Installateurs lachen wat af
De bouw- en installatiebranche staat op de tweede plaats van branches waar veel gelachen wordt. Dit blijkt uit onderzoek uitgevoerd door onderzoeksbureau Ruigrok Netpanel in opdracht van zorgverzekeraar Aevitae. Uit het onderzoek blijkt verder dat we lachen belangrijker vinden dan goede koffie (of thee) op ons werk. 87% van de werknemers vindt het (zeer) belangrijk om tijdens het werk te lachen. 77% vindt het (zeer) belangrijk dat er goede koffie of thee is op hun werk.
De top 3 branches waarin we denken dat er het meest gelachen wordt, ziet er als volgt uit:
1. Horeca en toerisme (33% van de werknemers denkt dat in deze branche het meest gelachen wordt)
2. Bouwnijverheid- en installatie (15%)
3. Communicatie, marketing en reclame (12%)
3.Transport. Logistiek, inkoop en opslag (12%)
In de juridische branche, bij nutsbedrijven en in de wetenschap denken we dat er niet veel gelachen wordt (allemaal scoren ze maar 1%).
Uit het onderzoek blijkt ook dat meer dan een kwart (26%) van de werknemers lachen op het werk zó belangrijk vindt dat ze zouden overwegen om van werkgever te wisselen als er te weinig gelachen zou worden op hun werk. En 28% vindt dat de werkgever actie moet ondernemen om ervoor te zorgen dat er meer wordt gelachen op het werk. Meer dan een kwart van de werknemers (26%) lacht niet dagelijks op het werk.
Gevraagd naar de goede voornemens voor 2017 aangaande gedrag op het werk zien is de top 5:
1. gezonder eten (22%)
2. vaker een frisse neus halen in de lunchpauze (18%)
3. meer lachen met collega’s (15%)
4. meer bewegen op het werk (14%)
5.minder koffiedrinken (6%)
Arndt van den Beuken, algemeen directeur van Aevitae: “We praten veel met werkgevers als we de zorgverzekeringen op maat maken voor hun werknemers. En dan bespreken we ook hoe ze werknemers kunnen helpen om gezond en inzetbaar te blijven. Gezonde leefstijl en werkdruk zijn de bekende thema’s. Wij voegen daar lachen op het werk aan toe omdat het positieve effecten heeft. Het is goed voor je gezondheid en draagt bijvoorbeeld bij aan het teamgevoel. Vandaar ook dit onderzoek. Het laat zien dat werknemers lachen ook erg belangrijk vinden.”
Het onderzoek is uitgevoerd onder 1.640 Nederlandse werknemers van 18 jaar en ouder in november 2016.
[related_post themes=”text”]
Online klantloyaliteit meten nu ook voor bouw- en installatiebedrijven beschikbaar
Er is voor de bouw- en installatiebranche nu een online systeem voor feedbackmanagement beschikbaar. Door middel van tussentijdse metingen kunnen organisaties continu hun klantloyaliteit meten en verbeteren. Het systeem geeft op verschillende momenten in een koop- en bouwproces feedback, waardoor bijsturing mogelijk is. In andere sectoren is deze methodiek al gangbaar. In de bouw- en installatie staat het nog in de kinderschoenen.
Volgens het bedrijf dat het systeem op de markt brengt, Focus Feedback, bestaat er binnen de bouw- en installatiesector een groeiende interesse voor actieve feedbackmeting. Continue monitoring en verbetering leidt immers tot hogere klantenbinding en meer omzet, zo is de filosofie. Verschillende bouwondernemingen werken al met het systeem dat dezelfde naam heeft als het bedrijf dat het op de markt brengt, waaronder Dura Vermeer, Boele en Van Eesteren, Vorm en Heembouw.
Unitmanager Wonen bij Heembouw, Remy van Zanten: “We hebben nu tijdens het koop- en bouwproces al verschillende kansen om feedback te vragen, in gesprek te gaan en gericht een oplossing te bieden. Klanten waarderen die persoonlijke aandacht en gaan positiever de volgende fase in. Dat vertaalt zich in een betere eindscore en een hogere aanbeveling.“
Focus Feedback gebruikt de NPS als methodiek, aangevuld met enkele korte open vragen. De kernvraag bij een NPS-meting is: in welke mate zou u bedrijf/merk/product X aanraden aan vrienden/familie/collega’s? De NPS-methode geeft organisaties een kengetal en sturingsmechanisme over de loyaliteit van hun klanten. Uit verschillende onderzoeken zou blijken dat organisaties met een hoge NPS loyale klanten hebben die sneller herhalingsaankopen doen.
[related_post themes=”text”]
Uitbreiding salesteam Hansa
Hansa heeft haar salesteam uitgebreid. Er zijn drie nieuwe medewerkers waarmee de sanitairspecialist zich verder wil ontwikkelen op de projectenmarkt, specifiek op gezondheidszorg, horeca, voedingsindustrie en onderwijs. Daarnaast is het team accountmanagers uitgebreid om volle aandacht te kunnen geven aan zowel de installatie- als de retailmarkt. Marco Saalmink is gestart als accountmanager Noordoost Nederland. Hij zal zich richten op installateurs, retailers en vestigingen van de groothandel. Sander Brugman is begonnen als accountmanager projecten voor de gezondheidszorg en de voedingsindustrie. Hij moet ervoor gaan zorgen dat Hansa in gezondheidszorg en de voedingsindustrie wordt voorgeschreven. Ron Boudestijn is aangetrokken als accountmanager projecten voor horeca en onderwijs. Hij zal zich richten op de horeca en het onderwijs.
[related_post themes=”text”]
Gezamenlijke industrie-, bouw- en installatiesector pleit voor centrale gebouwendatabase

Meer veiligheid voor medewerkers, eenvoudiger handhaven, veel minder kosten en veel meer energiebesparing. Dat zijn enkele van de voordelen van een centrale gebouwendatabase waarvoor de gezamenlijke industrie-, bouw- en installatiesector, FME, Bouwend Nederland en Uneto-VNI pleiten bij minister Blok van Wonen en Rijksdienst. In de door de overheid beheerde database moeten alle wettelijk verplichte keuringen, controles, inspecties en registraties in één keer inzichtelijk worden gemaakt. Daarmee moet een einde komen aan de gebrekkige naleving en handhaving van wettelijke regels. Volgens het rapport NMC Bouw innovatie van bureau Deerns uit 2012 levert efficiënter handelen een kostenbesparing voor de handhaving op van EUR 286 miljoen op jaarbasis.
Voor bestaande gebouwen in Nederland geldt een groot aantal wettelijk verplichte, periodieke keuringen. Die keuringen worden vanuit verschillende beleidsterreinen uitgevoerd: veiligheid, gezondheid, milieu en energie. De verantwoordelijkheid ligt bij vier ministeries en bij de uitvoering is een waaier van instanties betrokken, zoals Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, diverse inspecties en regionale en lokale handhavingsdiensten. “Als we dat efficiënter inrichten, worden bedrijven verlost van veel bureaucratie en ontstaat er direct een forse verlaging van de administratieve lasten”, aldus Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van FME.
Binnen de ‘Uitvoeringsagenda innovatie in de bouw’, die momenteel wordt uitgewerkt staat de gebouwendatabase wel geagendeerd, maar het gaat volgens de sectoren te langzaam. “Snelle en duidelijke politieke actie is noodzaak”, aldus Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. “Van onderlinge afstemming is geen sprake en controles vallen regelmatig tussen wal en schip. Omdat inzicht in naleving en resultaten ontbreekt, kan er niet correct gerapporteerd worden als het gaat om de doelstellingen van het Energieakkoord.”
In een brief aan minister Blok noemen de sectoren een voorbeeld uit de dagelijkse praktijk. Grote gasketels moeten wettelijk periodiek worden geïnspecteerd op emissie, energieprestaties en veilig functioneren. “Daar zijn drie aparte regelingen, drie aparte keuringsregimes en vier verschillende instanties bij betrokken”, aldus Titia Siertsema, voorzitter van Uneto-VNI. “Wettelijke handhaving is ook noodzakelijk vanwege de veiligheid, want jaarlijks vallen bijvoorbeeld vijf à tien dodelijke slachtoffers en enkele honderden gewonden door blootstelling aan een verhoogde concentratie koolmonoxide.”
De invoering van de gebouwendatabase zal ook leiden tot een kwaliteitsverbetering in de installatiesector, omdat deze alleen toegankelijk is voor uitvoerende partijen met een aantoonbaar kwaliteitsniveau. De sectoren roepen de betrokken ministeries en uitvoerende instanties op om met de sectoren een aanvang te maken met de opzet van de centrale gebouwendatabase.
[related_post themes=”text”]
Oproep aan installatiebedrijven om lampen en armaturen in te leveren voor recycling
De installatiebranche moet meer lampen en armaturen gaan inleveren voor recycling. Nu wordt slechts 60 procent van alle lampen die in de branche worden afgedankt aangeboden voor recycling. In radiospotjes gaat Wecycle, de organisatie die de inzameling en recycling van e-waste in ons land regelt, hiertoe oproepen. Jan Vlak, directeur van Wecycle hierover: “Ruim 1.000 installatiebedrijven zijn al inzamelpartner. Dit betekent dat zij tl-buizen, spaarlampen en armaturen innemen en afgeven aan Wecycle. Zij maken daarbij gebruik van onze gratis inzamelmiddelen. Voor deze bedrijven is dit een manier om inhoud te geven aan hun MVO-beleid. We hopen dat meer installateurs dit goede voorbeeld volgen.”
Via ‘uitzendingen’ van het mini pop-up radiostation ‘Bakkie Radio’ op NPO Radio 1 en 2, Sky Radio en een reeks regionale zenders, bellen installateurs in met vragen over de inzameling van lampen en armaturen. De DJ van Bakkie Radio geeft hierop alle antwoorden. Onderwerpen die in deze radiospotjes aan de orde komen, zijn: het gratis inleveren van verlichting, het inleveren van binnenarmaturen, het inleveren van verlichting zonder verpakking en inlevermogelijkheden voor kleine hoeveelheden. Naast het pop-up radiostation maken buitenreclame en een speciale krant voor installateurs deel uit van de campagne richting installateurs. Bakkie Radio is te beluisteren van 10 t/m 28 oktober. Meer informatie en de radiospots staan op wecycle.nl/bakkieradio.
Wecycle zamelde vorig jaar 3,6 miljoen kilo aan tl-buizen, spaarlampen en armaturen in. Voor grote hoeveelheden lampen en armaturen stelt Wecycle gratis inzamelmiddelen ter beschikking en komt deze gratis ophalen en afvoeren. Voor kleinere hoeveelheden lampen en armaturen is er een uitgebreid netwerk met inleverbakken bij (technische) groothandels Gerritsen, Hornbach, Oosterberg, Rexel, Solar, Technische Unie, Vihamij en Wildkamp. Wecycle biedt bovendien maatwerkoplossingen voor tijdelijke projectlocaties. Via Wecycle worden de lampen en armaturen tot 90 procent gerecycled.
[related_post themes=”text”]
Installatiebedrijven moeten kritisch kijken naar hun huidige businessmodel
Vijf hoogleraren geven in de publicatie ‘Richting toekomst’ van OTIB hun visie op de gevolgen van de snel veranderende technologische ontwikkelingen voor de toekomst van technische installatiebedrijven. Dit doen zij op het gebied van Duurzaam ondernemen, Smart industry, Slim bouwen, The Internet of Things en Systeeminnovatie. Op basis van trends binnen hun eigen vakgebieden zien de hoogleraren nieuwe kansen voor installatiebedrijven. Maar dan wel voor installatiebedrijven die gericht met hun toekomst aan de slag gaan.
Eén van de kernactiviteiten van OTIB, opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het Technisch InstallatieBedrijf, is het duiden van de voor de branche relevante trends en ontwikkelingen. En bovenal van de gevolgen van deze trends voor de benodigde competenties van werknemers en bedrijven. Daarom doet OTIB onderzoek naar de rol die installatiebedrijven in de huidige en toekomstige samenleving kunnen spelen.
In ‘Richting toekomst’ typeren vijf hoogleraren de toekomstige rollen van installatiebedrijven als Integrator, Creator, Assembler en Operator/Provider. Alle vijf zijn ze het erover eens dat installatiebedrijven zich bewust moeten zijn van de toegevoegde waarde van hun rol en daarbij kritisch moeten kijken naar hun huidige businessmodel. Onder deze voorwaarden kan de branche zich volgens de hoogleraren positioneren als dé samenwerkingspartner van alle partijen in de diverse ketens.
Kennis blijft volgens de hoogleraren de cruciale factor voor succes. Maar werknemers en werkgevers in de technische installatiebranche dienen daarnaast ook over andere competenties te beschikken. Zo moeten zij initiatiefrijk kunnen samenwerken, in systemen kunnen denken en hun deskundigheid weten uit te leggen aan de klant. Ook moeten zij oog hebben voor duurzaamheid en voor duurzaam ondernemen en moeten zij zich (meer) richten op slim werken.
Evenals de hoogleraren ziet OTIB kansen voor de toekomst van de installatiebranche. Met de mooiste kansen voor bedrijven die geïnspireerd en welbewust inspelen op een wereld in beweging: van veranderingen van de technologie en de samenleving tot veranderingen van de klantvraag en van het eigen bedrijf.
Met de opkomst van internet is de wereld ‘smart’ geworden. Mensen en bedrijven beschikken 24/7 over informatie, vormen netwerken en bedenken en produceren elke dag nieuwe oplossingen. Ook op het gebied van duurzaamheid, energiebesparing, mobiliteit, zorg en industrie. Juist op deze terreinen kunnen installatiebedrijven een belangrijke rol spelen, legt OTIB uit. Mits zij goed weten in te spelen op de voor hen relevante trends.
[related_post themes=”text”]
Positieve stemming onder mkb-ers in de technische branche
Het Nederlandse midden- en kleinbedrijf in de technische branche kan met een positief gevoel terugkijken op 2015. Een meerderheid (54%) van de ondernemers heeft een omzetstijging gerealiseerd. Voor 21 procent bleef de omzet stabiel en 18 procent zag een afname. Deze gegevens blijken uit de jaarlijkse MKB Marktmonitor van Unique in samenwerking met onderzoeksbureau Motivaction onder 1.559 MKB’ers. Voor 2016 verwacht 60 procent van de ondernemers een stijging in de omzet. Bijna een kwart (24%) voorziet stabiliteit en 11 procent verwacht een afname in omzetgroei voor het aankomende kalenderjaar.
Loes Dingemans, algemeen directeur van Unique over de onderzoeksresultaten: “De boodschap dat het weer goed gaat met de Nederlandse economie is er een die we de laatste tijd vaak in het nieuws zien. Gelukkig geldt die positieve toon ook voor de techniek. Het vasthouden van deze positieve lijn is dan ook een van de belangrijkste uitdagingen voor de toekomst. Wat hierbij absoluut niet mag ontbreken is aandacht voor het personeel, het meest waardevolle kapitaal van iedere onderneming. Door te inspireren, faciliteren en stimuleren creëer je bevlogen mensen. En juist zij maken het verschil. Dat zal zonder twijfel terug te zien zijn in de cijfers.”
Het onderzoek van Unique Nederland en Motivaction Research & Strategy richtte zich op bedrijven met maximaal 500 medewerkers. In deze achtste editie van de MKB Marktmonitor zijn Unique en Motivaction, naast de bedrijfseconomische ontwikkelingen, ingegaan op de personele ontwikkelingen, innovaties en duurzame inzetbaarheid in het MKB. Tussen mei en juli van 2016 namen medewerkers van Unique en Technicum persoonlijke of digitale interviews af bij 1.559 ondernemers.
[related_post themes=”text”]
Unica wil leren denken en handelen als een startup
Technisch dienstverlener Unica en Startupbootcamp zijn een partnership aangegaan. Partners van Startupbootcamp voorzien veelbelovende startups onder andere van kennis en toegang tot hun netwerk. Arjen Leenhouts, CEO van Hellemans Consultancy (onderdeel van Unica): “Unica omarmt disruptieve (zich snel tot iets groots ontwikkelende) technologie vol overgave. De weg voorwaarts begint met het open staan voor innovatie die bestaande modellen op z’n kop kan zetten. Deze partnership maakt me dan ook trots. Wij kunnen als organisatie leren denken en handelen als een startup. De ‘can do’ mentaliteit is enorm inspirerend. Veelbelovende organisaties kunnen we verbinden met ons netwerk. Ook is het enorm inspirerend om bovenop de laatste trends en ontwikkelingen te zitten en deze kennis en ideeën te delen met onze partners.”
Patrick de Zeeuw, co-founder van Startupbootcamp: “Duurzaamheid, innovatie en ondernemerschap zijn voor Unica en ons belangrijke waarden. Net als de startups die zijn geselecteerd voor het Startupbootcamp-acceleratorprogramma E-commerce, streeft Unica er naar om mee te bouwen aan een betere toekomst. Hierbij gebruikt Unica innovatieve en technologische oplossingen. Dit partnership is voor Unica een geweldige kans om mee te draaien in het startup ecosysteem, en voor startups is het fantastisch om lessen te leren van een gevestigde marktleider.”
Unica is met 14 vestigingen, 10 gespecialiseerde bedrijven, 3 regionale projectenbedrijven en circa 1.850 medewerkers een grote zelfstandige technisch dienstverlener in Nederland. Startupbootcamp is opgericht in 2010 en is met een mentor- en alumni-netwerk in meer dan zestig landen de nummer 1 accelerator buiten de USA.
[related_post themes=”text”]
Erasmus MC mikt op energiebesparing van 24 terajoule
Het Erasmus MC gaat flink besparen op haar energiegebruik. Dat maakt het Rotterdamse ziekenhuis bekend in onlangs gepubliceerde duurzaamheidsrapport. Volgens het Energie Efficiency Plan (EEP) mikt het Erasmus MC op een totale energiebesparing van 24 terajoule. Zo heeft het ziekenhuis de ventilatievoorziening in het gebouw geoptimaliseerd en de aansluiting op stadsverwarming voor twee gebouwen vernieuwd. Ook zegt het ziekenhuis zijn milieuvoetafdruk te kunnen verminderen door gebruik te maken van de Pharmafilter. Voor dit innovatieve recyclingsysteem trok het ziekenhuis in 2015 € 10 mln uit. Het Pharmafilter-systeem werkt met zogeheten Tonto-vermalers die bijna elk type afval verwerken. Van voedselresten tot biologisch afbreekbare po’s. Via de interne ziekenhuisriolering belandt het vermalen afval in een vergistings- en zuiveringsinstallatie op het ziekenhuisterrein. De installatie ontsmet, vergist en zuivert. Wat overblijft, is biobrandstof, gezuiverd water en een kleine hoeveelheid plastic en metaalresten.
Aanpassing vorstverletregeling van de baan
Minister Asscher ziet af van zijn plannen om wachtdagen in te voeren bij vorstverlet. Dit laat hij weten in een brief aan de Tweede Kamer. Hiermee komt hij tegemoet aan de wensen van ondernemersorganisatie Uneto-VNI. Voorzitter Titia Siertsema van de installatiekoepel is blij met het besluit van minister Asscher. “De huidige cao-regeling zonder wachtdagen blijft intact. Dat is vooral goed nieuws voor onze leden in de nieuwbouw en infra.” De plannen van de minister voorzagen in een eigen risicoperiode van twee weken. Voor een gemiddelde mkb-installateur zou dat tijdens een langdurige vorstperiode een extra kostenpost van 20.000 euro betekenen. Siertsema: “Een strenge winter zou de totale branche circa vijf miljoen euro kosten. Dat hebben we weten te voorkomen. Onze huidige maatwerkregeling blijft van kracht.”
Het pleidooi van onder andere Uneto-VNI voor behoud van de huidige regeling kreeg in 2013 al steun vanuit de Tweede Kamer. In een motie riep Tweede Kamerlid Heerma de minister destijds op de maatwerkregeling te behouden. De afgelopen jaren stelde minister Asscher invoering van de nieuwe regeling drie keer uit. Ook vroeg hij advies aan bij de SER en de Stichting van de Arbeid. Beide instanties waren unaniem in hun advies om de huidige maatwerkregeling in stand te houden.
[related_post themes=”text”]