Hoe online-proof is uw waardepropositie?

Ook onze sector zit midden in de integrale gezondheids-, maatschappelijk- en economische crisis. Hele waardeketens ondervonden al vanaf januari een terugval in omzet. Werden de eerste waarschuwingen richting onze sector min of meer weggehoond, dreigen deze nu toch werkelijkheid te worden. Volgens een bericht van Techniek Nederland (16 april) ‘moet de grote klap nog komen’. Digitaal wordt voor veel zaken het nieuwe normaal. Want een ding is wel zeker: alles zal niet zo snel weer bij het oude zijn.
De crisis heeft er toe geleid dat de wereld massaal digitaal ging. Partijen die hierop ingesteld waren, doen relatief goede zaken. In een eerdere blog heb ik gezegd: “Elke installateur wordt een ICT dienstverlener”. Ik werd door sommigen nog net niet voor gek verklaard. Maar zie nu, de bedrijven die ook een ‘online’ strategie hebben gekozen en business wise dit hebben vertaald naar bijvoorbeeld xAAS-concepten of Servitisation, merken nu het verschil.
Onze branche en een 1,5 meter economie, dat vraagt veel creativiteit. Aan de oppervlakte zijn er twee vragen te stellen: gebruikt u de digitale mogelijkheden optimaal? En: heeft u de digitale mogelijkheden vertaald naar een goed business model? Kijk je wat dieper, is er een andere essentiële vraag te stellen. Is de waardepropositie (kernbelofte) van uw organisatie al ingericht om digitaal ook echt functioneel bij te dragen aan de veranderende (latente) behoefte van uw klant? Heel concreet: hoe maak je sensortechnologieën functioneel toepaspaar in een 1,5 economie? Bruikbaar, veilig (ook in privacy), schaalbaar etc.
Ook bij een online waardepropositie draait het niet om wat u uw klant kunt bieden, maar om datgene waar uw klant online waarde aan hecht. Is dat een online database met Frequent Asked Questions, een ‘zelfhulp’-tool, predictive services of onderhoud op afstand?
Mag ik u uitdagen? Kijk online voor enkele ondersteunde tools.

Maarten van der Boon

maarten@novitek.nl
Vanuit zijn bedrijf Novitek helpt Maarten
technische bedrijven in organisatie­-
strategie, innovatie en communicatie.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Littekens

Het zijn rare tijden. Mijn kantoor bevindt zich grotendeels thuis, het beeldscherm is de deur die opent voor gesprekken met medewerkers, vakmensen in de techniek, de werkgevers en het onderwijs. Eén dag in de week rijd ik naar Woerden, een merkwaardige vaak stille tocht die ergens je onrust doet groeien. Want wat doet deze coronacrisis met de techniek?

Sommige bedrijven hebben de afgelopen weken direct ervaren dat het werk minder werd. Sommige bedrijven hebben het nog druk, omdat zij in het tweede kwartaal nog teren op projecten die vóór de crisis zijn verstrekt. Bedrijven hebben te maken met de persoonlijke kant van deze crisis. Hun vakmensen die soms dierbaren hebben verloren. Scholen doen hun uiterste best om jonge vaktalenten in beeld te houden, hen te blijven motiveren en ondersteunen in hun weg naar vakmanschap. Het zijn deze en andere verhalen die raken.

Tegelijkertijd zie ik een samenleving die in snel tempo verder aan het digitaliseren is. Een generatie die roept dat we van deze crisis moeten leren en nu echt in moeten zetten op een andere duurzame samenleving. Ik zie een kabinet dat als opdrachtgever met spoed opdrachten naar voren probeert te halen om daarmee de bouw en techniek een impuls te geven. Ik zie bedrijven die vooruit durven te kijken en de techniek als hun partner zien. Ik zie bijvoorbeeld IW Noord-Holland die via social media campagnes nieuwe leerlingen werft omdat zij met ons geloven in een sector met toekomst. Ik zie nieuwe initiatieven ontstaan, andere manieren van samenwerken en vooral ook de energie om door te gaan.

En dan in mijn werkkamer thuis voel ik me trots en vooral de bewustwording dat we als sector en samenleving blijven geloven in de toekomst. En dat we nu al bezig zijn met de dag van morgen. En de techniek vervult daar een rol in. Misschien met wat littekens, maar sterker!

Sven Asijee
Directeur OTIB

Op onze nieuwsbrief abonneren

Realiteitszin in de warmtetransitie

Begin februari stond de installatiewereld in het teken van de tweejaarlijkse VSK. De aandacht ging uit naar de 2 W’s: waterstof en warmtepompen. Vanuit de Nederlandse Verwarmingsindustrie voegen we er graag nog een 3-tal W’s aan toe: warmtetransitie, warmteoplossingen en winnaars.

Terug naar de warmtepomp. Deze – feitelijk al jaren bestaande – techniek was prominent te bewonderen op menig stand. Iedere fabrikant kan inmiddels meerdere typen warmtepompen leveren: de all-electric warmtepomp die niet meer weg te denken is in nieuwbouwprojecten en de hybride warmtepomp als prima oplossing voor bestaande grondgebonden woningen voorzien van zowel een gas als elektra-aansluiting.

En dan waterstof. Enkele fabrikanten hebben al een complete waterstofketel ontwikkeld, andere hebben ketels ontwikkeld waarin tot 30% bijmenging mogelijk is. De verwarmingsindustrie is dus in principe klaar voor deze nieuwe energiedrager, maar Nederland nog niet. Er moet de komende jaren het nodige werk verzet worden aan ontwikkeling van kennis, regelgeving en normering. Het daadwerkelijk realiseren van de infrastructuur én de productie van (groene) waterstof zal vanaf 2026 vorm en omvang gaan krijgen. Het op grotere schaal toepassen van waterstof in de gebouwde omgeving is reëel gezien een scenario voor ná 2030. Het ministerie van EZK komt naar verwachting, in april 2020, met de waterstofvisie en de routekaart groengas. Juist dat groene gas kan een belangrijke rol gaan spelen en zou prima de restvraag kunnen invullen voor de 300.000 bestaande grondgebonden woningen als de eigenaren jaarlijks hun cv-ketel niet één-op-één vervangen maar hiervoor een hybride warmtepomp laten installeren.

De hele warmtetransitie begint natuurlijk met het terugbrengen van de warmtevraag. Binnen de nieuwe warmteoplossingen is efficiency een trend. De volgende plug & play energiebesparende maatregelen, gespot op de VSK, helpen daar ook bij:

- zelf inregelende verdeler voor vloerverwarming en radiatoren;

- automatische ontluchting / ontgassing en vuilafscheiding;

- thermostatische radiatorventielen (wat onnodig verwarmen van ruimten voorkomt).

Nog altijd spelen goed opgeleide technici een cruciale rol in de warmtetransitie, want zonder hen wordt installatie, onderhoud en inregelen van de installatie onmogelijk.

In de optiek van de Nederlandse Verwarmingsindustrie zijn we, met een goed uitgevoerde warmtetransitie, straks allemaal winnaars: de consument, de installateur, de gemeenten én de rijksoverheid.

Coen van de Sande
Directeur De Nederlandse Verwarmingsindustrie

Op onze nieuwsbrief abonneren

Ventileren, ventileren en nog eens ventileren

Terwijl er steeds meer onderzoeks- en ervaringsgegevens verschijnen om besmetting met en overdracht van het coronavirus te voorkomen, is het goed om te kijken wat u in de praktijk kunt doen. Naast het toepassen van de bekende RIVM-regels is er een ding wat u heel gemakkelijk zelf kunt doen: ventileren, ventileren en nog eens ventileren.

Uit onderzoek blijkt dat, naast de bekende hoest- en niesdruppels en besmettingen via contactoppervlakken, ook airborne overdracht van het coronavirus meer en meer een besmettingsbron lijkt. In een gedegen adviesdocument van REHVA (Federation of European Heating, Ventilation and Air Conditioning Associations) wordt een onderzoek door dr. Van Doremalen (Doremalen et al, 2020) aangehaald dat aantoont dat het coronavirus dagenlang op oppervlakken kan blijven zitten en tot wel drie uur in de binnenlucht kan blijven zweven. In een niet goed geventileerde ruimte bestaat dus de kans dat zelfs mensen die keurig 1,5 meter afstand houden toch besmet raken. Dit kan zeker ook via besmette oppervlakken gebeuren, tenzij de ruimte op een goede manier wordt gereinigd, zo bleek ook al bij eerdere onderzoeken bij virusuitbraken (Doremalen et al, 2013).

Wat kunt u doen?
Wat kunt u als installateur zelf doen om de kans op besmetting te verminderen? Het antwoord is eenvoudig: ventileer zo veel mogelijk!
- Ventileer maximaal, als het moet zelfs met open ramen
- Zet de LBK niet stil ’s nachts, maar laat deze met een lagere snelheid dan overdag doordraaien
- Voeg overdag zoveel als mogelijk (buiten)lucht toe
- Blijf ook in de weekeinden ventileren
- Vermijd recirculatie van lucht, zet dit uit via het GBS of handmatig
- Doe dit ook als er filters zitten op recirculatie, want het gaat vaak slechts om grovere filters zoals G4/M5/Coarse/ePM10

Filterkeuze
Verandering van luchtfilters is niet persé nodig mits er F7/F8/ePM1 filters zijn toegepast. Deze vangen stofdeeltjes uit de buitenlucht goed af met een filtratie-effectiviteit van ten minste 65% PM1. Hoewel het coronavirus op zich kleiner is (50-160 nm) dan wat de F8 of zelfs fijnmaziger filters kunnen vangen, blijven de virusdeeltjes door diffusie toch in het filter hangen. Het virus verbindt zich ook vaak met grote stofdeeltjes die al in het filter gevangen zijn. Bovendien is de kans dat het virus in de buitenlucht zweeft ook niet heel groot.

Wat kunt u nog meer doen?
Het is belangrijk om de luchtkwaliteit van kantoren, scholen en andere intensief gebruikte ruimten regelmatig te testen om een goed en zuiver binnenklimaat te garanderen. Als metingen daartoe aanleiding geven, is reiniging van kanalen en luchtverdeelsystemen een goede mogelijkheid, zeker als een gebouw vanwege de quarantainesituatie tijdelijk (deels) leeg staat. Maar het is niet persé nodig om nu te doen; virussen die gehecht zitten aan kleine stofdeeltjes zullen niet zo snel neerdalen in kanalen als de LBK continu blijft draaien. Eventueel aanwezige virussen worden dan gewoon afgevoerd naar buiten. Het is wel aan te raden om kanaalreiniging mee te nemen bij het normale onderhoud. Weet u trouwens wanneer het laatste onderhoud is uitgevoerd?

Desinfecteer bij besmetting
Als er iemand met een COVID-19-besmetting in het gebouw aanwezig is geweest, is grondige reiniging van het pand en de kanalen aan te raden. Desinfectie via ‘fogging’ is bijvoorbeeld een bewezen technologie die in staat is om bacteriën en virussen te bestrijden. De behandeling bestaat uit het vernevelen van gecertificeerde producten op basis van waterstofperoxide. Speciale vernevelaars doen hun werk zonder oppervlakken te beschadigen. Een goed uitgevoerde desinfectiebehandeling door ervaren mensen resulteert in doding van bacteriën, schimmels en virussen tot 99,9%.

Onderhoud in het quarantainetijdperk
Normaal onderhoud blijft belangrijk. Zeker ook in gebouwen waar wel doorgewerkt wordt. Stel onderhoud dus niet uit, maar laat dit door ervaren vakmensen uitvoeren. Dus ga bij drukniveau-overschrijding of ‘houdbaarheid’-overschrijding wél wisselen. U hoeft filters niet vaker te vervangen, maar wel tijdig. En kijk meteen goed of de gebruikte filters voldoen om ook het gewone (eveneens gevaarlijke) fijnstof goed af te vangen.

Vakwerk
Filters wisselen, onderhoud en reiniging van LBK’s en desinfectie van gebouwen is vakwerk. Als ervaren vakmensen dit doen, blijft de conditie van een LBK en de kwaliteit van het binnenklimaat langdurig op hoog niveau. Eis van partijen die aan de slag gaan met de LBK ten minste deze werkwijze:
- Werk volgens de richtlijnen van het RIVM
- Doe handschoenen aan
- Zet een masker op
- Werk met een uitgeschakelde LBK
- Voer filters af in een gesloten zak

Zuiver binnenklimaat
Wilt u de luchtkwaliteit in uw pand of de panden van uw klanten laten testen? Of filterwisselingen en onderhoud aan de LBK’s door ervaren specialisten laten doen? Bel dan een partij die veel ervaring heeft met een ‘zuiver binnenklimaat’. Ervaren adviseurs kunnen u precies uitleggen hoe uw pand een zuiver binnenklimaat krijgt volgens een helder plan van aanpak.
Als iedereen zich houdt aan de RIVM-voorschriften en als gebouwbeheerders bovendien de nodige maatregelen nemen, dan komen we hopelijk deze coronacrisis gezond door. Let qua gezondheid op uzelf, uw naasten en uw gebouw(en). #staysafe

 Bert Jan Lambregtse, Marketing Manager bij Vlint

 

 

 

 

 

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

“Gezond boerenverstand”

Wie had deze situatie durven voorspellen! Zijn we naïef geweest? Hebben we gedacht: “met alle Chinezen maar niet met den dezen”? Ik denk persoonlijk van wel.

Meer zelfs: Deze crisis heeft me doen inzien dat we de natuur te ver uitgedaagd hebben, teveel de limieten opgezocht hebben van ons eigen kunnen… Om de economische schade in te perken is het uiteraard van essentieel belang dat iedereen zo snel mogelijk – en op een veilige manier – terug aan het werk gaat. Daar bestaat geen twijfel over. Maar om dat te kunnen volhouden moet ieder van ons gezond zijn, in form zijn en dus fysiek en mentaal sterk zijn. Volgens mij is het dan ook hoog tijd om eindelijk eens te kijken naar het grotere geheel.

“Never waste a good crisis”
Enkel focussen op ‘de geleden schade op zo kort mogelijke termijn willen inhalen’, zonder uit te zoomen en te analyseren welke structurele veranderingen nodig zijn in een post corona tijdperk, zou volgens mij een gemiste kans zijn. Dit is het uitgelezen moment om stil te staan bij wat er in het verleden verkeerd gelopen is en wat daarvan de oorzaken waren. Kwestie dat we in de toekomst kunnen voorkomen, eerder dan te moeten genezen.
Als ik terug kijk naar mijn kindertijd, hadden wij een bal, een fiets en het verlangen om buiten te spelen.
We moeten wat mij betreft op zoek naar een nieuwe balans voor de toekomst. Eentje die het midden houdt tussen het artificiële en het natuurlijke, tussen opnieuw het maximale halen uit onze productie enerzijds, en de fysieke en mentale gezondheid op peil houden van de mensen die daarvoor instaan anderzijds.

Dichter bij de natuur
En dat is waar we ons bij Renson al van lang voor deze crisis van bewust waren. Door de natuurelementen (zon, licht, lucht) slim in te zetten brengen we de natuur opnieuw dichter bij de mens. Mensen moeten gezond kunnen leven en wonen willen ze maximaal kunnen bijdragen om onze economie te doen heropleven. Mensen moeten zich in de beste omstandigheden kunnen ontspannen, kunnen sporten, gezonde voeding tot zich nemen, goed recupereren (gezonde nachtrust), optimaal kunnen genieten van wat de natuur te bieden heeft, willen ze de nodige energie kunnen op doen. Of zoals de baseline van Renson het zegt: ‘Creating Healthy Spaces’.
We moeten volgens mij opnieuw meer ‘buitenmens’ worden, en er opletten dat we niet enkel nog voor de laptop, tv of smartphone hangen. Zeker als je weet hoe buitenleven een positieve invloed kan hebben op onze ontwikkeling, herstel en ons welbehagen. Met de natuur als bondgenoot houden we ieders fysieke en mentale gezondheid op peil.
Deze ongeziene crisis daagt ons uit om concreet stil te staan bij hoe we in de toekomst anders te werk moeten gaan. Denk aan telewerk en flexibel werken dat kan bijdragen tot een oplossing voor de ellenlange files. Denk aan het groeiende belang van lokaal kopen en lokaal produceren. Er moet een transitie komen naar een duurzame economie met meer aandacht voor gezondheid en natuur. “Health is wealth”
Laat binnen en buiten in elkaar overlopen. Laat de natuur terug toe in de stad. We moeten uit deze crisis leren om sterker te staan voor de toekomst. En als ik daarbij één raad mag geven: dan is het vooral om vooruit te blijven kijken. Wij zijn bijvoorbeeld een bedrijf dat innovatie hoog in het vaandel draagt, wel… daar blijven we op inzetten, zowel op het vlak van R&D, IT als marketing. Met één duidelijk doel voor ogen: om ons te blijven onderscheiden, ook als dit alles voorbij is.
Een duurzame economie gedreven door innovatie en met oog voor de gezondheid van iedereen: daar ligt de sleutel van het succes om onze economie er na een crisis als deze weer helemaal boven op te helpen. Als we allemaal samen ons ‘gezond boerenverstand’ gebruiken lukt ons dat zonder twijfel!

Ik wens iedereen alvast veel sterkte, … goede moed en hou het gezond!

Paul Renson, CEO Renson

Op onze nieuwsbrief abonneren

Ketenduurzaamheid

Wat heeft een warmtepomp voor nut als het elektra nog in een gascentrale opgewekt wordt? Het zal niet de eerste keer zijn dat ik zoiets hoor, maar hoe zit het nu eigenlijk? Daarom gaan we dit keer in deze column eens globaal kijken naar hoe zich dit vertaalt in de werkelijkheid.

Laten we eens een klein stukje energie volgen. Stel dat er 10 kWh aan energie benodigd is voor verwarming. Deze 10 kWh vertaald zich grofweg in 1 m3 gas, dus voor die verwarming is net iets meer dan 1 m3 gas nodig, namelijk 1,04 m3 aardgas, doordat een hr-ketel ongeveer 96% rendement heeft.

En hoe zit het dan met de warmtepomp? Voor deze grove berekening stellen we dat een warmtepomp een SCOP van 4 heeft. Een waarde die voor lucht/water-warmtepompen haalbaar is en bij bodemenergiesystemen zeker haalbaar moet zijn. Om de 10 kWh aan warmte te leveren, zal deze warmtepomp in dat geval 2,5 kWh elektra nodig hebben. De beste aardgascentrale heeft een elektrisch rendement van ±60%. Er zal in dat geval dus 4,2 kWh aan energie nodig zijn om 2,5 kWh aan elektra te produceren, ofwel 0,42 m3 gas. Is de energiecentrale nu slechter met bijvoorbeeld 40% rendement, dan is hiervoor 6,25 kWh nodig, ofwel 0,62 m3 gas.

Dus zelfs als de elektra t.b.v. een warmtepomp met aardgas opgewekt wordt, dan zal er minder gas nodig zijn dan wanneer dit rechtstreeks met een hr-ketel verwarmd wordt. En als de restwarmte van de energiecentrale gebruikt kan worden, wordt het alleen maar positiever. Het omvormen van huizen richting all-electric verwarming, zelfs als de bron niet schoon is, heeft dus positieve impact. Er is alleen een blijvende taak voor onze overheid om de elektraproductie te verbeteren.

Tim Visser
Installatiebedrijf Visser in Twisk

[Twee generaties installateurs, vader Dick en zoon Tim Visser, schrijven om beurten een column op persoonlijke titel]

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Waarom stellen we nu servicebezoeken uit?

Ook ik zag op dinsdag 7 april de persconferentie van de minister-president en bedacht me, wat wordt het nieuwe normaal? Volgens Mark Rutte leven we straks in een veranderde maatschappij - de anderhalve meter maatschappij. Maar hoe ziet deze er precies uit?

Er wordt aan ons allemaal gevraagd of we die maatschappij samen kunnen gaan vormgeven. Ook scholen en bedrijven moeten serieus gaan nadenken over hoe zij zich hieraan gaan aanpassen. We kunnen na onze intelligente lockdown, echt niet zomaar weer terug naar de situatie waaraan we gewend waren.

Vanuit ons netwerk horen we vele signalen van installateurs en opdrachtgevers. We spreken namelijk dagelijks met honderden personen uit onze branche en we merken dat er verandering gaande is. Opdrachtgevers worden terughoudender en stellen opdrachten steeds meer uit. De meest gehoorde opmerking is dat bewoners problemen hebben met de aanwezigheid van monteurs van verschillende bedrijven. En voor problemen die nu ontstaan, waarvoor de bewoner direct een oplossing wil, is het belangrijk dat er een monteur langskomt. Maar op dit moment worden servicebezoeken voor regulier onderhoud of aanpassingen, die vanwege renovatie worden gedaan, liever uitgesteld. Dit stopt de keten, zorgt ervoor dat systemen niet worden vernieuwd en het vergroot de kans dat oude installaties moeten worden gerepareerd om te zorgen dat de bewoner deze kan gebruiken. Dat geldt voor alle installaties en ook voor bijvoorbeeld de renovatie van een toegangshal of een keukenblok.

Is dit de juiste keuze? Of kan er op een intelligente wijze zekerheid aan de bewoner worden gegeven, zodat er aan alle mogelijke gevaren wordt gedacht? Kijk maar eens naar hoe volslagen onbekenden rekening met elkaar houden tijdens een wandeling op straat. Nederlanders zijn al coöperatief en sociaal en op deze basis kunnen we in Nederland deze intelligente lockdown gestalte geven.

Dus, waarom zouden we ook niet geplande renovaties en aanpassingen uitvoeren? Maar dan wel met de juiste maatregelen? Op diverse plaatsen hebben installateurs en opdrachtgevers een protocol gemaakt waarmee, met vertrouwen van alle partijen, de werkzaamheden kunnen doorgaan.

Ik geloof dat het kan! En tegelijkertijd weet ik ook dat het mij verweten kan worden dat ik spreek voor eigen parochie. Maar willen we niet allemaal dat we na deze periode weer snel onze bedrijven gezond kunnen doorzetten? In de afgelopen paar jaar konden we bijna geen opgeleide monteurs vinden, omdat niemand er nog voor kiest om een opleiding elektrotechniek, loodgieter of houtbewerking te volgen. We moeten er dus met zijn allen voor zorgen dat het gekwalificeerde personeel, dat nu bij installatiebedrijven werkt, daar ook kan blijven werken! Vroeg je een installatiebedrijf voor de coronacrisis om iets te doen in je woning (verbouwen of installeren), kwam je op een wachtlijst te staan. Veel installatiebedrijven zaten vol met werk tot eind 2020 en zelfs tot aan de helft van 2021! Als we nu gaan verschuiven zal dat betekenen dat opdrachten vaak niet kunnen worden uitgevoerd in het komende jaar. Het is dus erg onverstandig om projecten uit te stellen, het is beter de juiste maatregelen te nemen!

Ik durf met zekerheid te zeggen dat als we nu gaan uitstellen, het in de toekomst moeilijker wordt om de juiste mensen te vinden, want ze staan op straat! En de hoeveelheid werk kan straks niet meer worden ingehaald. Dus waarom stellen we nu servicebezoeken uit, terwijl deze met de juiste maatregelen gewoon door kunnen gaan?

Ik roep daarom de techniekbranche en zijn opdrachtgevers op om uitstellen van projecten te heroverwegen. Het is onze toekomst! Maar het is ook voor onze eigen woningen of die van onze tantes en ouders waarvan we willen dat alles werkt. Mijn collega’s en ik willen graag helpen om bewoners te overtuigen en te helpen met protocollen en voorwaarden te scheppen waarmee we tijdens deze intelligente lockdown, intelligent kunnen doorwerken.

Peter van Veen, directeur Comelit Nederland BV

Op onze nieuwsbrief abonneren

De coronacrisis samen overwinnen

De coronacrisis zorgt voor een nieuwe werkelijkheid. Het treft ons allemaal. Persoonlijk maar ook in het werk. Wat kunnen we wel en wat kunnen we niet doen in de techniek? We hebben contact met klanten, we werken in teams samen, we gaan samen op weg naar een klus. Wat betekent dat voor mij als persoon? Wat kan wel en wat kan niet? Veilig werken heeft de afgelopen weken een andere invulling gekregen en staat meer dan ooit op ieders netvlies. En dat geeft vragen! De Helpdesk Corona Bouw en Techniek geeft antwoorden aan vakmensen en bedrijven. Bel 085-080 1544 en leg je vragen voor. Of kijk op de website: www.helpdeskcorona-bt.nl . Maar je kan ook contact opnemen met Arbotechniek via corona@arbotechniek.nl.

Deze crisis raakt de bedrijven in de techniek ook in hun economische activiteiten. De duurzaamheidsmakers van deze samenleving worden vaak hard getroffen. De beloofde steun van de overheid is welkom, en hopelijk voldoende om onze vakmensen op de weg te houden. Maar als branche moeten we ook zelf gaan vooruit kijken en denken in kansen. Na deze crisis hebben we een maatschappij die zich wellicht nog meer bewust is van bijvoorbeeld duurzaamheid, een gezonde gezondheidszorg, schone lucht, goede ICT-verbindingen en het belang van goed vakmanschap. Het is een hard gelag nu, zeker. Dat onderschat ik niet. Maar de optimist in mij gelooft ook in de nieuwe kansen.

Wat ik deze dagen zie groeien, is de inzet van nieuwe digitale vormen van leren. Online trainingen die op elk tijdstip gevolgd kunnen worden; webinars die aansluiten op de vragen die nu leven. Online leren en kennis opdoen krijgt in deze een enorme boost. De opleiders bewegen mee en tonen dezelfde elasticiteit die we ook zelf tonen. Maak er gebruik van. Wij zullen waar nodig dit stimuleren.

Als OTIB doen we wat we kunnen om vakmensen te ondersteunen, en waar mogelijk zorgen we voor bruikbare informatie en maatregelen. Onze veerkrachtige branche zal deze crisis overwinnen. En dat gaan we samen doen!

Sven Asijee
Directeur OTIB

Op onze nieuwsbrief abonneren

Waarom handen wassen als de kraanhendel vol bacteriën zit?

Een belangrijke veiligheidsmaatregel tegen het coronavirus is het goed wassen van de handen. 80% van infecties ontstaat door niet of gebrekkig handen wassen. Maar wat is het nut van handen wassen als de hendel waarmee de kraan dicht wordt gezet, vol bacteriën zit?

Het coronavirus kan in de lucht een paar uur ‘overleven’, maar nog langer op sommige oppervlaktes. Zo kan het op staal 72 uur, dus 2 tot 3 dagen, overleven. Het wassen van de handen is een van de meest effectieve manieren om besmetting en overdracht van bacteriën te voorkomen maar met vuile handen wordt de kraan geactiveerd om de handen te kunnen wassen. Daarna moet men met de schone handen de kraan weer dicht zetten. Zo kunnen kranen een besmettingsbron worden.

Contactloze kranen
Vanuit hygiënisch oogpunt zijn contactloze kranen daarom de beste keuze. Als oppervlakten niet aangeraakt worden, kan er ook geen overdracht van bacteriën of andere ziekteverwekkers plaatsvinden. Dankzij contactloze bediening wordt de overdracht tussen personen tot 80% verminderd ten opzichte van een handmatige bediening. Dat is vooral belangrijk in gebouwen met strenge hygiëne-eisen zoals ziekenhuizen, zorginstellingen, kinderdagverblijven en voedselverwerkende bedrijven.

Zelfsluitende kranen
Een andere optie zijn zelfsluitende kranen. De kraan wordt handmatig opengezet maar stopt de waterstroom automatisch. Met zelfsluitende kranen hoeft de kraan na het wassen van de handen niet meer aangeraakt worden om de waterstroom te stoppen. De kraan regelt dit automatisch dankzij een vooraf ingestelde timer. Hendelkranen moeten na het wassen van de handen opnieuw worden aangeraakt om de kraan te sluiten en dat kan leiden tot het herbesmetten van de handen.

Ook zuiniger
Tijdens het handenwassen staat de kraan meestal even open. Hierdoor wordt er gemiddeld tijdens het wassen van de handen rond de 4 liter drinkwater gebruikt. Met een contactloze kraan worden handen grondig gewassen, waarna de kraan vanzelf stopt middels een sensor. Dit kan voor een waterbesparing tot 70% zorgen.

Andere contactloze sanitairoplossingen
Niet alleen kranen van wastafels zijn een risico voor de overdracht van ziekteverwekkers maar ook andere armaturen en oppervlaktes in sanitaire ruimtes, die aangeraakt worden. Denk bijvoorbeeld aan de spoelknoppen van wc’s en urinoirs. Naast een uitgebreid assortiment elektronische contactloze kranen zijn er ook contactloze oplossingen voor wc- en urinoirspoelsystemen leverbaar, waarbij verschillende soorten sensoren ingezet kunnen worden.

Sensoren
Een infraroodsensor detecteert de aanwezigheid van een gebruiker en geeft het ingestelde spoelvolume contactloos vrij zodra de gebruiker het registratiebereik van de sensor heeft verlaten (zonebewaking). Een sifonsensor is in de sifon geïntegreerd en activeert de spoeling bij beweging en temperatuurverandering in de urinoirsifon. Hij herkent betrouwbaar de door de gebruiker gegenereerde spoelbehoefte - zelfs bij aanzienlijke afzetting van urinesteen of verkorsting. Indien de sifoninhoud uitdroogt of door onderdruk in het afvalwatersysteem wordt gezogen, wordt het vloeistofpeil in de sifon automatisch aangevuld.
De activering van een keramieksensor vindt plaats bij het detecteren van een urinestraal in het closet. De kleine sensor die op de achterkant van het keramiek wordt geïnstalleerd, bewaakt de binnenruimte. Als deze een vloeistofstraal detecteert, wordt de spoeling automatisch geactiveerd. Indien de sifon of de afvoerleiding verstopt raakt, verhindert de sensor met een spoelstop dat het bekken overloopt. Bij veelvuldig gebruik van de sanitaire ruimte schakelt de elektronica automatisch op waterspaarmodus (»stadiongebruik«). De spoeling gebeurt dan slechts één keer per minuut - net zo lang tot de gebruiksfrequentie weer daalt.

Ombouwen i.p.v. vervangen
Elektronische sensoren bieden een hygiënische (en bovendien waterbesparende) mogelijkheid voor gebouwbeheerders. Een verbouwing is helaas niet altijd mogelijk aangezien deze veel tijd en geld kost. Met opbouwoplossingen zoals de Schelltronic kan zonder verdere verbouwingshandelingen een oude, manuele urinoir-spoelkraan door een infraroodgestuurde kraan worden vervangen. De infraroodsensortechniek zorgt ervoor dat de spoeling contactloos geactiveerd wordt. Alle componenten zijn eenvoudig toegankelijk en via stekkers met elkaar verbonden. En indien een batterij vervangen moet worden, dan knippert een LED goed zichtbaar in het sensorvenster. Een batterijwissel duurt slechts 2 minuten.

Dit artikel is geschreven door Schell, armaturenspecialist uit Duitsland, producent van intelligente kraantechnologie en gebouwbeheersystemen voor sanitaire installaties.

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Wat is er slim aan Smart?

Tegenwoordig is alles smart. Voor de meeste mensen begonnen met de smartphone en nu gebruikt voor allerlei doeleinden. Maar wat is nu precies ‘dat’ wat iets tegenwoordig smart maakt?

Een slimme telefoon, wie zat daar nu op te wachten? Toen op 29 juni 2007 de allereerste iPhone werd geïntroduceerd waren er veel mensen die deze ontwikkeling onnodig achtten. Met onze huidige telefoons konden we elkaar goed bereiken door te bellen of een SMS te sturen, daar was de (mobiele)telefoon toch immers voor bedoeld? Nee, alle andere mogelijkheden die de smartphone met zich mee bracht hadden we destijds niet nodig. Nu ruim 12,5 jaar later kunnen we eigenlijk niet meer zonder.

Smart… wat nog meer
We zien dezelfde ontwikkeling terug binnen de huidige energietransitie. Of het nu gaat om een Smart Home, een Smart Building, Smart Charging, een Smart Grid of zelfs een hele Smart City. Meer en meer worden de voordelen (gemak, comfort, energie- en kostenbesparing of gewoon de noodzaak van een stabiele infrastructuur) ingezien van het slim maken van een gebouw, woning of (laad)infrastructuur.
Waarom moet de thermostaat altijd aan staan, blijven de lichten nog branden als er niemand meer aanwezig is of gebruiken we onze energie niet op het moment dat dit beter/goedkoper is? Met de groei van de elektrische auto wordt het ook steeds belangrijker dat we op een slimme manier omgaan met het laden van al deze auto’s. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we geen overbelasting veroorzaken in een woning, gebouw of elektriciteitsnet? Deze zaken kunnen eenvoudig geregeld worden door gebruik te maken van de juiste producten in combinatie met slimme software en connectiviteit.

Connectiviteit is het echte smart
Connectiviteit is een cruciaal onderdeel voor het succesvol laten verlopen van de energietransitie. Waar huis- en gebouwautomatisering al langere tijd een bekend fenomeen is, is het nu tijd voor de volgende stap. Want wanneer we dit kunnen integreren en op de juiste wijze laten communiceren met bijvoorbeeld energiemanagement oplossingen maken we onze omgeving echt slimmer. Daarmee maken we het mogelijk om vraag en aanbod te sturen; gebruik maken van de juiste data hierin is cruciaal.
Stel jezelf daarom regelmatig de vraag; is datgene wat ik vandaag oplever ook geschikt om morgen te “praten” met de omgeving om zich heen. Want alleen dan werk je mee aan een toekomstbestendige oplossing. En dat is nu wel echt slim.

Kees Jan ’t Mannetje, ABB Business Development specialist

Duurzaamheid en bewustwording worden steeds belangrijker. De energietransitie is in volle gang. Kees Jan ’t Mannetje werkt sinds 2004 bij ABB. In zijn rol als Business Development volgt hij de ontwikkelingen op het gebied van energietransitie op de voet. Zijn expertise: digitalisering in combinatie met sociale innovatie waarbij zijn interesse ligt bij nieuwe technologieën.
In de praktijk betekent dit dat hij werkt aan nieuwe businessmodellen en -concepten rondom Smart Energy Management. Daarnaast was hij betrokken bij het ontwikkelen van de energieprestatie monitoringnorm en een proeftuin voor het opzetten van een lokale energiemarkt waarbij techniek, digitalisering en sociale innovatie samenkomen.
Als spreker weet hij de mensen te inspireren over onderwerpen als het nieuwe energielandschap, de rol van digitalisering hierin en welke impact sociale innovatie heeft. Meer weten over ABB en de energietransitie, kijk dan hier.

Op onze nieuwsbrief abonneren