RIVM: onvoldoende bewijs voor verspreiding corona via kleine druppeltjes

Vorige week was er in de media opnieuw aandacht voor de rol van ventilatie bij het voorkomen van coronabesmettingen. Onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) stelden vast dat kleine druppeltjes (aerosolen) langer in de lucht blijven hangen. Techniek Nederland vroeg het RIVM opnieuw om een reactie. Het instituut laat weten dat het UvA-onderzoek geen reden is om van standpunt te veranderen.

Het RIVM laat weten dat het onderzoek van de UvA inderdaad aantoont dat aerosolen in een slecht geventileerde ruimte langer in de lucht blijven hangen. Maar het UvA-onderzoek gaat niet over de verspreiding van het coronavirus via aerosolen. Het RIVM verandert daarom niet van standpunt; er is onvoldoende bewijs dat het virus via kleine druppeltjes besmettingen kan veroorzaken.

Ventilatie wel belangrijk
Ventileren is in het algemeen belangrijk, stelt ook het RIVM: ‘Goed ventileren is nodig voor het verversen van de lucht en draagt bij aan een prettig en gezond binnenklimaat.’ Over het verband tussen ventilatie en corona verandert het RIVM niet van mening. Het instituut ziet geen reden om aanvullende maatregelen te nemen voor ventilatiesystemen. De geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies kunnen worden gevolgd.
RIVM volgt de ontwikkelingen
Het RIVM vindt aanvullend onderzoek belangrijk. Verschillende universiteiten en instituten zijn hiermee bezig. Het RIVM kijkt ook zelf naar de mogelijkheid dat aerosolen tóch een rol spelen bij de verspreiding van het virus. Het instituut houdt de ontwikkelingen rond dit onderwerp in de gaten. Wanneer bewijs wordt gevonden dat coronabesmetting wél via aerosolen kan plaatsvinden, kan dat leiden tot herziening van het RIVM-standpunt.

Lees de uitspraak van het RIVM over verspreiding via de lucht en ventilatiesystemen.

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Hotel Oud Londen in Zeist kiest voor steunpakket om legionella te voorkomen

Hotel en restaurant Oud London in Zeist maakt als eerste horecabedrijf in Nederland gebruik van het Steunpakket Veilig Drinkwater dat Holland Water aan ondernemers en gebouweigenaren aanbiedt om legionellabesmettingen na de lockdown te helpen voorkomen. Algemeen directeur Erik van Dijk wil er absoluut zeker van zijn dat zijn gasten en medewerkers straks weer voor honderd procent kunnen rekenen op veilig water, bijvoorbeeld om te drinken en te douchen.  “Want hun gezondheid staat natuurlijk altijd voorop”, aldus Van Dijk.

Holland Water sprak afgelopen maand al zijn vrees uit dat Nederland, als gebouwen weer (volledig) in gebruik worden genomen, wordt geconfronteerd met grootschalige legionella-uitbraken. Die kunnen de veteranenziekte, een ernstige vorm van longontsteking, veroorzaken, waaraan mensen met een zwakke of kwetsbare gezondheid kunnen overlijden. Het bedrijf uit Driebergen, in Europa en het Midden-Oosten marktleider in legionellabestrijding, voorziet een ‘ongekende legionellaontwikkeling’ door onderschatting van dit risico.

“Kans op legionellabesmettingen levensgroot”
“In de Covid-19 crisis worden veel gebouwen, zoals hotels, restaurants, campings, vakantiecentra, sportscholen, fitnesscentra en kantoren, niet of nauwelijks gebruikt, waardoor het water in de leidingen is komen stil te staan”, zegt Leo de Zeeuw, oprichter en DGA van Holland Water. “Het water warmt langzaam op, waardoor biofilm ontstaat. Hierin nestelen en vermenigvuldigen legionellabacteriën zich snel.” Deels door onbekendheid, maar ook doordat hun financiële positie door de coronacrisis ernstig is verzwakt, nemen veel ondernemers niet de nodige maatregelen om legionella te voorkomen, blijkt uit monitoring door Holland Water. Nu de accommodaties weer beginnen open te gaan, is de kans op legionellabesmettingen ‘levensgroot’, aldus De Zeeuw. “Gelukkig is er inmiddels steeds meer aandacht in de media voor het risico van legionellabesmettingen en ook de politiek bemoeit er zich nu actief mee.”

Steunpakket Veilig Drinkwater
Als expert op het gebied van legionellabestrijding en leverancier van monitorings- en bestrijdingssystemen wil Holland Water het niet laten bij alleen het constateren van het gevaar van legionellabesmettingen. “We maken ons oprecht zorgen en hebben daarom, onder meer samen met BNP Paribas Leasing Solutions, een Steunpakket Veilig Drinkwater samengesteld”, legt De Zeeuw uit. “Daarmee reiken we mede-ondernemers en gebouwbeheerders de helpende hand om zo samen legionella-uitbraken te voorkomen. We geven ze een steuntje in de rug door tegen zeer gunstige voorwaarden en zonder investeringen vooraf onze expertise en apparatuur beschikbaar te stellen”, aldus de DGA van Holland Water. “We zijn er trots op dat een zo gerenommeerd hotel als Oud London als eerste gebruik maakt van ons Steunpakket.”

“Verantwoorde investering”
Erik van Dijk is dus als eerste restaurateur/hotelier in Nederland ingegaan op het aanbod van Holland Water en heeft een zogeheten Bifipro® systeem laten plaatsen om legionellavorming te voorkomen. “De gezondheid van onze gasten en medewerkers is uiteraard het allerbelangrijkste”, zegt hij, “maar we hebben ook een reputatie hoog te houden. Als we weer opengaan, wil ik absolute zekerheid hebben dat ons water veilig is. Wij vinden dat geen enkele concessie mag worden gedaan aan het niveau van dienstverlening, dus moeten we ook zorgen dat we drinkwater aanbieden van de allerhoogste kwaliteit”, aldus de directeur van het in de Zeister bossen gevestigde Oud London. “Er is in de afgelopen periode keihard gewerkt aan de renovatie van kamers, er is geklust, schoongemaakt, opgeruimd en gepoetst. Het hotel staat er weer spic en span bij en we zijn blij dat we met het partnership met Holland Water ons ook op het gebied van waterkwaliteit op een positieve wijze kunnen onderscheiden en presenteren. De timing is ook erg goed, zo vlak voor het zomerseizoen, waarin we heel veel gasten verwachten.”

Serieuze investering
De aanschaf van de apparatuur van Holland Water vergt, zegt Van Dijk, een serieuze investering. “Ook nu ze tegen uiterst scherpe voorwaarden meedenken en -werken, maar ik vind dit een noodzakelijke en zeer verantwoorde uitgave”, aldus de hotelier en restaurateur. “Stel je voor dat we met legionella worden geconfronteerd. Dan zijn we veel meer geld kwijt en hadden we straks ook nog eens pas later kunnen heropenen.”

Op onze nieuwsbrief abonneren

Techniek Nederland vraagt RIVM opnieuw helderheid te geven over relatie ventilatie en corona

Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, heeft opnieuw een brief gestuurd naar Jaap van Dissel van het RIVM waarin hij vraagt heldere en eenduidige informatie te geven over het verband tussen ventilatie en corona. Dit omdat er opnieuw verwarrende berichten in de media zijn verschenen over het belang van ventilatie bij het voorkomen van coronabesmettingen. Natuurkundigen en medisch onderzoekers van de Universiteit van Amsterdam (UvA) stellen vast dat kleine druppeltjes (aerosolen) langer in de lucht blijven hangen. Volgens het UvA-onderzoek vermindert ventileren het aantal aerosolen. Is daarmee dan tóch aangetoond dat goede ventilatie de verspreiding van het virus tegengaat?

Eerder deze maand stelde Doekle Terpstra ook al vragen aan het RIVM over het verband tussen ventilatie en corona. Het RIVM stelde toen dat er geen bewijs is dat beter ventileren leidt tot minder coronabesmettingen. Maar dat was vóórdat het hierboven genoemde UvA-onderzoek naar buiten kwam. Alle reden voor een nieuwe brief van Techniek Nederland aan het RIVM.

Vier vragen aan het RIVM
De technisch dienstverleners en installateurs die bij Techniek Nederland zijn aangesloten krijgen steeds meer vragen over de effecten van ventilatiesystemen op het coronavirus. De brancheorganisatie vindt het belangrijk haar leden en hun klanten hierover correct en feitelijk te kunnen informeren. Daarom legt Techniek Nederland vier vragen voor aan het RIVM naar aanleiding van het UvA-onderzoek:
- Is het UvA-onderzoek reden om uw mening ten aanzien van de rol van ventilatiesystemen en de kans  op besmetting met het coronavirus te herzien?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om na te gaan of goede ventilatiesystemen de kans op besmetting kunnen verkleinen?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om te onderzoeken of kleine waterdruppeltjes (aerosolen) gevaar opleveren voor overdracht van het coronavirus?
- Is het UvA-onderzoek aanleiding om alsnog aanpassing van ventilatiesystemen te adviseren om besmetting met het coronavirus te voorkomen?

Verspreiding van corona via de lucht niet aangetoond
In een reactie op de eerste brief die Techniek Nederland over dit onderwerp stuurde liet RIVM weten: ‘dat niet is aangetoond dat het coronavirus zich via de lucht verspreidt, dat er geen aanwijzingen zijn dat ventilatiesystemen een rol hebben gespeeld bij de verspreiding van het virus en dat aanpassing van ventilatiesystemen niet nodig is voor de bestrijding van het coronavirus.’

Ventilatie is wél belangrijk
Het RIVM benadrukte in de reactie op de eerste brief dat goede ventilatie belangrijk is en blijft. Niet om daarmee de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan, maar wél om een prettig en gezond binnenklimaat te creëren. Installateurs zouden daarom de geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies moeten volgen. Zolang het standpunt van het RIVM niet verandert, blijft dat het advies van Techniek Nederland aan de leden.

Op onze nieuwsbrief abonneren

Corona vraagt om ander legionellabeheer

Je kent ze wel, de borden langs de snelweg met het dringende verzoek om na de zomervakantie eerst de kranen door te spoelen voor gebruik. Dit, om een legionella-infectie te voorkomen. Na pakweg 3 maanden afgesloten te zijn geweest, worden binnenkort weer allerlei gebouwen in gebruik genomen. Ook nu adviseert de overheid om passende maatregelen te nemen tegen legionella. Opvallend genoeg gaan die verder dan gewoonlijk het geval is. Waarom?

In maart kwam onze economie tot stilstand. Met de ‘intelligente lockdown’ sloten tal van gebouwen hun deuren. Van scholen tot horeca-instellingen, kantoorgebouwen en sportcomplexen. Binnenkort gaan er weer een aantal open. Dat levert fikse risico’s op. Voor installateurs is het daarom opletten geblazen.

Prioritair en niet-prioritair
Voor het beheer en onderhoud van prioritaire installaties gelden strenge voorschriften. Denk maar aan het pakket aan maatregelen dat in acht moet worden genomen om legionella te voorkomen en te bestrijden bij onder andere zorginstellingen, ziekenhuizen, truckstops en sauna’s. Bij niet prioritaire installaties daarentegen blijft het advies na een vakantie meestal beperkt tot het doorspoelen van leidingen. Nu dringt de overheid aan op een stringentere benadering, waarom?

Verklaring
“Collectieve leidingwaterinstallaties hebben geen of slechts een beperkte stilstand gedurende het jaar”, legt Eric van der Blom, expert Sanitaire Technieken bij Techniek Nederland, uit. “Nu is de ongebruikelijke situatie ontstaan dat er geen sprake is van een doorsnee zomerstilstand van een paar weken, maar dat veel van deze gebouwen 3 maanden (deels) niet of nauwelijks zijn gebruikt en dat de omgevingstemperatuur bij de waterleiding vrij hoog kan zijn. Kortom omstandigheden waar de legionellabacterie uitstekend bij gedijt”,

Maatregelen
Hij verduidelijkt wat het maatregelenpakket zoal inhoudt. “Er wordt aangedrongen op actief beheer en onderhoud, waarbij voor de belangrijkste onderdelen van beheer wordt verwezen naar de grondslagen van NEN 1006, WB 1.4 G, WB 2.4 en ISSO 55.2. Daarbij moet je bijvoorbeeld denken aan het 20 x doorspoelen van leidingen met een snelheid van 1,5 meter per seconde. Dit houdt praktisch in dat per meter leidinglengte 10 seconden lang moet worden doorgespoeld. Ook kan je bij grotere diameters dan 100 inwendig en microbiologische vervuiling te maken krijgen met reinigen en desinfecteren. Daarnaast is het van belang dat de koudwatertemperatuur niet boven de 25 °C uitkomt en de warmwater temperatuur op minimaal 60°C zit bij de tappunten.”

Risicovolle situaties
Van der Blom adviseert installateurs om dit onderwerp onder de aandacht te brengen bij klanten. En niet alleen voor de directe ingebruikname, maar ook de periode erna. “Er zullen ongetwijfeld veel legionellabacteriën worden aangetroffen als er watermonsters worden genomen. Tegelijkertijd kan de toevoer van vers zuurstof- en voedselrijk water bij het doorspoelen ook de groei van de bacterie bevorderen. Vandaar dus dat er alertheid is geboden, ook in de weken na de ingebruikname van een drinkwaterinstallatie.”

Voor meer informatie over de geldende voorschriften, klik hier.

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Startup komt met aanraakvrij, op spoeling gestuurd toilet

De Belgische Startup IPEE brengt een aanraakvrij, op spoeling gestuurd toilet op de markt. Een sensor meet continu het gebruik van het toilet. Is het gebruikt, dan wordt er pas gespoeld. Het toilet kan in zowel publieke ruimten als privé worden toegepast.

Jan Schoeters, mede-oprichter van IPEE: “Volgens de strenge coronarichtlijnen moeten we minstens anderhalve meter afstand houden van vrienden en collega’s, maar we gebruiken wél allemaal hetzelfde toilet. Je handen was je pas nàdat je de duwplaat van dat toilet hebt ingedrukt om door te spoelen. Met een automatisch gespoeld toilet is het aanraken van die duwplaat niet langer nodig.”

Alleen spoelen na gebruik
Klassieke spoelsystemen spoelen op basis van de aanwezigheid van personen die zij detecteren met een infraroodoog. De aanwezigheid van mensen volstaat om een spoeling te activeren, ook wanneer het toilet niet wordt gebruikt. Schoeters: “Daardoor verspillen deze systemen veel water en in geval van verstopping lopen ze over. Juist hiervoor bieden wij een oplossing.”

Sensor meet gebruik toilet
Het ei van Columbus zit ‘m in een stukje elektronica dat onzichtbaar in de keramiek verwerkt zit. De IPEE-sensor meet continu het gebruik van het toilet. Is het gebruikt, dan wordt er pas gespoeld. Niet gebruikt? Dan volgt er ook geen spoeling. Zo zorgt dit systeem voor een minimum aan waterverbruik – tot 50% minder in vergelijking met klassiek automatisch gespoelde toiletten, aldus Schoeters. “Bovendien waakt de sensor er ook over dat het toilet in geval van verstopping niet meer gespoeld  wordt.”

Overal toepasbaar
Bart Geraets, medeoprichter van IPEE: “De IPEE-toiletten kunnen overal worden toegepast: in luchthavens en publieke gebouwen, in scholen en in de horeca, in badkamers van ziekenhuizen, woonzorgcentra en hotels. En niet te vergeten: thuis. Het toilet zal niet beginnen te spoelen wanneer je je tanden staat te poetsen, maar wel wanneer je kinderen het hebben gebruikt.”

Aanraakvrij de nieuwe norm
Geraets: “Nu aanraakvrij de nieuwe norm wordt, groeit de behoefte om dit ook in de toiletomgeving te realiseren. Waar dit vroeger geen absolute prioriteit was, zien we ons vandaag de dag genoodzaakt om te streven naar een optimale hygiënische ervaring voor patienten, leerlingen of gasten. En dat is ook wat we zelf als toiletbezoeker steeds meer kunnen appreciëren.”

Op onze nieuwsbrief abonneren

Consortium gaat verspreiding van coronavirus in binnenlucht onderzoeken

Hoogleraar Philomena Bluyssen start in een consortium met Christophe Hermans van NLR, Rob Hagmeijer van Universiteit Twente, Atze Boerstra van bba binnenmilieu en Paul Scheepers van Radboudumc, een onderzoek naar de verspreiding van microscopisch kleine druppels, zogenoemde aerosolen, via de lucht in binnenruimtes. Met een opstelling in de Experience room van het SenseLab aan de TU Delft wordt de verspreiding van aerosolen zichtbaar gemaakt onder verschillende ventilatiecondities.

Het onderzoek kan inzicht bieden welke extra maatregelen in gemeenschappelijke binnenruimtes genomen moeten worden om de verspreiding van het coronavirus nog beter tegen te gaan. De resultaten zullen worden gebruikt om het OMT, RIVM en GGDs van nieuwe inzichten te voorzien.

Verspreidingsroutes
Bij de verspreiding van het SARS-CoV-2 worden drie verspreidingsroutes onderscheiden via:
- (grote) druppels en spatten die slechts een korte afstand overbruggen;
- direct contact tussen mensen of met besmette oppervlakken;
- microscopisch kleine druppels (aerosolen) die op een luchtstroom kunnen worden meegevoerd.

In de huidige intelligente lockdown in Nederland wordt vooral rekening gehouden met de eerste twee vormen van verspreiding. 1,5 meter afstand houden en het regelmatig wassen van handen zijn voorbeelden van maatregelen om besmettingsrisico’s via respectievelijk grote druppels en direct contact te beheersen.
Dat er relatief minder aandacht is voor de derde besmettingsroute, via aerosolen, heeft te maken met de onzekerheid die er vooralsnog bestaat of deze kleine druppels genoeg virus kunnen bevatten om personen te besmetten. Het consortium wil de verspreiding van aerosolen in binnenruimtes met verschillende mate van ventilatie gaan bestuderen, zodat bij het treffen van concrete maatregelen alle verspreidingsroutes en daaraan gekoppelde besmettingsrisico’s ingedamd worden.

Bron: TU Delft

Op onze nieuwsbrief abonneren

RIVM: Geen extra maatregelen voor ventilatie

Op 16 maart schreven wij al over het belang van ventilatie om eventuele transmissie van het coronavirus via de lucht tegen te gaan. Dit naar aanleiding van de guidelines die REHVA had opgesteld over dit thema. Het RIVM heeft nu ook een officieel standpunt hierover ingenomen. Volgens het instituut zijn er geen aanvullende maatregelen noodzakelijk. Francesco Franchimon is teleurgesteld. Hij was als Public Health Engineer betrokken bij het opstellen van de guidelines van de REHVA.

Het ministerie van VWS vroeg enige tijd geleden aan het RIVM advies over de rol van ventilatiesystemen bij overdracht van SARS-CoV-2. Op 18 mei kwam het instituut met een antwoord, dat aan duidelijkheid niets te wensen overlaat.

Standpunt RIVM
Het RIVM zegt dat: “Op basis van de huidige inzichten zijn aanpassingen van ventilatiesystemen niet nodig. De geldende richtlijnen en onderhoudsinstructies kunnen worden gevolgd. Het is wel van belang dat er mogelijkheden zijn om te ventileren; goed ventileren is nodig voor het verversen van de lucht en draagt bij aan een prettig en gezond binnenklimaat.”

‘Better safe than sorry’
Francesco Franchimon had op meer gehoopt. “Uiteindelijk gaat het om de vraag welk vertrekpunt je hanteert. Wij zeggen ‘better safe than sorry’, het RIVM wil blijkbaar eerst een volledig wetenschappelijke onderbouwing voordat het maatregelen adviseert.”

Onderzoek nodig
“Er is inderdaad nog geen sluitend antwoord op de vraag of virusdeeltjes die in de lucht zitten nog voldoende levensvatbaar zijn bij het inademen en dan daadwerkelijk infecties kunnen veroorzaken. Wil je dit 100 % helder krijgen, dan moet je aanvullend onderzoek plegen. En het liefst uiteraard zo snel mogelijk.” Daarvoor zijn echter gespecialiseerde laboratoria nodig en professionals met een bepaalde expertise. “En die zijn schaars, ook internationaal, zeker nu men zich volledig richt op het vinden van een vaccin.”

Najaar
Franchimon verwacht niet op korte termijn een koerswijziging van het RIVM. “Wellicht veranderen ze van mening in het najaar als we weer veelvuldig binnen zitten en er zich eventueel gevallen voordoen van besmettingen in gesloten ruimtes.”

Op onze nieuwsbrief abonneren

Hardenberg luistert naar exposanten en verplaatst beurs naar eind november

De komende editie van Installatie & Elektro Vakbeurs die gepland stond op 8, 9 en 10 september 2020 in Evenementenhal Hardenberg wordt verplaatst naar 24, 25 en 26 november 2020. De corona-maatregelen die de Nederlandse overheid momenteel oplegt met betrekking tot evenementen houden in dat deze tot 1 september niet door mogen gaan. “Ondanks dat Installatie & Elektro Vakbeurs net na die periode plaatsvindt, hebben we in de afgelopen periode nauw contact gehad met onze exposanten. Uit deze gesprekken kwam naar voren dat er draagvlak is vanuit een overgroot deel van hen om de beurs enkele maanden te verplaatsen”, zegt Mathilde Koniuszek namens Installatie & Elektro Vakbeurs.

In de komende periode beoogt beursorganisator Easyfairs een plan te maken om haar events vanaf dit najaar corona-proof te maken. Koniuszek: “Wij gaan ervan uit dat de 1,5 meter-samenleving voorlopig de norm blijft. Dit heeft grote gevolgen voor de wijze waarop wij beurzen en events vormgeven. Het uitgangspunt is dat onze events veilig zijn, en dat iedereen zich veilig voelt. We zijn daarom bezig om verschillende protocollen op te stellen om onze beurzen op een verantwoorde manier door te laten gaan. Denk bijvoorbeeld aan het invoeren van zogeheten ‘time slots’ voor bezoekers. Het voordeel hiervan is dat iedereen de tijd en ruimte krijgt om op een veilige manier producten en oplossingen te ontdekken en met elkaar in gesprek te gaan.”

Smart Badge
Ook de introductie van de Smart Badge is een manier om de 1,5 meter afstand te bewaren. Vanaf komende editie ontvangt iedere bezoeker bij binnenkomst een badge waarin een speciale chip is verwerkt: de Smart Badge. Met deze badge kan de bezoeker tijdens de beurs stands scannen om contactloos informatie uit te wisselen met exposanten. Na afloop van het beursbezoek ontvangt de bezoeker een e-mail met daarin een overzicht van alle exposanten die hij of zij gescand heeft.

 

Op onze nieuwsbrief abonneren

Brancheorganisaties vragen overheid om subsidie voor bij- en omscholing technische vakmensen

Een grote coalitie van brancheorganisaties pleit voor de invoering van een ‘Deel- en Omscholings-NOW’. Onder meer Techniek Nederland, Bouwend Nederland, FME en Aannemersfederatie Nederland (AFNL) schrijven vandaag een brief aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Daarin vragen zij om aangepaste NOW-regelingen vanaf 1 september voor bedrijven in de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche. De nieuwe regelingen moeten werknemers in staat stellen om de tijd die ze niet kunnen werken te besteden aan bijscholing (Deel-NOW) of omscholing (Omscholings-NOW). 

De huidige NOW-regelingen zorgen ervoor dat werkgevers een deel van de loonkosten vergoed krijgen voor werknemers waarvoor nu minder of geen werk is. Met de Deel- en Omscholings-NOW willen de werkgevers ervoor zorgen dat zij met behulp van bijscholing en omscholing technische vakmensen kunnen behouden en nieuwe vakmensen uit krimpsectoren kunnen aantrekken.

Sterke vraaguitval na de zomer
De brancheorganisaties voor de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche verwachten de echte klap van de crisis pas na de zomervakantie. Voorzitter Doekle Terpstra van Techniek Nederland voorziet een aanzienlijke vraaguitval: “In het derde en vierde kwartaal van dit jaar en in de eerste helft van 2021 zullen bedrijven minder bereid zijn om te investeren. Bovendien neemt het consumentenvertrouwen af. Daarom is het belangrijk dat er ook straks nog steun van de overheid beschikbaar is.”

Werknemer staat voorop
De Deel- en Omscholings-NOW is bedoeld om werknemers te behouden voor de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche. Daarnaast willen de werkgevers de instroom bevorderen vanuit branches met een minder gunstig arbeidsmarktperspectief. De brancheorganisaties willen bijvoorbeeld mensen opleiden voor het ontwerpen en toepassen van duurzame energietechnieken en voor digitale en technologische innovaties. Doekle Terpstra: “De komende jaren moeten tienduizenden vakmensen met green skills de energietransitie in ons land mogelijk maken. De talenten die daarvoor nodig zijn, moeten niet verloren gaan door de coronacrisis.”

Deel-NOW
Bedrijven die te maken krijgen met forse vraaguitval ontvangen in deze periode een gedeeltelijke loonkostenvergoeding voor werknemers voor wie zij minder werk hebben. Deze werknemers benutten de tijd die zij niet werken voor bijscholing of een vakopleiding. Die bijscholing wordt voor een deel gefaciliteerd vanuit een bedrijfstakplan of andere scholingstrajecten. De deel-NOW zou moeten regelen dat ook de overheid bijdraagt aan de bijscholing.

Omscholings-NOW
Een Omscholings-NOW kan werknemers in bedrijfstakken met een minder gunstig toekomstperspectief de mogelijkheid bieden om zich te kwalificeren voor een baan in een meer kansrijke sector. In de techniek, bouw, infra, industrie en ontwerpbranche zijn de vooruitzichten voor ná de coronacrisis onverminderd positief. Bedrijven in deze sectoren zijn onmisbaar om de gebouwde omgeving en de infra te verduurzamen, de woningnood te verminderen, waterveiligheid te borgen, innovatieve apparatuur te ontwikkelen en de digitalisering te bevorderen. Naar verwachting zal hier binnen afzienbare tijd opnieuw een tekort ontstaan aan (technische) vakmensen. De Omscholings-NOW kan daarin voorzien. Overigens kan de regeling ook worden ingezet voor omscholing binnen een bedrijfstak.

Brede steun voor de voorstellen
Een groot aantal brancheorganisaties ondersteunt het voorstel aan minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Behalve Techniek Nederland, Bouwend Nederland, FME en Aannemersfederatie Nederland zijn dat Nederlandse Vereniging voor Afbouwbedrijven (NOA), Koninklijke OnderhoudNL, Cumela, Vereniging van Waterbouwers, GeoBusiness Nederland, Federatie Technologiebranches (FHI), NVKL en Branchevereniging Nederlandse architectenbureaus (BNA). Deze branches vertegenwoordigen in totaal ruim 23.000 bedrijven met 775.000 werknemers en meer dan 200 miljard euro omzet.

Adviseur Ron Bosch had corona: “Onderschat het niet!”

Hij kan het zich nog levendig herinneren, de eerste klachten. Begin maart voelde adviseur en HBO-docent Installatietechniek Ron Bosch zich wat duizelig en had hij last van diarree. Aan het einde van de week lag hij met 40 graden koorts op bed. Daarna volgden er heftige hoestaanvallen, waarbij hij regelmatig dacht dat hij ging stikken. Maar niet alleen hij, ook zijn vrouw en hoogzwangere dochter werden getroffen door het corona-virus. Hoe ga je om met zo’n situatie en hoe houdt je je bedrijf staande?

Begin maart zit Ron Bosch in de auto, onderweg naar een opdrachtgever. Hij voelt zich niet lekker. “Ik had last van duizeligheid”. In de loop van de week verergeren de klachten. Hij krijgt er diarree bij, op vrijdag wordt hij wakker met 40°C koorts.

Zelfstandig ondernemer
Ron heeft al jarenlang een eigen installatietechnisch adviesbureau, waarmee hij klanten in de woningbouw en utiliteit begeleidt. TIAB heeft drie mensen in dienst en onder andere projecten onder haar hoede in de nieuwbouw en zorg, luchtvaart (Schiphol) en entertainmentsector (pretparken).

Diagnose
Als dga voelt hij een zware verantwoordelijkheid rusten op zijn schouders. “Als ondernemer wil je doorgaan, voor je personeel, je klanten en natuurlijk ook simpelweg vanwege de omzet.” Maar het ging niet meer. Als de thermometer de 40°C aantikt, belt hij de huisarts die telefonisch een diagnose stelt. “Toen kreeg ik de keuze voorgeschoteld: ‘of Prednison of zware antibiotica.”

Suf
Ron is er niet gerust op, met zijn bronchitis behoort hij tot een risicogroep. Hij besluit om een antibioticakuur te volgen. “Het ging om zo’n zware dosis, dat je je continu suf voelde. Ik sliep bijna de hele dag door. Als ik overdag wakker werd, probeerde ik wat zakelijke emails te beantwoorden en mensen aan te sturen, maar daar had ik nauwelijks puf voor.”

Spaans benauwd
Hij voelt zich niet alleen suf, hij heeft het ook benauwd. Zodra Ron zijn ogen opent, begint het hoesten. Een droge hoest, die niet lijkt op te houden. “Mijn buurman zei me later: ‘ik dacht dat onze woningen goed geïsoleerd waren, maar soms leek het bijna alsof je dwars door de muur heen naar binnen kwam’.”

Een hel
Coronapatiënten krijgen vocht in hun longen, vandaar die hoestbuien. “Er kwam vaak geen einde aan, ik kon nauwelijks ademen en kreeg last van hyperventilatie.” De 57-jarige zwijgt even en klinkt daarna geëmotioneerd aan de lijn. “Als ik er weer aan terugdenk, krijg ik tranen in mijn ogen. Ik had het letterlijk Spaans benauwd. Het was verschrikkelijk, een hel.”

Valkuil
Na twee weken begint de situatie geleidelijk aan te verbeteren. “En dat is een valkuil. Als ondernemer wil je direct weer aan de slag, maar je lichaam heeft een enorme klap gehad en tijd nodig om te herstellen. Soms werd ik wakker, voelde ik me energiek, maar was ik na anderhalf uur werken alweer uitgeput.”

Fysiek herstel
Hij wil echter niet bij de pakken neer bij blijven zitten en gaat aan zijn fysieke herstel werken. “Iedere ochtend een stukje lopen, ik begon met 100 meter, inmiddels kan ik al een kilometer of 4 aan.” Daarnaast wandelt hij ook in de avonduren.

Meer ziektegevallen
Tot overmaat van ramp krijgt een week nadat Ron ziek wordt, zijn vrouw eveneens klachten. “Weliswaar in een mildere vorm, maar ook zij lag wekenlang op bed.” Ook zij is nu herstellende, evenals hun dochter, die als laatste ziek werd.

Coronatest
Inmiddels werken Ron en zijn vrouw weer. “Zij zit in de zorg, toen zij wilde terugkeren op de werkvloer moesten wij ons allemaal laten testen. Daaruit bleek inderdaad dat wij corona hadden gehad.”

Maanpakken
De dochter van Ron is nu op zoek naar een ziekenhuis waar ze kan bevallen. “Niet bepaald gemakkelijk. Alle ziekenhuizen hebben protocollen waar je rekening mee moet houden en er heerst toch een bepaalde angst voor ex-coronapatiënten. Zoals het er nu naar uitziet, zou ze wel eens in een maanlandschap kunnen bevallen, omgeven door mensen in witte pakken”, grapt Ron.

Bron
Terugkijkend weet Ron nog steeds niet wanneer en waar hij de infectie heeft opgelopen. “We hebben carnaval gevierd, vrienden gezien die op wintersport waren geweest en mijn vrouw had al vrij snel te maken met een coronapatiënte in het ziekenhuis. Allemaal mogelijke oorzaken.”

Omzetverlies
Hij vreest nog zeker enkele maanden zoet te zijn met het herstel. “Ik zit nu op, zeg 70% van mijn fysieke vermogen.” Zijn bedrijf heeft ook een fikse dreun gekregen door de coronacrisis. “De omzet is zeker met 40% teruggelopen.”

Advies
“Tegen alle installateurs en adviseurs die dit artikel lezen zou ik willen zeggen: ‘Onderschat het niet!’ Ik vind dat we er op dit moment als samenleving veel te nonchalant mee omgaan. Als ik zie hoeveel jongeren bijvoorbeeld in groepjes dichtbij elkaar lopen, dan houd ik mijn hart vast. Je kunt beter koste wat het kost vermijden om ziek te worden. Houd dus afstand, was je handen, wees voorzichtig. En neem alvast preventieve maatregelen.”

Buffer
Ron adviseert om als zelfstandig ondernemer sowieso een buffer achter de hand te houden voor het geval je ziek wordt. “Dus voldoende geld om in ieder geval de eerste drie maanden door te komen. En mocht je corona krijgen, probeer dan werk over te dragen aan concullega’s waar je een goede band mee hebt en onderhandel indien nodig over betalingstermijnen met leveranciers.” Maar het belangrijkste blijft uiteraard om naar je lichaam te luisteren. “Ga niet over je grenzen en houdt rekening met langdurig herstel.”

 

 

 

 

 

 

Op onze nieuwsbrief abonneren