlakte van 110.000 m2. De beurs, die bekend staat het belangrijkste vakevenement voor de HVAC-sector in Azië, verwacht zo’n 75.000 bezoekers te mogen verwelkomen. ISH China & CIHE zal zijn opgedeeld in vijf sectoren: Verwarming, Energie, Water, Comfort en Installatie&intelligentie.

In China is de markt actief betrokken bij de renovatie van bestaande gebouwen en stedelijke infrastructuur, aangemoedigd door gunstig beleid van de overheid. China heeft als doelstelling om in korte tijd meer dan 350 miljoen m2 bestaande gebouwen energiebesparend te renoveren en meer dan 50 miljoen m2 ultra-lage en bijna-nul-energie-gebouwen te realiseren. Ook wil het land nog dit jaar 8% van zijn stedelijke gebouwen voorzien van hernieuwbare energie. De overheid introduceerde eerder al verschillende beleidsmaatregelen om de vernieuwing van HVAC-systemen aan te moedigen. Dit alles biedt de HVAC-industrie nieuwe kansen en uitdagingen, die op de komende vakbeurs in Beijing hun uiting krijgen in een veelheid aan innovatieve technologieën en producten, zo verwacht de beursorganisatie.

Afgeleide ISH Frankfurt
ISH China & CIHE wordt georganiseerd door Messe Frankfurt (Shanghai) en CIEC GL events (Beijing) International Exhibition en is een afgeleide van het tweejaarlijkse ISH-evenement bij onze oosterburen. 's Werelds grootste vakbeurs voor HVAC en Water vindt iets later dit jaar plaats in Frankfurt, van 17 tot en met 21 maart.

 

  • Branche
  • december 12, 2024
  • 3 views
Installateurs belangrijk bij versnelde bouw nieuwe woningen

De technieksector gaat zich op verschillende manieren inzetten om de nieuwbouw van woningen te versnellen. Tijdens de Woontop in Nieuwegein heeft de branchevereniging daarover vergaande afspraken gemaakt met het kabinet én diverse partijen in de bouwkolom. De vereniging wil zo bijdragen aan het doel om jaarlijks 100.000 woningen te realiseren. Bij de Woontop waren niet alleen de woon-, bouw- en installatiebranche vertegenwoordigd, maar ook het kabinet. Naast premier Dick Schoof waren de ministers Mona Keijzer en Fleur Agema in Nieuwegein aanwezig.

Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland vindt dat het hard nodig is om de woningnood aan te pakken: “Veel te veel mensen in ons land wachten op een woning. Installateurs kunnen een sleutelrol vervullen bij het realiseren van duurzame, aardgasvrije nieuwbouw.”

Netcongestie terugdringen
Techniek Nederland gaat, samen met Netbeheer Nederland en Bouwend Nederland, op diverse manieren bijdragen aan een versnelling van de woningnieuwbouw. Als gevolg van netcongestie is het aansluiten van nieuwbouwwoningen op het elektriciteitsnet op dit moment vaak niet mogelijk. De technieksector kan de belasting van het net laag houden door netbewust te installeren. Als apparatuur slim wordt aangestuurd, kan de gemiddelde netbelasting met 20% omlaag. Hierdoor kunnen méér woningen op het elektriciteitsnet worden aangesloten.

Efficiënter installatieproces
De bouw- en installatiebranche kan veel winst behalen door het installatieproces efficiënter in te richten. Zo kunnen aannemers straks rechtstreeks een installateur inschakelen voor het realiseren van huisaansluitingen, zonder tussenkomst van de netbeheerder. Dit bespaart kostbare tijd. Daarnaast heeft Techniek Nederland met andere organisaties in de bouwkolom de afspraak gemaakt om prefab meterkasten en stekkerbare aansluitingen te gaan toepassen. Het installatieproces verloopt daardoor sneller en er zijn minder schaarse technici nodig.

Overbodige regels schrappen
Om vaart te maken met de nieuwbouw van woningen wil woonminister Mona Keijzer overbodige regels schrappen met het programma STOER (Schrappen van Tegenstrijdige en Overbodige Eisen in Regelgeving). Het Bouwberaad (overlegplatform voor overheid, ontwerp-, bouw- en technieksector) maakt een inventarisatie van regels die geen nut hebben en het bouwproces vertragen. In een video roept Doekle Terpstra in zijn functie van voorzitter van het Bouwberaad marktpartijen op om voorbeelden van overbodige regelgeving te melden.

Brede samenwerking
Techniek Nederland is één van de partijen in de bouwkolom die vandaag afspraken over versnelling van de woningbouw hebben gemaakt met het kabinet. Naast Techniek Nederland zaten bij de Woontop in Nieuwegein onder meer NEPROM, Bouwend Nederland, Vastgoedbelang, Aedes, Vereniging Eigen Huis en WoningbouwersNL aan tafel.

  • Branche
  • december 11, 2024
  • 3 views
Drie praktijkbegeleiders installatiebranche onderscheiden voor bijzondere kwaliteiten

Maatschappelijke betrokkenheid en impact zijn dit jaar een centraal thema in de TopCoach van het Jaar-verkiezing 2024, zo blijkt uit de juryrapporten. De jury heeft dinsdag, tijdens een feestelijke uitreiking in de Utrechtse Jaarbeurs, Ron Dupuis, Harold Hellings en Kornee van Terheijden de titel ‘TopCoach van het Jaar 2024’ toegekend in de respectievelijke categorieën Grootbedrijf, Opleidingsbedrijf en Mkb.

Elk jaar worden honderden praktijkopleiders door studenten en collega’s voorgedragen als TopCoach van het Jaar. Uit die ruime selectie zijn dit jaar 21 van hen genomineerd. De jury heeft de finalisten beoordeeld en drie winnaars aangewezen, één per bedrijfscategorie. De praktijkopleiders begeleiden leerlingen techniek op hun weg naar een loopbaan in de technische installatiebranche.
Opmerkelijk is de aandacht die de jury dit jaar schenkt aan de maatschappelijke impact van de praktijkopleider. Alle drie de TopCoaches zetten zich nadrukkelijk in om studenten te helpen bij het overwinnen van uitdagingen. Daarbij kan het gaan om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt, maar ook om zij-instromers die op latere leeftijd een carrièreswitch maken naar de technieksector.

Zij-instromers
Ron Dupuis is daarvan een goed voorbeeld. Hij is in dienst bij installatiebedrijf Feenstra in het Limburgse Venray en werkt daar als praktijkopleider en -begeleider veel met zij-instromers. Daarin valt hij bij de juryleden op door zijn talent om heel scherp de potentie van een student te duiden. “Zelfs wanneer dat niet direct aansluit bij het bedrijfsbelang dat hij dient”, zegt de jury daarover. “Dat toont zijn integriteit en zijn focus op de persoonlijke ontwikkeling van zijn studenten.”
Dupuis heeft samen met een collega een opleidingstraject opgezet. Daarin leren studenten in 15 weken de basis van de installatietechniek om dan door te kunnen stromen naar een mbo3-opleiding. In die vervolgopleiding begeleidt hij ze gedurende drie jaar. De begeleiding kenmerkt zich door veel ruimte voor experimenteren en eigen methodes ontwikkelen. “Ik laat studenten zélf leren en vervul daarin een coachende rol”, zegt hij daar zelf over.

Brede samenwerking
Harold Hellings werkt voor opleidingsbedrijf IW Zuid en Midden in Veldhoven. Hij valt de jury onder meer op door zijn brede en intensieve samenwerking met de directe omgeving van zijn studenten. Hij betrekt scholen, ouders en bedrijven nadrukkelijk bij de vorming van zijn leerlingen. “Hij zoekt daarin altijd de oplossingen om leerlingen verder te helpen, óók in uitdagende situaties”, schrijft de jury over Hellings.
Opmerkelijk is ook de wijze waarop Hellings blijft investeren in zijn eigen kwaliteit als coach. Zo verdiept hij zich in zaken als autisme of het puberbrein om met die kennis studenten met leerproblemen beter te kunnen begrijpen en begeleiden.

Impact
Ook Kornee van Terheijden houdt de deur wagenwijd open voor studenten die wat extra nodig hebben om mee te komen. “Je moet laten zien dat je wil, dan kunnen we iedereen helpen”, zegt hij daar zelf over. Hij heeft de praktijkbegeleiding in zijn bedrijf in Heerle (NB) op een hoger plan gebracht met de oprichting van opleidingsinstituut Torio dat nu landelijk leerlingen opleidt.
De praktijkopleider en ondernemer wil graag een mate van kwaliteit in het vak brengen door zijn studenten methodes aan te leren. Hij laat daarbij ‘een mensgerichte aanpak’ zien, zo stelt de jury in haar beoordeling. “Hij begrijpt het belang van het leerproces en laat leerlingen van elkaar leren en in hun eigen tempo.”
De jury vindt Van Terheijden niet alleen een goede coach voor zijn studenten; hij wordt in het juryrapport ook geroemd als ‘ambassadeur voor het vak’. Hij zette eigenhandig een nationaal opleidingsinstituut op en ontwikkelde een specifieke opleiding voor riooltechniek. “Hij inspireert met zijn liefde voor het vak en weet een blijvende impact te maken op zowel de leerlingen als op de technieksector.”

Aandacht
De jury heeft veel aandacht voor de algemeen vormende aspecten van praktijkbegeleiding in technische installatietechniek. Dat spreekt onder meer uit het thema van de verkiezing: 'Kracht van aandacht'. Daarmee wil organisator Wij Techniek het belang onderstrepen van een optimale leeromgeving, maar ook het aanleren van sociale vaardigheden die van leerlingen betere professionals maken.
De leerlingen die de TopCoaches begeleiden, zijn soms hbo’ers en zij-instromers, maar vaker mbo’ers. Ze volgen een mbo-techniekopleiding in de installatiebranche en doen dat overwegend in een zogenaamde beroepsbegeleidende leerweg (bbl). Ze hebben dan een betaalde baan bij een erkend leerbedrijf. Op de werkvloer worden ze begeleid door een praktijkopleider in het bedrijf zelf of vanuit een opleidingsbedrijf. Naast het werk in de praktijk volgen de leerlingen theoretisch onderwijs, meestal in de vorm van lessen op een school en soms via afstandsleren.

Nieuwe vakmensen
De ‘TopCoach van het Jaar verkiezingen’ worden sinds 2016 georganiseerd door Wij Techniek, het ontwikkelingsfonds voor de installatiebranche. De sector zit te springen om nieuwe vakmensen die grote maatschappelijke uitdagingen als de energietransitie vorm kunnen geven en de woningnood aanpakken. “Om jonge mensen voor het vak te interesseren en te behouden, moeten de opleidingstrajecten aantrekkelijk en kwalitatief hoogstaand zijn”, zegt Wij Techniek-directeur Sven Asijee daarover. “Goede praktijkcoaches zijn daarom cruciaal voor onze sector en voor de samenleving.”

Explosieve groei van overnames in installatiebranche

Volgens het CBS steeg het aantal overnames in de installatiebranche tot en met het derde kwartaal van 2024 met 30%, vergeleken met dezelfde periode in 2023. Dat is meer dan het dubbele van het totale aantal bedrijfsovernames in Nederland. Hiervoor ziet bedrijfsadviseur ABAB een aantal redenen: de groeiende vraag naar duurzame oplossingen en het bijbehorende personeelstekort; synergievoordelen; een stabiele opdrachtenstroom, bijvoorbeeld uit onderhoud en renovatie; en versterking van de regionale marktpositie.

Steeds meer ondernemers in de branche kiezen er juist nu voor om te verkopen, omdat het ondernemersbestand vergrijst en verkoop in deze periode van hoge vraag steeds verleidelijker als er geen opvolging is.

Minder energie en middelen
ABAB merkt in de praktijk dat ondernemers in de laatste fase van hun carrière minder energie en middelen hebben om te investeren in nieuwe en complexere technieken. Ook de kosten voor de opleiding van personeel kan een obstakel zijn. Daarnaast nemen de eisen van opdrachtgevers toe, zoals een hogere mate van flexibiliteit en certificeringseisen, die voor veel ondernemers een grote uitdaging vormt.

Partijen op overnamepad
Er zijn verschillende kopers actief op de installatiemarkt, ziet ABAB, elk met hun eigen (overname)strategie en doelstellingen. Als eerste de grote marktspelers, zoals VDK Groep, Hoppenbrouwers en Unica. Zo groeide VDK in twaalf jaar tijd uit tot de tweede installateur van Nederland met ruim 5.000 medewerkers, door een meer dan actieve ‘buy and build strategie’. Daarnaast hebben investeringsfondsen (private equity) zich tussen 2020 en 2022 ingekocht bij een aantal middelgrote installateurs. In het afgelopen jaar zijn ze zichtbaar steeds actiever geworden op de overnamemarkt om hun marktaandeel te vergroten. Deze fondsen hebben recent een aantal opvallende overnames aangekondigd en blijven actief op zoek naar nieuwe kansen in de overnamemarkt. Maar ook traditionele familiebedrijven proberen zich te onderscheiden in de markt door gerichte acquisities. In 2024 hebben Van Dorp, De Groot Installatietechniek en de Koninklijke Damstra Groep al meerdere overnames aangekondigd.

Bouw waterstofstation gestart bij Nefit Bosch

Bij Nefit Bosch is de bouw van een waterstofontvangststation gestart als aftrap van de realisatie van ‘s werelds eerste open lokale groene waterstofketen voor de industrie. De bouw van het ontvangststation markeert een belangrijk moment in een samenwerking tussen verschillende partners onder de noemer GROHW. Naast Nefit Bosch, als eerste industriële afnemer, zijn energiebedrijf Essent, infraspecialist Firan en initiatiefnemer Witteveen+Bos betrokken.

Wat de partners verenigt in GROHW is het omarmen van waterstof als lange-termijn bedrijfsstrategie en daarmee de bereidheid om vandaag te investeren in het duurzame toekomstperspectief van groene waterstof.

Afwachten is voor ons geen optie
Voor Nefit Bosch komt het project precies op het goede moment. Markus Baumeister, Director Engineering Nefit Bosch: “In Deventer openen wij volgend jaar een compleet vernieuwd wereldwijd R&D Centrum, waarbij het duurtesten van nieuwe modellen waterstof cv-ketels een speerpunt vormt. Afwachten is voor ons geen optie. Daarom is het fantastisch dat wij met Essent en de andere partners binnen GROHW samenwerken om de voor ons onmisbare waterstof snel en bedrijfszeker aangeleverd te krijgen.”

Open lokale groene waterstofketen
Het waterstofontvangststation van Essent bestaat onder meer uit een 17 meter hoge buffertank waar de met tankwagens aangevoerde groene waterstof in opgeslagen wordt. Terwijl er gewerkt wordt aan de oplevering in februari volgend jaar, samen met de opening van het nieuwe Bosch R&D Centrum, is de volgende stap al in voorbereiding. Naast het ontvangststation wordt komend jaar ook een 2,5 MW elektrolyser gebouwd, die uit lokaal en regionaal geproduceerde duurzame elektriciteit groene waterstof maakt. Bas van der Stelt, Hydrogen Business Developer Essent: “Met de elektrolyser completeren wij de waterstofketen, zodat productie, distributie en verbruik lokaal afgehandeld worden.”

Landelijk waterstofnetwerk
Anders dan veel andere waterstofprojecten, is GROHW concreet in uitvoering. Naast waterstof is het ook de bedoeling om de zuurstof en restwarmte van de waterstofproductie lokaal te benutten. Voor schaalvergroting kijkt men naar mogelijkheden in de toekomst voor aansluiting op de waterstof backbone, het landelijke waterstofnetwerk.

Iets minder dan de helft van Nederlandse huishoudens wil een warmtepomp

Bijna de helft van Nederland (49,6%) verwacht uiteindelijk aan de warmtepomp te gaan. Dat is een klein verschil met een jaar geleden, toen nog 52,6% verwachtte op den duur elektrisch te gaan verwarmen. Al met al verwacht ruim een kwart van de huishoudens binnen vijf jaar over een warmtepomp te beschikken. Dat blijkt uit onderzoek van duurzaamheidsplatform Slimster onder 1000 Nederlanders.

Inmiddels geeft een op de negen Nederlanders aan hun huis te verwarmen met een warmtepomp. Uit eerder onderzoek van Slimster bleek dat de gemeente Blaricum, waar al een op de vijf huizen met een warmtepomp verwarmd wordt, de kroon spant. Binnen vijf jaar is dit landelijk gezien dus waarschijnlijk ruim een kwart. Opvallende uitkomst van het onderzoek is dat de helft van de ondervraagden überhaupt niet van plan is over te stappen op een warmtepomp. Pascal van de Beek verwacht dat dit vooral te maken heeft met de hoge aanschafkosten. Ook vermoedt hij dat het afschaffen van de verplichting om vanaf 2026 een cv-ketel te vervangen door een warmtepomp de animo heeft doen afzwakken.

Gros warmtepompbezitters tevreden
Het aantal verkochte warmtepompen is dit jaar flink afgenomen, zo berichtte de Vereniging Warmtepompen onlangs. Dat kan volgens Slimster niet los gezien worden van de gasprijs, die inmiddels weer een stuk stabieler is vergeleken met twee jaar geleden. Desondanks geeft de helft van de huidige warmtepompeigenaren aan ‘grotendeels tevreden’ te zijn met hun investering. Nog eens een op drie is zelfs ‘zeer tevreden’.
Desondanks meldde Vereniging Eigen Huis vorige week dat veel warmtepompeigenaren tegen problemen aanlopen bij het onderhoud van hun warmtepomp. Ze kunnen niemand vinden die dit wil uitvoeren of krijgen geen advies over wat er nodig is aan onderhoud, laat Eigen Huis weten. Slimster, waar consumenten offertes kunnen opvragen, geeft aan dat hiervoor wel degelijk bedrijven te vinden zijn. “Verder is de algemene richtlijn om voorafgaand aan het plaatsen van de warmtepomp een onderhoudscontract af te sluiten. Een jaarlijkse onderhoudsbeurt raden we daarbij aan”, aldus Van de Beek.

“Problemen met onderhoud aan warmtepompen te wijten aan onvolwassen markt”

Veel huiseigenaren hebben de afgelopen tijd aan Vereniging Eigen Huis problemen gemeld met het onderhoud van hun warmtepomp. Ze kunnen geen monteurs vinden of ontdekken dat de buitenunit van hun warmtepomp op een onhandige plek is geïnstalleerd. Diverse landelijke media berichten hier vandaag over. Techniek Nederland wijt veel klachten aan een nog onvolwassen markt, die is geëxplodeerd met allerlei merken en onderdelen.

“Dit is een installatiemarkt die in korte tijd heel snel is gegroeid. Met heel veel verschillende soorten warmtepompinstallaties van verschillende merken. Het gros van de installatiebedrijven die warmtepompen installeren leveren ook onderhoud, maar dan alleen aan warmtepompen van de merken die ze voeren. Voor onderhoud en reparatie van warmtepompen is namelijk specifieke productkennis nodig en je moet er de juiste onderdelen van in huis hebben", aldus Esther Dijk van de branchevereniging. “Vergelijk het met auto's; je kunt ook niet bij iedere Volvo-garage zomaar terecht voor onderhoud of reparatie aan je Toyota, laat staan aan een elektrische Skoda.”

Moeilijk bereikbaar
“Het bedrijf dat de warmtepompinstallatie plaatst is nu vaak nog niet het bedrijf dat de warmtepomp onderhoudt”, vervolgt Dijk. ”Dan komt het voor dat een buitenunit van een warmtepomp wordt geplaatst op een plek waar de onderhoudsmonteur vervolgens niet goed bij kan. Dan is bijvoorbeeld een hoogwerker nodig, die niet ieder bedrijf heeft en lopen de kosten op. Bij nieuwbouwprojecten kan dit probleem in ieder geval makkelijker voorkomen worden als bij het ontwerp al rekening wordt gehouden met een voor onderhoud toegankelijke plek.”

Beter voorlichten
“Wie een warmtepompinstallatie aanschaft – of dat nu in een bestaand huis is of in een nieuwbouwhuis - doet er goed aan meteen na te denken over wie op termijn het onderhoud kan doen. Dat is helemaal van belang als je een hybride warmtepomp laat plaatsen naast je cv-ketel door een ander bedrijf dan het bedrijf dat je cv-onderhoud doet. Je cv-onderhoudsmonteur kan niet in alle gevallen zomaar ook het onderhoud van je warmtepomp ‘erbij’ nemen. Dat beseffen kopers vooraf vaak niet. De hele branche, vanaf de ontwerper tot de onderhoudsmonteur, zou consumenten beter kunnen voorlichten over het hoe en waarom van onderhoud van warmtepompen. Waar inmiddels ongeveer de helft van de Nederlanders hun cv wel jaarlijks laten onderhouden, zou dat ook routine bij warmtepompinstallaties moeten worden, betoogt zij.

DigiBouw: een vakbeurs met perspectief

Onlangs werd de eerste editie van DigiBouw georganiseerd door Koninklijke Jaarbeurs in samenwerking met DigiGo, platform voor digitaal samenwerken in de gebouwde omgeving. Beursmanager Tom van der Zwaag is enthousiast over het nieuwe event: “We hebben met de lancering van DigiBouw een grote stap gezet naar digitale adoptie in de bouw-, ontwerp,- techniek- en installatiesector. In totaal lieten 950 professionals zich afgelopen week inspireren op het gebied van digitale transformatie in de sectoren. Met een scala aan exposanten, sprekers en workshops bood deze allereerste editie een schat aan informatie en inzichten over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van digitalisering in de bouw.”

Van der Zwaag vervolgt: “De sector staat voor een grote uitdaging in verband met verduurzaming en de energietransitie. Deze uitdagingen nemen de komende jaren alleen maar toe. Ik ben er trots op dat wij als marktleider van onze eigen vaktitels BouwBeurs en VSK, hier een bijdrage aan leveren in de vorm van vakevent DigiBouw.”

Geen toekomstmuziek meer
Tijdens DigiBouw presenteerde Techniek Nederland haar onderzoek naar de impact van nieuwe technologieën zoals AI, robotisering en industrialisatie op de sector. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland: “Dit drukbezochte evenement toont wat mij betreft aan dat AI en robotisering in de gebouwde omgeving allang geen verre toekomstmuziek meer zijn, maar al volop ingezet worden in de bouw en techniek. Met de toenemende personeelstekorten in onze sector is deze digitaliseringsslag bovendien een onmisbare aanvulling op de inzet van onze vakmensen.”

Vakbeurs met perspectief
Martijn Carlier, manager Aanjagen Digitalisering bij digiGO: “Deze eerste editie beantwoordde aan onze verwachtingen. Het was druk bij de kennissessies, er werd volop genetwerkt en er liep een gevarieerd publiek van gevorderden en beginners. DigiBouw heeft alles in zich om verder te groeien en de sector te helpen in de ontwikkeling naar meer digitale ketensamenwerking.” Ook exposanten kijken zeer tevreden terug. Zo vertelt exposant Sander Lijbers van Openspace: “Een beurs als DigiBouw is belangrijk omdat we als OpenSpace in een korte periode veel mensen kunnen ontmoeten. Dat is tweeledig; bestaande relaties die we even kunnen spreken en bijpraten wat veel efficiënter werkt. Daarnaast ontmoeten we ook nieuwe mensen die komen kijken om te zien wat wij te bieden hebben.”

Boeiend
Ook bezoekers blikken positief terug op een geslaagde eerste editie. “De eerste editie van DigiBouw vond ik erg boeiend. Ik heb nieuwe dingen gezien, ondanks dat ik alle ontwikkelingen al op de voet volg. Daarbij heb ik mijn netwerk uitgebreid en vandaag veel nieuwe mensen ontmoet, waar ik morgen mee door kan,” aldus Gian Broers van BAM.

De volgende editie van DigiBouw vindt plaats op 19 en 20 november 2025 in Koninklijke Jaarbeurs.

 

  • Branche
  • november 22, 2024
  • 1 views
Warmtepomp is juist een oplossing voor netcongestie

Als we alle maatregelen in de energietransitie bekijken, dan blijkt het installeren van een warmtepompsysteem in veel gevallen een belangrijke oplossing om netcongestie te verminderen. Vreemd dus dat soms het tegenovergestelde wordt gedacht.Stoppen met verduurzaming tot de netcongestie is aangepakt, is echt nergens voor nodig’, betoogt Alklima Mitsubishi Electric in een onlangs door het bedrijf gelanceerde whitepaper. ‘Het verduurzamen van woningen via een all-electric warmtepompsysteem heeft nauwelijks impact op de elektra-infrastructuur.’

Het gebruik van de juiste warmtepomp in woningen vereist een opgenomen elektrisch vermogen van circa 1,75 kW. Dat is veel minder dan een elektrische kookplaat, een kokendwaterkraan of een laadpaal voor elektrische auto. Nog belangrijker is dat de moderne warmtepomp stuurbaar is en daardoor een geleidelijk verbruiksprofiel heeft. Een warmtepompsysteem met een boiler zorgt voor de opwarming van tapwater als het elektriciteitsnet veel ruimte biedt of als de prijs laag of zelfs negatief is. Vakmanschap en een juiste systeemselectie in de verwarmingsmode zorgen juist dat, zelfs bij een buitentemperatuur van -10 graden Celsius, maar weinig opgenomen vermogen nodig is. Door de juiste vertrekpunten te hanteren is er veel meer mogelijk dan we momenteel aannemen. Diverse rapportages met praktijkdata van warmtepompen geven hiervoor de onderbouwing.

Warmtepomp helpt problemen verminderen
Al deze informatie is te vinden in de Whitepaper Netcongestie Woningbouw, die Alklima Mitsubishi Electric onlangs lanceerde. In deze whitepaper schrijft Alklima Mitsubishi Electric dat uitbreiding van het elektriciteitsnetwerk wel degelijk noodzakelijk is. Maar stoppen met verduurzaming, tot de netcongestie is aangepakt, is nergens voor nodig. Het verduurzamen van woningen via een all-electric warmtepompsysteem kan namelijk zonder dat dit veel impact heeft op de elektra-infrastructuur. Sterker nog, de warmtepomp helpt ons op veel momenten zelfs om de problemen te verminderen. Daarbij moeten bouw- en installatiesector wel een paar voorwaarden in acht nemen.

Samenhang
“Goede samenhang tussen het afgiftesysteem, de regeling en de warmtepomp is een belangrijk vertrekpunt”, vertelt Rudy Grevers, aanjager all-electric woningbouw bij Alklima. “Waarbij een goede warmtepomp, ook bij lage buitentemperaturen, geen ondersteuning nodig heeft vanuit een elektrisch element. Buffercapaciteit is daarnaast een belangrijke maatregel om piekbelasting te voorkomen en levert een essentiële bijdrage aan congestiemanagement. Warmtepompen vervullen hierin een belangrijke rol. Bij opwekking van duurzame elektriciteit kunnen warmtepompen de overschotten aan duurzame stroom omzetten in thermische energie in de boiler. Ook kan de warmtepomp een woning op een gunstig moment op de dag opwarmen zodat de warmtepomp op een piekmoment – bijvoorbeeld tussen 17.00 en 18.00 uur – uit kan blijven.”

Beperkte invloed
Wanneer je kijkt naar de opgenomen vermogens van de diverse elektrische apparaten in en om de woning dan blijkt de warmtepomp slechts een beperkte bijdrage te leveren aan de belasting van een woning. Onderzoek van Natuur & Milieu toont bijvoorbeeld aan dat warmtepompen in woningen verantwoordelijk zijn voor slechts 1% van het totale elektriciteitsverbruik. Bovendien blijft het totale elektriciteitsgebruik in ons land al jaren constant. Investeringen in de elektrische infrastructuur in bestaande wijken staan dus los van de wens om warmtepompen te installeren. Grevers: “De bottleneck ontstaat doordat we tijdens een bepaald tijdstip (bijvoorbeeld tussen 17.00 en 18.00 uur) meer gebruik willen maken van onze elektrisch infrastructuur. Vergelijk het hierbij met files, die ontstaan ook op piekmomenten. Gezamenlijk moeten we waar mogelijk wegblijven uit de spits. Een warmtepomp kan hier zeer goed invulling aan geven.”

Vraag en aanbod
“De afstemming van vraag en aanbod van energie is, naar de toekomst toe, het belangrijkste aandachtspunt. In dat opzicht is het goed nieuws dat de groei van hernieuwbare energie door zon en wind veel sneller gaat dan die van extra geplaatste warmtepompen. Uiteraard vragen warmtepompen bij koudere omstandigheden meer elektriciteit in vergelijking tot in de zomer. Toch is in de winter de productie van hernieuwbare elektriciteit veel hoger dan het totale elektriciteitsgebruik van alle warmtepompen. Ook tapwaterbereiding kan voor een piek in elektriciteitsvraag zorgen, maar die opwarming zal – mits het systeem een boiler heeft – verspreid over de dag plaatsvinden”, vertelt Grevers.

Hybride warmtepompen
Alklima Mitsubishi Electric stelt zelfs dat hybride warmtepompen, in tegenstelling tot wat velen denken, geen oplossing vormen voor netcongestie. Hybride warmtepompen veroorzaken in veel gevallen juist scherpe pieken. Dit komt doordat veel hybride warmtepompen op de buitentemperatuur worden gestuurd. Dat betekent dat ze in een wijk veelal gelijktijdig inschakelen waardoor een piekbelasting ontstaat. “Als je dan toch, bijvoorbeeld om bouwkundige redenen of ruimtegebrek, een hybride systeem nodig hebt, dan kun je beter een all-electric ready warmtepomp kiezen”, vindt Grevers. “Het grote voordeel van deze variant is dat je na een hybride situatie (cv-ketel met warmtepomp) kunt doorpakken naar all-electric. Bijvoorbeeld als de saldering wordt afgeschaft, waardoor er een prikkel ontstaat om met je eigen opgewekte zonne-energie bijvoorbeeld de boiler met warmtapwater op te laden, het zogeheten thermisch bufferen. Een klassiek hybride systeem biedt deze mogelijkheid niet en is hierdoor echt een kortetermijnoplossing.”

Over de whitepaper

De whitepaper bevat een serie tips voor met name installateurs en adviseurs die bruikbaar zijn zodra ze een warmtepomp willen installeren. Het document sluit af met een lijst aan oplossingen voor de woningbouw waarmee de markt direct kan starten en waardoor ontwerpers met de juiste vertrekpunten kunnen rekenen en zo belemmeringen wegnemen. Het document benoemt ook de uitgebreidere mogelijkheden van congestiemanagement.
De whitepaper is te downloaden op de website van Alklima: www.alklima.nl/netcongestie

Minister wil regeldruk CO-certificering voor kleine bedrijven en zzp’ers aanpakken

Techniek Nederland ziet aanknopingspunten in de evaluatie van het CO-stelsel die minister Mona Keijzer van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) gisteren naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland: “De minister wil de regeldruk van CO-certificering voor kleine bedrijven en zzp’ers aanpakken. Dat is voor ons een cruciaal punt. Daarover én over betere handhaving door gemeenten gaan we graag zo snel mogelijk met haar in gesprek.”

Uit de evaluatie blijkt dat de kwaliteit van het werk aan cv-ketels, geisers en gashaarden is verbeterd sinds de invoering van de Gasketelwet. Terpstra: “Verbetering van de vakbekwaamheid is altijd ons uitgangspunt geweest. Dit draagt bij aan een verhoogde veiligheid en een afname van de koolmonoxiderisico’s. Toch blijven nog veel risicovolle situaties met gasverbrandingstoestellen bestaan. Daar moeten we óók de pijlen op richten.” Techniek Nederland vindt het net als minister Keijzer belangrijk om een oplossing te vinden voor de problematiek rond collectieve rookgasafvoeren. Als gevolg van onduidelijke regels is er nu veel discussie over onderhoud en vervanging.

Koepelcertificering
Terpstra is blij dat de minister oog heeft voor de lastendruk die het stelsel vooral kleinere bedrijven en zzp’ers oplevert. “Techniek Nederland heeft altijd gezegd dat CO-certificering haalbaar en betaalbaar moet zijn voor álle installateurs. Dat is mogelijk door onder een vorm van koepelcertificering te werken. Daardoor gaan de kosten omlaag en kost de certificering minder tijd. Het veiligheids- en kwaliteitsniveau zijn wél hetzelfde als bij rechtstreekse certificering.”

Handhaving moet beter
Techniek Nederland is blij dat de minister inziet dat de handhaving van de ‘Gasketelwet’ door gemeenten niet op orde is. Dat is wel een cruciaal punt. Zonder goede handhaving door de afdeling Bouw- en Woningtoezicht van gemeenten vallen meldingen over onveilige installaties tussen wal en schip en krijgen gecertificeerde bedrijven te maken met oneerlijke concurrentie door bedrijven zonder certificaat.

Meerjarige campagne
Terpstra benadrukt dat de branche zich heeft ingezet om aan de eisen van de Gasketelwet te voldoen. Dat blijkt ook uit de cijfers. Er zijn nu 3.100 gecertificeerde bedrijven; het aantal bijgeschoolde monteurs ligt al op 23.000. Alleen deze gecertificeerde bedrijven, herkenbaar aan het keurmerk CO-vrij, mogen nog werkzaamheden aan gasverbrandingsinstallaties uitvoeren. Terpstra: “Die verplichting is bij de meeste woningbezitters nog niet bekend. Daarom is het zaak dat de overheid hierover een meerjarige voorlichtingscampagne begint. Dat helpt ook om het aantal bedrijven zonder certificaat die wél werkzaamheden blijven uitvoeren, terug te dringen.”

Periodiek onderhoud bevorderen
Techniek Nederland ondersteunt het streven van de minister om het periodiek onderhoud aan gasverbrandingsinstallaties te bevorderen. Terpstra: “Als het aan ons ligt zou regelmatig onderhoud aan cv-ketels, geisers en gashaarden in combinatie met koolmonoxidemelders verplicht moeten worden.” Uit de evaluatie komt naar voren dat 10% tot 15% van de gasverbrandingsinstallaties in ons land niet wordt onderhouden. Techniek Nederland gaat ervan uit dat dat percentage beduidend hoger ligt, namelijk rond de 40%. De brancheorganisatie is blij dat de minister werk wil maken van een betere registratie van incidenten en ongevallen met gasverbrandingsinstallaties. Techniek Nederland heeft daar al eerder oplossingen voor aangedragen.

Vrije verkoop van cv-ketels
De minister is niet van plan om de vrije verkoop van cv-ketels aan banden te leggen. Dat veroorzaakt volgens Techniek Nederland oneerlijke concurrentie en onveiligheid. Alléén installateurs met een CO-certificaat zouden de bevoegdheid moeten hebben om een cv-ketel aan te schaffen. Een andere optie is om verkoop van een cv-ketel aan een consument alleen toe te staan als een gecertificeerde installateur die vervolgens plaatst. Dit gebeurt al bij airco’s.

Aanleiding CO-certificering
De Gasketelwet en de verplichte CO-certificering komen voort uit een rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2015 over koolmonoxidevergiftiging door cv-ketels, geisers en gashaarden. Sinds april 2023 mogen alleen nog bedrijven met de certificering CO-vrij aan gasverbrandingsinstallaties werken. Consumenten kunnen een boete krijgen als ze een niet-gecertificeerd bedrijf inhuren of zelf aan dit soort installaties klussen