Zoneregeling, het afzonderlijk regelen van de temperatuur per ruimte, is een steeds populairdere manier om de verwarming in woonhuizen te regelen. Door ruimtes afzonderlijk te regelen kan energie bespaard worden, al is dit naar mijn mening voor een groot deel afhankelijk van de gebruiker. Zoneregelingen kunnen echter ook problemen met zich meenemen als er geen rekening mee wordt gehouden in de rest van het systeem. Stel er wordt een nieuwbouwwoning verwarmd met een warmtepomp, waar ook een zoneregeling is geïnstalleerd. Over het algemeen beschikken alle warmtepompen over inverter-technologie om het compressorvermogen te kunnen regelen voor deellast. Echter, deze warmtepompen hebben nog steeds een minimum vermogen wat ze leveren en dit is waar problemen kunnen ontstaan. Een voorbeeld is een 6 kW warmtepomp met een minimum vermogen van 1,5 kW. Wanneer er alleen een slaapkamer verwarmd wordt met bijvoorbeeld maar 1 kW verwarmingsvraag, komt de warmtepomp in de problemen; de flow over de warmtepomp is te laag om zijn energie kwijt te kunnen en de aanvoertemperatuur loopt op. Wat uiteindelijk resulteert in het uitschakelen van de warmtepomp, om later weer aan te gaan om dezelfde ruimte te verwarmen, ofwel, veel starts en stops en een langere tijd om de ruimte te verwarmen. Oplossingen die ontstaan of soms zelfs door fabrikanten geadviseerd worden bevatten onder andere het plaatsen van een buffertank in de retourleiding en het altijd openzetten van een aantal groepen voor meer flow. Een halve oplossing, de betere oplossing is het hydraulisch ontkoppelen van het cv-systeem t.o.v. de warmtepomp voor een rustigere en zuinigere regeling.
- Columnisten
- oktober 16, 2020
- 1 views
Onzekerheden managen
De coronacrisis gaat niet voorbij aan de techniek. Er wordt een volumedaling van 5% verwacht in 2021 en het zal tot 2023 duren voordat we op het niveau van 2019 zitten. HAldus recente cijfers van Techniek Nederland. De hardste klappen zijn voor de utiliteit. In de woningbouw zal de schade minder groot zijn en van korte duur. Maar er blijven onzekerheden: heeft de consument wel het vertrouwen om geld uit te geven? Wat doet een 2e coronagolf? Wat is de impact van de stikstofproblematiek? En welk beleid wordt ingezet door een nieuw kabinet na de verkiezingen?
Onzekerheden managen is ondernemerschap. Het was een zin die ik afgelopen week hoorde. Durven denken in kansen. Tegen de stroom in zwemmen. Het zijn mooie woorden maar wel tegen de horizon van een pandemie met grote economische gevolgen. Dus laten we het niet te licht nemen. Toch denk ik deze dagen ook nog vaak aan die jongeren die vorig jaar massaal het Malieveld op gingen voor een beter klimaat. Ik schreef toen op deze plek dat ik daar graag ook had willen staan. We dragen tenslotte met elkaar de verantwoordelijkheid. Als we dan in kansen willen denken, laten we dan die jongeren in gedachten houden.
Juist nu investeren in verduurzaming is een kans. Maar dat vraagt wel om regie vanuit politiek Den Haag, daar vlak bij datzelfde Malieveld. Bij de lancering van het Groeifonds miste ik bijvoorbeeld het sleutelwoord duurzaamheid. En ik miste de aandacht voor de kracht van het MKB. Techniek is een mooie kans voor mensen die een nieuwe baan zoeken en daarmee zelf een bijdrage geven aan de verdere verduurzaming. Geen branche biedt zoveel perspectief als de techniek. Dus laten we nu het momentum pakken met het omscholen van mensen zodat we morgen meteen aan de slag kunnen met de verduurzaming. Zet het kompas goed en benut de kennis van kleine en grote ondernemers. Dan weten we zeker dat we snel de weg naar boven hebben gevonden. Op naar een duurzame toekomst.
Sven Asijee
Directeur Wij Techniek
Op onze nieuwsbrief abonneren
Ander relevant nieuws van onze redactie
- Columnisten
- oktober 9, 2020
- 0 views
Doe jij wat je belooft; ook als bedrijf?
Het is een levensles die ik heb meegekregen: wat ik beloof, moet ik waarmaken. Er zijn vele varianten op deze les, waarin het draait om het werkwoord beloven. In de marketing is dit vertaald naar het chique propositie. Maar wat betekent dit en waarom is een goede propositie belangrijk?
Eerst de theorie. Het groot marketingwoordenboek legt propositie uit als: ‘Datgene wat een aanbieder op de markt aan afnemers aanbiedt, inclusief het beeld/imago dat door de aanbieder wordt nagestreefd, bestaande uit instrumentele en expressieve aspecten (inclusief merk en merkimago), alsmede de overige aspecten (prijs, distributie, communicatie en personele) van het aanbod.’ Schrik niet. In eenvoudige taal wordt bedoeld: ‘De kernbelofte van jouw bedrijf en product/dienst aan je potentiële klant’. Er zijn drie belangrijke redenen waarom je stil moet staan bij een juiste propositie.
Reden 1: het duidt waarde. Stel: je propositie is ‘verzekerd van een doordachte oplossing’. De woorden ‘verzekerd;’ en ‘oplossing’ duiden een economische waarde. Het woord ‘doordachte’ zegt iets over de oplossing en geeft een gevoelswaarde. Het zijn waardevolle woorden in een belofte.
Reden 2: het geeft focus. De propositie van zojuist geeft ook richting aan het bedrijf. Een doordachte oplossing zegt bijvoorbeeld iets over het kennisniveau dat nodig is. Het nemen van verantwoordelijkheid en verantwoording vindt borging in het woord ‘verzekerd’.
Reden 3: het brengt onderscheiding. Elk bedrijf is op zoek naar onderscheidend vermogen. Een goede propositie helpt daarbij. Deze geeft nl. ook richting aan het gewenste imago en is een houvast in bouwen aan een gedegen reputatie.
Een heldere propositie staat op het fundament van missie, visie en strategie [] en past bij álle gekozen kernwaarden. Dé kernbelofte aan je klant maak je niet zomaar. Want: wat je belooft, moet je waarmaken!
Maarten van der Boon
maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten technische bedrijven in organisatiestrategie, innovatie en communicatie
Op onze nieuwsbrief abonneren
Ander relevant nieuws van onze redactie
- Columnisten
- oktober 2, 2020
- 0 views
Warmtepompen en zoneregeling
Tim Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk
[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]
Op onze nieuwsbrief abonneren
Ander relevant nieuws van onze redactie
- Columnisten
- september 25, 2020
- 0 views
Wij
In een samenleving die op zijn kop staat en een branche die meer dan ooit in beweging is, besloten wij in juni onze naam te veranderen. Vanzelfsprekend niet een actie die op dat moment ontstond, maar een afsluiting van een langer traject. In de afgelopen maanden hebben we samen met sociale partners verkend welke naam past bij wat wij met elkaar willen bereiken. Vele namen kwamen voorbij maar één specifieke naam bleef hangen: Wij Techniek.
Een toepasselijke naam omdat we ons nog meer gaan richten op de vakmensen in de techniek. Wij, de vakmensen, maken het verschil. In de zorg, bij de verduurzaming van de samenleving, in het veilig maken van huizen, bij het digitaliseren van de maatschappij etc. Wij Techniek motiveert alle vakmensen in de branche om hun talent en kennis optimaal te ontwikkelen en in te zetten voor een toekomstbestendige leefomgeving. Van engineer tot monteur, van werkvoorbereider tot uitvoerder, van HR-adviseur tot magazijnmedewerker en van leerling tot ondernemer en directeur. Maar Wij staat ook voor de inzet op een hechtere samenwerking met de vakbonden CNV Vakmensen, De Unie en FNV metaal en de werkgeversorganisaties NVKL en Techniek Nederland.
En alhoewel we dit niet hadden kunnen voorzien bij het besluit tot een nieuwe naam, kwam deze precies op het goede moment. Want Wij van de Techniek hebben de afgelopen maanden ervaren hoe belangrijk het is om te blijven in te zetten op scholing en ontwikkeling, om samen met elkaar op te trekken voor het veilig werken in tijden van corona, om samen in te zetten op verduurzaming, om onze rol te nemen in moeilijke tijden. Daarom teken ik hier met trots voor de eerste column vanuit een vertrouwde organisatie met een nieuwe naam!
Sven Asijee
Directeur Wij Techniek
Op onze nieuwsbrief abonneren
Ander relevant nieuws van onze redactie
- Columnisten
- september 18, 2020
- 0 views
Innovatiekracht moet duurzaamheidsambities vorm geven
Nederland is één van de meest innovatieve en concurrerende landen ter wereld. Wanneer is er sprake van innovatiekracht? Gemakshalve gaan we er vanuit dat een innovatie vernieuwend is en vooral beter en anders dan voorgaande uitvoeringen. Een innovatie ontstaat eigenlijk altijd uit een behoefte; want het kan tenslotte altijd: mooier, beter, sneller, stiller, groter òf kleiner, goedkoper, duurzamer of milieuvriendelijker.
De leden van de Nederlandse Verwarmingsindustrie hebben de afgelopen 60 jaar aan de basis gestaan van alle grote ontwikkelingen binnen de warmtevoorziening van de gebouwde omgeving. De echte innovatiekracht achter deze ontwikkelingen was het realiseren van energiebesparing én (maatschappelijke) kostenreducties. Het is juist de Nederlandse maakindustrie die met deze innovatiekracht de duurzaamheidsambities kan realiseren door duurzame opwek-, afgifte- en distributiesystemen te ontwikkelen.
Duurzaamheid is tegenwoordig breder dan enkel energieprestatie. Milieuprestatie en circulariteit worden een steeds belangrijker onderdeel binnen duurzaamheid. In de installatiesector is dit nog onvoldoende belicht. Grondstoffen zijn eindig, productie- en transportprocessen vervuilen en verpakkingen blijven achter. Het is daarom van belang dat de Nederlandse maakindustrie ook innovatie zoekt in circulaire oplossingen om de milieu-impact van de gebouwde omgeving te minimaliseren. Voorbeelden hiervan zijn: adaptief bouwen, industrieel bouwen, grondstoffen hoogwaardig hergebruiken, optimaliseren van levensduur en het ontwikkelen van circulaire verdienmodellen.
Het vraagstuk rondom de energieprestatie is bij de maakindustrie in goede handen. Zodra de urgentie ervan is doorgedrongen, zal de Nederlandse maakindustrie ongetwijfeld ook die koppositie pakken als het gaat om circulaire innovaties.
Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- september 11, 2020
- 0 views
Hoe hoog ligt jou servicegraad?
Zet tien bedrijven op een rij en stel de vraag: “Wat is jou top 3 waarop jij je onderscheid van je concurrent?” Ik durf te wedden dat bij negen van de tien, zo niet bij allemaal, het woord service wordt genoemd. En wanneer je op dat woord doorvraagt, ontvang je dubbel zoveel verklaringen. Veelal met goud omrande bewoordingen geformuleerd vanuit het standpunt van de zender (de installateur).
Boeiend, want het valt mij in gesprekken regelmatig op dat ‘een hoge servicegraad’ door de klant vaak 180 graden anders ervaren wordt. Een installateur die zegt: “Ik ben 24/7 bereikbaar via een servicenummer. Zo is er altijd een mogelijkheid om een terugbelverzoek te doen”. De klant die ervaart: “Pas eens gebeld en een boodschap achtergelaten. Het duurde vier dagen voordat ik werd teruggebeld, wat een hopeloze service is dit.” Voelt u het verschil in dit simpele voorbeeld?
Het woord service gaat in de praktijk om een balans tussen wat je als installateur aanbiedt (of communiceert) én wat de klant hiervan écht ervaart. In gesprekken met installateurs verneem ik bijna stelselmatig dat service bestempeld wordt als een kostenpost. Bekijk service eens als een verdienmodel . Als een waardevolle ervaring voor én bevestigd vanuit de klant. Die notabene bereid is hiervoor (ruim) te betalen. Ik benadruk het nog maar eens: het leveren van ‘een goede service’ heeft nul onderscheidende waarde richting de klant wanneer het blijft in mooie woorden, zonder passende daden.
Tot slot: vergelijk service eens met water. Nu is er iemand (zeg: een klant) die gekookt water wil. Water kookt bij 100 graden. Niet bij 99,9. Stel je eens voor dat jouw servicegraad op 99,9 ligt? Dan krijgt jouw klant nooit het ‘gekookte water’ waaraan hij behoefte heeft. En geloof mij: dát blijft (negatief) hangen. Hoe overbrug jij 0,1 graden om echt onderscheidend te zijn?
Maarten van der Boon
maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie-
strategie, innovatie en communicatie.
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- september 4, 2020
- 0 views
1,5 meter service en vakantie
De vakantieperiode is op het moment dat ik dit schrijf volle bak bezig. Maar met het nieuwe 1.5 meter normaal denk ik dat er veel vakantie in de achtertuin gevierd wordt. Ook vakantie in eigen land is meer dan ooit in trek. Dat we het buitenland mijden, is weer prettig voor de Nederlandse vakantiebranche en alles wat daarmee te maken heeft.
De vakantieperiode is voor mij ook een periode waarin ik af en toe zelf bij spring op de serviceafdeling; iets wat ik overigens graag doe. Juist doordat veel mensen thuis blijven, ontstaan er nog wel eens problemen met bijvoorbeeld de warmwatervoorziening. Als servicebedrijf kun je moeilijk zeggen: bel over vier weken maar terug.
Bij een recent storingsbezoek kon ik zelf constateren dat onze monteurs het soms best lastig hebben met het op 1,5 meter afstand houden van mensen. De klant wil o zo graag vertellen wat zijn bevindingen zijn en je het liefst helpen met het oplossen hiervan.
Tijdens één van mijn servicebezoeken heb ik uiteindelijk ook aan de klant moeten melden dat we twee mogelijkheden hebben: of hij gaat direct naar beneden en wacht in zijn tuin tot ik klaar ben, of ík ga naar beneden en vertrek naar mijn eigen tuin om lekker van het zonnetje te genieten.
De keuze was voor de klant in ieder geval duidelijk. Wel dacht ik op dat moment even aan wat mijn service- en montagemonteurs dus dagelijks meemaken. Ik had mijzelf dit niet eerder gerealiseerd. Zo zie je maar dat de praktijk de beste leermeester is.
Of de coronacrisis eind dit jaar voorbij is? ik ben bang van niet. De eerste uitbraken beginnen alweer. Ook ben ik bang dat er nog een flinke financiële crisis achteraan komt. Waar we allemaal staan met de kerstdagen? Ook dat weet ik niet. Wellicht weer bij een storing, waar we de klant nog steeds zullen moeten wegsturen.
Dick Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk
[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]
- Columnisten
- juni 19, 2020
- 1 views
Slim installeren in complexe tijden
Hoewel de activiteiten in de installatiesector nog behoorlijk door lopen, is de uitdaging op korte termijn hoe er gewerkt kan worden binnen 1.5 meter afstand. Met deze nieuwe richtlijnen wordt het eerder complexer dan dat het werk slimmer en efficiënter kan worden uitgevoerd.
Terwijl de energietransitie top-of-mind zou moeten zijn, is de corona-crisis het gesprek van de dag Vanuit het Klimaatakkoord is aardgasloos bouwen de nieuwe standaard. Woningcorporaties en gebouweigenaren moeten kiezen voor alternatieve oplossingen voor het verwarmen van woningen en gebouwen. Ingewikkelde keuzes voor de lange termijn, waar flinke investeringen mee gemoeid zijn, terwijl de (door)ontwikkeling van alternatieve verwarmingssystemen nog in volle gang is.
Dat het slimmer en eenvoudiger kan, blijkt allereerst uit de oprichting van de Nederlandse Verwarmingsindustrie, in juli 2019. Ook Rogafa is hiervan onderdeel. Als stakeholder kunt u nu terecht bij één loket voor alle vraagstukken op het gebied van comfortabel verwarmen van woningen en gebouwen.
Daarnaast proberen de fabrikanten de rookgasafvoersystemen zodanig te ontwerpen dat installatie zo eenvoudig mogelijk is. Naast nieuwe ontwikkelingen en systeeminnovaties blijft de veiligheid van de traditionele gas-aangesloten toestellen cruciaal. De verplichte certificering van cv-installateurs (helaas uitgesteld tot – naar verwachting – 2021) zal hier zeker een bijdrage aan leveren.
Rogafa is eenduidig en helder als het aankomt op het meest veilige systeem: het concentrische rookgasafvoersysteem. In de montagerichtlijn, ‘het nieuwe beugelen’, dat inmiddels als standaard wordt gebruikt door professionele installateurs, wordt het veilig beugelen van rookgasafvoersystemen eenvoudig uitgelegd.
Op deze manier proberen de toeleverende bedrijven zaken slimmer en eenvoudiger in te richten, gemakkelijker voor de installateur, veiliger voor de bewoner.
Peter Laros, algemeen directeur Ubbink BV
Namens de Vereniging van Nederlandse Fabrieken van Gasafvoerleidingsystemen, Rogafa
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- juni 12, 2020
- 0 views
Op naar het totaalpakket
Veel mensen denken dat je voor innovaties die de wereld kunnen veranderen een soort Willie Wortel nodig hebt. Mijn dochters vinden het prachtig als ik ze een strip voorlees waarin deze bijzondere kraanvogel weer een vliegende auto of een tijdmachine uitvindt. Toch zijn voor de energiesector dit soort uitvindingen helemaal niet meer nodig. De cruciale innovaties zijn al lang op de markt. Waar het nu om gaat is dat we als maatschappij deze innovaties met elkaar gaan integreren. Zo ontstaat een onverslaanbaar totaalpakket dat onze energievoorziening onherkenbaar zal verbeteren.
Salderingsregeling
Neem bijvoorbeeld zonnepanelen. Ze maken de afgelopen jaren een onstuimige groei door en zeker grote zonneparken naderen het punt waarbij ze zonder subsidie kunnen worden aangelegd. Maar particuliere bezitters van zonnepanelen maken nu nog deels gebruik van de gunstige salderingsregeling. Gemiddeld gebruiken ze maar 30% van de stroom die hun zonnepanelen genereren zelf; de rest leveren ze terug aan het stroomnet. Dankzij de salderingsregeling krijgen ze hiervoor het volle pond vergoed van hun energieleverancier, ook al is die stroom overdag lang niet zo veel waard. Als de salderingsregeling straks wordt afgebouwd, zal het financiële rendement iets teruglopen.
Thuisbatterijen
De oplossing is om er voor te zorgen dat huishoudens meer van de stroom die zij genereren zelf gaan gebruiken. Dan hoeven ze immers minder stroom van hun energieleverancier af te nemen, en ‘verdienen’ zij net zo veel als wanneer zij die stroom onder de salderingsregeling aan het stroomnet leveren. Het probleem is dat zonnepanelen vooral overdag stroom opwekken, terwijl huishoudens juist ’s avonds behoefte hebben aan stroom. Gedeeltelijk is dit op te lossen door oude technieken nieuw leven in te blazen. Wasmachines kunnen geprogrammeerd worden om overdag te draaien: precies de tegenovergestelde situatie van vroeger, toen sommige huishoudens juist gebruik maakten van goedkope nachtstroom. Maar de grote klapper gaat gemaakt worden door de inzet van een techniek die ook al heel lang bestaat: de batterij.
Steeds rendabeler
Jarenlang werd er gezegd dat grote batterijen voor huishoudens niet rendabel waren. Ze waren te duur, hadden te weinig capaciteit, ga zo maar door. Maar de afgelopen jaren hebben batterijen een enorme ontwikkeling doorgemaakt door eerst de introductie van de mobiele telefoon en daarna van de elektrische auto. Batterijen worden nu geproduceerd in wat niet voor niets giga-fabrieken heten en de prijzen zijn dan ook giga-hard aan het dalen.
In combinatie met PV-systeem
Nog steeds zal een consument niet snel zelf een los batterijsysteem aanschaffen voor gebruik met zijn zonnepanelen. Maar als de salderingsregeling wordt afgebouwd en batterijprijzen blijven dalen, wordt het ineens veel gemakkelijker om batterijen in combinatie met een nieuw PV-systeem te verkopen. In Duitsland worden de meeste zonnepanelensystemen inmiddels al verkocht in zo’n combinatie. Binnen een paar jaar zal dit naar verwachting in Nederland ook het geval zijn.
Zelfversterkend effect
Zodra we eenmaal op dit punt zijn, zal het hard gaan. De combinatie van zonnepanelen en thuisbatterijen zal financieel zo aantrekkelijk zijn, dat steeds meer huishoudens deze zullen aanschaffen, óók in een potentiële economische crisis. Grotere volumes zullen leiden tot verdere prijsdalingen die op hun beurt natuurlijk ook weer tot een hogere verkoop zullen leiden. Het is een zelfversterkend effect dat we in andere sectoren al vaker hebben gezien en dat ongekende gevolgen zal hebben.
Kleine mini-centrale
Uiteindelijk worden we een land dat veel minder afhankelijk is van grote energiecentrales. In plaats daarvan zal vrijwel ieder huishouden een eigen kleine mini-centrale bezitten. Na honderd jaar grootschalig gebruik van fossiele brandstoffen is het een omwenteling die zijn weerga niet kent. Maar wordt het bereikt door één bijzondere uitvinding uit het laboratorium van Willie Wortel? Nee, het zal komen door de integratie van enkele betrouwbare technologieën die al lang hun waarde hebben bewezen, maar die in combinatie met elkaar nog veel waardevoller worden dan ooit.
Rolf Heynen, medeoprichter van Good! en directeur van Dutch New Energy Research
Op onze nieuwsbrief abonneren
- Columnisten
- juni 5, 2020
- 0 views
Zonder warmtepomp geen hybridisering
Eind maart kwam minister Wiebes met de Groen-Gas-Routekaart en de Waterstof-visie. Deze zijn koersbepalend voor de ontwikkelingen in de energietransitie. Het blijkt dat we ook in 2050 nog voor 30-50% afhankelijk zullen zijn van gasvormige energiedragers.
Het terugbrengen van de energie- en aardgasvraag binnen de gebouwde omgeving is een eerste stap en kan, aldus Wiebes, onder andere door ‘hybridisering’. Volgens de Nederlandse Verwarmingsindustrie is dit mogelijk voor maar liefst 5 miljoen bestaande grondgebonden woningen.
Ook voor gemeenten is hybridisering een logische stap. Want met behoud van het bestaande gasleidingnetwerk en zonder grootschalige verzwaring van het elektriciteitsnetwerk, kunnen in veel wijken de bestaande hr-cv-installaties blijven werken én met toevoeging van warmtepompen de klimaatdoelstellingen gerealiseerd worden. De warmtepomp in combinatie met een hr-cv-ketel is direct in staat om het aardgasverbruik én de CO2 uitstoot te reduceren. Met het installeren van een hybride installatie kan het verduurzamen van een bestaande woning bovendien stapsgewijs gebeuren. Met behoud van kwaliteit, veiligheid én betrouwbaarheid.
Het installeren een verwarmingsbron anders dan de traditionele ketel, betekent voor de installateur een langere installatietijd. Oók het onderhoud zal meer tijd in beslag gaan nemen, omdat het complexere apparaten betreft om te onderhouden en in te regelen. De druk op de installateur zal daardoor alleen maar toenemen. Zeker nu een aantal onderhoudscontracten, vanwege de coronacrisis, vertraging oploopt.
Deze bijzondere tijden maken duidelijk dat de toekomst voor praktische plug & play oplossingen die zelf aangeven of er service en/of onderhoud noodzakelijk is open ligt. Daarnaast blijft met het oog op het verduurzamen van de gebouwde omgeving de aanwas van nieuw talent en zijinstroom in onze sector meer dan noodzakelijk.
Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie
Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie