VSK introduceert Mensen van de Toekomst-plein

Installatievakbeurs VSK introduceert de komende editie een ‘Mensen van de Toekomst-plein’. Vakmensen kunnen zich hier oriënteren op de toekomst van hun vak, opleidings- en ontwikkelmogelijkheden.

“Op vakbeurzen is vanzelfsprekend altijd veel aandacht voor productinnovaties en noviteiten”, zegt Adriaan van der Klaauw van BuildingJobs, één van de initiatiefnemers van het ‘Mensen van de Toekomst’-plein. “En dat is in deze tijd van verduurzaming en de energietransitie natuurlijk ook niet zo gek. Maar de mens, de medewerker die het werk moet uitvoeren, wordt daardoor nog wel eens vergeten. Met dit thema-plein willen we dat ondervangen. Samen met de Jaarbeurs en technisch opleider Studium hebben we daarom het initiatief genomen om een plek op de beursvloer in te richten waar de opleiding en ontwikkeling van technische medewerkers centraal staat.”

Hard nodig
En dat is hard nodig ook. Want de arbeidsmarkt in de installatiesector is al jaren “volstrekt overspannen”, stelt Van der Klaauw. “en dat gaat de komende jaren ook niet veranderen. Jongeren kiezen om allerlei redenen niet meer voor techniek en de laatste generatie die nog een MTS-opleiding heeft gevolgd gaat over tien tot vijftien jaar met pensioen.”

Warmtepompsystemen
Dat ziet ook Jaap Wouda van Opleidingscentrum Go, ook een deelnemer aan het ‘Mens van de Toekomst’-plein. “In 2050 moeten alle huizen in Nederland van het gas af zijn. Je ziet nu al een hausse aan nieuwe warmtepompsystemen. Om die te kunnen plaatsen en te onderhouden moeten heel veel vakmensen worden opgeleid. En dus willen we bezoekers van de VSK wijzen op de mogelijkheden die wij ze kunnen bieden. Bijvoorbeeld met nieuwe vormen van leren, zoals e-learning en blended-learning. Op de beurs demonstreren we ook praktijkleren met VR-brillen. Dan hoef je dus niet meer ergens een fysieke installatie op te bouwen om leerlingen aan te laten sleutelen, maar kun je dat op iedere plek in Nederland doen. Ook met dat soort vernieuwingen willen we het leren aantrekkelijker maken.”

Inspireren
Esmee de Graaf van technisch opleider Studium legt uit dat Studium aanwezig is op het themaplein om de markt te laten zien “wat we aan instroom-, doorstroom- en opleidingsmogelijkheden in huis hebben. Ik hoop bedrijven en bezoekers te inspireren over onze manier van opleiden. Want in plaats van een perfecte kandidaat vinden voor een openstaande vacature - wat in deze tijd bijna onmogelijk is zonder zo iemand bij een concurrent weg te kapen - kun je er ook voor kiezen eigen mensen om- of bij te scholen en ze zo de benodigde vaardigheden bij te brengen. Met onze Bootcamp Koudetechniek bijvoorbeeld, leidden vakmensen in een maand op tot koelmonteur. Met alleen de bestaande technische mbo-opleidingen redt de sector het namelijk niet.”

Digitalisering
“Dé oplossing voor de personeelstekorten hebben wij ook niet”, zegt Van der Klaauw. “Vooralsnog proberen we mensen bij- en om te scholen. Ik zie steeds meer zij-instromers die vanuit andere sectoren voor installatietechniek kiezen. En je zult zien dat we steeds meer vaklui uit het buitenland moeten aantrekken. Voor de langere termijn hoop ik dat er in het reguliere onderwijs meer meer aandacht voor techniek komt. En uiteindelijk denk ik dat digitalisering, robotisering, artificial intelligence en standaardisering ervoor gaan zorgen dat er minder echte handen nodig zijn. Installaties worden wellicht ook onderhoudsvriendelijker waardoor gebruikers sommige handelingen zelf kunnen gaan uitvoeren.”

Gezamenlijke uitdaging
Ook De Graaf denkt dat voortschrijdende techniek deels kan bijdragen aan het oplossen van personeelstekorten. “Door monitoring op afstand kan onderhoud steeds beter voorspeld worden waardoor je efficiënter kunt werken. Maar monteurs blijven voorlopig echt wel nodig. Ik hoop tijdens VSK dan ook veel bedrijven te spreken en samen met anderen te kunnen optrekken. Want deze uitdaging kunnen we alleen gezamenlijk aan.”

VSK vindt plaats van 4 t/m 7 februari 2020 in de Jaarbeurs in Utrecht.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Amsterdamse grachtenpanden getransformeerd in duurzaam kantoorgebouw

TBI-onderneming J.P. van Eesteren heeft een reeks Amsterdamse grachtenpanden getransformeerd in een duurzaam kantoorgebouw. Het gaat om 6.000 m2 aan kantooroppervlak in een reeks geschakelde grachtenpanden.

J.P. van Eesteren heeft een lange historie met de panden. Het bedrijf onderhield de zogeheten Kalenderpakhuizen jarenlang, in de tijd dat ze nog van De Nederlandsche Bank waren. Na verkoop ontstond er in 2018 een hernieuwd contact dat uiteindelijk leidde tot de opdracht de panden te transformeren in een moderne kantooromgeving.

Aangepaste installaties
Binnen het project is een nieuwe entree gecreëerd en is één van de dragende bouwmuren over twee verdiepingen vervangen door een staalconstructie. Daarnaast zijn diverse doorbraken en vides gerealiseerd om de lichtinval te verbeteren. Het gebouw kent twee atriums met nieuwe stalen trappen, die meer dan 3,5 meter uitkragen. Verder zijn de installaties aangepast aan een multi-tenant indeling en is de elektra volledig vernieuwd. Het gebouw wordt door J.P. van Eesteren in een tamelijk ruwe vorm opgeleverd aangezien de complete afwerking gebeurt na overleg met de huurders. De totale opdrachtsom bedraagt circa € 5 miljoen.

Creativiteit
Erno van Es was als werkorganisator namens J.P. van Eesteren vanaf het begin bij het project betrokken: “Er is veel creativiteit in dit pand gaan zitten. We kregen van de architect Leon van Ooijen van opdrachtgever Metroprop bijzonder veel ruimte om technische issues zelfstandig op te lossen; en bij architectonische vraagstukken mee te denken. Dat meedenken over mooie en slimme oplossingen, dat past bij onze organisatie.”

Op onze nieuwsbrief abonneren

Hulpmiddel om slim om te gaan met regenwater

Stowa en Stichting Rioned lanceren PerceelTool, waarmee perceeleigenaren en installateurs kunnen bepalen welke maatregelen nodig zijn om slim om te gaan met regenwater. Te denken valt aan een laagte in de tuin tegen wateroverlast door hoosbuien of infiltratie van regenwater om de droogte tegen te gaan.

Als regenwater in de bodem zakt draagt dit bij aan het tegengaan van droogte en overbelasting van de riolering. PerceelTool helpt perceeleigenaren en hun adviseurs bij de keuze van een combinatie aan maatregelen. Deze kunnen uiteen lopen van infiltratievoorzieningen, opslagtank, groenblauw dak, verwijderen van bestrating, verlagen van een deel van de tuin en afvoeren naar de riolering en openbaar gebied. De tool kan kosteloos worden gebruikt.

Hoe werkt het?
Op basis van de indeling, eigenschappen en oppervlakken berekent PerceelTool de hoeveelheid regenwater die een tuin of terrein kan verwerken en de hoeveelheid water die afstroomt naar het openbaar gebied of de riolering. PerceelTool laat zien wat er gebeurt bij kleine buien, langdurige neerslag of bij een hoosbui. Grafieken en animaties tonen de effecten van verschillende (combinaties van) maatregelen.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Inkoopgedrag Nederlandse installateurs blijft traditioneel

Het koopgedrag van professionals in de installatiebranche blijft vrij traditioneel. De groothandel neemt nog steeds een dominante positie in. Andere kanalen, zoals directe inkoop bij fabrikanten en pure online kanalen, verhogen wel de druk op het traditionele distributiesysteem in de branche. Zo blijkt uit recent marktonderzoek dat ongeveer een kwart van de Nederlandse installateurs rechtstreeks bij online winkels inkoopt. Ze besteden daar echter maar 3% van hun totale budget.

Het distributiemodel in drie stappen, van fabrikant tot groothandel tot professionele klant, blijft dominant in de ‘vrij conservatieve installatiemarkt’, concludeert marktonderzoeker USP's European Mechanical Installation Monitor na het interviewen van 900 installateurs uit zes landen. Pure online aankoopkanalen zijn echter wel in opkomst. Daarbij zijn er grote verschillen tussen de onderzochte landen. In Frankrijk en Polen gebruiken installateurs het minst de pure online kanalen. In België en Duitsland meldt 15% van de installateurs producten te kopen via deze kanalen. In Nederland geeft inmiddels een kwart van de installateurs aan hetzelfde te doen.

Britten lopen voorop
Het Verenigd Koninkrijk loopt voorop met 34% van de installateurs die pure online kanalen gebruiken om installatieproducten te kopen. In vergelijking met twee jaar geleden is het aantal Britse installateurs die online inkopen zelfs met 20% gegroeid. In Frankrijk is in de afgelopen twee jaar juist geen enkele ontwikkeling in gebruik waargenomen.

Marginaal
Maar als alleen gekeken wordt naar de hoeveelheid geld die via online kanalen wordt besteed, dan blijkt dit nog marginaal te zijn. In het Verenigd Koninkrijk besteden de installateurs die online inkopen slechts 5% van hun totale budget hieraan. In ons land gaat het om slechts 3% van het budget dat een kwart van de Nederlandse installateurs online besteden. In Duitsland daarentegen, waar slechts 15% van de installateurs pure online kanalen gebruiken, ligt dit percentage echter even hoog. De positie van pure online kanalen lijkt qua gebruik bij onze oosterburen dus niet zo sterk, maar is qua aandelenportefeuille net zo solide als in ons land.

Op onze nieuwsbrief abonneren

De nekslag voor systeem C?

Nu de NEN 1087 wordt herzien, gaan er ook stemmen op om het begrip leefzone anders te definiëren. Dat zou verregaande consequenties hebben voor bepaalde ventilatiesystemen. “Vooral systeem C zou worden benadeeld.”

De leefzone is het gedeelte van een verblijfsgebied waarbij de ruimte gelegen binnen 1 m van een uitwendige scheidingsconstructie, binnen 0,2 m van een inwendige scheidingsconstructie en hoger gelegen dan 1,8 m boven de vloer buiten beschouwing blijft. Binnen Europa geldt er een eis voor de vergelijking van onderlinge producten die meet op 0,5 meter vanaf de gevel. Een aantal deskundigen zou dit als systeemeis willen laten opnemen in de nieuwe NEN 1087. Een zinvolle wijziging? Jan Verdonck, Specialist New Business bij Jaga denkt van niet.

Mensen zetten hun meubels en apparatuur in de praktijk vaak dicht bij de gevel. Het zou dan toch logisch zijn om daar strengere comforteisen te laten gelden?
“In deze discussie worden zaken met elkaar verward. De 0,5 m uit de Europese norm geldt voor producten, niet voor systemen. Als je 1 op 1 de eis overneemt in een nieuwe NEN 1087 zonder de meetvoorschriften aan te passen, duw je systemen de markt uit.”

Hoe bedoel je?
“Je meet dan te veel op een punt dat dicht bij het product zelf ligt. Dat geeft  een vertekend beeld van de totale prestaties van het systeem.”

Maar varianten met systeem C die werken met roosters voor de toevoerlucht, zorgen in de praktijk toch vaak voor problemen? Er wordt dikwijls geklaagd over tocht, omdat in de wintermaanden rechtstreeks koude lucht naar binnen wordt gevoerd…
“Zo simpel ligt het niet. Uit ervaring en onderzoek weten we dat er meestal andere problemen spelen. Zo kunnen de bouwkundige randvoorwaarden onvoldoende in acht zijn genomen. Denk aan de impact van grote raampartijen, slechte regelingen en het niet goed luchtdicht zijn van de gebouwen, waardoor het lijkt te tochten via de roosters. En een nog groter probleem; met al die goed geïsoleerde woningen van tegenwoordig schiet de centrale kamer thermostaat bijna niet meer aan. Het ligt dus kortom niet altijd aan de roosters.”

Dat klinkt heel aannemelijk, maar gebruik je dan niet extra energie, bijvoorbeeld om de lucht te sturen, om zo een inherent mankement aan het systeem te maskeren? En, hoe rijm je dat met energiebesparing?
“In de wintermaanden zal je misschien extra energie kwijt zijn, maar in de zomermaanden juist minder. In die maanden kunnen varianten van systeem D met wtw juist onvoordelig uitpakken, omdat de toegevoerde lucht ervoor kan zorgen dat er extra gekoeld moet worden.”

Als dit allemaal bekend is, waarom wil men dan toch die voorschriften uit een Europese norm opnemen in de nieuwe NEN 1087?
“Ik vermoed dat er andere belangen in het spel zijn. Volgens mij wil een bepaalde lobby systeem C de markt uitduwen en dat is vervelend. Een norm dient systeemneutraal aan te geven welk doel er moet worden gerealiseerd. En daarna moet worden getest of het werkt, met een goede onderbouwing.”

Hoe gaat dit aflopen, denk je? Er komt sowieso volgend jaar een nieuwe NEN 1087…
“Ik denk dat de 0,5 m eis wordt opgenomen, maar dat er ‘compensatiemogelijkheden’ zullen komen. Anders is de norm niet systeemneutraal. Er zal kortom flink gepolderd worden met als eindresultaat iets waar niemand echt veel wijzer van wordt.”

In de februari-editie van InstallateursZaken verschijnt de uitgebreide versie van dit artikel!

Op onze nieuwsbrief abonneren

Zuiverend dak haalt CO2, stikstof- en zwaveloxides uit de lucht

Vis Waddinxveen heeft haar bedrijfspand van een luchtzuiverend ECO-dak laten voorzien. Daarmee haalt het bedrijf honderden kilo’s aan CO2, stikstof- en zwaveloxides uit de lucht.

De leverancier van gasflessen werd opgericht in 1816 onder de naam De Smidse Vis. Nu, ruim tweehonderd jaar later, staat de zesde generatie aan het roer.

Denken aan de volgende generaties
Familiebedrijven met een lange historie zijn per definitie gewend om te denken aan de toekomst, aan de volgende generaties. Het is dan ook niet verwonderlijk dat juist familiebedrijven het thema ‘duurzaamheid’ een warm hart toedragen. Zo ook deze Waddinxveense onderneming. Die besloot om zijn dak van 750 vierkante meter in te zetten voor een beter klimaat en een schoner milieu.

20 procent reductie van stikstof- en zwaveloxides
Het bedrijf koos, in samenwerking met Kewodak | De Dakmakers, voor een luchtzuiverend ECO-dak (IKO Carrara) met Air Care Technology en ECO Bitumen. Deze combinatie zorgt voor een 20 procent reductie van stikstof- en zwaveloxides in de vervuilde lucht. Dit feit is doorgerekend door het onafhankelijke Opzoekingscentrum voor de Wegenbouw (OCW), op basis van databanken en rekenmodules van Bitumen Waterproofing Association.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Techniek Nederland organiseert webinar over CO certificering

Techniek Nederland organiseert op dinsdag 21 januari het webinar ‘Alles wat u moet weten over de CO-certificering’. Tijdens de interactieve presentatie komen alle belangrijke aspecten aan de orde van de wettelijke certificering voor verwarmingsinstallateurs, die op 1 juli van dit jaar ingaat. Sprekers zijn experts Remco van der Linden en Fred Vos van Techniek Nederland en ondernemer Mariëlle Koenen van Scholtes Installatietechniek. Het webinar vindt plaats van 15 tot 16 uur en is te volgen via pc, laptop, tablet en telefoon.

Het webinar behandelt veel praktische aspecten van de wettelijke certificering. Zo komen de certificeringscriteria voor bedrijven aan de orde en de vakbekwaamheidseisen voor monteurs. De sprekers vertellen ook hoe Techniek Nederland leden ondersteunt om aan de wettelijke certificering te voldoen.

Interactief webinar
Het webinar is interactief. Kijkers kunnen online vragen stellen en de sprekers geven zoveel mogelijk al tijdens de uitzending antwoord. Lukt dat niet, dan ontvangen vragenstellers kort na afloop een antwoord via een persoonlijke e-mail.

Terugkijken
Het webinar staat zowel open voor leden van Techniek Nederland als voor niet-leden. Het is ook mogelijk om het webinar terug te kijken via de website van Techniek Nederland. De uitzending is daar te zien vanaf 22 januari om 12 uur.

Certificering wordt in 2022 verplicht
De wettelijke certificering voor verwarmingsinstallateurs is niet vrijblijvend. Nadat de regeling op 1 juli van dit jaar ingaat, geldt een overgangsperiode tot 1 januari 2022. Daarna moeten verwarmingsinstallateurs een wettelijk certificaat hebben om cv-ketels te mogen plaatsen of onderhouden. Bedrijven die vanaf dat moment zonder certificaat werkzaamheden uitvoeren zijn in overtreding en riskeren een boete.

Koolmonoxide
Aanleiding voor de wettelijke certificeringsregeling is het koolmonoxide-rapport van de Onderzoeksraad voor Veiligheid uit 2015. Die concludeerde dat bestaande kwaliteitsregelingen onvoldoende waarborg waren voor veilige cv-installaties. De belangrijkste aanbeveling was de introductie van een wettelijke regeling. Techniek Nederland is nauw betrokken geweest bij de totstandkoming van de wettelijke regeling die ervoor zorgt dat bedrijven zonder deskundigheid en certificaat zich niet langer verwarmingsinstallateur mogen noemen.

Aanmelden
Aanmelden voor het webinar kan hier.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Warmtepompmarkt vorig jaar weer fors gegroeid

In 2019 is het aantal verkochte warmtepompen gestegen naar 40.204. Dit is een stijging van 32% ten opzichte van de 30.481 verkochte exemplaren in 2018. Dit jaar verwacht onderzoeksbureau Dutch New Energy Research dat de Nederlandse markt met 24% verder zal groeien naar bijna 50.000 verkochte warmtepompen, zo blijkt uit het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2020.

“De maatschappij is inmiddels wel overtuigd van de belangrijke rol die zon en wind in de komende jaren gaan spelen”, aldus Rolf Heynen, directeur van onderzoeksbureau Dutch New Energy Research. “Wat betreft warmtepompen leven er nog kritische vragen op het gebied van geluid, prijs en energiegebruik. Wij zien echter dat de sector hard werkt aan het bieden van oplossingen, waardoor ook de warmtepomp een onmogelijk te negeren factor wordt.”

Onvoldoende woningisolatie
Het Nationaal Warmtepomp Trendrapport is gebaseerd op een onderzoek onder installateurs en fabrikanten. Als belangrijkste drempel ziet de sector zelf de woningisolatie die onvoldoende is, wat leidt tot een hoog energiegebruik door warmtepompen. Ook de hoge aanschafkosten worden vaak genoemd als uitdaging. Als de gasprijs de komende jaren verder stijgt, zal de financiële aantrekkelijkheid van warmtepompen echter fors toenemen.

Fluisterstille warmtepompen
Veel consumenten menen dat warmtepompen zorgen voor een (te) hoge geluidsbelasting. De sector zelf lijkt hoopvol dat dergelijke problemen binnenkort tot het verleden behoren. De helft van de fabrikanten verwacht binnen vijf jaar fluisterstille warmtepompen te kunnen produceren die een maximaal geluid produceren van 30dB op een afstand van minder dan 5 meter.

Het onderzoek voor het Nationaal Warmtepomp Trendrapport 2020 werd uitgevoerd door onderzoeksbureau Dutch New Energy Research in opdracht van vakbeurs Duurzaam Verwarmd en de Dutch Heat Pump Association. Het trendrapport is hier te downloaden.

Op onze nieuwsbrief abonneren

BENG definitief uitgesteld tot januari 2021

De invoeringsdatum van de eisen voor Bijna Energie Neutrale Gebouwen (BENG), de bepalingsmethode NTA8800 en de invoeringsdatum van het nieuwe energielabel worden met een half jaar uitgesteld tot 1 januari 2021. Minister Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties wil zo de bouwende partijen voldoende voorbereidingstijd geven om de BENG-eisen en het nieuwe energielabel succesvol te kunnen implementeren. Reden van het uitstel is het niet tijdig gereed zijn van de benodigde rekensoftware.

November 2019 werd bekend dat, mede als gevolg van een aantal geconstateerde omissies in de bepalingsmethode voor de energieprestatie van gebouwen -de NTA 8800- het kunnen aanleveren van definitieve rekensoftware per einde 2019 niet haalbaar was, schrift de minister in een brief aan de Tweede Kamer. Met de ‘bouwende’ marktpartijen is vervolgens besproken of de beoogde invoeringsdatum 1 juli 2020 nog haalbaar zou kunnen zijn. De partijen (Neprom, NVB-Bouw, Bouwend Nederland, IVBN, Aedes en BNA) hebben hierop aangegeven dat de voorbereidingstijd door de vertraagde oplevering van de rekensoftware minder is geworden dan de minimaal benodigde zes maanden. Zij hebben de minister gevraagd om de invoeringsdatum met zes maanden op te schuiven van 1 juli 2020 naar 1 januari 2021. De bouwende partijen hechten echter aan een zorgvuldige implementatie en wijzen ook op de overige problemen (stikstof, PFAS) waar de bouw op dit moment mee te kampen heeft.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Van Dorp neemt specialist in zwembadtechniek over

Van Dorp heeft overeenstemming bereikt over de overname van de aandelen van Kunststofwerktuigbouw Kawebe B.V. (KWB) te Boxtel. KWB is 30 jaar actief in zwembadtechniek, waterbehandeling en kunststof leidingwerk en bedient zowel de Nederlandse als de Belgische markt. Er werken momenteel 42 medewerkers en het bedrijf heeft een omzet van circa 7,5 miljoen euro.

Van Dorp heeft het specialisme Zwembaden al in huis en wil met de overname haar positie in dit segment versterken. Voor KWB zorgt de overname ervoor dat de continuïteit gewaarborgd blijft. Ook profiteert het bedrijf dankzij de samenwerking van diverse specialismen, zoals op het gebied van ICT en de aanpak van technisch beheer. De dagelijkse leiding ligt bij Roger Gunther.

Van Dorp is een duurzame technisch dienstverlener, met 19 vestigingen door heel Nederland. Het familiebedrijf biedt een totaalpakket aan technische diensten en installaties.

Op onze nieuwsbrief abonneren